Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting 15/20 cross-culturele en grootstedelijke psychologie vub Veerle Soyez (2022) 14/20 €4,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting 15/20 cross-culturele en grootstedelijke psychologie vub Veerle Soyez (2022) 14/20

 65 vues  4 achats

in dit document staan de hoorcolleges en de 3 te kennen webinars. de laatste 2 hoorcolleges (gastlessen) van Sammy Mahdi en de andere gastles staan er niet op. (deze gastlessen zijn eerder formatief dan echt moeilijke kennis. indien je hiervan de slides leest ken je het ook). deze zijn niet online ...

[Montrer plus]
Dernier document publié: 1 année de cela

Aperçu 4 sur 38  pages

  • 11 juin 2022
  • 6 octobre 2022
  • 38
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (4)
avatar-seller
LAVADESTE
Cross-culturele en grootstedelijke psychologie:


Inleiding

Waarover gaat het?
Grootstedelijkheid gaat over urbanisatie. Een grootstad heb je al vanaf 100.000 inwoners. Bij 1.000.000 inwoners heb je een metropool
(Brussel, Antwerpen). Globaal dan zien we dat meer dan de helft van de wereldbevolking in een grootstad leeft. Het aantal blijft ook stijgen.
Hoe armer het land, hoe meer mensen in steden gaan wonen. Naarmate we meer uitdagingen krijgt wereldwijd (klimaat), gaat de migratie
naar steden toenemen omdat in steden het vaak zo is dat politieke belangen daar eerst worden ingezet, zeker bij de klimaatopwarming. Men
pakt eerst het verstedelijkte gebied aan. Stad als context krijgt meer aandacht en dat krijgt het in de toekomst nog meer. Met cross-
culturaliteit bedoelen we dat er veel uitdagingen samenkomen die gelinkt zijn aan het samenwonen zelf. Wij ‘zijn’ de stad. Het samenwonen
creëert de uitdagingen. Hoe gaan we dat organiseren? (ruimtelijke ordening: hoe ziet de publieke ruimte eruit, waar mogen we bouwen?,
waar kom fietspaden, vervoer…). Maar hoe beleven we dat samenwonen met zijn allen? Hoe kijken we er naar? Wat zijn de percepties van de
ander bij dat samenwonen? Daarbij komt cross-culturaliteit. Als we het hebben over ‘hoe kijken we naar de ander?’ dan gaan we vooral
categoriseren, op eerste indrukken. Het zichtbare heeft altijd heel erg gespeeld, dat maakt dat er heel veel aandacht historisch naar etnisch
culturele verschillen gegaan is. We beoordelen dat, we categoriseren dat, maar er is zeker een angst voor het vreemde. Er worden dus ook
vaak foute assumpties gemaakt.

Door migratie en verstelijking gaan we een vorm van controle verliezen. Namelijk de migranten, mensen die naar de stad komen vertonen
crimineel gedrag. de stad heeft door zijn grootheid geen controle meer, waardoor er verlies aan sociale controle is (sociale desorganisatie-
theorie). Je ziet dat nog opduiken in bv aanslagen. Maar dat onbekende van die migranten creëert een angst en we weten niet hoe we daar
mee moeten omgaan. We willen assumpties om te categoriseren maar we denken te snel dat alle migranten in de stad, dat zijn mensen die uit
een slecht gebied komen en die komen hier bij ons in een rijke stad terecht waar ze veel kansen krijgen. Maar dit is fout. Maar we willen
categoriseren om een beeld te vormen. We hebben dat ook over groepen mensen die migreren. Die homogenen groepen waarover we altijd
spreken, bestaan niet echt.

Complexiteit: de verschillende lagen
Interdisciplinaire benadering van de uitdagingen is noodzakelijk. Het moet een contextuele blik zijn. een individu is een samenspel met
meerdere omgevingen, meerdere collectiviteiten. Als we het hebben over ‘hoe kunnen we cross-cultureel mensen benaderen’ dan moet je
altijd individu en cross-culturaliteit samen nemen. Dan heb je veel historische invloeden, dat moeten we kunnen meenemen om te begrijpen
waarom we doen wat we doen. De politiek economische realiteit is ook heel belangrijk. Dat is een heel neo-liberaal denken met veel aandacht
van het individu. Maar veel mensen waarmee we in contact komen kijken meer naar het collectieve. Het beleidswerk speelt een grote rol;
mensen die geen papieren hebben, kunnen geen asiel aanvragen en hebben geen toegang tot de hulpverlening. Welke rechten we mensen
geven speelt een rol in de hulpverlenen. Ook media en debat spelen een rol. Ethiek is nooit ver weg als het gaat over cross-cultureel denken en
werken. Ethiek gaat erover om het goede te doen. Maar daarvoor heb je een norm nodig om af te wegen. Maar die norm is niet altijd duidelijk.

Vandaag gaan we de sociaal-demografische kant op: migratie als basis van superdiversiteit.



Superdiversiteit; naar een nieuwe kijk op stad en diversiteit

Waarom spreken we van superdiversiteit
Superdiversiteit is een begrip van Steven Vertovec. Een heel complex begrip. Die term is er gekomen na een periode van multiculturalisme. Op
amper een halve eeuw van een samenleving met beperkte etnische-culturele diversiteit naar een immmigratiesamenleving (geschiedenis van
migratie kennen om dit te begrijpen).

Vertovec: naar een post-multiculturalisme
Is er gekomen door toenemende migratie. We moeten over onze grenzen heen, tolerant zijn. multiculturalisme= tolerant voor andere culturen
en identiteiten. Tolerant zijn voor anderen en etnische minderheden. Door tolerant te zijn naar de groepen, kunnen we hen makkelijker een
plek laten krijgen bij een lokaal beleid. Die tolerantie is er om ze gelijker te benaderen. We gaan de meerderheid aanzetten om van alles te
doen, het is niet alleen de verantwoordelijkheid van de minderheid/degenen die binnen komen om geïntegreerd te geraken. We gaan
instituties herstructureren naar pluralistische provisie van dienstverlening.

Tegen het einde van de vorige eeuw was er veel verandering in migratie. We zagen wereldwijd dat veel minderheidsgroepen die migreerden,
in slechte economische omstandigheden leefden. Men koppelde daar gevolgen aan. Afhankelijk van de politieke kant werd het ene of het
andere wat meer benadrukt. Er waren problemen met het gebruik van ‘multiculturalisme’ en alleen maar tolerant zijn naar bepaalde groepen.

Pagina 1 van 38

,Men zag dat die groepen tegen elkaar uitgespeeld werden. De meerderheid moest aangesproken worden, maar alles wat fout liep bij migratie
werd bij die minderheidsgroep gelegd. Vertovec zei dat we naar een post-multiculturalisme moeten gaan en daaruit kwam die superdiversiteit.

De Belgische migratiegeschiedenis in een notendop
Mensen/gastarbeiders zijn na de WOII naar hier gehaald; het land moest heropgebouwd worden etc. dat is heel gericht gebeurd, er zijn
verdragen met andere landen afgesloten. Vanaf de jaren 60 zie je in Brussel een sterke immigratie van hoogopgeleiden. 1956-1969 de golden
sixties. Begin jaren 70 was de oliecrisis dus we stopten ermee om mensen naar hier te halen, dus immigratie stopt (1974). Maar er was iets
verkeerd ingeschat: ze hadden mannen naar hier gehaald om te werken en men had niet nagedacht dat er vrouwen en kinderen bijhoorden.
Ze haalden hun gezinnen naar hier en hebben zich gesetteld. Ze waren hier als gast en moesten terug naar huis maar die menen hadden hun
leven opgebouwd dus gingen ze niet meer weg. Die gastarbeiders werden In de jaren 70-80 dan de migranten. Al die tijd was er geen beleid
rond. Het was een socio-economische reden. Veel jobs die wij niet wille doen, daarvoor wordt gerekruteerd in het buitenland. Australië laat
enkel mensen migreren die in het plaatje passen, de rest moet niet komen. Bij ons waren de bilaterale akkoorden afgesloten met het zuiden
om hier te komen werken.

De jaren 1990: scharniermoment naar superdiversiteit
Vanaf de jaren 90 is de migratie spectaculair beginnen stijgen. We hadden hier de gastarbeiders die niet terugkeerden en die hier familie
binnen brachten. Er waren soms volledige dorpen die zich verplaatsten. Reizen werd goedkoper dus we hadden globalisering. In de jaren 90
zijn ook de globale crisissen begonnen. De internationale handel begon onder druk te staan, nood aan olie etc. dat maakt dat je crisissen
gekregen hebt die migratie enorm op gang brachten met heel grote aantallen voor asielaanvragen. De katalysator in België is door de val van
het ijzeren gordijn en de val van Berlijnse muur. Dan zijn er heel veel migranten uit oost Europa naar het west beginnen migreren omdat ze
weg wouden. Dat zette andere groepen aan om naar België te komen.

Verschil tussen buurten
Er zijn verschillen tussen buurten waar immigratie tot uiting komt. Mensen die hier toekomen gaan ook categoriseren en plekken zoeken
waarmee ze zich verbonden voelen. Dan krijg je uitgesproken etnische groepen in buurten. Je krijgt daardoor ook de achterstandswijken.
Omdat die wijken zoveel nieuwe mensen ontvangen, dat die meer tijd nodig hebben om zich te settelen en een job te zoeken. Dat maakt dat
er ook gestigmatiseerd gekeken wordt naar die buurten, dan krijg je territoriale buurten. Andere buurten gaan daar negatief naar kijken, dat
maakt dat mensen zich niet meer verbonden voelen met een buurt, dus dan willen ze weg omdat ze het beter willen. Wijken met
nieuwkomers daar wordt door het beleid minder georganiseerd , waardoor mensen zichzelf moeten organiseren.

De superdiversiteit van de 21ste eeuw
We hebben een complexe sociale realiteit nu. Bij superdiversiteit zijn er kwalitatieve verschillen met het verleden, maar de kwantitatieve
verschillen zijn duidelijker. Brussel is het de meest diverse stad ter wereld.

Een kwantitatieve breuk: majority-minority cities
Kwantitatieve verschillen: er zijn meer en meer mensen die migreren naar onze steden en dat maakt dat we in die grootsteden een nieuwe
soort stad hebben: majorirty-minority cities. Wat wil dat zeggen? De minderheidsgroepen zijn de meerderheid van de inwoners. Dus meer dan
de helft van de inwoners, behoort tot een minderheidsgroep. Sidney, Antwerpen, Gent, Genk, Rotterdam,…

Kinderen kleuren steden
Als we kijken naar kinderen -18 jaar dan zien we dat er nu al 75% van Antwerpse kinderen een andere etniciteit hebben. ze zijn daar niet altijd
geboren, maar hun ouders zijn van een andere etniciteit dus zij ook. Dit blijft toenemen, voor heel Vlaanderen. Mensen kunnen wel de
Belgische nationaliteit aannemen. Maar 60% heeft hier niet de Belgische nationaliteit hebben. het zegt niet veel want het kan wel zijn dat ze
de Belgische nationaliteit hebben, maar een ander etniciteit hebben. kwantitatieve breuk, maar ook een kwalitatieve breuk. De aard van
migratie is veranderd. Vroeger via gastarbeiders en dan gezinshereniging. Nu is dat heel divers geworden, mensen komen van overal bij ons.
Dat creëert diversiteit in de diversiteit. In al die minderheidsgroepen zit veel diversiteit en meer nationaliteiten. Dat betekent meer talen, meer
religies,… . Er zijn hierdoor varianten beginnen ontstaan op asiel aanvragen zoals bv Oekraïne; dit moet snel gaan. Transnationalisme; mensen,
kinderen groeien op in gemengde huwelijken met ouders die niet tot dezelfde etnische achtergronden behoren doordat er mobiliteit is, zijn er
veel langeafstand relaties. Als je bv een villa hebt in Frankrijk en je gaat daar elk jaar enkele maanden naartoe, ook dat is transnationalisme.
Dat wordt aangevuld met allerlei toenemende diversiteit op nog assen zoals je geaardheid, geslacht, gezondheid… onze samenleving en al die
migratiestromen verandert sneller dan dat we zelf anticiperen. We willen categoriseren, maar we willen een systeem waarin we kunnen
functioneren. De maatschappij verandert sneller dan hoe wij er naar kijken. We lopen dus altijd achter de feiten na.

9 uitdagingen:
1. Geraken we eindelijk voorbij het wij-zij denken?

Superdiversiteit is wat het is, maar dat geeft geen garantie dat we over het wij-zij denken geraken. Dit is een groot probleem en is nog steeds
niet opgelost. We moeten durven kijken naar mengvormen. Er moet een flexibelere manier komen van kijken naar diversiteit. Dat betekent
dat nationaliteit minder bruikbaar gaat kunnen worden. we moeten durven kijken naar de soevereine natiestaat. Bv Rusland die zegt dat
Oekraïne van Rusland is. Als we willen omgaan met diversiteit moeten we flexibeler omkijken naar grenzen van natiestaat. Het is niet het een
Pagina 2 van 38

,of het ander maar soms ook beiden. Waarom is dat zo moeilijk? In het verleden met multiculturaliteit werd er vastgehouden aan
assimilatietheorie. Mensen die ergens ander komen moeten zich assimileren aan de plaats waar ze komen. De minderheidsgroepen moeten
zich aanpassen aan de normen van een ander land.

2. Erken toenemend belang van transnationale realiteiten

De rode duivels bv is een fictief gecreëerde identiteit, onze nationaliteit. We gaan daar door de realiteit door ingehaald worden. er zijn heel
veel mensen die niet meer definitief van de ene naar de andere plek gaan, maar die hun woonplaats afwisselen. Dat wordt versterkt door
communicatie. Dus transnationaliteit is leven in 1 land en tegelijk ook in een ander land, waarbij men intense contacten over de grens
onderhoudt, verschillende leefwerelden en culturen combineert, indien mogelijk heen en weer reizen. Steeds meer mensen leven over
grenzen. Groei van wereldfamilie en transmigratie. Deze mensen spreken op verschillende plaatsen andere talen.

3. Pak de gekleurde armoede eindelijk echt aan

Dit is het socio-economische, de armoede. Heel lang is de verwikkeling tussen armoede en migratie onder de radar gebleven. We hebben met
zijn allen lang gedaan alsof we dat niet zagen. Armoede is groot bij Marokkaanse, joods, autochtone Belgen. Allochtonen komen makkelijker in
de hulpverlening. We moeten de levensdomeinen verbinden die superdiversiteit vorm geven. Er is een UN ondertekend in 2017 door 193
landen. Dit zijn 17 doelen te behalen, elk land behaalt deze niet per se maar het is een eerste stap om dit onder aandacht te brengen. Daar
worden die verbanden tussen levensdomeinen gelegd.

4. Maak van integratie opnieuw een positief burgerschap-verhaal

Integratie is als begrip door heel de assimilatietheorie een gecontesteerd begrip geworden. Zij passen zich aan aan de meerderheid, ook al was
dat niet de bedoeling. Men gebruikte dan andere termen zoals inburgering, je wordt burger, los dat je je aanpast aan de overheersende
cultuur. Ook inclusie is zo een term. De vraag die er is, is ‘is er nog een meerderheidscultuur?’. Dan zie je een aantal oprispingen zoals daar zijn
het Vlaams kanon, wat de regering wil installeren. Dan moet er nagedacht worden wat onze culturele diversiteit is. Diversiteit als
basiskenmerk van stedelijkheid (inzetten op stedelijke identiteit). We gaan vastleggen wat ze moete kunnen en kennen voor ze kunnen
inburgeren. Dit slaagt soms op niks. Zo heb je inburgeringscursus. We moeten het open/verdoken assimilatie-beleid. We moeten meer naar
pluriformiteit. Dan spreken we niet over inclusie maar over sociale cohesie; waar hoor je bij. Niet wie je bent of wat jouw etnische achtergrond
is, maar meer ontmoeting vanuit gelijkheid en diversiteit stimuleren. Dus de fundering van sociale cohesie is vertrekken van het erkennen van
pluriformiteit (en niet op beeld van gelijkheid). Conviviality: het verwijst naar de wijze waarop individuen met diverse culturele achtergronden
met elkaar samenleven in superdiverse steden, waarbij diversiteit als een doodnormaal en alledaags gegeven wordt beschouwd dat nauwelijks
nog opgemerkt wordt. kijken waar we elkaar ontmoeten en niet waar we verschillen.

5. Stimuleer Nederlands vanuit erkenning van meertaligheid

Taal is belangrijk, zeker voor kinderen in het onderwijs. We moeten het Nederlands stimuleren in combinatie van meertaligheid. In Brussel
worden er meer dan 100 talen gesproken. Frans is het beste gekend, dan Engels en dan Nederlands. Er is ook een toename van taalgemengde
gezinnen. Tweetaligheid in Brussel stijgt ook wel al, het is een meertalig en-en verhaal. Voor de hulpverlening is dit belangrijk. Heel vaak is dat
het eerste waar men op botst in de hulpverlening. Als psycholoog werk je vaak verbaal. Terwijl het spreken over emoties het beste gebeurt in
eigen taal. We moeten meer alternatieven bedenken, ook in dossiers. Sommige mensen kunnen hun eigen dossier niet lezen. Politiek zeer
gevoelig. In Nederlandstalige ziekenhuizen MOET er Nederlands gesproken worden. mensen worden teveel gedwongen om een taalcursus te
beginnen. We zetten taal teveel in als inclusieprobleem.

6. Werken aan herverdeling van middelen en herkenning tegenover elkaar

De sociaal ecologische ongelijk posities. Heel vaak is dit een probleem om mensen als gelijke te zien, we schieten dan door in de erkenning van
identiteit. Erkenning= waardering van verschil in culturele posities, erkenning van fundamentele verschillen. Nancy fraser: let op dat erkenning
de herverdeling niet verdringt. Ulrich Beck: inherent spanningsveld. Intersectionalisme: identiteit van individu komt tot stand op snijpunt van
verschillende assen van verschil; achterstellingen door samengaan van verschillende identiteiten. Actief pluralisme als basishouding.

7. Werken aan structuur en cultuur

Aandacht voor structurele en culturele ongelijkheid goed structurele ongelijkheid als voor de culturele ongelijkheid. Culturele ongelijkheid dat
betekent niet dat We moeten gaan culturaliseren dat we alles moeten toeschrijven aan ‘Het is Omdat iemand tot die cultuur behoort dat…
‘ook hier weer moeten en-en zijn. we moeten werken aan de cultuur zonder te culturaliseren. Geen cultureel schuldmodel, niet alles vanuit
cultuur verklaren, maar ook geen taboe rond cultuur maken. Krachtgericht werken aan structurele achterstelling, met aandacht voor cultuur
en leefwereld van mensen van andere etnische culturele origine.

8. Superdiversiteit vraagt interculturalisering van opleidingen en beroepen

Frontlinieberoepen zoals onderwijs maar ook zorgberoepen is meer dan ooit werken met diversiteit. We hebben nood aan verdere
interculturalisering. Van interculturele communicatie tot intercultureel maatwerk & interculturalisering van opleidingen. Ook de privé krijgt
meer aandacht voor culturen. Diversiteit wordt een issue omdat er schaarse is op de arbeidsmarkt.

9. Superdiversiteit.. welke toekomstscenario’s?


Pagina 3 van 38

, Superdiversiteit is er, wat opzich niet goed of slecht te noemen is, maar het gaat er wel van af hangen wat we gaan doen ermee. Wel een
scharniermoment wat vragen oproept en oude vragen over migratie in een nieuwe context plaats. Maurice Crul schetst 2 scenario’s: we willen
niet in scenario 1 belanden… angst en vernedering: wij-zij denken blijft te dominant. Als we dat niet doorbreken blijft die culturele
achterstelling. In scenario 1 i er polarisering. Er is een groeiende werkloosheid, armoede… het sociaal kapitaal van de 2de en 3de generatie gaat
verloren. Wederzijdse polarisering heeft te maken met hoe we de ander framen. met die polarisering hangt vast dat er symbooldossiers op
tafel komen. Het gaat over hoofdoekenverbod, racisme dat met ‘relatief’ noemt etc. polarisering maakt dat racisme wordt gediskwalificeerd.
Scenario 2 is dat er wel ruimte is voor meervoudige identiteiten en emancipatie. Dat gaat nodig zijn dat het beleid erop inzet. Zolang het beleid
niet meewil, kan het niet echt vooruitgaan, zeker in de steden. We zijn daar nog lang niet. Een beleid van herverdeling en erkenning en vanuit
actief pluralisme. Want de toekomst van steden ligt in de mobilisatie van de superdiversiteit van alle bewoners.

Superdiversiteit: de kritieken
Er zijn ook andere manieren om naar diversiteit te kijken. In het verleden is dat ook zo gebeurd. Vaak is de ene visie of benadering ontwikkeld
als reactie op een andere. Een superdiversiteitsparadigma en diversiteit denken in het algemeen: benaderen diversiteit louter positief, te
weinig aandacht voor structurele ongelijkheid. De belangrijkste kritiek is dat het teveel diversiteit gaat benaderen als iets positief en te weinig
aandacht heeft voor structurele ongelijkheden.



Webinar 1: de 9 visies om met diversiteit om te gaan:
1. Neo-assimilatie:

‘nieuwkomers moeten zich aanpassen’. Het beziet diversiteit als gevaar voor de sociale cohesie en samenhang in de samenleving. Het legt de
nadruk op het verminderen van de culturele verschillen en als gevolg het creëren van culturele homogeniteit. Dus nieuwkomer moeten
afstand doen van eigen tradities, aanpassen aan de dominante cultuur en de eigen normen en waarden in hun eigen cultuur opzij zetten.
Wanneer bevindt het assimilatie perspectief zich? 20ste eeuw, Amerikaanse context wanneer er migratie was naar daar en men moest zich
aanpassen aan Amerikaanse normen. De laatste 10-15 jaar heeft het perspectief opnieuw de intrede gehad, vandaar neo-assimilatie, dit heeft
te maken met het feit dat er nieuwe, complexere migratiestromen zijn wat er voor heeft gezorgd dat de vraag om om te gaan met diversiteit
opnieuw is opgeflakkerd. De verantwoordelijkheid is gelegd bij het individu die zich moet aanpassen aan de dominant cultuur, maar ook de
samenleving moet wat hun normen zijn bewaken en duidelijk stellen. rol middenveld? Is niet duidelijk omdat die perspectief op nationaal
niveau is. Men kijkt via welke waarden en normen men zich moet gaan aanpassen, bv Vlaamse of federaal niveau. Organisaties zijn
socialisatieplaatsen waar mensen de normen en waarden leren kennen, bv in vrijetijdsorganisaties. Hoe men zich moet gedrang in de
samenleving.

Enkele stellingen: ‘diversiteit bevordert het vreedzaam samenleven van burgers in de samenleving’: FOUT het is een bedreiging voor de
samenhang. ‘cultuur is altijd in beweging. In de samenleving moet er plaats zijn voor dialoog tussen nieuwkomers en eigen burgers om samen
de lokale cultuur vorm te geven’: FOUT. Er is een leidende cultuur

2. Multiculturalisme:

‘alle mensen hebben het recht om hun culturele eigenheid te bewaren en te uiten’. Hoe verschilt culturalisme van het assimilatie perspectief?
Assimilatie heeft een negatieve kijk op diversiteit, wat de samenhang kan verstoren en moet gereduceerd worden. multiculturalisme is het
tegenovergestelde perspectief; het is een positieve visie en vindt diversiteit bealngrijk voor de samenleving. Ze gaan kijken hoe we de
nieuwkomers hun culturele kaders kunnen behouden. Assimilatie: het reduceren van culturele verschillen, gaat vaak gepaard met dwang zoals
hoofddoek verbieden. Wat staat er centraal? Belangrijk is dat het een mensenrechten perspectief is, nieuwe groepen hebben een minder
sterke positie dus ze gaan ervan uit dat men rechten moet gebruiken om die postje te garanderen. Dat ze het slachtoffer zijn van de culturele
meerderheid. Men gaat een stukje rechten gebruiken om die minderheden hun positie te beschermen. Het invoeren van regels en wetten is
belangrijk. Een typisch kenmerk van multiculturalisme is ondersteunen van organisaties die door en voor mensen met etnische achtergrond
bestaan, zodat ze hun eigen culturele praktijken kunnen onderhouden. Tegelijk maakt het mogelijk om een groep te vormen. Men gaat ook die
culturele minderheden hun mening vragen. De hoogdagen van multiculturalisme liggen al achter ons en dan is er kritiek op gekomen; de
mensen gaan niet meer een aandrang voelen om zich te integreren. Stellingen:’ Etnisch-culturele minderheden hebben een zwakkere positie in
de samenleving. Daarom moet de overheid ingrijpen om etnisch- culturele minderheidsgroepen te ondersteunen.’ JUIST. ‘De culturele
eigenheid van etnisch-culturele minderheden verrijkt de samenleving.’ JUIST

3. Liberaal egalitarisme:

‘iemands huidskleur is voor mij van geen belang’. Het staat voor gelijkheid, streven naar universele gelijkheid. Als je een samenleving hebt met
verschillende culturele verschillen, moet je iedereen op dezelfde manier moet behandelen. Religieuze verschillen worden wel erkent, maar die
uitingen vinden niet plaats in publieke sfeer. Het is ontstaan als reactie op multiculturalisme, dat je minderheidsgroepen andere rechten gaat
toekennen. Dit perspectief vindt dat je het streven naar gelijkheid en het promoten van culturele verschillen niet kan verzoenen. Die culturele
uitingen doen ze in privé sfeer, het hoofddoek thuis dragen. Rol van middenveld? Het heeft geen aandacht gevestigd op organisaties, wel
benadrukt opnieuw die gelijke behandeling die ook organisaties moeten doorvoeren: bij aanwervingen wordt er niet gekeken naar kleur of
gender, louter op kwalificaties. Dit impliceert dat ze tegen diversiteitsbeleid zijn. ook positieve discriminatie. Stellingen:’ Volgens het liberaal
egalitarisme ondermijnt het multiculturalisme de gelijkheid tussen mensen.’ JUIST.’ Een aanwerving van een persoon mag enkel op basis van
zijn, haar of hun vaardigheden en competenties.’ JUIST.

Pagina 4 van 38

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur LAVADESTE. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,99  4x  vendu
  • (0)
  Ajouter