Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Seksuologie - RUG 2021/2023 - gehele leerboek €10,43   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Seksuologie - RUG 2021/2023 - gehele leerboek

2 revues
 238 vues  17 achats
  • Cours
  • Établissement

Deze samenvatting bevat alle hoofdstukken uit het Leerboek Seksuologie (onder redactie van Luc Gijs e.a.) die voor het tentamen moeten worden geleerd op de Rijksuniversiteit Groningen.

Aperçu 4 sur 32  pages

  • 10 juin 2022
  • 32
  • 2021/2022
  • Resume

2  revues

review-writer-avatar

Par: bente15dejager • 4 mois de cela

review-writer-avatar

Par: fleurdoedens12 • 1 année de cela

avatar-seller
Seksuologie – samenvatting.
Hoofdstuk 1: een inleidend overzicht
Denkkaders binnen seksuologie
- Essentialisme: gaat ervan uit dat menselijk seksueel gedrag vorm krijgt volgens een universeel
basispatroon, dat evolutionair bepaald en tamelijk stabiel is en dat slechts in geringe mate onderhevig is
aan sociale verandering. Aandacht voor evolutie achter seksueel gedrag en nadruk op invloed
biologische factoren.
- Sociaal-constructionisme: seksueel gedrag wordt primair beinvloedt door sociale, culturele, historische
of economische factoren die bepalen wat als (normaal) seksueel gedrag wordt gezien en wat daarvan de
betekenis is.
- Biopsychosociale denkwijze: integreren van biologische psychologische en sociale factor in een visie die
recht doet aan de meervoudige gedetermineerdheid van seksueel gedrag. Voorbeeld is incentive theory
of motivation: seksualiteit gezien als het resultaat van interacties tussen bio. Psych. En sociale factoren.
Wordt tegenwoordig het meeste gebruikt.
Hoofdstuk 2: geschiedenis van de seksuologie
Het ontstaan van de seksuologie
In 1906 met Iwan Bloch: beschreef als eerste seksuologie als een wetenschappelijke onderneming.
In 1919 werd in Berlijn werelds eerste instituut voor wetenschappelijk onderzoek van seksualiteit opgericht.
De doelen van dit instituut waren om wetenschappelijk onderzoek te doen, preventieprogramma’s op te
zetten en hulp te verlenen.
Na de tweede wereldoorlog (1945-1974)
Domein seksuologie werd overgenomen door Amerikaanse wetenschappers. Het domein breidde zich uit
naar andere disciplines zoals biologie, sociologie, psychologie etc.
In 1947: Alfred Kinsey wilde mensen onderwijzen in seksuologie en richtte hiervoor een instituut, maar
kwam er toen achter dat er helemaal geen empirisch onderzoek naar was gedaan. Om die reden ging hij dit
zelf doen, met interviews van 5000 mannen en 5000 vrouwen. Dit resulteerde in een boek over seksueel
gedrag van mannen en seksueel gedrag van vrouwen.
John Money: klinisch empirisch onderzoek naar ontwikkeling van genderidentiteit bij kinderen met
interseksproblematiek. Het begrip genderrol werd opgericht ter onderscheid van de biologische sekse
(1955).
Masters en Johnson 1966/70: boeken geschreven over de reactie op seksuele prikkels. Er werden fasen
beschreven: opwinding, plateau, orgasme en herstel of ontspanning. Is een fysiologisch proces dat door
psychologische inhibities kan worden geblokkeerd. Vooral partners in therapie, de techniek legde enorm de
nadruk op de relatie tussen 2 personen. Hun resultaten werden nooit meer gerepliceerd, waarschijnlijk omdat
de mensen die hun therapie volgden erg sterk gemotiveerd waren.
1974: Kaplan voegde aan seksuele responscyclus de fase van verlangen toe.
Homoseksualiteit werd eerst gezien als een stoornis, maar door verandering in de kijk als seks voor
voortplanting naar seks met instemming was een beslissing om homoseksuelen als gezond verklaard werden
en niet meer in de DSM stonden (1974).
Periode 1974-2018
In de jaren 70 stond sociaal-constructionisme op de voorgrond. Seksueel gedrag werd gezien als sociaal
rolgedrag dat door cultureel bepaalde scripts tot stand kwam. Een scenario dat een situatie als seksueel
definieert, de actoren benoemt, hun rollen voorschrijft en de verhaallijn bepaalt. Aan een dergelijk script
onderscheidden ze twee dimensies: een interpersoonlijke, waardoor mensen seksueel met elkaar kunnen
omgaan, en een intrapsychische dimensie waardoor een individu een psychologische representatie van seks
heeft en bepaald seksueel gedrag nastreeft.
Seksueel gedrag was dus niet een biologische essentie maar sociaal bepaald gedrag. Hieruit volgde ook een
opkomst van Feministische denkwijze en meer onderzoek naar de vrouwelijke kant.
Essentialisme: Vanaf eind jaren 70. Veel onderzoek naar seksuele disfuncties, vooral na opkomst viagra.
Ook een andere stroming van eind jaren 70 zijn opkomst: sociobiologische en evolutionair- psychologische:
gedrag is het resultaat van biologische selectie of evolutie. Het doel van seks is succesvolle genetische
reproductie, en hierdoor zijn allerlei seksuele functies ook daarop aangepast.
Eigenlijk komt het erop neer dat al deze factoren een rol spelen in seksueel gedrag. Bepaalde fenomenen
moeten sociaal worden omschreven maar bepaalde dingen ook weer biologisch. Daarom is een integratie
belangrijk: theoretisch pluralisme.

,Seksuele responscyclus:
Een lineair proces waarin verschillende fasen elkaar opvolgen. In de jaren negentig kwam er kritiek op deze
conceptualisatie:
- Seksuele opwinding en verlangen werden als twee aparte fasen gezien, terwijl het samen zorgt voor een
activeringsproces
- Seksuele respons is een lineaire sequentie is en stelde in plaats daarvan een circulaire opvatting voor,
waarbij de seksuele responscyclus door vele (ook niet seksuele) motivaties kan worden geactiveerd.
Hoofdstuk 3: de biologie van seksualiteit.
De seksuele respons
Tegenwoordig wordt zowel de biologie als de sociale kant van de respons meegenomen. Masters en Johnson
hadden het eerste model. Meer recente modellen vinden inspiratie uit de gedragswetenschappen.
Anatomie van genitaliën en bekkenbodem
Verschillende manieren om genitaliën te ordenen:
- Primaire (geslachtscel-producerende gonaden, eierstok en teelbal) en secundaire (rest) geslachtsklieren.
- Inwendig vs. Uitwending de grens ligt bij de diafragma pelvis, de diepste laag van de bekkenbodem.
- Perineum en kleine bekken.
Mannen en vrouwen ontwikkelen de genitaliën vanuit dezelfde basis. Het SRY gen zorgt voor een
mannelijke differentiatie. Het bevat niet de genen die testisdifferentiatie bepalen, maar het is wel de
beginnende schakel. Het AMH hormoon zorgt voor regressie van de buizen van Muller, waardoor
mannelijke geslachtsonderdelen ontstaan. Na acht werken wordt er testosteron geproduceerd waardoor
buizen van Wolff groeien waaruit alle onderdelen ontstaan.
Als er geen testosteron is gaan de buizen van Wolff in regressie en afwezigheid van AMH zorgt voor
ontwikkeling buizen van Muller.
Bekkenbodem
Is belangrijk bij het tegengaan van verzakking van organen, zowel actief door spieren als passief door dik
bindweefsel. De spieren worden vaak onbewust aangespannen. Je schaambeen zit door spieren vast aan het
stuitje. Daarbij gaan die spieren langs alle 3 de lichaamsopeningen. Als je die spieren aanspant dan gaan de
gaten dichter. Als je een chronische spanning hebt, krijg je bijvoorbeeld problemen met poepen, niet goed
kunnen uitplassen, vulvodynie: pijn door minder voedingsstoffen.
In een dreigende context zul je ook snel die bekkenbodem aanspannen, net als de rest van je lichaam.
Diaphragma pelvis:
Dunne spier die uit een linker- en rechterhelft bestaat met een gat in het midden. Bij vrouwen groter. De
spier loopt om de vagina en door contraheren wordt de vagina dus nauwer (door ouderdom of
zwangerschapstrauma). De spanning kan zorgen voor bijvoorbeeld pijn tijdens penetratie.
Bekkenbodemstructuren afkomstig uit cloaca:
Week 5 in de embryonale ontwikkeling ontstaan in de cloaca (gemeenschappelijke opening) een septum
waardoor er twee gaten gevormd worden.
Mannelijke genitaliën:
- Penis: bestaat voornamelijk uit grote bloedvatstructuren of
zwellichamen. De eikel is de distale voortzetting van het
corpus spongiosum. Voor het optreden van een erectie is
zwelling en drukopbouw van het corpus cavernosum
belangrijk. Het spongiosum zwelt wel op maar zorgt niet
voor drukopbouw.
- Uit kliertjes van Littré ontstaat voorvocht. Zit in de urethra.
- De testis en bijbal zijn gelegen in het scrotum (balzak). De zaadstreng komt hierin uit.
- Testis: verantwoordelijk voor de productie van zaadcellen en androgenen. Vaak is de rechter testis iets
groter.
- Epididymis: kommavormige kronkelige buis rond testis. Daar rijpen de zaadcellen ongeveer twaalf
dagen en worden ze weg geperst.
- Zaadleider: verbind epididymis met urethra prostatica: hierdoor worden de zaadcellen gestuwd.
- Zaadblaasjes: tijdens de zaadlozing wordt hierin een slijmerige vloeistof gemaakt die het grootste deel
van het ejaculaat vormt.
Vrouwelijke genitaliën:

,- Vulva: het geheel van mons pubis of de venusheuvel.
- Schaamlippen: de grote schaamlippen zitten aan de buitenkant en de kleine schaamlippen steekt naar
buiten. Grote schaamlippen lopen van de mons pubis tot het stukje huid tussen vulva en anus. Kleine
lippen bedekken de vaginale opening. Die bevatten heel elastisch vezels, waardoor ze tijdens seksuele
opwinding kunnen uitwijken.
- Vestibulum vaginae: ruimte tussen schaamlippen, de glans van clitoris en centrum van perineum.
Gevoelig voor pijnklachten.
- Hymen: maagdenvlies. Kan scheuren waardoor bloed vrij kan komen, is niet raar.
- Clitoris: bestaat uit de glans, schacht en twee crura (benen). De schacht is door onderhuidse ligging niet
zichtbaar. Tijdens seksuele opwinding neemt het in volume toe.
- Voorhofklieren: in de opwindingsfase wordt door de klieren een kleine hoeveelheid secreet
afgescheiden. Ook kleinere klieren bevochtigen de vagina.
Disorders/differences of sexual development (DSD)
- Testiculaire dysgenesie (geslacht chromosomale DSD): wanneer mannen een extra X chromosoom
hebben. Functie van de testes wordt verstoord, blijven klein en voelen week aan.
- Ovariële dysgenesie: de inwendige genitaliën zijn vrouwelijk terwijl de uitwendige genitaliën mannelijk
kunnen zijn. Er ontbreekt 1 X chromosoom. Er wordt in de eierstokken geen functioneel weefsel
aangelegd en borstgroei en menstruatie kan verstoord zijn.
- Adrenogenitaal syndroom: vrouwelijk inwendig maar door te veel androgenen vermannelijkte
uitwendige genitaliën.
- Mensen met 46 XY hebben aan beide kanten een testis in de buikholte. Kan bij mannen en vrouwen zijn,
maar uitwendige genitaliën zien en vrouwelijk uit.
Fysiologie van de seksuele respons
De fysiologische reactie speelt niet alleen in de genitaliën, maar in het gehele lichaam. De fasen van Masters
en Johnson worden hier nog altijd voor gebruikt, omdat verder onderzoek niet is gedaan. (Boek blz. 59 voor
afbeelding doornemen.
Genitale doorbloeding: Genitale verandering tijdens opwinding ontstaat door verhoogde doorbloeding of
vasocongestie (zwelling van lichaamsweefsels). Dit is bij een man en vrouw ongeveer gelijk. Zwelt de
clitoris en de penis op.
Erectie: Cruciaal voor seks. De penis wordt stijf en kan nagenoeg niet meer verbuigen. Bij een vrouw slaat
dit op vaginale bevochtiging: het lekken van vocht uit de capillairen door de vagina wand heen.
Climax: bestaat uit een fysiologisch en psychologisch component. Voor een orgasme is niet per se een
fysiologische reactie nodig, maar dit draagt voor de meeste mensen wel bij. Het is een sterk individuele
belevenis. Vrouwen kunnen meerdere orgasmes achter elkaar krijgen, mannen niet.
Zaadlozing: Bestaat uit emissie en expulsie. Emissie: sperma wordt door de penis geperst. Expulsie: sperma
wordt door reflexmatige contracties naar buiten gestuwd. Voor voortplanting is het belangrijk hoe het
sperma zich buiten de penis ontwikkelt, hierin spelen beweeglijkheid en integriteit een rol.
De expulsie lukt door bekkenbodemcontracties. Zowel bij vrouwen als mannen, alleen bij vrouwen minder
krachtig en korter.
Andere reacties zijn:
- Cardiovasculaire veranderingen: veranderingen in ademhaling, hartslag, bloeddruk.
- Samentrekking van de vagina en de baarmoeder.
Endocriene aspecten van seksualiteit
Het endocriene systeem scheidt hormonen af die via het bloed naar doelwitweefsel worden vervoerd. Dit
systeem bestaat uit verschillende assen, waar de HPG as de grootste invloed heeft op seksualiteit.
Geslachtshormonen: Aansturing van de testes en ovaria gebeurt in de hypofyse. De achterkwab produceert
oxytocine en prolactine, de voorkwab follikelstimulerend hormoon (invloed op productie testis en follikels)
en luteïniserend hormoon (invloed op productie geslachtshormonen).
Geslachtshormonen zijn essentieel voor ontwikkelen van mannelijke en vrouwelijke biologische kenmerken.
Mannen meer androgenen, vrouwen meer oestrogenen en progestagenen.
Puberteit: De puberteit begint als de hypothalamus GnRH gaat maken. GnRH zorgt voor de aanmaak van
FSH en LH. De geslachtshormonen zorgen voor het ontwikkelen van secundaire geslachtskenmerken.
Het gonadale systeem bij mannen

, Androgenen: testosteron bijvoorbeeld. Wordt geproduceerd in de testes. Langdurige blootstelling zorgt voor
baardgroei, meer spierkracht, grotere penis, sterkere botten. In de puberteit is er dan veel productie en dan
als je ouders wordt, wordt het veel minder.
Het gonadale systeem bij vrouwen
Tijdens puberteit zetten LH en FSH de ovaria aan tot productie oestrogenen, progestagenen en androgenen.
Die zorgen voor secundaire geslachtskenmerken en start v.d. menstruatiecyclus. Als reactie op FSH groeien
follikels, als reactie op oestrogenen groeit de baarmoeder en vagina en krijg je borsten. De LH piek zorgt
voor eisprong en aanmaak van progesteron, waardoor er wordt voorbereid op innesteling van de bevruchte
eicel.
Overgang: ovaria stoppen met productie oestrogenen en progesteron.
De rol van het centrale zenuwstelsel bij seksualiteit:
Het CZS is altijd onderhevig aan veranderingen. Die ontwikkeling ontstaat door sekschromosomen en
geslachtshormonen.
Hoofdstuk 4: psychologische benaderingen van seksualiteit
Een evolutionair-psychologisch perspectief:
Evolutiepsychologie zoekt uit hoe menselijk gedrag in elkaar zit en neemt daarvoor evolutionaire kennis in
acht. Het uitgangspunt is dat soorten ontstaan door natuurlijke selectie, waarbij de fittest overleeft. Voor het
bestuderen van de invloed van evolutie worden 3 kernbegrippen gebruikt:
 Adaptatie: een responsmechanisme dat in de evolutionaire geschiedenis een specifiek probleem heeft
opgelost dat samenhangt met genetisch reproductief succes.
 Nevenproduct: een responsmechanisme dat zelf geen oplossing was voor een probleem maar een
bijeffect van adaptatie. Bijvoorbeeld worden mannen sneller opgewonden van porno. Dit komt omdat
o.b.v. de evolutionaire geschiedenis vrouwen psychologisch ertoe neigen om zich seksueel
terughoudender gedrag dan mannen en daardoor worden ze dus minder snel opgewonden. De investering
in ouderschap is voor de man veel kleiner. Het kijken naar pornografie is een nevenproduct van de
adaptatie van mannen om opgewonden te raken bij het zien van jonge naakte vrouwen.
 Ruis: willekeurige effecten van het evolutieproces die geen bijdrage leveren aan genetisch reproductief
succes.
Buss' theorie van seksuele strategieën
Hoe kiezen mensen een seksuele partner (eenmalig of binnen een relatie) en welke karakteristieken zijn
daarbij belangrijk. Dit wordt door Buss beschreven in zijn theorie.
Hij gaat uit van de visie dat de menselijke soort niet (intrinsiek) wordt gekenmerkt door monogamie en dat
mannen en vrouwen zowel korte termijn- als lange termijnparingsstrategieën hebben. Mannen zijn echter
meer dan vrouwen seksueel gemotiveerd door en aangetrokken tot korte termijnseks met verschillende
vrouwen, terwijl vrouwen meer dan mannen gemotiveerd zijn door en seksueel aangetrokken tot seks binnen
een langetermijnpartnerschap.
Ouderschapsinvestering als evolutionaire verklaring
Hoe ontstaat seksuele verschillen tussen mannen en vrouwen? Seksuele paring strategieën worden opgevat
als producten van selectiedruk tijdens evolutie. Dit is te verklaren door de ouderschapsinvesteringstheorie:
elke investering van een ouder in een nakomeling die leidt tot een hogere overlevingskans van de
nakomeling (en daardoor een hogere kans op reproductie) zodat dezelfde inspanning kan worden geleverd
voor de volgende nakomeling.
Seksuele selectie is de motor van evolutie. Twee vormen:
- Intraseksuele competitie: leden van dezelfde seksen concurreren met elkaar voor toegang tot andere
sekse – dominantie enz.
- Interseksuele competitie proces van partnerselectie. Meest aantrekkelijke eigenschappen – zijn die die
zorgen voor de beste genetische reproductie.
Sekse met hoge ouderschapsinvestering zal vooral interseksuele selectie gebruiken. De sekse die het meeste
investeert heeft het meeste belang om kieskeurig te zijn. Dit is de vrouw, is natuurlijk lang zwanger enz.
Lage ouderschapsinvestering is de man. Heeft onbegrensde vruchtbaarheidscapaciteit en heeft dus toegang
tot meer vrouwen en de competitie met andere mannen houdt dit tegen.
Seksuele strategieën van vrouwen en mannen
Korte termijn is voor mannen niet gunstig omdat:
- Het maximaliseren van het aantal potentiële vrouwelijke partners gaat niet op korte termijn;
- Het identificeren van seksueel toegankelijke vrouwen is een probleem op korte termijn;

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur taravanderveen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,43. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,43  17x  vendu
  • (2)
  Ajouter