Dit document bevat een toelichting op de wijziging van de Gemeentewet, de Wet wapens en munitie en de politiewet 201X (verruiming fouilleerbevoegdheden). Dit wordt gedaan door middel van de grondrechten, de Trias Politica, de eisen aan wetgeving van Fuller, de aanwijzingen voor regelgeving en het i...
de wet wapens en munitie en de politiewet 201x verruiming fouilleerbevoegdheden
École, étude et sujet
Tilburg University (UVT)
Bachelor / Premaster Rechtsgeleerdheid
Inleiding Rechtswetenschap
Tous les documents sur ce sujet (6)
Vendeur
S'abonner
quinnijdam
Aperçu du contenu
Aantal woorden: 2192
Verruiming fouilleerbevoegdheden: Van preventief naar subjectief, van noodzakelijk
naar overbodig
Inleiding
Het wetsvoorstel voor de wijziging van de Gemeentewet, de Wet wapens en munitie en de
politiewet 201X (verruiming fouilleerbevoegdheden) is een aanvulling op de Gemeentewet van
2002. In deze wet kreeg de burgemeester de bevoegdheid om veiligheidsregio’s aan te wijzen,
waarbinnen de officier van justitie fouilleeracties konden toestaan.1 Het middel bleek effectief,
maar vanuit de praktijk bleek behoefte te zijn aan ruimere fouilleerbevoegdheden om zo de
openbare orde beter te kunnen handhaven. In dit wetsvoorstel wordt voornamelijk gedoeld op
de snelheid waarmee de fouilleeracties uitgevoerd kunnen worden. Toestemming hiervoor
zou bij invoer van dit voorstel ook mondeling kunnen. Hierdoor hoeft de aanwijzing van een
veiligheidsrisicogebied slechts achteraf schriftelijk vastgelegd te worden. De burgemeester
krijgt dus ruimere aanwijzingsbevoegdheden. Die verruiming is precies de ‘verbetering’ waar
het in dit voorstel om gaat. Deze verruiming houdt namelijk een uitbreiding van de
bevoegdheid tot het verlenen van het bevel tot preventief fouilleren in, omdat de
gemeenteraad niet meer bij de aanwijzing van een veiligheidsrisicogebied komt kijken. Dit
wordt een autonoom recht van de burgemeester. Ook kan het bevel tot fouillering door de
hulpofficier worden gegeven, mocht dit voorstel aangenomen worden. Allemaal verruimingen
waarmee Opstelten de handhaving van de openbare orde en veiligheid probeert te
verbeteren.
Maar kun je eigenlijk wel spreken van een verbetering? Eenieder heeft recht op zijn of haar
privacy o.g.v. art. 8 EVRM, eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer o.g.v. art. 10 GW en
recht op lichamelijke integriteit o.g.v. art. 11 GW, waarop met een fouillering inbreuk wordt
gemaakt.2 Bij een preventieve fouillering kan zelfs non-discriminatie, art. 14 EVRM jo art. 1
GW, relevant zijn. Aan de andere kant is het de taak van de overheid om de openbare
veiligheid te waarborgen.3 Deze dient om dit doel te bereiken wellicht bovenstaande rechten
te beperken. Worden deze inbreuken op grondrechten gerechtvaardigd door een dringende
noodzaak binnen een democratische rechtsstaat, of gaan deze beperkingen te ver?
Ik ben van mening dat deze inbreuken te ver gaan en niet voldoende gelegitimeerd worden.
Dit wetsvoorstel is in mijn ogen van slechte kwaliteit en het betreft hier dus geen ‘verbetering’
van de gemeentewet uit 2002.
Uiteenzetting
Het wetsvoorstel is op 14 december 2011 door toenmalig Minister van JenV Opstelten
ingediend met als doel ‘het vergroten van de veiligheid in de openbare ruimte en in
politiecellen en ter bestrijding van het geweld tegen de politie’.4 Volgens Opstelten worden de
verruimde bevoegdheden in het voorstel door betrokken veiligheidspartners –
vertegenwoordigers van o.a. de driehoeken van Amsterdam en Rotterdam - tevens als
wenselijk en noodzakelijk ervaren.5
1 Kamerstukken II 2011/12, 33112, nr.3, p. 1.
2 Kamerstukken II 2011/12, 33112, nr.3, p. 25.
3 Artikel 172 Gemeentewet.
4 Kamerstukken II 2011/12, 33112, nr.3, p. 1.
5 Kamerstukken II 2011/12, 33112, nr.3, p. 3.
1
, Opstelten heeft zijn voorstel destijds aan veel partijen ter advies voorgelegd. Veel van deze
partijen zien de noodzaak van het wetsvoorstel echter niet in. Zo zegt de VNG dat
burgemeesters de voorgestelde bevoegdheden al uit kunnen oefenen door een algemene
noodbevoegdheid in de Gemeentewet.6 De NGB sluit zich hierbij aan. De NJCM en ICJ
voegen zich in bovenstaande argument en stellen zich daarbij tevens op het argument dat de
huidige bevoegdheden voldoende zijn, mede door de grove aantasting van grondrechten in
het voorstel.7 Hierbij haalt zij het arrest Colon/Nederland van het EHRM aan.8 De noodzaak
wordt dus in twijfel getrokken, maar ook de grondrechten komen aan het licht. De Raad van
State stelt dat het voorstel op gespannen voet staat met art. 8 EVRM en trekt hierbij, wederom,
ook de noodzaak en proportionaliteit van het voorstel in twijfel.9 De nationale ombudsman
heeft ook zjin vragen over hoe een te makkelijke inbreuk op de rechten van burgers
gewaarborgd gaat worden.10 Verder is de NVvR sceptisch over de noodzaak van inperking
van grondrechten voor het voorstel en verwijst hiervoor wederom naar de eerdergenoemde
jurisprudentie van het EHRM. De grondrechten worden namelijk ingeperkt enkel om het
‘gevoel van veiligheid’ te vergroten.11 De Kbb/RKC daarentegen ziet wél de noodzaak in van
het voorstel. Zij baseerde eerdere fouilleeracties op de APV, maar deze gaf geen ruimte voor
niet-structurele incidenten. De politie spreekt dus van een hiaat in de wet en denkt dat het
doorvoeren van het voorstel de openbare orde en veiligheid ten goede zal doen.12 Het College
van P-G’s sluit zich aan bij het standpunt van de politie dat het voorstel tegemoetkomt aan de
huidige beperkingen die in de praktijk ondervonden worden.13 Naast een probleem met de
noodzakelijkheid en de inbreuk op grondrechten kaartten enkele partijen een probleem in de
bevelvoering aan. Deze zou door het voorstel ook door de hulpofficier gegeven kunnen
worden. De VNG merkt op dat de hulpofficier eigenlijk een politiefunctionaris is en dus eigenlijk
onder leiding van de burgemeester staat.14 De NVvR voegt daar nog aan toe dat de
hulpofficier niet in hiërarchische verhouding staat tot de burgemeester, wat wel zou moeten
aangezien er een grove aantasting van grondrechten in het spel is.15 De proportionaliteitstoets
zou hierdoor enkel door de officier gedaan moeten kunnen worden. De nationale ombudsman
stelt zich op een soortgelijk argument, namelijk dat de noodzaak van de fouillering hiermee in
het gedrang komt.16 Dit zijn slechts standpunten van enkele van de gehoorde partijen. Er is
onderling dus veel verschil in wat als noodzakelijk en wat als inbreuk wordt ervaren, maar
welk standpunt is de juiste?
Voor de beoordeling van wetgeving kennen wij vijf toetsingskaders, te noemen de
grondrechten, de Trias Politica, de eisen aan wetgeving van Fuller, de aanwijzingen voor
regelgeving en het instrumentalisme. Relevant binnen dit voorstel zijn voornamelijk de
aanwijzingen voor regelgeving, de Trias en de grondrechten.
Binnen het kader van de grondrechten dient gekeken te worden of er spanningen bestaan
tussen het wetsvoorstel en grondrechten en of een desbetreffende beperking van het
grondrecht in dit geval dringend en rechtvaardig is.
Binnen de Trias Politica dient gekeken te worden of de balans tussen wetgevend, uitvoerend
en rechtsprekend niet in het gedrang komt door het voorstel.17
6 Kamerstukken II 2011/12, 33112, nr.3, p. 25.
7 Kamerstukken II 2011/12, 33112, nr.3, p. 36.
8 EHRM 15 mei 2012, ECLI:NL:XX:2012:BX1450 (Colon/Nederland).
9 Kamerstukken II 2011/12, 33112, nr. 4, p. 1.
10 Kamerstukken II 2011/12, 33112, nr. 3, p. 38.
11Kamerstukken II 2011/12, 33112, nr. 3, bijlage 144221.
12Kamerstukken II 2011/12, 33112, nr. 3, bijlage 144222.
13 Kamerstukken II 2011/12, 33112, nr. 4, p. 36.
14 Kamerstukken II 2011/12, 33112, nr. 4, p. 39. (
15 Kamerstukken II 2011/12, 33112, nr. 3, bijlage 144221.
16 Kamerstukken II 2011/12, 33112, nr. 4, p. 38.
17 L.D.E.M. van Wijk & M.G. IJzermans, Perspectieven op recht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2020, p. 103.
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur quinnijdam. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.