Praktijkonderzoek
1 Hoorcollege 1
1. Welkom en voorstelling van het docententeam
2. Onderzoek: ver van je bed? Voorbeeld van een SRW BAP onderzoek
3. De leerlijn onderzoek in SRW
4. Het OPO Praktijk onderzoek 1: verkenning
5. Onderzoek in het dagelijks leven, in de praktijk en in de wetenschap
6. Het belang van een onderzoekende beroepshouding
7. Hoofddoelen van onderzoek
8. Onderzoeksbenaderingen
9. Een definitie van praktijkonderzoek
1.1 Docenten
1.2 Onderzoek: ver van je bed? Voorbeeld SRW BAP onderzoek
• Vb. uit de beroepspraktijk. BAP van student
o Parmentier, Fien, oud student SRW
o Stage in leefgroep van MPC Terbank
o 9 jongens (8 tot 14 jaar) met een licht verstandelijke beperking en emotionele- en
gedragsproblemen
o Moeilijk kunnen omgaan met emoties en agressie. Snel ontploffen.
o Op dit moment laten de opvoeders hun buikgevoel spreken en maken ze niet bewust gebruik van
een specifieke aanpak.
o Doel: zoeken naar een aanpak op maat van het kind om preventief te werken en zo crisissituaties
te vermijden.
o Titel BAP: Hoe blijf ik binnen mijn raampje? Hoe kunnen opvoeders bewegen inzetten om
kinderen te helpen binnen hun window of tolerance te blijven?
o “In deze bachelorproef ben ik op zoek gegaan naar een antwoord op volgende vraag: Op welke
manier kan bewegen preventief ervoor zorgen dat kinderen met een licht verstandelijke
beperking en/of emotionele- en gedragsproblemen binnen hun Window of Tolerance blijven?
o Een antwoord vond ik in mijn literatuurstudie waar ik het drieledige brein en Window of
Tolerance beschrijf.
o Met de conclusie dat werken rond zelfregulerend gedrag en met de techniek ‘aarding’ ervoor
zorgt dat kinderen binnen hun Window of Tolerance kunnen blijven, is het resultaat van deze
bachelorproef een ontwerp bestaande uit verschillende bewegingsoefeningen met de focus op
bewustzijn van het eigen lichaam.
o De oefeningen zijn gebaseerd op de bewegingspedagogiek van Sherborne en de psychofysieke
training Rots en Water.
o Feedback over mijn ontwerp haalde ik uit een casestudy, interview met een ervaringsdeskundige
en het team waar ik stage liep.
o Met dit ontwerp help ik niet enkel de opvoeders om de jongens in de leefgroep terug rustig te
krijgen maar ook de jongens zelf om leren rustig te worden zodat ze zichzelf en anderen leren
vertrouwen”.
,1.3 De leerlijn onderzoek binnen SRW
• Praktijkgericht Onderzoek 1: Verkenning (PO1)
o Eerste opleidingsfase. Semester 2. 6 st.pt.
o Met inbegrip van informatievaardigheden, kritisch denken, basiskennis onderzoek en
statistiek, wetenschappelijke teksten begrijpen
o Hoorcolleges, maar ook oefenen in kleine groepen
• Praktijkgericht Onderzoek 2: Toepassing (PO2)
o Tweede opleidingsfase. Semester 1. 3 st.pt.
o In kleine groep begeleid praktijkonderzoek doen. Toepassen wat je leerde in PO1
• Praktijkgericht Onderzoek 3: Integratie OPO Focus Onderzoek (PO3)
o Derde opleidingsfase. Semester 1+2. 3 + 6 st.pt.
o Onderzoekend vermogen én creativiteit
o Individueel eindwerk op basis van een praktijkonderzoek (kennis- of ontwerpgericht)
(het huidige BAP)
1.4 Het OPO praktijk onderzoek1: verkenning
• Doelstellingen
▪ Bron: ECTS fiche, BA SRW – B-UCLL-MBR59A, te raadplegen op Toledo
o Het verantwoorden van interventies in het Sociaal Agogisch Werk en meer bepaald
in het domein van welzijn van kinderen en jongeren, vereist
▪ een wetenschappelijke houding
▪ en inzicht in de werking en de effecten van interventies van professionals
• Inhoud
o Onderzoekvaardigheden
▪ Wat is praktijkonderzoek en welke zijn de kwaliteitscriteria voor wetenschappelijk
onderzoek?
▪ Inzicht in wetenschapsparadigma's, onderzoekmodellen en onderzoeksmethoden
▪ De onderzoekcyclus (oriënteren, richten, plannen, verzamelen, analyseren /
concluderen, rapporteren / presenteren) en de innovatiecyclus (ontwerpen). De taal
van de onderzoekers: wetenschappelijk taalgebruik en modellen.
▪ Oriënteren en richten: probleemstellingen onderscheiden (beschrijven, verklaren,
ontwerpen) en formuleren
▪ Plannen en verzamelen: een overzicht van kwantitatieve en kwalitatieve data- en
onderzoeksstrategieën (experiment, survey, documentenanalyse, casestudies,
diepte-interviews, interactieve modelbouw, (participerende) observatie, handelings-
of actieonderzoek, biografisch onderzoek, historisch onderzoek, etnografisch
onderzoek).
▪ Analyseren en concluderen
- Kwalitatieve data-analyse: deductief, inductief en abductief werken, werken
met narratieven of verhalen, werken met trefwoorden, codeerboom
(inductief/deductief)
- Kwantitatieve data-analyse (beschrijvende statistiek): één variabele analyse
met tabellen en grafieken, centrummaten en spreidingsmaten, twee of
meer variabelen analyse, kruistabellen, correlatiematen, causale analyse,
regressie
▪ Evidence Based Practice: belang van onderzoek over welzijn van kinderen en
jongeren.
▪ Ethische aspecten van onderzoek: GDPR, privacy, informed consent
, o Informatievaardigheden
▪ Een gedegen literatuurstudie kunnen plannen: soorten databanken, soorten
literatuur, criteria literatuurstudie, zoekmethoden.
▪ Kennis van onderzoekplatformen en deze leren raadplegen, zoals het Kennisplein,
Databank Nederlands Jeugdinstitiuut, Campbell Collaboration, e.a.
▪ Parafraseren, citeren en plagiaat
▪ APA richtlijnen kennen en kunnen toepassen
o Kritisch denken
▪ Studenten maken kennis met een model van kritisch denken en leren er mee werken
• ECTS-gegevens
o 6 studiepunten
o 150 à 180 uren studietijd
o 54 contacturen, waarvan
▪ 16 x 2u in hoorcolleges
▪ 11 x 2u in seminaries in pc-klas, waarvan 1 monitoraat
o Begincompetenties
▪ Basis secundair onderwijs
▪ Statistische voorkennis is niet noodzakelijk
• Werkvormen
o 16 hoorcolleges
o 11 seminaries, met individuele en groepsopdrachten, waarvan 1 monitoraat
▪ Aanwezigheid: sterk aangeraden. On campus en online
▪ Laptop meenemen
o Interviewopdracht. In het kader van evaluatie van BP3 stages
▪ Staat op 2 punten
▪ Krijgen we 2 weken voor paasvakantie
▪ Stagementor/of gewoon van 3de jaar interviewen adhv een gestructureerde
vragenlijst en face to face interview (online of in real life)
o Toledo ruimte
▪ Outprints van de lessen in hoorcolleges en seminaries
▪ Oefenmateriaal, extra voorbeelden
▪ Andere teksten : artikelen die de leerstof onderbouwen en verdiepen
• Evaluatie
o Schriftelijk examen tijdens de examenperiode (op 18pt.)
o Praktijkopdracht interview (op 2pt.)
o Meerkeuze- en openvragen
o Leermateriaal: formularium en rekenmachine
1.5 Onderzoek in het dagelijks leven, in de praktijk en in de wetenschap
• Wetenschappelijk onderzoek en “onderzoek” in het dagelijks leven of de beroepspraktijk
o Meer overeenkomst dan verschil
o Beiden: op zoek naar hoe de werkelijkheid in elkaar zit of naar de waarheid
o Vb. een zoekgeraakte sleutel opsporen
• Wat is het verschil tussen wetenschappelijk onderzoek en onderzoek in het dagelijks leven?
o De resultaten van het wetenschappelijk onderzoek moeten onafhankelijk zijn van de
onderzoeker
o Intersubjectieve kennis
▪ = kennis die tussen de betrokken subjecten, dus van onderzoeker tot onderzoeker, gelijk
blijft
, • Drie noodzakelijke voorwaarden voor een wetenschappelijke houding
o Weerlegbaarheid (= centrale eis)
▪ Uitspraak is informatief en niet normatief
▪ ≠weerlegd
o Precisie
▪ In het aangeven van het domein (tijd en ruimte)
▪ In de beweringen die we over de verschijnselen doen (bv. %, eerder dan “gering” of
“laag”)
o Verantwoording
▪ Verantwoordingsplicht (t.a.v. collega’s) en openbaarheid
• Wat is het verschil tussen wetenschappelijke kennis en iets wat er op lijkt?
o WEERLEGBAARHEID (cfr. Filosoof Karl Popper, Wenen, begin 20° eeuw)
o Popper geeft vb. over Adler, minderwaardigheidscomplex als oorzaak van handelen. Vb.
Kind valt in water
• Sommige hypothesen lijken misschien op wetenschap, maar hebben eigenlijk niets met kennis
te maken.
o Reden: ze zijn niet weerlegbaar. Ze zijn altijd waar, wat er ook gebeurt.
▪ Vb. “Het regent of het regent niet”
o Een hypothese moet weerlegbaar zijn
▪ Er moet een denkbare gebeurtenis bestaan die deze hypothese tegenspreekt.
▪ Vb. “Het regent”
o Zie ook: MERSCH, R. (2012). Oogklepdenken. Waarom we allemaal idioten zijn.
Antwerpen: De Bezige Bij. pp. 287.
1.6 Het belang van een onderzoekende beroepshouding
• De beroepspraktijk vraagt meer dan ooit om professionals met een onderzoekende
beroepshouding
o (zie ook van der Donk en van Lanen, p. 21 e.v.)
• Onderzoekend vermogen
o Als conceptueel kader m.b.t. een leerlijn ‘onderzoek’ in de PBA en de MA
▪ Bron: OOF project 2014/19: De ontwikkeling van een instellingsoverschrijdende
leerlijn “onderzoek” in de sociaal werk opleidingen van de Associatie KULeuven
o Doelstellingen
1. Studenten ontwikkelen een onderzoekmatige grondhouding
2. Studenten verwerven kennis van de resultaten van onderzoek
3. Studenten kunnen een volledig onderzoek opzetten
4. Studenten baseren hun professioneel handelen op resultaten van onderzoek (en andere
actuele kennis)
• Onderzoekend vermogen als centrale competentie gaat over
1. KENNIS = inzicht in:
▪ de cyclus voor praktijkonderzoek (en de deelactiviteiten), verschillende
onderzoeksmethoden, concepten en begrippen i.v.m. statistiek, kwantitatief en
kwalitatief onderzoek, hoe wetenschappelijke bronnen raadplegen en de regels om
daarover te rapporten, … (cfr. PO1)
▪ maar ook over psychologische inzichten (bv. ontwikkeling, denkfouten,
interpretatiefouten door de werking van onze hersenen,…) (cf. Psychologie)