Dit document is een uitgebreide samenvatting van alle kaders, het boek jeugdrecht begrepen, de verdiepende literatuur en de artikelen wat je moet leren voor je tentamen Juridische en Ethische Aspecten van Opvoeding en Onderwijs (Universiteit Leiden, jaar 2). Het taalgebruik is voornamelijk Nederlan...
Straatman (2016): Een jaar herziening kinderbeschermingsmaatregelen: Het kind meer centraal
maar de werking is nog niet optimaal 36
Samenvatting onderzoeksrapport ‘Eenvoudige adoptie van pleegkinderen 37
De Bruijn (2017) Reaching Agreement After Divorce And Separation 38
Website rijksoverheid: rechtsingang voor minderjarigen 41
Bruning et al (2020). Het hoor-recht en de procespositie van minderjarigen in familie- en
jeugdzaken geëvalueerd 41
Rap (2016). ‘A Test that is about Your Life’*: The Involvement of Refugee Children in Asylum
Application Proceedings in the Netherlands. Refugee Survey Quarterly 44
Koens H4: Contact en omgang met het kind 46
Gastcollege over beroepsethiek 48
, 2
Colleges
Thema 1: Afstamming en gezag
Afstamming:
Bij afstamming gaat het over de vraag wie juridisch gezien de ouders zijn van het kind. Oftewel, wie zijn er
wettelijk gezien de ouders van het kind. In de meeste gevallen zullen dit de biologische ouders zijn, maar dat is
niet altijd het geval, denk bijvoorbeeld aan adoptie. Juridisch ouderschap kan dus op meerdere manieren
ontstaan, bijvoorbeeld door geboorte, erkenning, adoptie. Bij dit thema is belangrijk om te leren hoe
afstamming ontstaat, dus hoe wordt iemand de juridische ouder van het kind? En hoe zit dat bij allerlei
verschillende situaties? Ook zijn er bepaalde gevolgen van afstamming zoals je naam, nationaliteit en erfrecht,
maar ook de rechten en plichten die bij juridisch ouderschap komen kijken.
Gezag:
Eén van de dingen die niet automatisch een gevolg zijn van afstamming, ofwel juridisch ouderschap, is
zeggenschap. Bijvoorbeeld: een kind krijgt een vaccinatie maar de vader met juridisch ouderschap zegt daar
niet mee akkoord te gaan. Deze vader heeft alleen zeggenschap hierover als hij ook gezag uitoefent.
Minderjarigen staan onder het wettelijke vereiste gezag wat inhoudt dat alle minderjarigen onder gezag
moeten staan. Dit houdt dus ook in dat een minderjarige geen gezag uit kan oefenen omdat het zelf nog onder
gezag staat. Een voorbeeld hiervan is een 14 jarige tienermoeder die een kind krijgt. Deze moeder heeft dus
nog geen gezag omdat ze nog minderjarig is. Gezag wordt beschreven als het recht en de plicht van ouders om
kinderen te verzorgen en op te voeden. Hier gaat het niet alleen om zorg voor het geestelijk/ lichamelijk welzijn
en de veiligheid van het kind, maar ook om het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. Wat
betreft opvoeding en verzorging hebben ouders een grote mate van vrijheid, denk aan de keuze voor een
school, hobby van het kind, het wel of niet naar de BSO gaan, gezondheid gerelateerde keuzes maken etc.
Echter, er zijn ook enkele beperkingen en grenzen aan die vrijheden zoals de leerplicht, maar ook de vereiste
dat het gezag juist wordt gebruikt. De overheid kan gezag beperken of beëindigen om kinderen te beschermen
bij misbruik van gezag. Bij misbruik van gezag vallen geestelijk/lichamelijk
geweld in opvoeding of enige andere vernederende behandeling.
Gezag door niet-ouder:
In sommige gevallen is het zo dat een niet ouder het gezag uitvoert. In dit
geval heet het geen gezag meer, maar voogdij. De voogdij kan gegeven
worden aan een persoon of een organisatie. Eén zo’n organisatie dat gezag
uitvoert, is NIDOS. Dit doen ze vooral voor alleenstaande minderjarige
vluchtelingen.
Thema 2: Kinderbeschermingsmaatregelen
Inleiding:
De overheid kan ingrijpen als het gezag niet op een juiste en verantwoorde manier wordt uitgeoefend. Dit kan
de overheid doen door middel van het inzetten van kinderbeschermingsmaatregelen. Deze maatregelen
worden opgelegd door de kinderrechter.
Welke maatregelen zijn er?:
Een voogdijmaatregel wordt toegepast als er sprake is van een kind dat niet onder gezag staat, bijvoorbeeld bij
het overlijden van beide ouders. De kinderbeschermingsmaatregelen,
daarentegen, worden toegepast als het kind wel onder gezag staat,
maar in deze situatie gaat het mis. Kinderbeschermingsmaatregelen
die genomen kunnen worden, zijn:
Ondertoezichtstelling (OTS)
Uithuisplaatsing (UHP) = het kind wordt uit huis geplaatst en
mag niet meer thuis wonen. Vaak komt het kind dan terecht
in een pleeggezin. In de meeste gevallen oefenen de ouders hier nog wel het gezag uit, omdat het bij
, 3
kinderen in een pleeggezin meestal gaat om een OTS mét een uithuisplaatsing. Het kan wel eens
voorkomen dat dit problemen oplevert.
Overheveling deel gezag aan gecertificeerde instelling
Gezag beëindigende maatregel
Let op, bij deze reguliere maatregelen zijn er ook nog spoedmaatregelen zoals voorlopige voogdij of voorlopige
OTS. Deze maatregelen worden verder niet in dit college besproken.
Ondertoezichtstelling (OTS):
Bij een OTS blijft het kind thuis wonen en heeft de ouder nog steeds
het gezag over het kind, maar er is een dreiging. Om de dreiging
weg te nemen komt er een gezinsvoogd die gaat kijken welke hulp
het gezin nodig heeft en die gaat ervoor zorgen dat het gezin de
beschikbare hulp krijgt. Ouders houden het gezag, maar op dit
gebied moeten ze zich houden aan wat de gezinsvoogd zegt.
Daarom wordt er wel eens gezegd dat er toch een beperking is in
het gezag, omdat je je dus moet houden aan het plan van de
gezinsvoogd. De OTS wordt voor een bepaalde duur opgelegd.
Loopt deze duur af dan wordt gekeken of er verlenging of
beëindiging nodig is, maar ook is er nog een derde uitkomst dat het
helemaal niet beter gaat en dat het niet meer veilig is thuis. Op dit moment wordt er voor uithuisplaatsing
gekozen.
Uithuisplaatsing (UHP):
Bij een uithuisplaatsing wordt het kind uit huis geplaatst en mag niet meer thuis wonen. Vaak komt het kind
dan terecht in een pleeggezin. In de meeste gevallen oefenen de ouders hier nog wel het gezag uit, omdat het
bij kinderen in een pleeggezin meestal gaat om een OTS mét een uithuisplaatsing. Het kan wel eens voorkomen
dat dit problemen oplevert. Bijvoorbeeld: een kind woont met zijn pleeggezin 100 KM van zijn ouders en moet
zich dus inschrijven bij een nieuwe school in de buurt. De ouders moeten hier toestemming voor geven, want
ze hebben nog steeds het gezag, echter ze geven deze toestemming niet. Als deze onenigheid echt ernstige
problemen oplevert, zoals dat in deze situatie dat wel het geval zou zijn, dan kan er besloten worden om een
klein deel van het gezag van de ouders over te hevelen naar de instelling die de kinderbeschermingsmaatregel
uitvoert ook wel de ‘Gecertificeerde Instelling’ (GI) genoemd.
Gezag beëindigende maatregel:
De gezag beëindigende maatregel is de meest heftige en ingrijpende maatregel waarbij ouders het gezag
kwijtraken over hun kind. Deze maatregel staat lijnrecht tegenover de OTS. De OTS heeft namelijk als doel dat
het kind uiteindelijk weer gewoon thuis kan wonen zonder de gedwongen hulp. Dit is ook het geval bij een OTS
mét een uithuisplaatsing. Bij de gezag beëindigende maatregel is dit niet het geval en is er de
tegenovergestelde verwachting dat de ouder niet meer in staat is om nog te gaan zorgen voor het kind. Het is
ook belangrijk om dit verschil duidelijk te maken bij het kind.
Thema 3: Pleegzorg en adoptie
Uithuisplaatsing:
Waar komen kinderen terecht als ze uithuisgeplaatst worden, hier zijn
verschillende opties voor:
Pleegzorg = de meest lichte vorm van uithuisplaatsing
Gezinshuis
Residentiële zorg = de meest zware vorm van uithuisplaatsing
Kinderen die in pleegzorg niet goed kunnen aarden of waarvan de
problematiek zo erg is dat ze moeilijk in een pleeggezin kunnen verblijven, die worden geplaatst in een
gezinshuis of residentiële zorg.
, 4
Pleegzorg cijfers:
Het aantal pleegzorg gevallen is gaan toenemen vanaf 2004, maar in de laatste jaren lijkt dit nummer te
stabiliseren. Redenen voor deze stijging zijn:
In 2004 was er een heftige zaak (meisje Savanna) waarbij Savanna mishandeld werd en uiteindelijk
overleden/vermoord is door haar moeder en stiefvader. Dit terwijl ze onder toezicht stond van een
gezinsvoogd. Hierdoor kwam er veel kritiek op de jeugdzorg, het jeugdzorg-stelsel en de
jeugdzorgmedewerkers. Na dit incident waren veel gezinsvoogden bang dat een vergelijkbare situatie
zou plaatsvinden in hun begeleidingsgezin, hierdoor is er een tendens gekomen om kinderen eerder
en sneller uit huis te plaatsen. Dit wordt ook wel het Savanna-effect genoemd.
Een andere reden is dat Jeugdzorg Nederland meer reclame is gaan maken en informatie is gaan geven
over pleegzorg en over hoe je pleegouder kunt worden. Hiermee zijn ze ook veel pleegouders gaan
werven. Dit zorgde dus voor meer aanbod.
In 2015 is de Jeugdwet veranderd en is er een decentralisatie geweest waarbij de jeugdzorg naar de
gemeente is gegaan. In deze Jeugdwet wordt beschreven dat het nog belangrijker is dat als kinderen
uit huis geplaatst worden dat ze in een gezinsomgeving worden geplaatst. De nadruk is dus
weggehaald van residentiële zorg en die is meer terecht gekomen bij de pleegzorg en deels bij
gezinshuizen.
Kader en vormen:
Bij pleegzorg kunnen we het hebben over verschillende kaders en verschillende vormen.
59% van de kinderen die in pleegzorg zit, hebben een jeugdbeschermingsmaatregel.
12% heeft pleegouder voogdij. Ook valt 29% van de kinderen in pleegzorg onder de
categorie ‘vrijwillige hulpverlening’. Verder zijn er twee typen pleeggezinnen:
1. Netwerkgezin (48%) = bijvoorbeeld andere familieleden, er is dus sprake van
nabijheid.
2. Bestandsgezin (52%) = gezinnen die zich officieel aanmelden en uitgekozen
worden.
Verder is de eindleeftijd van pleegzorg verplaatst van 18 jaar naar 21 jaar.
Wie kan er pleegouder worden?:
Als je pleegouder wil worden moet je ouder zijn dan 21 jaar. Ook moet je een selectietraject doorlopen en de
Raad voor de Kinderbescherming moet aangeven dat er geen bezwaar is.
Rechten pleegouder:
Als je een pleegkind verzorgt dan krijg je daar een vergoeding voor. Verder heeft een pleegouder ook recht op
informatie over de achtergrond van het kind, denk aan ‘waar komt het kind vandaan?’, ‘wat heeft het kind
meegemaakt?’, ‘hoe is over het algemeen het gedrag van het kind?’. Verder krijg je als een pleegouder wordt
een pleegcontract bij een instelling die pleegzorg verzorgd. Samen met de pleegzorgwerker gaat de
pleegzorgouder een plan van aanpak maken voor het kind.
Adoptie:
Als een kind geadopteerd wordt, dan worden de adoptieouders de juridische ouders van het kind. Hiernaast
zijn er ook een aantal dingen die veranderen juridisch gezien. Zo krijgt het kind de achternaam van de
adoptieouder(s), heeft het kind erfrecht van de adoptieouder(s) en de adoptieouder(s) hebben gezag over het
kind. Op papier lijkt er hierbij dus weinig verschil te zijn als je zou kijken in vergelijking met ouders en hun
biologische kind. Juridisch gezien en op papier snijdt je met adoptie ook de banden door met je biologische
familie, dus je broers, zussen, opa en oma.
Adoptie vanuit pleegzorg:
Bij kinderen die in pleegzorg geplaatst worden, is in eerste instantie de tendens om deze kinderen als het
mogelijk is weer terug te plaatsen in hun biologische gezin. Echter, dit is niet altijd mogelijk. Als een kind voor
een lange tijd in de pleegzorg zit, dan komt adoptie ter sprake omdat dit stabiliteit kan bieden voor het kind. In
Nederland wordt nu gekeken hoe dit uitgevoerd kan worden. Op dit moment is het zo dat als je een pleegkind
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jasmijnvdhoff. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.