Resume
Samenvatting bedrijfsfiscaliteit
- Établissement
- Universiteit Antwerpen (UA)
Deze samenvatting heeft ervoor gezorgd dat ik geslaagd was van de eerste keer
[Montrer plus]
Aperçu du contenu
Bedrijfsfiscaliteit (belastingen)Slides (2016-2017) + lesnotities (er zijn opnames van elke les)
Handboek (niet verplicht, universitas -> bestellen bij prof)
Wetboek (weduc)
Examen: meerkeuzevragen, stellingen te beoordelen, gesloten boek examen (open vragen)
29/09/2017
Deel I. Algemene inleiding
In de bedrijfsfiscaliteit gelden een aantal beginselen (rechtsbeginsel…). Deze tak hangt enorm samen met
de tak van het recht. Er zijn heel wat regels te volgen.
1. Fiscale functie in de maatschappij: de 3 functies van belastingen:
Financiële functie: overheidsdiensten hebben inkomsten nodig voor infrastructuur, veiligheid, justitie ->
deze komen voort uit de belastingen die iedereen moet betalen. Deze totale som blijft stijgen doorheen
de jaren -> dit komt omdat de overheid steeds meer taken op zich neemt, maar heeft hier dan ook meer
en meer middelen voor nodig. De belastingdruk ligt in België tov de rest van de wereld redelijk hoog ligt.
- OESO-landen, gemiddelde: 34%
- België, gemiddelde: 44%
- Nederland, gemiddelde: 37%
- Ierland, gemiddelde: 23% (wilt vooral buitenlandse investeerders aantrekken)
-> multinationals houden hier rekening mee (in België speelt dit een concurrentieel nadeel)
De overheid trekt inkomsten uit de bedrijfsvoorheffing, roerende voorheffing, onroerende voorheffing,
vennootschapsbelasting en de belasting niet-inwoners
-> vennootschapsbelasting is redelijk laag tov de anderen
Taks wedge: verschil tussen de fiscale kosten en de parafiscale kosten (hetgeen de werkgever geeft en
neemt). Van de kost van de werkgever gaat er eerst 43% naar de staat, de rest is voor de werknemer
-> in België toch een groot verschil met het OESO-gemiddelde, Nederland ligt erop ongeveer en Ierland er
heel wat onder. België is al vaak door internationale instellingen gewezen op deze hoge loonkost en werd
gevraagd hier iets aan te veranderen
Taks-shift: een oplossing om de inkomsten uit deze te hoge loonbelastingen te verschuiven naar andere
inkomstmogelijkheden -> wat gaan we belasten? = politiek een moeilijk spel want er zal altijd iemand
onder lijden -> internationale instelling hebben al oplossingen gegeven om de loonkosten naar beneden
te halen. Ze raadden aan om de drie volgende sectoren meer te belasten.
- vermogens
- vervuilende activiteiten
- consumptie
Sinds 2015 is er een kleine taks-shift doorgevoerd (zie slides 2017-18): hogere belasting op vermogen,
hogere belastingvrije som
Economische functie: hier speelt het bedrijfsleven een belangrijke rol -> belangrijke
vennootschapsbelasting. De overheid probeert met fiscale voordelen/nadelen aan bepaalde
ondernemingen bepaalde activiteiten te stimuleren/af te remmen
= belastingen als instrument
vb: in investeringen, tewerkstellingen en innovatie (hierop veel fiscale voordelen om te stimuleren)
1
,-> inkomsten uit patenten voor 85% aftrekbaar, aftrek voor risicokapitaal (onderneming financiert zich
met eigen vermogen)
Fiscale voordelen toekennen aan bedrijven stimuleert hen ook om te doen aan fiscale planning
-> aan Belgische bedrijven, maar ook aan multinationals, die deze voordelen zeker ook afwegen om in
België te investeren -> België moet hierbij opletten voor eerlijke fiscale concurrentie -> moeilijk om hier
een evenwicht in te vinden
Herverdelende, sociale functie:
De herverdeling van middelen van rijk naar arm -> gebeurt via de personenbelasting. Systeem voorzien
dat ertoe leidt dat rijkere mensen meer belastingen moet betalen dan armere mensen
= draagkrachtbeginsel -> via een belastingvrije som + progressieve belastingen
Gini-coëfficiënt: meet de ongelijkheid in een bepaald land. De ongelijkheid in België in vergelijking met
andere Europese landen goed ligt. Zie slide voor grafiek: bovenkant meet ongelijkheid voor herverdeling,
onderkant meet ongelijkheid na het draagkrachtbeginsel.
2. Fiscale functie in het bedrijfsleven:
Een belasting is een kost. Bedrijven willen deze kosten reduceren.
Effective tax rate (=geconsolideerde belastingen): globale belastingdruk van een bedrijf in alle landen
samengeteld. Bedrijven gaan kijken hoe deze effective tax rate te verminderen.
- vestig u in een land waar de belastingdruk laag is
- zoek uit waar er fiscale voordelen uitgegeven worden die interessant zijn voor uw bedrijf
In de maatschappij is er een evolutie gekomen waarin men zegt dat de grote bedrijven de gaten in de
regels niet meer mogen opzoeken en gebruiken -> niet enkel de kleine ondernemingen moeten de
belastingen betalen -> maatschappij aanvaardt de agressieve planningsstructuur niet meer
Vb: google heeft aan IP-shifting gedaan: zijn intellectuele eigendommen verschoven naar
belastingparadijzen
-> als dit in de media terecht en bekend wordt, dan is dit geen goede reclame voor zo’n multinational
-> Bahama’s leaks, Luxemburg leaks
-> belastingen worden vaker besproken in de raad van bestuur, omdat hier een zeer groot risico aan vast
hangt (een lek in de media)
2
,Kranten brengen deze leaks vaak uit: werd duidelijk hoe Luxemburg geheime deals met andere
multinationals sloot, bij de panama papers werd een advocatenkantoor gehackt waardoor er heel wat
informatie gelekt werd -> multinationals richtten er brievenbusondernemingen op wegens de hemelde
beplastingvoeten, hetzelfde bij de Bahama leaks.
-> de Europese landen bestrijden dit, want zo zien ze vermogen verdwijnen naar deze belastingparadijzen.
België heeft ook een illegale deal gemaakt met andere multinationals: dat deze grote bedrijven hun
hoofdkantoor vestigen in België en daarom fiscale deals gekregen hebben: een deal van de winst onbelast
-> heeft dit zelfs opgenomen in het recht in een mooie rechtsregel.
-> Europese Commissie is hierdoor opgetreden: vond dit een oneerlijkheid -> België moet al deze
vrijgegeven belastingen terugvorderen van de multinationals (dit is een ramp)
-> hieruit blijkt dat niet enkel Luxemburg een agressieve fiscale structuur heeft neergezet, ook België
heeft het moeilijk om hierin een evenwicht te vinden zodat de oneerlijkheid niet verdwijnt
-> zeer actueel punt op de politieke agenda: evenwicht vinden tussen eerlijkheid en aantrekkelijkheid
Rapporteringsverplichting: alle fiscale planningsstructuren zouden onmiddellijk gerapporteerd worden
aan de overheid -> meer transparantie (nog niet toegepast in België) -> multinationals moeten rekening
houden met deze transparantie
Belastingsstrategie situeert zicht momenten op niveau van de raar van bestuur -> dit zijn zeer belangrijke
beslissingen met grote gevolgen. Vroeger meer aandacht aan fiscale planning (in welk land gaat de
vestiging gepaard met de grootste voordelen), nu meer aan compliance (imago) -> op een correcte manier
in de pers komen
In de belastingrekeningen moeten we een onderscheid maken tussen 2 grote categorieën:
rekeningen op de balans (geen kosten voor een bedrijf): 45-rek (schulden, geen kosten = te
betalen BTW) = bedrijfsvoorheffing -> neutraal voor het bedrijf
rekeningen op de resultatenrekening (wel kosten voor een bedrijf): r67-rek
(vennootschapsbelasting, onroerende voorheffing) -> kosten, belastingen op je eigen winsten
Begrippen:
1. Een belasting: een betaling eenzijdig opgelegd door de overheid, teneinde haar middelen te verschaffen
om in haar uitgaven van alle aard te voorzien; geen onmiddellijk aanwijsbare tegenprestatie
dwingend karakter (verplicht voor iedereen)
financieel doel
Een retributie is een vergoeding die je betaald aan de overheid voor diensten die ze doen, maar je hebt de
vrije keuze of je die diensten gebruikt of niet (auto inschrijven, maar je kiest of je de auto gebruikt)
De verhaalbelasting: belasting die de overheid invoert voor bepaalde diensten die ze doen, maar je mag
niet kiezen (Antwerpen voert een rioolbelasting in, u betaalt ze verplicht, zelfs als u beslist als u uw huis
niet aansluit op het rioolnetwerken u heeft niet de keuze)
Sociale zekerheidsbijdragen: verplicht, maar ze dienen niet voor de algemene taken, maar voor de
specifieke sociale zekerheidsuitgaven
2. Een belastingheffende instantie: onafhankelijke instanties die belastingen mogen innen
-> al deze instanties hebben een autonome fiscale bevoegdheid = kunnen zelf eigen belastingen invoeren
federale staat: algemene belastingen: BTW, voorheffingen -> de Kamer van
volksvertegenwoordigers beslist hierover
gemeenschappen en gewesten: vb: leegstaanheffing (belasting op lege bedrijfsgrond) -> Vlaams
Parlement
provincies en gemeenten: provincie- en gemeenteraad
3
, In België is deze splitsing niet goed geregeld, de verschillende instanties houden geen rekening met
elkaar, het kan voorkomen dat meerdere instanties dezelfde belasting eisen voor dezelfde activiteit -> in
andere landen is dit mooi opgesplitst tussen die verschillende instanties
(vb: Turteltaks, er was al een nationale energiebelasting, dus werd de Vlaamse belasting vernietigd, want
samen werden ze te hoog voor de belastingplichtige)
3. Een ruling is een dienst die is opgericht onder de minister van financiën: moet bedrijven hepen om de
fiscale wetgeving te interpreteren
-> je kan een ruling aanvragen: bevestiging en hulp bij interpretatie om de wetgeving juist te hanteren
-> een controleur moet de beslissing van de rulingdienst respecteren
-> een zeer nuttig instrument voor rechtszekerheid en heeft een positieve invloed op investeringen in
België
-> we hebben een rulingdienst op het federale niveau en op het gemeenschapsniveau (Vlabel)
Beginselen:
De beginselen zijn ervoor om het recht toepasselijk te maken in de fiscaliteit. Staan opgenomen in de
grondwet:
1. Fiscaal Legaliteitsbeginsel: aangezien u als belastingplichtige die belasting moet betalen, daar staat
tegenover dat belasting alleen mogen worden ingevoerd door democratisch verkozen organen
= “No taxation without representation” -> dit is tot stand gekomen door meerdere revoluties in de
historie.
De Amerikaanse revolutie is tot stand gekomen door een belasting. Groot-Brittannië had beslist dat ze in
de VS een belasting gingen invoeren op suiker en thee, maar ze waren niet vertegenwoordigt in het
parlement in Groot-Brittannië -> zo is die revolutie ontstaan en uiteindelijk de Amerikaanse
onafhankelijkheid
Hetzelfde geldt voor de Belgische onafhankelijkheid. In 1830 was België een deel van Nederland, maar in
Nederland konden ze het tarief in België mee bepaalden: ze bepaalden dat de belastingdruk in het
Noorden laag was en in het Zuiden (België) hoog was -> heeft ertoe geleid dat de Belgische
onafhankelijkheid tot stand kwam, na revoluties
-> grondwet: “belastingen moeten worden ingevoerd door de wet” en niet krachtigs de wet = door het
parlement, en niet de regering of koning
Twee grote uitzonderingen: heeft te maken in de context van de EU en de internationale economie
primauteit van het Europees recht: de wetgever kan belastingregels invoeren, maar moet
rekening houden met de regels van de EU, als een wet in strijd is met de regels van de EU, krijgen
de regels van de EU voorrang
-> gelijkheidsbeginsel: fundamentele vrijheden: iedereen moet zich kunnen vestigen waar ze
willen: vrij verkeer, geen discriminatie
-> vb: interesten de Belgische spaarboekjes zijn vrij van belastingen -> dit is in strijd met de
wetgeving van de EU (zorgde voor ongelijkheid) -> nieuwe wet: interesten uit gereglementeerde
(rente + getrouwheidspremie) spaarboekjes zijn vrij van belastingen -> EU merkte op dat België
het enige land was met zo’n principes -> was weer in strijd met de wet van de EU -> moest weer
veranderd worden
primauteit van het internationaal recht: bilaterale verdragen (verdragen waarvoor de
koning/minister bevoegd voor is) ter voorkoming van internationale dubbele belasting (vooral
voor bedrijven die grensoverschrijdend werken in internationale staten: alle winsten uit deze
landen worden in België belast in uw statutaire jaarrekening), maar ook in het land van de
behaalde winsten worden ze belast -> hier moest iets veranderen -> daarom zijn er internationale
verdragen gekomen
o vb: u heeft winkels (vestigingen) in verschillende staten: België, Nederland en Canada
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vancauwenberghemilan. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
Peut-on faire confiance à Stuvia ?
4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)
72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours
Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans