Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Materiële hulpverlening €5,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Materiële hulpverlening

 20 vues  2 achats
  • Cours
  • Établissement
  • Book

In deze samenvatting is het boek Materiële hulpverlening samengevat. Het is compleet.

Aperçu 3 sur 26  pages

  • Non
  • Inconnu
  • 8 juin 2022
  • 26
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting materiële hulpverlening
Hoofdstuk 1 ontwikkelingen van geld
Materiële hulpverlening = hulp gericht op het in orde hebben van de voorzieningen die
nodig zijn om te participeren. Het treft een grote doelgroep en heeft een forse impact op het
leven.

Geld =
 Betaalmiddel (je kunt er iets mee kopen)
 Waardemiddel (je kunt sparen om later een grotere uitgave te doen)
 Rekeneenheid (je kunt bepalen hoe duur iets is en het vergelijken met andere
producten)

De geschiedenis van het geld
De ontwikkeling van het geld gaat heel snel. Vroeger konden mensen ruilen of betalen met
schelpen of zout. Nu kun je betalen met je telefoon. Het contante geld wordt ook steeds
minder populair. De digitalisering van het geld gaat ontzettend snel.

Volgorde betalen
1. Ruilhandel (eieren ruilen tegen een brood)
2. Producten die waardevast waren en niet gevoel voor inflatie waren, werden gebruikt
als betaalmiddel (bijv. schelpen/vee/zout)
 Romeinse soldaten kregen hun salaris uitbetaald in zout
 Latijnse woord voor zout is ‘sal’  woord salaris is hieruit ontstaan
3. Er werd gehandeld in schelpen, metalen en kruiden (duurzame goederen die
makkelijk te verdelen waren)
4. Goud en zilver kreeg steeds meer de functie als ruilmiddel (ook internationaal te
verhandelen)
5. Veel steden en streken hadden eigen munt
 Maar! Bij grotere bedragen zaten er risico’s aan transacties met goud (kans
overval)
6. Hierdoor kwamen de eerste banken
7. Bij de banken kon puur goud worden omgewisseld voor een waardepaper
 Werden echter niet gebruikt. Men wisselde ze vaak gelijk in voor munten
8. Napoleon Bonaparte zorgde er voor dat er nog maar één munteenheid mocht
worden gebruikt

Jaartal Gebeurtenis
1901 De gulden werd het enige wettelijke
betaalmiddel in Nederland
1967 De Nederlandse munten gingen van zilver
naar nikkel
1950 De eerste creditcard werd in Amerika
geïntroduceerd
1990 Het pinnen werd als betalingssysteem
geïntroduceerd in Nederland
2002 De gulden werd vervangen door de Euro

,Geschiedenis armoede
Prehistorie  mensen waren afhankelijk van elkaar en als er te weinig voedsel was dan werd
de hele groep getroffen. Mensen gingen zich later vestigen op vaste plekken en begonnen
met het verbouwen van gewassen (bijv. graan). Ze trokken om de 5 jaar ergens anders heen
voor nieuwe grond.

Vroege middeleeuwen  families bleven op 1 plaats wonen. Er waren verschillende rangen.
De een had meer macht en geld dan een ander. De boeren waren arm.

Middeleeuwen  God had bepaald wie rijk en machtig werd en wie te maken zou krijgen
met armoede. Men moest zijn plek in de samenleving aanvaarden. Het was een sociale plicht
om de armen in de samenleving te helpen.

Late middeleeuwen  er kwam steeds meer armoede voor. Mensen kwamen om van de
honger door een slechte oogst of door oorlog. Er was slechte hygiëne en mensen werden
ziek. Er ontstond criminaliteit.

De Verlichting  de dwangarbeid werd ingevoerd om armoede te voorkomen. De rol van
godsdienst werd minder. De zorg kwam te liggen bij de staat. Er kwamen tuchthuizen (soort
cel). Daar werden mensen geplaatst na een vonnis van de rechter.

Begin 19e eeuw  veel armoede in Nederland. Er worden landbouwkolonies opgezet voor
arme gezinnen. Deze gezinnen krijgen een eigen huisje (1 cent per week --> voor verzekering
en medische hulp). Naast het verplichte werken moeten ze ook naar de kerk (anders boete).
Er wordt streng toezicht gehouden. Ook ontstond er kinderarbeid.

De Eerste Wereldoorlog  veel mensen kregen te maken met armoede, werkloosheid en
gebrek aan voedsel. Veel steden waren verwoest. De werkloosheid daalde omdat veel
mensen waren gesneuveld en hierdoor werkplekken vrij kwamen. Oorzaken armoede
werden steeds meer bestreden. De beurskrach leidt tot een economische crisis, waardoor
ook Nederland in armoede leeft.

Na de Tweede Wereldoorlog  de armoede stond hoog op de politieke agenda. De overheid
maakte nieuwe wetten en zorgde ervoor dat de risico’s te verkleinen. De verzorgingsstaat
ontstond.

Verzorgingsstaat  het lukt de overheid om het socialezekerheidsstelsel te bekostigen.
Vanaf 1970 werden mensen werkloos. Er werd nadruk gelegd op de plicht om werk te
zoeken en te accepteren of om taken uit te voeren om hun uitkering te behouden. Er
ontstond een verschuiving naar een participatiemaatschappij (burgers moeten zelfredzaam
zijn en eerst hun eigen sociale netwerk inschakelen om problemen op te lossen).

, Jaartal Gebeurtenis
1854 De Armenwet werd ingevoerd

(overheid hield zich bezig met de
armenzorg als vanuit de kerk en particuliere
zorg meer hulp nodig was met als doel de
openbare orde te kunnen blijven
handhaven)
1870 De Nieuwe Armenwet werd ingevoerd

(gemeente waar men woonde was
verantwoordelijk voor de kosten van de
armenzorg en de hulp die aan de gezinnen
werd geboden)
1874 Het Kinderwetje van Van Houten werd
geïntroduceerd

(kinderarbeid onder de 12 jaar stoppen)
1901 De leerplicht
1929 Beurskrach in New York
19050 en 1960 Het sociale zekerheidsstelsel
- Sociale voorzieningen
- Sociale verzekeringen
1957 De Algemene Ouderdomswet (AOW)
1965 Armenwetten --> Algemene Bijstandswet
(Abw)

Vormen van geld
Giraal geld Chartaal geld Digitaal geld
Geld op je bankrekening Contant geld Geld via internet
Heel efficiënt Pain of paying (= het Soms extra services
uitgeven van het geld is
zichtbaar, je bent je bewust)
Anoniem Potentieel kwetsbaar
Geeft duidelijk
beeld/overzichtelijk

Cryptovaluta = digitaal geld dat buiten de reguliere geldsystemen wordt gebruikt (niet
tastbaar, maar bevat unieke reeks cijfers en getallen)
 Bijv. Bitcoins

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur amberhbootje. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter