Samenvatting Geschiedenis Werkplaats hoofdstuk 9 en 10
16 vues 0 fois vendu
Cours
Geschiedenis
Type
HAVO
Book
Geschiedeniswerkplaats / tweede fase havo historisch overzicht / deel Handboek
Samenvatting van Geschiedenis Werkplaats hoofdstuk 9 en 10.
Het zijn 50 bladzijdes met alles samengevat wat in het boek Geschiedenis Werkplaats staat.
Mij heeft dit in ieder geval enorm geholpen. Ook de kenmerkende aspecten staan vermeld + alle jaartallen.
Geschiedenis Samenvatting Hs.5 Tijd van Ontdekkers en Hervormers VWO5+6
Geschiedenis Samenvatting Hs.4 Tijd van Steden en Staten VWO5+6
Geschiedenis Samenvatting Hs.3 Tijd van monniken en ridders VWO5+6
Tout pour ce livre (238)
École, étude et sujet
Lycée
HAVO
Geschiedenis
4
Tous les documents sur ce sujet (2885)
Vendeur
S'abonner
Sophiaolieman
Aperçu du contenu
Hoofdstuk 9
De tijd van de Wereldoorlogen —> 1900-1950
1800-1900: Tijd van burgers en stoommachines
1914-1918: Eerste Wereldoorlog
1917: Russische revolutie
1919: Vrede van Versailles / begin van algemeen kiesrecht in Nederland
1922: Mussolini wordt premier
1924: Dood van Lenin
1925-1926: Premier Colijn
1927: Oprichting Nationale Partij Indonesië
1927-1953: Stalin leider van de Sovjet-Unie
1929: Begin van de economische wereldcrisis
1931: Gandhi voor overleg in London
1933: Roosevelt wordt president / Hitler wordt kanselier
1933-1939: Premier Colijn
1938: Conferentie van München
1939-1945: Tweede Wereldoorlog
1940: Duitsland bezet Nederland
1945: Oprichting van de Verenigde Naties
1950: Tijd van de televisie en computer
,8.1 combinatie 9.1
1870-1914:
Nationalisme:
Bindend: —> Duitsland onderleiding van Otto van Bismarck
Alliantie politiek—> Met goede landen contact in Europa, geen con ict met andere
landen.
Alliantie politiek: Met de buren goed contact hebben
Het lukt niet met Frankrijk —> Frankrijk wilt wraak door de verloren oorlog, waardoor ze
een stuk land kwijtraakte. Het lukte wel met andere landen.
Otto van Bismarck wordt weggestuurd door de keizer Wilhelm II. Wilhelm II ontstaat Otto
van Bismarck, omdat Otto vrede wilde. Wilhelm II wilde belangrijk zijn —>Weltpolitik: een
groot rijk willen hebben.
Vlotenrace: Duitsland begon een grootte marine op de bouwen —> nu moest England
het ook doen. Engeland werd gedwongen om de vloot te maken. —> Wapenwedloop.
Militarisme: Er kwam een voorliefde voor militair vertoon, om andere landen te laten zien
hoe sterk en machtig het land was. Zo begon er ook in een wapenwedloop in Europa.
Alles van het leger is stof.
40 jaar lang geen oorlog in Europa. Mensen wisten niet wat oorlog was en hoe het moest.
Oorlog werd gezien als een spannend avontuur. Ze wisten niet meer hoe erg oorlog was.
Ze kenden de verhalen maar verder niet.
fl
,Von schlie enplan: Doel —> twee fronten oorlog voorkomen.
Het duurt 6 weken voor het Russische leger is gemobiliseerd. Het leger is klaar om te
vechten.
Je hebt 6 weken om Frankrijk te verslaan —> dan door naar Rusland.
Via het neutrale België —> Parijs omsingelen.
Er zijn verschillende risico:
1. Rusland mobiliseerde snel
2. Het neutrale België aanvallen —> England heeft België beloofd om de neutraliteit te
beschermen.
Moord aanslag op Frans Ferdinand —> was de oorzaak van de 1e oorlog.
28 juni 1914: Gaat Frans Ferdinand naar Saraiewo in Bosnië.
Frans Ferdinand is kroonprins van Oostenrijk
Onder Bosnië lag Servië
Oostenrijk had Bosnië ingepikt.
Bosnische Serviërs —> willen bij Servië horen.
Zwarte hand: Dat waren terroristen, doormiddel van terreur wilden ze de Oostenrijkers
wegjagen.
Het Serviërs leger helpt de Bosnische Serviërs.
28 juni 1914:
Frans Ferdinand kom oog in oog te staan met Gavrilo Princip.
Gavrilo Princip—> vermoord Frans Ferdinand en zijn vrouw.
Duitsland: Ziet kans om oorlog te beginnen
Servië had een groot machte vriend —> Rusland.
Oostenrijk gaat Servië aanvallen.
Rusland gaat mobiliseren, omdat Servië wordt aangevallen door Oostenrijk.
Duitsland viel Frankrijk aan via België
De fransen wilden wraak.
3 augustus 1914:
Oorlog is echt uitgebroken
De fransen werden aangevallen door Duisters
Oosterijkers viel Servië aan.
ff
, De Duitsers worden bang van België, de Duisters vallen burgers aan van België. Overal
werden er mensen vermoord. Als beesten gingen de Duitsers tekeer.
In Engeland horen ze over deze berichten. Engeland besluit om mee te gaan vechten.
Engeland doet mee om België te helpen. De Duitsers schrokken hiervan en hadden niet
verwacht dat Engeland mee zou vechten.
Rivier Marne:
Hier ontstonden de Engelsen en Fransen loopgraven. Hier wachten de Engelsen en
Fransen de Duitsers op. Maar de Duitsers maakten ook loopgraven.
Uitputtings oorlog:
Een oorlog waarin men vijand tracht uit te putten, resp. Zelf uitgeput raakt, meer door de
voortdurende inspanning dan door grote slagen.
1917: Keerpunt
1. Het Franse leger wilt niet meer vechten.
2. Lenin wilde een revolutie in Rusland. —> Rusland stopte met vechten —> Rusische
Revolutie
3. De Duitsers waren bezig met onderzeeërs, om de schepen die naar Engeland vaarden
neer te halen. Elk schip wat naar Engeland vaarde kapot schieten. —> Onbeperkte
duikboten oorlog. —> Amerikanen gaat mee doen.
In Amerika was de industrie heel groot.
1918: Voor de Duisters was dit onhaalbaar
Duitsland verliest de oorlog.
11-11-1918:
Geven de Duisters zich over.
1918: De Duitse keizer vlucht naar Nederland.
1919: Vrede van Versailles
Spartakisten —> Vrijkorpsel
De spartakisten wilden een socialistische republiek vestigen. Het gebouw van de krant
‘Vorwärts’ is tijdens de inval van de Spartakisten helemaal vernield. Er zijn grote gaten in
de voorgevel geslagen.
Anarchisten/communisten —> alles is gelijk —> iedereen is gelijk —> Internationaal —>
ze komen voor de arbeiders maar zijn tegen de rijken.
Anarchisten: door middel van alle regels weg te halen
Communisten: doormiddel van revolutie
Vrijkorpsen: Veteranen —> mensen die in een oorlog hebben gevochten, nationalisme
die mensen willen een sterk Duitsland. Monarchisme die mensen willen de keizer. Ze
willen geen democratie maar een sterk Duitsland —> Extreem rechts anti-democratisch.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Sophiaolieman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.