H10 bloedstelsel en H11 vertering - Samenvatting - 5 VWO
Samenvatting Nectar 3e ed vwo 5 - Biologie
Samenvatting Nectar vwo 5 - Biologie
Tout pour ce livre (161)
École, étude et sujet
Lycée
VWO / Gymnasium
Biologie
5
Tous les documents sur ce sujet (5441)
Vendeur
S'abonner
nejlakaric
Aperçu du contenu
H15.1.
Ecosysteem: een begrensd gebied met een wisselwerking tussen de organismen onderling en hun
omgeving (biotische en abiotische factoren)
• Autotrofe organismen: organismen die zelf organische stoffen kunnen maken (producenten
in een ecosysteem)
Foto-autotrofe organismen: organismen die organische stoffen maken uit anorganische
stoffen met behulp van lichtenergie, leggen energie vast in organische verbindingen
• Heterotrofe organismen: organismen die afhankelijk zijn van andere organismen,
producenten, voor hun voedsel en hun organische stoffen, ze kunnen zelf geen organische
stoffen maken (consumenten in een ecosysteem)
Consumenten gebruiken de energie vanuit organische verbindingen voor hun
levensverrichtingen en opbouw van hun lichaam
• Reducenten: staan aan het einde van een voedselketen, leven van gestorven organismen,
breken organische stoffen af tot anorganische
De resterende warmte verlaat het ecosysteem.
Ecosysteem in het kort:
1. Autotrofe organismen/ producenten leggen energie vast in organische verbindingen
2. Heterotrofe organismen/ consumenten gebruiken de energie vanuit organische verbindingen
voor hun levensverrichtingen en opbouw van hun lichaam
3. Reducenten breken organische stoffen af tot anorganische
4. De resterende warmte verlaat het ecosysteem.
Er is minder energie in alle consumenten samen vastgelegd dan dat de producenten hebben
vastgelegd omdat:
• Producenten een deel van de door henzelf vastgelegde energie gebruiken
• Niet alle producenten worden door de consumenten opgegeten
CHEMOSYNTHESE
Chemosynthese: het opbouwen van organische stoffen uit anorganische met behulp van energie die
vrijkomt bij een chemische reactie met anorganische stoffen
Nitrietbacteriën: NH4 tot NO2 Autotrofe organismen Spelen een rol in hergebruik
Nitraatbacteriën: NO2 tot NO3 samen met planten van stikstof door planten
, Chemo-autotroof: organismen die uit anorganische stoffen organische stoffen maken, met behulp
van energie uit oxidaties van anorganische stoffen
Chemo-autotrofe bacteriën leggen energie vast in organische stoffen. Dit zijn geen reducenten
omdat ze geen organische stoffen tot anorganische afbreken.
Organische stoffen: met C-H verbindingen, komen vrij in de natuur voor
15.2.
Fitness: het vermogen om bepaalde allelen door te geven aan de volgende generatie
Inteelt: kruisen van nauwverwante dieren, waarbij afwijkingen kunnen ontstaan
Abiotische factoren: niet-levende factoren uit de omgeving, bijv. wind, temperatuur, ph waarde,
neerslag
Populaties nemen af door: sterfte en emigratie (ook door predatie en extreme abiotische factoren
zoals lage temperatuur)
Populaties nemen toe door: geboorte en immigratie
-Populatiegroottes zijn steeds aan het veranderen
Habitat: een plaats waar een organisme voorkomt
Niche: een plaats in een ecosysteem waar een organisme optimaal kan leven
-Als een soort een gebied kan vinden met een geschikte habitat en niche, ontstaat er een nieuwe
populatie op dat gebied
Gradiëntecosysteem: ecosysteem met geleidelijke veranderingen van soortensamenstelling en
milieufactoren dat zorgt voor grote biodiversiteit (ecosystemen gaan langzaam in elkaar over) -leidt
tot verschillen in begroeiing en bewoners
Eiland theorie: Voorspelt de grootte van de biodiversiteit van geïsoleerde gebieden, zoals een eiland,
bos of een bergtop
Founder effect: door migratie van enkele individuen wordt de nieuwe populatie minder divers (komt
in nieuwe gebieden voor)
Flessenhalseffect: door sterke daling van de populatiegrootte (door bijv. ziektes) wordt de nieuwe
populatie minder divers
Genetic drift: doordat individuen elkaar moeilijk kunnen vinden, kunnen sommige niet voortplanten.
Omdat de allelen van deze individuen verdwijnen, verarmt de populatie
Gene flow: migratie van allelen van de ene populatie naar de andere, waardoor de allelfrequentie
van de nieuwe populatie anders kan zijn dan de vorige (door immigratie)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nejlakaric. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.