Een samenvatting van het boek: De vijf religies van de wereld (19e druk).
In de samenvatting zijn de volgende hoofdstukken samengevat: 1, 2, 3, 5 en de bijbehorende reader over het humanisme is ook samengevat.
De vijf religies van de wereld
Hoofdstuk 1 – Hindoeïsme
1.1 Naam en oorsprong
Het hindoeïsme is een soort religieus oerwoud met een enorme verscheidenheid aan
godengestalten, leerstellingen, riten, religieuze oefeningen, etc.
De naam komt van de rivier de Indus. Het gebied ten oosten van de Indus werd India
genoemd en de inheemse religies kregen van buitenstaanders de naam hindoeïsme. De
Indiërs zelf noemen hun religie ‘sanatana dharma’, de eeuwige leer of bestemming.
Het hindoeïsme kent geen stichter. Tegenstrijdigheden worden niet als probleem ervaren,
want ‘alle rivieren stromen naar dezelfde zee’, oftewel: alle religieuze wegen brengen je naar
hetzelfde doel: de uiteindelijke verlossing.
Er zijn twee lagen te onderscheiden:
1. De oeroude natuurreligie van de oorspronkelijke bewoners van India. Allerlei
natuurkrachten werden als goden (deva’s) of geesten gezien
2. De religie van de Ariërs, focus op sociale orde die uitgegroeid is tot het kastenstelsel
1.2 Dharma – bestemming – kosmische orde – kaste
De bestemming van de mens ligt in het goddelijke, dat je door het vervolmaken van jezelf
kunt bereiken of waarmee je je in overgave kunt verenigen.
Door geboorte kom je in een kaste of varna (= kleur): een sociale groep met dezelfde naam,
beroep, tradities en religieuze praktijken. De kaste geeft kleur (varna) aan je leven.
De vier hoofdkasten zijn:
1. Brahmanen (priesters, zieners en filosofen; de hogere beroepen)
2. Ksatriya’s (ridders, prinsen en koningen, landbestuurders en militairen; de strijders)
3. Vaisya’s: (boeren, kooplieden, handelaren en geschoolde arbeiders)
4. Sjoedra’s of dasa’s (ongeschoolde arbeiders, slaven en bedienden)
Een deel kwam in de vierde kaste terecht, een ander deel viel buiten het systeem. Zij worden
ook wel de ‘onaanraakbaren’ (dalits) genoemd en verrichten vooral ‘onreine’
werkzaamheden zoals het opruimen van kadavers, straten vegen, koeienmest verzamelen en
drogen etc. De vier kasten kennen ook nog duizenden subkasten of jati’s (geboortes) met
hun eigen sociale regels en beroepsgroepen. Officieel is het kastenstelsel afgeschaft, maar in
de praktijk werkt het nog heel sterk door.
Als je de uiteindelijke verlossing wilt bereiken, dan moet je je houden aan de regels van je
kaste. Je hoort ook binnen je eigen kaste te trouwen. Via wedergeboorte kun je een hogere
bestemming bereiken. Meestal beoefen je hetzelfde beroep als je vader of moeder, want dit
is nu eenmaal je ‘jati’.
Het gaat niet alleen om de orde van de natuur, maar ook om de morele orde van de
samenleving met de leefregels en reinheidsvoorschriften die behoren bij je kaste en
levensstadium. Ook zijn er belangrijke algemene principes van de dharma: geduld en
tevredenheid, gelijkmoedigheid, vergevensgezindheid, matigheid, het respecteren van
andermans bezit, een rein leven naar lichaam en geest, de beheersing van de zinnen, het
ontwikkelen van wijsheid, het verwerven van kennis en de liefde voor waarheid.
1
,1.3 De bronnen: de veda’s en de grote verhalen
1.3.1 Veda’s
De Ariërs hadden verzamelingen van gebeden, lofliederen en offerspreuken die eeuwenlang
mondeling zijn overgeleverd. Deze woorden zijn opgeschreven en ze vormen de oudste
literatuur van de Indische godsdienst: de veda’s (veda = weten). Hierin staan voorschriften
voor offers, spreuken, liederen, bezweringsformules, mantra’s, teksten over diverse rituelen
en magische verhandelingen over hoe je moet omgaan met ziekte, boze geesten en
dergelijke. De veda’s zijn geschreven in het Sanskriet en worden gezien als goddelijke
openbaring, geschouwd door de risji’s (de wijzen).
De hindoe heeft meer binding met zijn goeroe dan met het ‘heilige woord’ zelf.
1.3.2 Oepanisjaden
Oepanisjaden (zij die zitten aan de voeten van de leermeester) zoeken naar de laatste
waarheid achter het bestaan van de wereld en haar goden. Het optimisme verdwijnt en
daarvoor in de plaats komt een pessimistisch wereldbeeld. Er ontstaan ideeën over de
relatie tussen Brahman (de oergrond van al het bestaan) en atman (de diepste essentie van
mijn eigen bestaan). Dit inzicht leidt tot verlossing. De identiteit van Brahman en atman
wordt aangeduid met ‘tat twam asi’ = ‘dat zijt gij’. Deze identiteit wordt monisme genoemd.
1.3.3 De grote verhalen
Er zijn grote religieuze verhalen ontstaan. Deze worden telkens opnieuw verteld. Deze
verhalen zijn de bron van inspiratie voor het leven van alledag.
1.3.3.1 Mahabharata
De Mahabharata (het grote verhaal) is een mix van spannende verhalen en diepzinnige
gedachten. Het gaat over de strijd tussen de Pandava’s en de Kaurava’s over de erfopvolging.
De blinde koning Dhritarastra, die door zijn oudere broer Pandu is opgevolgd, wil het
koningschap niet overdragen aan zijn zoon Duryodhana, maar aan Yudisthira, de oudste
zoon van zijn broer, omdat die er eerder recht op heeft. Duryodhana ziet kans het
koningschap te verwerven en Yudisthira wordt met zijn vier broers verjaagd. Als de vijf
broers (de Pandava’s) terugkomen, krijgen ze van Dhritarastra toch nog de helft van het
koninkrijk. Duryodhana haalt Yudisthira over om te dobbelen. Yudisthira verliest alles en
verdobbelt ook zijn vrouw en broers. Deze zaak wordt opgelost door een taalf jaar durende
ballingschap van de Pandava’s. Na twaalf jaar ontbrandt de strijd tussen de Pandava’s en de
Kaurava’s. De Pandava’s winnen de oorlog en Yudisthira regeert nog vijftien jaar in
rechtvaardigheid en vrede over het hele rijk. Daarna trekt hij zich als religieus asceet terug in
de bossen.
1.3.3.2 Bhagavadgita
De Bhagavadgita (de zang van de Verhevene) is een onderdeel van de Mahabharata. Hij
bevat de dialoog tussen Arjuna, een van de vijf Pandava’s en aanvoerder van de strijd, met
zijn wagenmenner Krisjna. Krisjna is een avatara (nederdaling) van de god isjnoe. Arjuna is
overmand door de twijfel of hij wel moet vechten tegen zijn neven en zijn leermeesters en
vrienden. Krisjna legt Arjuna uit, dat stoppen met de oorlog oneer betekent en in strijd is
met zijn dharma. Een mens kan alleen een lichaam doden, niet de kern (atman) van de
mens, die keert weer terug in een nieuw leven. Krisjna legt in dit gesprek de drie klassieke
verlossingswegen van het hindoeïsme uit. Dit zijn: karmayoga, bhaktiyoga en jnanayoga.
2
,De Bhagavadgita is te vergelijken met de bijbel voor de christenen. Meestal wordt de strijd
van Arjuna uitgelegd als een spirituele strijd van het goede tegen het kwade, die in elk mens
gestreden moet worden.
1.3.3.3 Ramayana
Rama en Sita spelen hier de hoofdrol. Rama is een avatara van Visjnoe, dus niet zomaar een
koningszoon. Als zijn vader Dasharatha afstand wil doen van zijn troon, krijgt een vrouw het
gedaan, dat haar zoon Bharata koning wordt. Rama, de oudste zoon van de eerste vrouw
van Dasharatha, wordt veertien jaar verbannen. Gehoorzaam vertrekken Rama en zijn vrouw
Sita en zijn broer Lakshmana. Ze beleven spannende avonturen, waarvan er één slecht
afloopt. Ravana, de koning van de demonen, ontvoert Sita naar het eiland Lanka en poogt
haar te verleiden. Sita blijft haar man trouw. Na veel moeite weet Rama met behulp van
Hanuman, de koning der apen, en zijn leger het eiland te bereiken. Hij verslaat Ravana en
keert met Sita terug. Maar Rama verstoot haar, omdat ze een andere man heeft
toebehoord. Sita ontkent en doorstaat de vuurproef. Rama wordt na veertien jaar koning in
zijn vaderstad Ayodhya. Later gaan er weer geruchten over de ontrouw van Sita en verstoot
Rama haar opnieuw. Na jaren ontdekt Rama, dat ze toch onschuldig is. Sita keert niet terug,
maar verdwijnt in de aarde. Het verhaal illustreert hoe je volgens je dharma moet leven: je
moet je houden aan je beloftes, je moet je plicht doen, nooit eigen belang najagen en
oprecht berouw tonen als blijkt dat je fout was of ongelijk had. Sita is het ideaal van de ware
vrouw, volstrekt trouw aan Rama en in alles bereid zichzelf op te offeren. Omdat Ravana op
Lanka ontsnapte, lopen er jaloerse mannen rond.
1.3.3.4 Verhalen over Krisjna
Er zijn nog meer verhalen over Krisjna. Het verhaal over de geboorte van Krisjna als zoon van
prins Vasudeva is heel populair. De zoon wordt grootgebracht door een koeherder, omdat
zijn oom hem met de dood bedreigde. Met zijn ‘broer’ Balarama maakte hij allerlei
avonturen mee, waarbij de speelse Krisjna steeds weer het kwade overwint. Vanwege
ondeugende grappen zijn deze verhalen zeer geliefd, vooral ook het verhaal van de dans van
Krisjna met de herderinnen.
1.4 Wegen naar verlossing – karma en reïncarnatie
1.4.1 Karma en reïncarnatie
Het hindoeïsme gaat ervan uit, dat er een transcendente of bovennatuurlijke werkelijkheid
schuilgaat. De transcendente werkelijkheid kan als abstract gezien worden (het Brahman) en
als persoonlijk (een godheid).
Het Brahman staat voor het eeuwig goddelijke, het onstoffelijke, het onveranderlijke, de
onwankelbare orde van rust en harmonie. Het Brahman is geen persoon of schepper, maar
hieruit komt wel alles voort en keert alles weer terug. Hoe alles is ontstaan is niet van
belang, want we leven in eindeloze tijdperken van opgang, ondergang en wederkeer.
Na de dood kun je als mens, dier, god of demon wedergeboren worden. Tussen de dood en
de wedergeboorte kun je een periode in de hemel of in de onderwereld verblijven, maar
nooit voor eeuwig. De cirkelgang van leven en dood wordt de samsara genoemd en betreft
de hele wereld. Alleen als mens kun je uit die cirkelgang verlost worden.
Hoe je wordt wedergeboren, wordt bepaald door je karma. Karma betekent letterlijk,
handeling. Maar het gaat vooral om de intentie waarmee je handelt. Na de dood wordt er
als het ware een balans opgemaakt.
3
, 1.4.2 Moksja
De materiële wereld is niet de uiteindelijke wereld, omdat de mens telkens opnieuw
geboren wordt, is de hindoe op zoek naar een werkelijkheid die de gewone werkelijkheid
overstijgt. De spirituele werkelijkheid wordt beschouwd als de ware werkelijkheid. De
materiële werkelijkheid (maya) is maar een illusie. Je diepste essentie (atman) kan alleen
loskomen van de gevangenis van het lichaam als je eigenlijk geen karma meer produceert.
Daar ligt de ware verlossing (moksja of mukti).
1.4.3 Verlossingswegen
Er zijn drie klassieke verlossingswegen. Ze worden meestal ‘marga’s’ (wegen) genoemd,
maar soms ook ‘yoga’. In de yoga gaat het om de methode van oefening of inspanning.
De drie verlossingswegen:
1. Karma-marga – de weg van het handelen
a. Je houd je volledig aan je dharma en doet wat je volgens je kaste moet doen.
b. Je houdt de goden in ere en dient de mensheid zonder eigenbelang of
gehechtheid
2. Bhakti-marga – de weg van de liefdevolle overgave
a. Je richt je op de godheid van je keuze
b. Je ervaart de mystieke vereniging van je ziel met god. Het gaat om pure liefde
zonder doel
c. Dit is de meest gevolgde weg
3. Jnana-marga – de weg van het inzicht
a. Door studie en meditatie tot een dieper verstaan komen van de eenheid van
Brahman en atman
b. Deze leer vinden we vooral in de ‘Vedaanta’ (= einde/einddoel van de Veda)
1.5 De godenwereld
Er zijn oneindig aantal goden doordat het hindoeïsme in feite een verzameling is van diverse
Indische tradities, met elk hun eigen namen en gestalten. Dit noem je polytheïsme. Het
goddelijke heeft diverse concrete gestalten, die staan voor bepaalde eigenschappen van het
goddelijke. Afbeeldingen spelen een grote rol, omdat in de afbeelding de essentie van de
godheid aanwezig is. Goden worden ook geëerd door hun eten en drinken voor te zetten. Na
dit offer (puja) kunnen de hindoes dit eten en drinken zelf tot zich nemen. Wie dit voedsel
opeet krijgt een zegende werking.
De belangrijkste goden uit de tijd van de veda’s (Indra, Roedra, Agni en Varuna) komen
alleen nog maar in rituele teksten, gebeden en lofzangen voor. Andere goden zijn veel
belangrijker geworden
De belangrijkste goden:
- Visjnoe (Hij) vriendelijke, welwillende godheid die het goed voorheeft met de
mensen. Bekend vanwege zijn afdalingen in de wereld om de mensheid te redden. Er
zijn 10 avatara’s van Visjnoe. De meest bekende zijn Krisjna en Rama, maar ook
Boeddha
- Laksjmi (Zij) is de eerste vrouw van Visjnoe. Ze is de god van voorspoed en geluk
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lisaschuurmans2. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.