In dit document heb ik alles opgeschreven zoals de prof het vermeld heeft in de les tijdens het tweede practicum. Per preparaat staat omschreven wat er te zien is en wat de prof belangrijk vindt.
Practicum 2
Bedekkend epitheel en klierepitheel
F1/37 ren (nier) - konijn - AZAN
F1/40 ren (nier) - varken - PAS haematoxyline
D14/5 cornea (hoornvlies) - rat - AZAN
D2/11 cutis (onbehaarde huid) - hond - HE
F2/9 ureter (urineleider) - kat - Azan
L2/11 trachea (luchtpijp) - kat - trichroom/ heidenhain blauw
D12/14 palpebrae, glandula tarsalis (klier van Meibomius) - rat - HE
Er liggen verschillende kernen op elkaar gestapeld. Je gaat kijken waar het basaal
membraan ligt, want epithelen zijn altijd gelegen op het basaal membraan. Een membraan is
niet altijd specifiek aangekleurd bij de kleuringen die wij gaan zien. Maar je weet wel dat het
altijd onder het epitheel ligt en boven de onderliggende bindweefsellaag. Vanaf het basaal
membraan tot in het lumen is de epitheellaag.
Om een epitheel te kunnen gaan beschrijven ga je kijken naar het aantal cellagen en naar de
vorm van de cellen.
Bij een pseudo meerlagig epitheel heb je kernen met verschillende hoogtes. Al de
epitheelcellen in een pseudo meerlagig epitheel raken het basaal membraan.
De vorm:
plaveiselepitheel: lange platte kernen
kubisch epitheel: ronde celkern
cilindrisch epitheel: ovale kernen
Wanneer je een meerlagig epitheel hebt ga je kijken naar de meest oppervlakkige laag.
Ook moet je gaan kijken of er typische kenmerken zijn in het epitheel. Bijvoorbeeld:
slijmbekercellen of trilharen (luchtpijp/ longen), ze duwen de mucus dat geproduceerd wordt.
Specifiek voor een meerlagig epitheel moet je gaan kijken of ze verhoornd of onverhoornd
zijn. Je moet gaan kijken of je in de buitenste cellaag nog kernen gaat terugvinden, is dit wel
het geval dat zijn de cellen onverhoornd. Vind je geen kernen meer terug, dan zijn de cellen
verhoornd.
In een meerlagig epitheel vind je verschillende zones terug:
stratum: bijvoorbeeld; stratum corneum
Nierbuisjes hebben eenlagig kubisch epitheel.
Epithelen in de darm zijn eenlagig cilindrisch.
Afvoergangen zijn vaak meerlagig cilindrisch.
Huid is meerlagig verhoornd plaveisel.
Urinewegen hebben overgangsepitheel, komt alleen hier voor.
F1/37 nier, konijn
De nier bestaat uit een cortex en medulla gedeelte. In de gedeeltes kun je bepaalde
structuren terugvinden. De nierlichaampjes komen alleen in de cortex voor. In deze
lichaampjes wordt plasma gefiltreerd. Nefron is het buisje systeem waar we water en
elektrolyten terug kunnen gaan opnemen. De nefron bestaat uit verschillende delen.
We beginnen met een proximale tubulus, dit bevindt zich dichtbij het nierlichaampje. Eerste
krijgen we een gekronkeld deel, de proximale tubulus contortus, daarna krijgen we een
rechte buis. In het niermerg zit de Lis van Henle, dit heeft een ander type epitheel dan de
proximale tubuli. Tenslotte gaat het over naar een distale tubulus, een recht deel en dan
weer naar een gekronkeld deel, de distale tubulus contortus.
De distale tubuli controtus gaan over in verzamelbuisjes, de ductus colligens. Deze gaan
verschillende distale tubuli bij elkaar verzamelen, ze monden uiteindelijk uit via de ductus
papillaris in de nierpapil om zo de urine af te geven.
, De proximale tubuli hebben een aantal eigenschappen van ion transporterende cellen.
In het nierbekken gaat de urine uitstromen via de urineleider naar de urineblaas.
In de cortex (schors) zitten de verschillende nierlichaampjes. Het is een specialisatie van
bloedvaatjes met daarom een membraan, het is de infiltratiezone. In de cortex hebben we
verschillende buisjes:
proximale tubuli contortus: eigenschappen van iontransporterende cellen. Ze hebben
een vrij donker cytoplasma omdat er veel mitochondriën in aanwezig zijn. Ze hebben
ook een lumen dat eigenlijk niet zo …
Aan de kant van het basaal membraan gaat het een soort van strepen patroon vormen, dat
is omdat mitochondriën in een bepaalde opstelling in dat cytoplasma liggen. We noemen het
basale remiaire streping (niet goed gehoord). Ze hebben een ronde celkern, en maar 1
cellaag → eenlagig kubisch epitheel.
De .. buisjes hebben een eenlagig kubisch epitheel, maar ze hebben geen borstelzone. De
grijze zone die je bij de proximale tubuli zag is hier niet meer aanwezig. Dit komt omdat deze
buisjes al verder weg zitten van de nierlichaampjes en ze gaan dus ook minder/ geen ionen
meer transporteren.
We hebben ook gedeeltes waarin je de buisjes iets meer in de lengterichting kan gaan
volgen. In de mergstraal zijn verschillende buisjes aanwezig.
Bij de ductus colligens zijn de laterale celgrenzen iets beter te zien dan bij de distale tubuli.
Als we naar het merg kijken zijn er 2 type van buisjes aanwezig:
op een dwarsdoorsnede zie je ductus colligens. Ze hebben eenlagig kubisch epitheel
Lis van Henle: je ziet uitsparingen met een platter epitheel. De celkernen gaat een
beetje uitstulpen in het lumen. Dit is een eenlagig plaveiselepitheel.
Helemaal bij het papil ga je eenlagig cilindrisch epitheel zien.
F1/40 nier, varken
Deze kleuring gaat het basale membraan iets feller aankleuren. Je ziet versmeltingen van
het Kapsel van Bowman met het basaal membraan, het is iets donkerder aangekleurd.
Anderzijds zijn er ook heel veel glycoproteine aanwezig in de borstelzone van de proximale
tubuli. In dit geval ga je geen kleurverschil zien tussen de proximale en distale tubuli maar je
ziet wel dat de borstelzone iets feller is aangekleurd door de PAS- kleuring.
D14/5 cornea, rat
We hebben hier 2 types epitheel:
Voorkant van het oog, de buitenwereld
Kant van het epitheel gericht naar de oogkamer.
Het bindweefsel is blauw aangekleurd.
Het epitheel aan de voorkant van het oog is een meerlagig epitheel want we hebben cellen
die niet meer op het basaal membraan rusten. De vorm aan de meest oppervlakkige laag
telt, dus we hebben hier een plaveisel → meerlagig plaveisel epitheel.
Het plaveisel epitheel rust op het basaal membraan en in dit geval heet dat membraan het
membraan van bowman. Het is een deeltje van bindweefsel waarin je geen kernen gaat
terugvinden.
Het epitheel dat ons hoornvlies gaat aflijnen is anders, de conjunctiva epitheel, het is een
eenlagig plaveisel epitheel. Dit epitheel gaat rusten op het basaal membraan, in dit geval het
membrana dis… (onverstaanbaar in audio).
D2/11 onbehaarde huid, hond
De huidcel bestaat uit 3 delen:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur smeuwissen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
