Inleiding Gezondheidswetenschappen Hoorcollege 1
Deel 1:
HIV Virus
HIV is in de westerse wereld een ziekte waarmee te leven valt. Het is een chronische ziekte,
maar je hoeft er niet eerder aan te overlijden. Dit is in landen in Afrika kan dit wel een ziekte
zijn waar men aan overlijdt.
HIV → Is het virus dat het immuunsysteem afbreekt. Human Immunodeficiency Virus
Aids → is de naam van de ziekte. Acquired Immune Deficiency Syndrome.
Vroeger werd er ontkent dat het virus bestond. Dit kwam door een ongezonde leefstijl en
zorgde voor inkomsten. Dat het een ziekte was werd niet geaccepteerd. Doordat dit niet
geaccepteerd werd, werd er niks gedaan aan de preventie, waardoor het zo snel kon
verspreiden.
Je kan non detectable worden voor het virus. Dit kan door de medicatie. Maar je bent niet
genezen, want als je stopt met de medicatie komt het wel weer terug en kan de ziekte zich
weer verspreiden. Niet detecteerbaar = niet overdraagbaar, dus ook niet besmettelijk. Je
kunt dan dus weer onveilige seks hebben.
Wanneer men weet dat het virus in het lichaam is, moet zo vroeg mogelijk gehandeld
worden, zodat het virus zich misschien niet kan vestigen.
Rond de jaren 90 is de ontdekking van een medicijn gedaan waardoor we mensen effectief
konden gaan behandelen. Hierdoor kwam een sterke daling in de aantallen mensen die aan
het virus overlijden.
Van het virus HIV hoef je niet ziek te worden, waardoor je het zonder te merken kan
verspreiden door onveilige seks.
Door monitoring van mensen die aan bepaalde dingen overlijden, kwamen artsen erachter
dat het seksueel overdraagbaar is en dat het, het immuunsysteem aantast.
Overbrengen door: seksueel contact, bloed van een geïnfecteerd persoon, moeder naar
kind.
Gevolgen: gewichtsverlies, adem problemen etc.
Deel 2:
Transmissie = manier hoe het wordt overgebracht.
Makkelijke mutatie betekent dat ze ook makkelijk naar andere organisme kunnen
overdragen (dit is bij RNA-virussen het geval).
Asymptomatisch = mensen dragen een virus bij zich en merken er niets van bij sommige
virussen kunnen ze wel overdragen en bij sommige virussen niet.
Pathogeen is een organisme wat ziekte kan veroorzaken.
,AANTEKENINGEN MAKEN:
Wanneer vindt transmissie plaats? (infectie klaren, je kan hem zelf afbreken)
Het duurt een tijdje voordat het virus zich kan vestigen in het lichaam, op de piek komt het
afweersysteem in actie, en dan neemt het virus weer af totdat hij weg is.
Incubatieperiode: periode van infectie totdat je symptomen gaat krijgen
Ziekte: Afhankelijk van hoe schadelijk het virus is en van de gezondheid van de gastheer
Herstel; afname en verdwijnen van de infectie.
Tijdens de incubatieperiode en het herstel kan je nog transmissie hebben bij bepaalde
ziektes.
Bij een ziekte moet je je afvragen
Wat, hoe, wanneer, wie
- Kennis van het organisme en bijbehorende specifieke symptomen, hierdoor kun je
een classificatie
- Hoe en wanneer wordt het pathogeen overgebracht naar een andere gastheer,
transmissieroute
- Waar zit het in het lichaam, pathogene levenscyclus
- De risicogroepen
Contact- en vehicle transmission:
De transmissieroute is afhankelijk van de bouw van een organisme. Contact is direct contact
tussen twee organisme. Dit kan ook door lichaamsvloeistoffen (zakdoek delen) of door
druppeltjes transmissie (vloeistof druppels). Vehicle kan door water, voedsel, of door
stofdeeltjes.
Een non-enveloped virus leeft langer in een omgeving. Een enveloped virus leeft langer op
besmette objecten. De membraan is namelijk gevoelig voor andere omgevingen.
Horizontale transmissie → mens op mens
Verticale transmissie → moeder op kind
Crowding → hoe dicht op elkaar alles is
Socioeconomic status → hoe goed de maatschappij sociaal economisch is (geld in
gezondheiszorg en eerlijke verdelingen etc.)
Deze 2 en meer factoren kunnen invloed hebben op hoe makkelijk (of moeilijk) infectieziekte
kunnen verspreiden.
Definities:
Pathogeen → een organisme dat ziekte kan veroorzaken
- Primair pathogeen : ziekte in gezonde gastheer
- Opportunistisch pathogeen : alleen ziekte in verzwakte gastheer
Infectie → aanwezigheid van een vermenigvuldigend (micro-) organisme, deze hoeft niet
schadelijk te zijn. Het moet zich kunnen vermenigvuldigen anders wordt het snel verwijderd
door ons defensiemechanisme.
,Een infectie is een gevecht tussen de gastheer en het pathogeen.
Een pathogeen kan niet zomaar infecteren, het moet eerst vechten tegen onze
lichaamsstoffen en met ons immuunsysteem (aangeboren en verworven)
Commensalisme → pathogeen voordeel host niks
Mutualisme → beide voordeel
Parasitisme → pathogeen voordeel host nadeel
Een infectie is dus per definitie niet schadelijk, hij kan schadelijk zijn.
De normale flora beschermt ons tegen andere micro organismen, ook zorgen ze voor
vitamine b en k en ze stimuleren het immuunsysteem. De normale flora kan zich ook tegen
ons keren. Dit kan door immunodepressie, verstoorde balans (antibiotica) of door een
bacterie die per ongeluk op de verkeerde plek komt.
Het infectieproces:
1. Pathogeen hecht of bind aan de gastheer (receptor)
2. Pathogeen komt binnen in het lichaam
3. Pathogeen koloniseert het lichaam (vermenigvuldigd)
4. Pathogeen moet in staat zijn om te overleven
5. Pathogeen kan tot ziekte leiden
6. Pathogeen kan op tijd de gastheer verlaten en een andere gastheer infecteren (niet
zichzelf doden, want dan is het geen succesvol pathogeen)
Door virulentiefactoren, eigenschappen die een organisme bezit om deze stappen te
doorlopen zodat een virus succesvol is.
Virulentie → Mate van weefselschade geproduceerd door een organisme (kwantificeerbaar,
we kunnen het meten)
Te meten door:
LD50 → de dosis die nodig is om 50 procent van de individuen te doden (lethaal)
ID50 → de dosis die nodig is om 50 procent van de individuen te infecteren
Bij virulentie wordt vooral gekeken naar de LD50 factor en minder naar de ID50 factor.
Inleiding gezondheidswetenschappen Hoorcollege 2
Verschillende infectieverlopen kunnen worden onderscheid. Alle drie hebben ze de acute
fase, waarin het virus zich gaat vermenigvuldigen, ze kunnen de gastheer koloniseren.
Zelflimiterende infectie (gastheer kan de infectie klaren):
Groei, afname, uit het lichaam
Chronische infectie (gastheer kan de infectie niet klaren) in 2 types
Blijft aanwezig en licht actief (chronisch):
Groei, afname, blijft een klein beetje
Blijft aanwezig en kan reactiveren (chronisch latent):
Groei, afname, blijft een klein beetje, nieuwe groei, afname, blijft een klein beetje
Welke pathogenen kunnen ons infecteren?
Virussen → te zien met de elektronenmicroscoop
Bacteriën → te zien met de lichtmicroscoop
, Parasieten (eencelligen) → te zien met de lichtmicroscoop
Parasieten (meercelligen) → te zien met het blote oog
Virussen zijn geen zelfstandige levensvormen en dus geen organismen. Ze hebben een
andere cel (gastheercel) nodig om te kunnen vermenigvuldigen. Bacteriën zijn wel
zelfstandige levensvormen want deze kunnen wel zelfstandig repliceren en hebben hier niet
een gastheer voor nodig. Parasieten zijn complexer qua celopbouw, met celorganellen en
chromosomen, dit zijn eukaryoten.
Virussen alleen intracellulair, bacteriën en parasieten intra- en extracellulair.
Bacteriën zijn prokaryoten, schimmels en parasieten (eencellige protozoa tot meercelligen
metazoa) zijn eukaryoten.
Eencelligen parasieten (.............. NOG INVULLEN!)
Meercelligen parasieten (helminten, wormen):
Zuigwormen: mannetje en vrouwtje die leven in het bloed.
Lintwormen: worm die zich hecht dmv binnenkomst via vlees.
Rondwormen: worm die eitjes legt en jeuk aan de anus veroorzaakt, hand in de mond kan
ervoor zorgen dat iemand geïnfecteerd wordt.
Meercelligen parasieten (arthropoda, insecten en teken)
Insecta en Arachnida
Proteinaceous and Infectious (prion) de gekke koeien ziekte
→ Bevatte alleen een stukje eiwit, op de oppervlakte van zenuwcellen, wanneer een
bepaald eiwit verkeerd gevouwen (iPrPSc) wordt, een goed gevouwen eiwit (PrPc) ook
aantast en ook verkeerd laat vouwen. Het is een soort domino effect, maar het duurt lang
voordat er ziekte ontstaat. Dit verkeerd gevouwen eiwit kan zichzelf in het bloed brengen en
door het lichaam verspreiden. Dit eiwit is nog eenvoudiger dan een virus en kan zichzelf dus
niet zelfstandig vermenigvuldigen. Dit eiwit zorgt ervoor dat er gaten in de hersenen kunnen
komen (cellen worden kapot gemaakt). Symptomen kunnen zijn verlamming, spraak
vermindering, dronkenmansloop en uiteindelijk zal je stikken. De schade is alleen in het
zenuwstelsel omdat hier alleen de goed gevouwen eiwitten zijn, en daar dus alleen
aantasting kan voorkomen.
Het infectieverloop bij prionen is heel langzaam, dus er is geen acute fase omdat het verloop
zo langzaam gaat.
Indeling virussen (Indelingscriteria):
1. Genetisch materiaal (DNA/RNA, dubbelstrengs of enkelstrengs)
2. Aan- of afwezigheid van een envelop
3. Symmetrie van de structurele eiwitten (capsid, eiwitmantel)
Hoe komt een virus aan zijn envelop? →
Komt binnen, repliceren, virusdeeltjes worden gemaakt, nu kunnen ze op een verschillende
manier de gastheercel verlaten. Als ze dit heel snel en bruut doen hebben ze geen envelop
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur madeliefvandenent. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.