CULTUURGESCHIEDENIS
Hoofdstuk 1: Inleiding en overzicht
- Wat is cultuurgeschiedenis?
- Cultuurgeschiedenis, architectuur, ruimte en beeld
- Cultuurgeschiedenis, architectuur, beeld en samenleving in context
Wat is cultuurgeschiedenis?
- Specifiek gebied binnen geschiedschrijving
- Bied samenhangend beeld in historische periode/evolutie
- Gegevens uit diverse gebieden worden samengebracht
Cultuurgeschiedenis, architectuur, ruimte en beeld
- Architectuur en ruimte
→ leert ons over tijd en cultuur
→ niet alleen betrekking op bebouwde omgeving, ook voorgesteld in kunst/
literatuur
→ bebouwde ruimte & voorstelling van ruimte & architectuur leert ons over individu
& maatschappij in historische context
Cultuurgeschiedenis, architectuur, beeld en samenleving in context
- Architectuur en ruimte bestuderen in verband met het concrete individu in
maatschappelijke context
- 2 voorbeelden
1. De bebouwde ruimte: Otto Wagner, psychiatrische instelling Am Steinhof
(1901-1909)
→ modernistische architectuur toegepast op
psychiatrische instelling
→ architecturale compositie die panoptische
(alomvattende) blik & optische transparantie
verbergt
→ kijker controleert: zien = controle
→ gebouw geconstrueert vanuit fictie van
kijker die zo volledig mogelijk overzicht heeft
→ compositie leert ons over:
1. Opvattingen over psychiatrie: hygiëne, controle,
discriminalisering, ordening
2. Opvattingen over de patiënt: geen ‘gevangene’ of
misdadiger
, 3. Opvattingen over een ‘gezonde’ maatschappij: maatschappij die niet
verborgen is: hygiënisch en geconntroleerd = die gezien wordt
2. De imaginaire ruimte: Antoine Watteau, Les plaisirs du bal (ca.1715 – 1717)
→ rococo schilderkunst, thema ‘pastorale
literatuur’ (herders en het geïdealiseerde
boerenbestaan een centrale rol spelen)
→ architectuur als belichaming van kunst,
verbeelding & fantasie
→ landschap weergegeven zoals in de
literatuur
→ wereld die projectie is van verbeelding:
grenzen van doek zijn grenzen van
pastorale verbeelding/ het gewelf
Hoofdstuk 2: De cultuur van de Barok
- Inleiding
- Literatuur en theater tijdens de Barok
- Chronologisch kader
- Algemene kenmerken van de Barok
- Voorbeelden
- De Barok, een paradox
- De hofdames
- De spinsters
Inleiding
- Begin 17e eeuw opkomst Barok
→ turbulente eeuw
→ opkomst protestantisme & oorlogen katholieken en protestanten
→ gevolgen ontdekkingsreizen
→ recolutionaire ontwikkelingen wiskunde, wetenschap, architectuur,
filosofie en de kunsten
→ politiek
→ ontwikkeling vorstelijk absolutisme (Frankrijk & Spanje)
→ ontwikkeling van een burgerlijke cultuur (noorderlijke nederlanden)
- De kunst speelt met de illusie
→ kunnen we de werkelijkheis kennen of worden we bedrogen door onze zintuigen
→ uit zich in de ‘trompe-l’oeil’ → streven naar radicale natuurgetrouwheid,
een ‘net echt’ in de artistieke voorstelling
→ mensen niet alleen raken en doen twijfelen, ook overtuigen
→ beelden worden ingezet in strijd voor religieuze zaak/
moreel voorbeeld
,→ wereld wordt wereld die we al dan niet kunnen kennen/ zekerheid over hebben,
Wereld wordt wereld van verbeelding en van subjectieve (persoonlijke, psychologische)
ervaring
Wereld die we ervaren is wereld zoals we die ons verbeelden → ruimte wordt een
ervaringsruimte, verbeelde ruimte & psychologische ruimte
Literatuur & theater tijdens de barok
Niets is wat het lijkt
1. Centrale thema’s
- Overtuiging dat mens geregeerd wordt door (blinde) passies → zorgt voor obsessie
tot zelfkennis en zelfcontrole
→ “wie ben ik?”, heb ik wel een eigen “identiteit” in ‘De verleider van Sevilla’
- Op barokke scene is niets wat het lijkt
→ trompe-l’oeil, alles & iedereen is ambigu, vermomd/ monsterlijk
→ wat natuurlijk is lijkt tegelijk artificeel/ artistiek
→ als alles schijn is, dan is de wereld een droom & het leven is niet meer reëel dan
een droom
2. Caldéron de la Barca
Wat is ‘echt’ en wat is slechts een illusie?
- Relatie staat centraal tussen illusie en realiteit
→ geldigheid van kennis van de wereld, de mogelijkheid om iets anders te ontdekken
dan de eigen subjectieve ervaring
→ het bestaan van een ‘externe’ en ‘echte’ realiteit wordt in vraag gesteld
→ kunnen we droom en realiteit onderscheiden → is er iets buiten de droom?
→ vindt het individu zich niet weerspiegeld in schijnbeelden, illusies, trompe-l’oeil
effecten
3. Het Leven is een droom
- Geschreven tijdens ‘Spaanse Gouden Eeuw
- Vooraanstaand voorbeeld literaire barok
- Poolse prins, Segismundo is opgesloten in een kerker
→ opgesloten door vader (koning Basilio) → had gelezen in sterren dat zoon een
tiran zou worden
→ mag voor een dg koning zijn → wordt gedrogeerd en naar kasteel vader gebracht
→wordt wakker en gedraag zich wreed → weer opgesloten in kerker
→in kerker vertelt bewaker dat alles wat gebeurt is in kasteel van vader slechts een
droom was
, - In tweede act declameert Segismundo volgende woorden, die problematiek van
werkelijkheid en droom evoceren
Wat is het leven? Een hartstocht. Wat is het leven? Een illusie, een schaduw, een
fictie, en het hoogste goed is slechts klein, want heel het leven is slechts een droom,
en dromen zijn niets dan dromen.
Chronologisch kader
- Beeld moest een expressieve kracht hebben:
→ overweldigend karakter van illusie van realiteit
→ sensualiteit en spiritualiteit die publiek moest binden aan geloof en katholieke
doctrine
→ sterke beelden konden overtuigen en boodschap brengen
→ Bij late renaissance nadruk op dramatische kracht, beweging en chiaroscuro
- In katholieke landen paste dit in het kader van de ‘katholieke hercorming’ & conflict
met protestantisme → kerk wou intern hernieuwen en extern strijd aangaan met
oprukkende protestantisme
- in protestatse landen is barok van burgerij
→ minder monumentaal
→ soberder en minder abundant
→ noorderlijke Nederlanden Rembrandt & Hals
→ stilleven met extreem realisme komt tot hoogtepunt
- Italië & Spanje
→ Carracci & Caravaggio
→ dynamische, abundante en dramatische stijl
→ Spaanse realisme verbindt zich met Italiaanse barok
→ duistere, spirituele, mystieke & macabere barok
→ Ribera, Zurbarán, Cano & Velázquez
Algemene kenmerken
→ sterke natuurgetrouwgheid
→ vastleggen van dramatisch moment, suggestie van wat gaat komen, wat
paradoxaal een sterke beweeglijkheid en tegelijk een geladen theatraliteit meebrengt
→ verbeelding en inleving prikkelen
→ licht-schaduw contrast (chiaroscuro)