PRIVATE
VEILIGHEIDSZORG
AANTEKENINGEN
, COLLEGE 1 [25-02-2022]
Private veiligheid: wat bedoelen we?
Vertrekpunt: de private veiligheid in de Belgische regelgeving. Als je je als wetenschapper stort op het fenomeen private
veiligheid dan is de outcome daarvan gekleurd door de plaats waar je je bedrijvigheid hebt. De meeste wetenschappers die zich
op dat thema hebben geworpen zijn van Angelsaksische natuur; VS, Groot-Brittannië en deze die niet van Angelsaksische
natuur beschouwen de Angelsaksische literatuur dikwijls als de basis voor hun werk. Wat niet in de Belgische regelgeving
voorkomt, beschouwen we niet als private veiligheid in dit vak.
Maar er zijn ook elementen die niet in de wet private veiligheid staan, maar die wel dezelfde toepassing of materie hebben die
in totaal andere wetten staan met totaal andere namen. 1) we kijken wat staat er in de Wet Private Veiligheid, 2) wat vinden
we in andere wetgeving terug die gelijkaardig materies voorbehoudt voor private mensen en 3) wat vinden toch als
kerndomeinen terug in de literatuur die we niet of nog niet op het Belgische terrein zijnde in de praktijk of in de wetgeving niet
terugvinden. Als je die drie bij elkaar legt kom je bij het volgende overzicht. In dat overzicht heb je allereerst de domeinen,
wat zijn de kerndomeinen? Bewaking, beveiliging, opsporing, adviesverlening (bestraffing en strafuitvoering). Met beveiliging
wordt in deze context bedoelt het gebruik, de commercialisering, de uitoefening en opleiding van materialen die dienen om de
zaak veilig te maken. Bijvoorbeeld camera's, alarmsystemen en wapens. Opsporing is niet geregeld in de Wet Private
Veiligheid, maar in de Detectivewet. Warme bewaking gebeurt door de psychiatrie en koude bewaking gebeurt door de
bewakingsonderneming. De koude bewaking is de bewaking waarbij dat tussen bewakingspersoneel en betrokkenen
(gevangenen of geïnterneerden) er geen contact is. Er bestaat zoiets als private bestraffing.
Wat zijn de modi waarop die kerndomeinen worden uitgevoerd? Modi zijn de vormen waaronder de domeinen worden
uitgeoefend. De gereguleerde modi zijn uitoefening, opleiding (die verstrekt wordt om de uitoefening te kunnen realiseren) en
gebruik (van sommigen zaken is bepaald hoe en onder welke omstandigheden beveiligingsmateriaal mag worden gebruikt).
Hoe ziet elk domein eruit, in welke componenten valt dat uiteen en in welke organisatievorm vinden we deze domeinen en
componenten terug?
13 Componenten kerndomein bewaking
Wet Private Veiligheid - WPV Codex A1 - Art. 3
Statische bewaking goederen [historisch]: meest simpele vorm van bewaking.
Mobiele bewaking goederen: staat in tegenstelling tot statische bewaking, de bewakingsagent blijft niet staan, maar
verplaatst zich van goed tot goed die hij bewaakt. Je hebt mobiele bewaking van zodra de bewakingsagent de openbare
weg moet nemen om van goed A naar goed B te gaan. Ook bewakingsagenten vanuit een alarmcentrale.
Beveiligd vervoer [historisch]: zich bezighouden met alle waardevolle goederen die verplaatst moeten worden. Zich
bezighouden met valt uiteen in verschillende deelactiviteiten. Het gaat meestal over cash geld, diamanten, hout, dus over
geld en door de band edelen metalen. Hieronder valt de voorbereiding, het transport an sich en de aankomst op
bestemming.
Alarmbeheer: het beheer van een alarmcentrale is een competent van het domein bewaking.
Bescherming personen: kan zowel via de Belgische overheid als doormiddel van privé-instanties.
Winkelinspectie: bewakingsagenten niet in uniform, maar die in winkels het gedrag van het winkelend personeel
observeren. Een specialisatie van bewakingsagenten.
Evenementbewaking.
Bewaking uitgaansmilieu.
Doorzoekingen: naar wapens, explosieven, stoffen voor het aanmaken van explosieven, personen en afluisterapparatuur.
Die doorzoekingen gebeuren door sweepings. Men gebruikt hiervoor speurhonden en gespecialiseerde elektronische
detectieapparaten.
Verrichten vaststellingen: bewakingsagenten mogen vaststellingen doen indien ze daarvoor aangesteld zijn door de
betrokken overheid en zover die vaststellingen enkel en alleen betrekking hebben op de toestand van goederen. Bijv.
controle betaald parkeren. [Gedrag van personen = politie].
Verkeersbegeleiding: de begeleiding gedaan door particulieren voorzien in het verkeersreglement.
Ter beschikking stellen technische middelen: uitsturen van drones voor bijv. luchtfoto's.
Restcategorie: toezicht en controle met het oog op de veiligheid.
,2 Bijzondere componenten kerndomein bewaking
Bijzondere veiligheid openbare vervoersmaatschappijen: hebben bijzondere competenties [handboeien, pepperspray,
boetes geven en vaststellingen doen die betrekking hebben op specifieke inbreuken rondom het openbaar vervoer]. Dat zin
specifieke vormen van private veiligheid die ook in de wet zijn ingeschoven.
Maritieme veiligheid: ingesteld ter bestrijding van de piraterij. Ondernemingen voor maritieme veiligheid die onder de
private veiligheid vallen en die dus moeten voorkomen via allerhande technieken dat piraten aan boord komen.
Ondertussen is dit niet langer actualiteit. Maar die maritieme beveiligers zijn gebleven voor het geval dat.
2 Componenten kerndomeinen beveiliging.
Wet Private Veilgiheid - WPV - Codex A1 - Art 6-7
Conceptie onderhoud of herstelling van alarmsystemen
Conceptie onderhoud of herstelling van camerasystemen.
Componenten kerndomein adviesverlening
WPV - Codex A1 - Art. 8 en 9
Advies aangaande voorkoming strafbare feiten tegen personen of goederen.
Uitwerken, uitvoeren en evalueren van doorlichtingen, analyses, strategieën, concepten, procedures en trainingen op
veiligheidsgebied.
Uitgezonderd: advies inherent aan een hoofdactiviteit [bijv. criminoloog die werkt aan de universiteit, architect die rekening
moet houden met elementen van bouwkundige veiligheid]. Ook al het advies verleent door de overheid [de politie bijv.] en ook
alle advies met betrekking tot informaticaystemen [tegen hacking bijvoorbeeld].
5 componenten kerndomein opsporing
Wet Privé detectives - WPD Codex A3 - Art. 1
Opsporen personen/goederen.
Inwinnen informatie over personen.
Verzamelen bewijs materiaal.
Opsporen bedrijfsspionage.
Open restcategorie.
Organisatievormen domein Bewaking
Ofwel biedt je diensten aan van bewaking aan derden aan iemand anders dan ben je volgens de definitie van de wet een
bewakingsonderneming. Ofwel oefen je de activiteit van bewaking uit niet als dienstverlening aan iemand anders, maar voor u
zelf. Dit valt onder de vorm van een interne bewakingsdienst. Dat zijn grosso modo de twee vormen waaronder het domein
bewaking uitgevoerd kan worden.
Onderneming (WPV - Codex A1 - Art, 1 2* en art. 4)
Interne Dienst (WPV - Codex A1 - Art, 1, 3* en art. 5)
Maar daar zitten bijzondere vormen aan en daar zitten uitzonderingen aan. De bijzondere vormen zijn tweeërlei. Een voor de
activiteiten van evenementenbewaking en twee voor de activiteit van controle op bepalend parkeren. Bijzondere interne
diensten:
Verenigingsregime evenementen en dansgelegenheden (WPV - Codex A1 - Art. 24): hieraan is een interne
bewakingsdienst onderworpen waarbij dat het toezicht verlegd wordt van de federale overheid naar de lokale overheid (de
burgemeester).
Concessiehouders betalend parkeren (WPV - Codex A1 - Art. 25): Er zijn juridische constructies waarbij niet de controle,
maar de gehele exploitatie van het parkeergebeuren is uitgegeven aan een concessiehouder.
4 uitzonderingen waarbij als je een activiteit voor jezelf doet en niet als dienstverlening voor een derde je eigenlijk dat niet
gezien wordt als een bewakingsactiviteit en je geen vergunning moet hebben en de wet private veiligheid niet hoeft te
respecteren. Uitzonderingen voor interne diensten (Codex A1 - Art, 5 2e lid).
Statische bewaking op niet publieke plaatsen.
Alarmbeheer.
Sommige vormen van beveiligd vervoer.
Verkeersbegeleiding.
, Exclusieve organisatievormen bewaking
Exclusief interne diensten: Veiligheidsdiensten openbare vervoersmaatschappijen (WPV - Codex A1 - Art. 11).
Exclusief ondernemingen: Maritieme veiligheidsondernemingen (WPV - Codex A1 - Art. 12).
Organisatievormen andere domeinen/modi
Beveiliging: exclusief ondernemingen (WPV - Codex A1 - Art. 6 en 7)
Adviesverlening: exclusief ondernemingen (WPV - Codex A1 - Art. 8 en 9).
Opleidingsinstellingen: opleidingen van alle componenten van alle kerndomeinen: exclusief ondernemingen (WPV -
Codex A1 - Art. 10).
Private veiligheid: definitie?
Enkele definities om aan te tonen hoe disparaat (niet bij elkaar passend) men private veiligheid definieert:
Wet weerkorpsen (NI) 1936: 'Door particulieren in het leven geroepen organisaties, welke gericht zijn of mede gericht zijn
op de feitelijke handhaving van de veiligheid van personen en goederen of van de openbare orde en rust'.
Shearing & Sienning (1981): "The process whereby individuals and agencies make use of the age-old prerogative of self-
help to protect their belongings and persons".
George & Button (2000): "The term 'private security industry' is a generic term used to describe an amalgam of distinct
industries and professions, bound together by a number of functions, including crime prevention, orde maintenance loss
reduction and protection".
Cools (2002): "Het geheel van activiteiten bestaande uit: preventie, ordehandhaving, opsporing, informatie-inwinning en
adviesverlening inzake criminaliteit, overlast en onveiligheidsgevoelens en die op een vrije markt complementair en
concurrentieel door private (rechts)personen tegen betaling worden aangeboden aan private en publieke (rechts)personen".
Leloup (2021): Auteurs benadrukken onderling veelal andere aspecten, dikwijls in functie van hun eigen achtergrond.
"Private" versus "Publieke" veiligheid. Een zoektocht naar constitutieve elementen:
De uitvoerder (private actor versus publieke actor).
De context (commercieel versus niet-commercieel).
De verhouding tot de opdrachtgever ('contract' versus 'in house').
De aard van de opdrachtgever (private opdrachtgever versus overheid).
De plaats van uitvoering (private versus openbare ruimte).
Het belang (particulier versus algemeen).
Een examenvraag zou kunnen zijn, de professor geeft bovenstaande lijst en een onbekende definitie. Haal eruit wat je denkt
dat een constitutief element is in de definitie, ja of nee?