Dit is een uitgebreide samenvatting waar ik heel veel aan heb gehad bij het leren van dit vak. Heeft me in staat gesteld een 18/20 te behalen. Er zitten tips en extra informatie voor het examen in verwerkt.
1.1 Structuur en functie van DNA
→ Erfelijke informatie
- ontwikkeling en voortbestaan van elk levend organisme
→ Erfelijke informatie wordt doorgegeven (G. Mendel kweekproeven)
- cel naar dochtercel: celdeling
- ene generatie van een organisme naar volgende via geslachtscellen
Wie is Gregor Mendel?
Wanneer? 19de eeuw Wie? Oostenrijker
Wat? Kweekproeven met erwten ⇒ Theorie over hoe eigenschappen zich gedragen bij
overerving en kruising (gameten)
+ een allel is een alternatieve vorm van een kenmerk
= Wetten van Mendel: Vader van de genetica
Genen: (Thomas Hunt Morgan)
- Functionele eenheid
- Bepalen karakteristieken: soort, individuen binnen een soort
- Voornamelijk instructies voor de aanmaak van eiwitten → studies in Fungi (1940’s)
- RNA genen
Wie is Thomas Hunt Morgan?
Wanneer? 19de en 20e eeuw Wie? Amerikaans geneticus en embryoloog
Wat? Studie van mutaties in de fruitvlieg Drosophila melanogaster
- Genen liggen op chromosomen (Recombinatie afstand= de afstand waartussen twee loci
zich bevinden, hoe groter de afstand hoe meer verschillend)
⇒ met de eenheid Morgan en centiMorgan
𝑟
Wiskundig: 𝜃 = 𝑟+𝑛.𝑟 r = recombinatie en n
→ Diploïd (2n) vs Haploïd (n)
→ in mitose wordt steeds gedeeld van 2n → 2n → 2n …
→ in meiose wordt steeds gedeeld van 2n → n
- Genen = mechanische basis voor erfelijkheid
→ Drosophila is een belangrijk model-organisme
Eiwitten: (DNA → RNA (via transcriptie/overschrijven) → eiwitten (via translatie/vertalen))
+ DNA kan ook repliceren (dit is niet gelijk aan de transcriptie translatie route)
- Voeren meeste cellulaire functies uit + Bouwstenen voor cellulaire structuren
- Enzymen voor katalyse van chemische reacties
- Regulatie genexpressie + Beweging van cellen + Cel-cel communicatie
⇒ Eigenschappen en functies v/e specifieke cel worden bepaald door de eiwitten in de cel
DNA → transcriptie → RNA → translatie → Eiwitten
⇒ alle stappen in dit proces staan in verbinding met elkaar
,Ontdekking van chromosomen: (Einde 19de eeuw)
- Studie van cellen en embryo’s
- Erfelijke informatie ligt op chromosomen
→ Draadachtige structuren
→ Nucleus van Eukaryote cel
→ Bij celdeling zichtbaar met lichtmicroscoop
Ontdekking van DNA:
Biochemische analyses tonen aan dat chromosomen bestaan uit eiwitten en DNA of RNA
MAAR: Vele jaren dacht men dat DNA enkel een structurele functie had
Gevolg: Jaren 1940-1950
- Studies in bacteriën en bacteriofagen
- DNA is drager van erfelijke informatie
Verhaaltje:
Men zag dat veel soldaten longontstekingen hadden, dit
werd veroorzaakt door streptococcus pneumonae, er
bestaan 2 stammen
- de S-strain (Smooth) zacht membraan
⇒ veroorzaakt longontsteking
- de R-strain (Rough) ruw membraan
⇒ veroorzaakt geen longontsteking
Experiment:
1) men ging levende R-strains (niet pathogeen)
laten groeien in aanwezigheid van een S-strain
die gedood werd door hitte, men ging ook de S-strain in een pletter plaatsen, dit werd
allemaal toegevoegd aan de R-strain
2) nu zag men dat enkele R-strains werden omgezet tot een S-strain
(transformatie)(doorbraak)
Conclusie: er moeten enkele moleculen zijn die erfelijke informatie dragen die een erfelijke
informatie kunnen dragen in de S-strains
- alle cellulaire fracties na het pletten werden van elkaar gescheiden
⇒ men zag dat als je alle aparte fracties, (RNA, DNA, proteïnen, lipiden,...) dan zie je dat enkel
DNA in staat is om de transformatie van R-strain naar S-strain te ondergaan
⇒ hieruit bleek dat DNA de drager is voor de informatie
Structuur van DNA (1953)
- J. Watson, F. Crick + R. Franklin, M. Wilkins → röntgendiffractie
=== 2 complementaire polynucleotide ketens → Dubbele helix (wenteltrap)
DNA bestaat uit polynucleotideketens:
- polynucleotiden, 4 subtypes nucleotiden → Nucleotide bestaat uit
→ C5 -Suiker: desoxyribose
→ Fosfaatgroep(en)
→ N-bevattende base
=== desoxyribonucleïnezuur (engels: deoxyribonucleïnezuur)
,Nomenclatuur:
Basen: Adenine (A), cytosine (C), guanine (G) of thymine (T)
DNA nucleoside = base+suiker vb. Desoxyadenosine (A)
DNA nucleotide = Base+suiker+fosfaat
- AMP: adenosine-monofosfaat
- dAMP = desoxyadenosine-monofosfaat
- ATP = adenosine-trifosfaat
- UDP = uridine-difosfaat
- NTP = nucleoside-trifosfaat (nucleoside triphosphate)
- dNTP = Desoxyribonucleotide-trifosfaat (Deoxyribonucleotide triphosphate)
Purine wordt geschreven als P en pyrimidine wordt geschreven als Y
Ter illustratie:
Structuren van de basen: kunnen ook bij het examen gevraagd worden
⇒ ook nummeringen kennen!!!
Structuur van nucleosiden en nucleotiden: voorbeeld
Opm. de volgorde van de fosfaten is ook belangrijk, in de volgorde 𝛼, 𝛽, 𝛾
Opm. kan ook ddCTP zijn, dit staat voor dideoxy-...
→ dit is belangrijk want als je tweemaal een -OH verwijdert is er geen sequentie vorming
meer mogelijk
, De DNA keten:
Nucleotiden zijn onderling covalent gebonden door de suikers en fosfaten
= ...fosfaat-suiker–fosfaat–suiker... ruggengraat
Algemeen: Twee suikers zijn verbonden door een fosfodiësterbinding Fosfaat (P)
= 5’–desoxyribose–3’–0–P–0–5’– desoxyribose–3’–OH
----- De twee strengen staan altijd antiparallel ten opzichte van elkaar, schrijf altijd de
oriëntatie bij het examen met 5’ → 3’ of 3’ → 5’
Wat is de functie van de H-bruggen?
Waterstofbruggen tussen de basen houden de 2 DNA-ketens samen
- basen aan de binnenzijde van de keten
- suiker-fosfaat ruggengraat aan de buitenzijde
- A = T en C≡ 𝐺
- Bij 95°C is er denaturatie, de strengen gaan uit elkaar
Bij lagere temperatuur is er renaturatie
Complementaire basenparing:
Telkens paring van
- purine (A,G) met pyrimidine (T,C) → Altijd A=T en C≡ 𝐺
- Energetisch interessantste organisatie
→ Elk basenpaar is even breed
→ Ruggegraat overal op zelfde afstand
- Enkel mogelijk indien de strengen antiparallel zijn
- De nucleotide sequentie van de 2 DNA ketens is exact
complementair
DNA kan repliceren:
= Bij elke celdeling moet een cel zijn genoom doorgeven
=== De exacte complementariteit van de 2 DNA-strengen laat toe
dat elke DNA streng een template kan zijn voor de vorming van een nieuwe exacte kopie
- replicatie is semiconservatief, de genetische eigenschappen van de parentale strengen zijn
te zien in de dochterstrengen, de parentale streng blijft bestaan na meerdere generaties
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MichaëlVanNimmen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €16,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.