Praktijktheorieën maatschappelijk werk
1. Inleiding
Sociaal werk= een praktijkgebaseerd beroep en een academische discipline die sociale verandering en ontwikkeling,
sociale cohesie, empowerment en bevrijding vn mensen bevordert. Principes vn sociale rechtvaardigheid,
mensenrechten, collectieve sociale verantwoordelijkheid en respect voor vormen van diversiteit staan centraal. SW
engageert mensen en structuren om problemen aan te pakken en welzijn te bevorderen
Belangrijk om je te verantwoorden → is afhankelijk vn erkenning door cliënt, financier en samenleving
Soc werkers werken in een complexe en veranderende samenleving, met mensen die z in kwetsbare posities bevinden,
werken in situaties van ongelijkheid en onrechtvaardigheid → Soc werkers moeten zin en betekenis vinden
Sociaal werk theorie= ideeën die soc werk en de praktijk ervan op een georganiseerde manier beschrijven en verklaren
Visies op sociaal werk:
1) reflexieve- therapeutische visie: inleven id leefwereld, persoon aanpassen aan maatschappij,
interactie hv & cliënt, individuele verandering
2) socialistische- collectivistische visie: streven naar meer gelijkheid en rechtvaardigheid, empowerment,
signaalfunctie, structureel, maatschappelijke verandering
3) individualistische-reformatie visie: instrument om sociale controle en orde te handhaven, disciplinerende
rol, individuele verandering
(4) contextual transformative benadering: het veranderen vd directe context, id directe omgeving en niet
zozeer op niveau vd maatschappij, bevorderen en ondersteunen door activering en inbedding, actief of
participatief burgerschap
2. Sociale casework
Sociale casework= methodisch hulpverlenen aan personen en gezinnen. Het perspectief vd cliënt is belangrijk. de HV
is gericht op ht aanwenden van hulpbronnen vd cliënt en zijn omgeving, het activeren en vergroten van
zelfredzaamheid
Kritiek op sociaal werk → effectiviteitscrisis:
a) SW heeft geen systematische kennisbasis ontwikkeld
b) uit onderzoek naar praktijk vh SW kwamen teleurstellende resultaten
Sociale casework is er op gericht om problematische situaties waarin personen, gezinnen en groepen zich bevinden,
op een procesmatige wijze vanuit een bep plaats te beïnvloeden door gebruik te maken vn hulpbronnnen id micro-,
meso- en macro-omgeving waarbij relatie een essentiële rol speelt
Sociale casework focust op concrete situatie en gaat op zoek naar wat werkt id praktijk
Accenten van sociale casework: omgevings- en gezinsgericht werken + belangrijke invloed vd relatie tssn
maatschappelijk werker en cliënt + benadrukken van sterktes en krachten
Methode= systematiek vn werken, doelgericht en procesmatig
Methodiek= leer vn een dergelijke methode
Proces= geheel vn persoonsgerichte en taakgerichte activiteiten die gedurende een korte of langere periode ten
behoefte ve cliëntsysteem met de cliënt en diens omgeving w opgezet
1
,EDDA= werkbaarprocesmodel, een dynamisch interventiemodel waarbij drie soorten tussenkomsten (Exploreren,
Dialogisch Diagnosticeren, Actie ondernemen) telkens in een unieke combinatie w aangeboden
Principes uit sociale casework vd basishouding vd sociaal werker:
1) een professionele relatie opbouwen: in relatie ben jij de professionele persoonlijkheid → maakt
gebruik van methoden, technieken en kennis en handelt met zelfinzicht
2) afstemmen: begin waar de cliënt is: deskundig perspectief
3) accepteren en respecteren: elk mens is uniek
4) niet veroordelen: hoe je met normen omgaat
5) in staat zijn mogelijkheden te benutten: onderzoeken van hulpbronnen en mogelijkheden en deze
aanboren
6) uitgaan vd autonomie vd cliënt: ieder mens heeft het recht en het potentieel om eigen beslissingen te
nemen en het leven te leiden zoals hij wil
7) verantwoord gebruik maken vj positie: bent bewust van de grenzen van je deskundigheid en bent daar open
over naar je cliënt
8) privacy waarborgen: vertrouwelijke informatie
3. Van Ewijk en Kamphuis
3.1 Maatschappelijk werk in een sociaal gevoelige tijd
Van vooruitgangsstaat naar een staat van complexiteit → leidt tot toenemende sociale gevoeligheid en kwetsbaarheid
Krachtlijnen:
1) verbindend werken: problemen collectief aanpakken
2) laagdrempelig en nabij werken: aanwezig id leefwereld vn kwetsbare mensen, maken agenda
samen met betrokkenen
3) politiserend werken: waarborgen toegang tot rechten en kaarten structurele factoren aan
4)generalistisch werken: overzicht over situaties van kwetsbaren vanuit verschillende levensdomeinen
5) procesmatig werken: uitkomst ligt nooit vooraf vast
Soc werker onderkent zowel de complexiteit als geheel en de afzonderlijke componenten ervan, zonder die
componenten te ontkoppelen vd complexiteit
Sociaal functioneren kunnen we koppelen aan sociaal of actief burgerschap
Burgerschap= nadruk op verantwoordelijkheid nemen voor de eigen leef- en werkomstandigheden en voor het eigen
gedrag
Medeverantwoordelijkheid= veronderstelt dat de burger verantwoordelijk is voor zijn directe fysieke en economische
omgeving
Burgerschap:
- veronderstelt een fatsoenlijke verzorgingsstaat met toegankelijke systemen
- de eigen en medeverantwoordelijkheid hoort altijd te staan naar het vermogen vd specifieke burger
- relationeel burgerschap: burgerschap is niet alleen een persoonlijke opgave maar werkt pas als
samenleving en overheid zich inzetten voor hun burgers
2
, Activeren= de inzet om mensen te helpen weer…
Inbedden= probeert de directe omgeving zo te laten functioneren dat iemand makkelijker sociaal functioneert
4. Digitalisering id jeugdhulpverlening
Mediawijs helpt inwoners om digitale technologie en media actief, creatief, kritisch en bewust te gebruiken en te
begrijpen om deel te nemen aan onze maatschappij
Generatie alpha= meer verandering meegemaakt, meer in stedelijke omgeving, flexibeler en goed opgeleid. Gaan goed
om met technologie maar is ongeduldige generatie
Digitaal burgerschap= leerlingen leren bewust en verantwoord omgaan met sociale media. Ze dienen een goede,
verantwoordelijke burger te zijn
Soorten begeleiding:
1) restrictieve begeleiding: grenzen stellen aan mediagebruik
2) actieve begeleiding: sturen vn kinderen door het geven vn informatie
3) gezamenlijke mediabeleving: niet alleen over praten maar samen lezen, samen kijken en samen
beleven
4) zicht houden: in de buurt blijven om te helpen wanneer dat nodig is
Digitale inclusie= acties en oplossingen die nodig zijn om digitale uitsluiting te voorkomen, zodat iedereen ten volle
kan deelnemen aan de digitale samenleving
Digitale kloof= verschil tussen diegene die kunnen profiteren vn digitale technologie en hen die dit niet kunnen
Voorwaarden digitale inclusie:
- hebben van toegang
- hebben van vaardigheden
- hebben van ondersteunend netwerk
- inclusion by design
Onlinehulp voor welzijn en gezondheid bevat elke communicatie tussen cliënten onderling en tussen cliënt en
hulpverlener, gefaciliteerd door de organisatie waarbij gebruik gemaakt wordt van ICT met als doel welzijn en
gezondheid te bestendigen of te vergroten
3