Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Fiscaliteit Inkomstenbelasting + Loonbelasting €7,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Fiscaliteit Inkomstenbelasting + Loonbelasting

 38 vues  5 achats
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting Fiscaliteit Inkomstenbelasting + Loonbelasting inclusief wetten en voorbeelden. Alles wat je moet weten voor de toets

Aperçu 4 sur 36  pages

  • Non
  • Loonbelasting + inkomstenbelasting
  • 1 juin 2022
  • 36
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting fiscaliteit
Week 1 Loonbelasting :

Het belastingrecht is onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de verhouding tussen
de overheid en haar burgers.
Bij privaatrecht gaat het vooral om de verhouding tussen burgers onderling.

Subjectieve belastingplicht = er wordt rekening gehouden met de persoon die belasting
verschuldigd is. Bij een objectieve belastingplicht wordt er geen rekening gehouden met dit soort
zaken.

Inhoudingsplichtige = werkgever
Belastingplichtige = werknemer


Wet LB bepaalt dat een inhoudingsplichtige loonbelasting moet inhouden op het (bruto)loon van de
werknemer, en moet afdragen aan de Belastingdienst.

Loonheffing = loonbelasting + premies volks verzekeringen
Belastbaar loon = loon voor loonheffing
Loonbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting

Een werknemer is een natuurlijk persoon die tot inhoudingsplichtige in privaatrechtelijke of
publiekrechtelijke dienstbetrekking staat.

 Echte dienstbetrekking = bestaat uit twee soorten dienstbetrekkingen :
- Privaatrechtelijk : er moet sprake zijn van :
1. Een gezagsverhouding
2. Persoonlijk arbeid verrichten
3. Loon
- Publiekrechtelijk : berust niet op een arbeidsovereenkomst maar op een aanstelling
of benoeming. Bijv.: burgemeester, ambtenaar, commissaris van de koning.
 Fictieve dienstbetrekking= kan alsnog een werknemer zijn volgens de wet. Bijv.:
- Aanneming van werk = moet gaan om werk van stoffelijk aard dus geen dienst (art. 3
lid 1 letter a en b Wet LB)
- Stagiaires = (art. 3 lid 1 letter e Wet LB)
- Meewerkende kinderen = als een kind van 15 jaar of ouder meewerkt in de
onderneming van zijn ouders is er sprake van een dienstbetrekking. Als het kind
onder dezelfde arbeidsvoorwaarden werkzaam is als het overige personeel, is er
sprake van een echte dienstbetrekking. In andere gevallen gaat het om een fictieve
dienstbetrekking (art. 3 lid 1 letter f Wet LB)
- Aanmerkelijk belanghouder
 Oneigenlijke dienstbetrekking =
- Bepaalde uitkeringen worden als loon aangemerkt.
- Bedoeld om heffing van de Inkomstenbelasting makkelijker te maken
- Bijvoorbeeld : AOW, WAO, Bijstandsuitkering
- (art. 34 LB) (art. 11 Wet LB)


Huispersoneel = De Wet LB kent een bijzondere regeling voor huispersoneel dat voor een natuurlijke
persoon werkzaam is. Op grond van (art. 5 Wet LB) is er geen dienstbetrekking als :

,  Er uitsluitend of nagenoeg uitsluitend (=90% of meer) huiselijke of persoonlijke diensten
in het huishouden van de natuurlijke persoon worden verricht
 De werkzaamheden minder dan 4 dagen per week zijn

Inhoudingsplichtige = (art. 6 Wet LB)
 Is verplicht Loonbelasting in te houden op loon en af te dragen aan de belastingdienst
 Kan een natuurlijk persoon of rechtspersoon zijn
 Is in Nederland woonachtig/gevestigd.

Tarief = bij het bepalen van de eindheffing kunnen 4 tarieven gelden (art. 31 lid 2 Wet LB) :
 Het tabeltarief = bij het tabeltarief wordt aangenomen dat de werkgever al bij de
toekenning van de voordelen de loonbelasting voor zijn rekening heeft willen nemen.
 Het enkelvoudige tarief = bij het enkelvoudige tarief wordt niet aangenomen dat de
werkgever al bij de toekenning van de voordelen de loonbelasting voor zijn rekening
heeft willen nemen. Het enkelvoudige tarief is gelijk aan het tarief dat bij een normale
inhouding zou zijn verschuldigd.
 Een vast tarief = het belangrijkste vaste tarief is dat van 80%. Dit tarief is van toepassing
voor het overschrijden van de vrije ruimte (art. 31a lid 1 Wet LB). Voor anonieme
werknemers = 52% (art 26b Wet LB)




Week 2 Loonbelasting :

De Wet LB kent een tweetal loonbegrippen : belastbaar loon en loon.
Belastbaar loon = bedrag waarover loonheffing wordt berekend.
Loon komt in twee vormen voor : loon in geld en loon niet in geld (oftewel loon in natura). Loon in
natura kan je weer onderverdelen in : loon in de vorm van goederen en diensten en loon in de vorm
van aanspraken.

,Het tabelloon voor de loonbelasting wordt als volgt berekend :

Loon in geld (brutoloon) …
Loon in natura …+
Fooien en uitkeringen fondsen …+
Vrijstellingen voor alle heffingen …-
Tabelloon ………


Loon in geld = maandloon, vakantiegeld, bonussen. Loon in geld is een beloning die in een wettig
betaalmiddel wordt uitbetaald.

Loon in natura = loon dat niet in geld wordt ontvangen. Gratis producten van de werkgever.
Bijvoorbeeld : telefoon, levensmiddelen, huisvesting, gratis producten uit de zaak, een gratis maaltijd
op het werk, een auto van de zaak en uitbetaling in een cryptovaluta zoals bitcoin.
Loon in natura moet worden gewaardeerd om tot een juiste inhouding van loonbelasting te komen.
Dit kan op 3 manieren :
- Factuurwaarde: er wordt uit gegaan van de factuurwaarde van het goed of dienst.
Dus de prijs die de inhoudingsplichtige heeft betaald (inkoopfactuur incl. btw)
- Waarde in het economisch verkeer : als de factuurwaarde ontbreekt of er geen
factuur is mag worden uitgegaan van de waarde in het economisch verkeer. Dus de
verkoop- of winkelwaarde (incl. btw). (art. 10a lid 7 Wet LB)
- Forfaitaire waarderingsnorm : er moet op grond van art 13 lid 3 Wet LB uitgegaan.




Een aanspraak = een recht op
toekomstige uitkeringen en
behoort tot het loon in natura.
De hoofdregel is dat een
aanspraak tot het loon moet
worden gerekend op het
moment dat deze wordt
toegekend.

, Fooien zijn onderdeel van een dienstbetrekking. (art. 12 Wet LB)
Fooien en dergelijke prestaties van derden zijn in beginsel vrijgesteld voor de heffing van
loonbelasting. Hierop geldt een uitzondering als bij het vaststellen van het loon al rekening is
gehouden met fooien, of als een onderneming minder loon uitbetaalt dan het vastgestelde cao-loon.
In dit geval moet het verschil tussen het cao-loon en het uitbetaalde loon worden meegenomen bij
het bepalen van de loonbelasting. De werknemer moet overigens zijn werkelijk ontvangen fooien
altijd opnemen in zijn aangifte inkomstenbelasting.

De auto van de zaak is een vorm van loon in natura. Op grond van artikel 13 bis Wet LB valt de auto
van de zaak onder de heffing van loonbelasting.
Het uitgangspunt bij een auto die niet ouder is dan 15 jaar, is dat het voordeel op jaarbasis wordt
gesteld op ten minste 22% (art. 13bis lid 1 letter a Wet LB) van de oorspronkelijke cataloguswaarde
van de auto.
Als de auto ouder is dan 15 jaar is de bijtelling 35% van de waarde in het economisch verkeer. (art.
13bis lid 1 + lid 5 letter b Wet LB).
Bij minder dan 500 km privé gereden kilometers is er geen bijtelling. Hierbij tellen woon-werk
kilometers als zakelijk.
Bij een elektrische auto geldt 16% bijtelling. (art. 13bis lid 2 Wet LB).

Met ingang van 1 januari 2020 is art.13ter Wet LB ingevoerd. De fiets van de zaak vormt loon in
natura en valt onder de heffing van de loonbelasting. Het voordeel wordt gesteld op 7% van de
waarde van de fiets per jaar.

Gebruikelijk loon = als iemand arbeid verricht voor een BV/NV waarin hij of zijn partner een
aanmerkelijk belang heeft dan speciale regeling met betrekking tot het loon. (art. 12a Wet LB).
Het gebruikelijk loon moet op grond van artikel 12a lid 1 Wet LB ten minste worden vastgesteld op
het hoogste van de volgende bedragen :
- 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking
- Het minimale loon van de best betaalde werknemer
- Minimaal €48.000

De belangrijkste vrijstellingen zijn :
- Schade aan of verlies van persoonlijke zaken : voorwaarde is wel dat het gebeurd
tijdens de uitoefening van de dienstbetrekking. Bijv. schade aan een pak.
(art. 11 lid 1 letter k Wet LB)
- Eenmalige uitkeringen en verstrekkingen bij overlijden : eenmalige uitkering en
verstrekking bij overlijden van de werknemer, zijn partner of zijn (pleeg)kinderen,
zijn op grond van art 11 lid 1 letter m Wet LB vrijgesteld voor zover zij niet meer
bedragen dan 3 maal het maandloon (art 3.1 Uitv.reg. LB)
- Diensttijd- of jubileumvrijstelling : ten minste 25 jaar, respectievelijk 40 jaar
diensttijd geldt op grond van art 11 lid 1 letter o Wet LB voor beide mijlpalen een
eenmalige vrijstelling van maximaal 1 maal het maandloon (art. 3.1 Uitv.reg. LB)
LET OP: deze vrijstelling is twee keer te benutten. Bij een diensttijd van tenminste 25
jaar als een diensttijd van ten minste 40 jaar.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur denisejonkheer. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73091 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,99  5x  vendu
  • (0)
  Ajouter