Dit is een samenvatting voor het onderdeel deontologie in het vak controleleer en deontologie gegeven door Joël Branson. De samenvatting is geschreven in het academiejaar en bevat alle te kennen leerstof voor dit jaar. De samenvatting is gebaseerd op de hoorcolleges.
, Inhoudsopgave
Deontologie (Prof. Joël Branson) ..................................................................................................................................1
Hoofdstuk 1: Bronnen van de plichtleer...................................................................................................................1
1. Wat is deontologie? ......................................................................................................................................1
2. Drie luiken van bronnen: België, Europa, internationaal .............................................................................1
Hoofdstuk 2: Het nieuw systeem van publiek toezicht ............................................................................................4
1. Schema .........................................................................................................................................................4
2. College van toezicht op de bedrijfsrevisoren (CTR)......................................................................................4
3. Sanctiecommissie van de FSMA ...................................................................................................................7
4. Hoge Raad voor de Economische Beroepen (HREB) ....................................................................................8
5. Instituut van de bedrijfsrevisoren (IBR) ......................................................................................................11
Hoofdstuk 3: De functie van de bedrijfsrevisor ......................................................................................................12
1. De hoofdtaak van de bedrijfsrevisor ..........................................................................................................12
2. Verenigbare nevenactiviteiten ...................................................................................................................13
3. Verboden activiteiten (onverenigbaarheden) ............................................................................................13
Hoofdstuk 4: Titel bedrijfsrevisor en onafhankelijkheid ........................................................................................15
1. Categorieën ................................................................................................................................................15
2. Alle bedrijfsrevisoren ..................................................................................................................................15
3. Onafhankelijkheid van de bedrijfsrevisor met revisorale opdrachten .......................................................16
4. Commissaris ................................................................................................................................................18
5. Onafhankelijkheid van de commissaris ......................................................................................................18
Hoofdstuk 5: Andere deontologische aspecten .....................................................................................................31
1. Beroepsgeheim ...........................................................................................................................................31
2. Aansprakelijkheid .......................................................................................................................................34
3. Aanvaarding opdracht ................................................................................................................................37
4. Ontslag en opzegging van de commissaris .................................................................................................38
5. Permanente vorming ..................................................................................................................................40
6. Reclame ......................................................................................................................................................40
7. Titel bedrijfsrevisor .....................................................................................................................................41
8. Toegang tot het beroep ..............................................................................................................................42
,Deontologie (Prof. Joël Branson)
Hoofdstuk 1: Bronnen van de plichtleer
1. Wat is deontologie?
Deontologie kan worden omschreven als plichtenleer (synoniemen). Het gaat over wat mensen die een bepaald
beroep uitoefenen deontologisch verplicht zijn aan de maatschappij vanuit een ethisch handelen.
→ Wij focussen hierbij op de werkzaamheden van bedrijfsrevisoren en auditors.
→ Dit is soms ook van toepassing op wat geldt voor andere vrije beroepen, zoals artsen, advocaten,
gerechtsdeurwaarders…
o Vrije beroepen ontwikkelen zich vaak onder een bepaalde vorm van zelforganisatie. Ze ontwikkelden een
regelgeving, een deontologie voor alle beroepsbeoefenaars met die titel. Dit deed de plichtenleer
ontstaan.
o Zo is er het instituut van bedrijfsrevisoren sinds 1953, de orde van geneesheren…
→ Overheen de tijd is er steeds meer overheidsinmenging. Er is een wetgevend kader ontstaan dat de
deontologie van de bedrijfsrevisoren stuurt.
o Dit is er veel meer dan voor andere vrije beroepen.
2. Drie luiken van bronnen: België, Europa, internationaal
Het internationale luik beïnvloedt het Europese luik en het Europese luik beïnvloedt het Belgisch luik.
België
Wetgevend
o Wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren
▪ Oorspronkelijk: Wet oprichting IBR (1953)
▪ Grondige herziening in 1985 (hervorming auditberoep) en 2007 (richtlijn wettelijke controle)
o Dit is de basiswet, ontstaan na een Europese richtlijn in 2014. Dit vervangt bijna volledig de
oorspronkelijke wet uit 1953. Er zijn enkel nog een aantal uitdovende artikels.
o Verschillende KB’s (uitvoeringsbesluiten), zoals
▪ KB van 21 juli 2017 betreffende de toekenning van de hoedanigheid van bedrijfsrevisor alsook de
inschrijving en registratie in het openbaar register van de bedrijfsrevisoren
• Wie kan bedrijfsrevisor worden?
▪ KB van 17 augustus 2018 betreffende de toegang tot het beroep van bedrijfsrevisor
o Wetboek vennootschappen en verenigingen (23 maart 2019) + uitvoeringsbesluit
Instituut van de bedrijfsrevisoren (IBR)
− Vademecum
o Minder belangrijk vandaag, de laatste versie is van 2009 en wordt niet meer geüpdatet.
− Normen en aanbevelingen
Europa
− Richtlijn wettelijke controle (1984/2006/2014)
o Er zijn dus 3 grote bewegingen geweest omtrent regelgeving voor de wettelijke controle. Voor 1984 had
Europa geen wettelijk kader hiervoor.
o Richtlijn 1984 zorgde voor een herziening in België in 1985. Dit gebeurde heel snel aangezien er in België
al een goede basis was.
o Richtlijn 2006 zorgde opnieuw snel voor een herziening in België in 2007.
▪ Deze richtlijn zorgde voor een verschuiving van een interne deontologie naar een meer door de
overheid bewaakt wettelijk kader onderworpen aan publiek toezicht en regelgeving.
1
Deontologie: Hoofdstuk 1
, ▪ Reden? De hervorming in 2006 is ontstaan als gevolg van een crisis met betrekking tot de
geloofwaardigheid van het auditberoep. Er gingen grote bedrijven failliet en er kwamen grote
boekhoudschandalen aan het licht waarbij men zich afvroeg hoe de auditors dit niet hadden gezien.
Men wilde het vertrouwen van de investeerders verhogen.
o Richtlijn 2014 zorgde voor de wetgeving in België van 2016 die momenteel nog steeds van kracht is.
▪ Reden? De financiële crisis in 2007, 2008 waarbij financiële instellingen grote overheidssteun
moesten krijgen of failliet gingen. Opnieuw waren er weinig waarschuwingssignalen en werd dit
deels bij het auditberoep gelegd. Dit zorgde voor een versterking van de wettelijke vereisten om
het vertrouwen van de investeerders in de auditors te verbeteren.
− Verordening wettelijke controle (2014)
o In 2014 is ook bijkomend een verordening opgesteld.
Verschil tussen de verordening en de richtlijn
− De richtlijn van 2014 paste de richtlijn van 2006 aan. Die was van toepassing op alle audits, dus zowel op de
controle van de jaarrekening als op andere controles. Een richtlijn moet worden omgezet in het nationaal
recht van de lidstaten, waarbij zij vaak bepaalde keuzemogelijkheden hebben.
− De verordening is onmiddellijk van toepassing, zonder omzetting in het nationaal recht. Dit is enkel van
toepassing op de wettelijke controle op OOB’s.
o Wat zijn OOB’s?
▪ Organisaties van openbaar belang
▪ Beursgenoteerde ondernemingen, kredietinstellingen, verzekerings- en
herverzekeringsondernemingen, vereffeningsinstellingen en met vereffeningsinstellingen
gelijkgestelde instellingen.
o Het totale aantal OOB’s in België bedraagt ongeveer 350 vennootschappen.
o Engels: Public interest entity (PIE)
Grote lijnen van de hervorming in 2016
1. Herziening van het systeem van publiek toezicht
o 2005-2006: combinatie van zelfregulering en publiek toezicht
o 2014-2016: evolutie naar volledig publiek toezicht
2
Deontologie: Hoofdstuk 1
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kirstends. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.