Resume
Samenvatting Complexe Opvoedingssituaties II
- Établissement
- UC Leuven-Limburg
Samenvatting van de lessen Complexe opvoedingssituaties II
[Montrer plus]
Aperçu du contenu
Complexe opvoedingssituaties IIThema 3: complexiteit: factoren op mesoniveau
Vrije Tijd
“Op welke domeinen kan je problemen verwachten als SRW’er in het domein vrije tijd?”
Toegankelijkheid? Kan iedereen aansluiten bij een vereniging?
Recht op vrije tijd: theorie vs praktijk? Niet elk kind heeft vrije tijd. Veel worden snel
volwassen door problemen en krijgen zo niet de nodige ontspanning die ze nodig hebben.
Doorheen de geschiedenis
Vroeger werd er minder belang gehecht aan vrije tijd. Het is dus een jong begrip. Tot de 19e
eeuw was dit enkel toegankelijk voor de elite. Maar de maatschappelijke positie van
kinderen veranderde in de helft van die eeuw, er werd meer belang gehecht aan de
kindertijd en werd dus aanzien als een aparte levensfase.
Mijlpaal: Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK): recht op vrije tijd
(Art. 31 van het kinderrechtenverdrag).
à Elk kind heeft recht op vrije tijd, rust en ontspanning.
De overheid moet dus het aanbod van degelijke en gelijke kansen voor culturele, artistieke,
recreatieve en vrijetijdsactiviteiten aanmoedigen.
Veel aandacht voor participatiegedachte:
- Focus op empowerment
- Emancipatie
- Particitpatie
Vrije tijd wordt gepedagogiseerd. Er wordt toegewerkt naar actieve burgerschap. Het wordt
dus ook geprofessionaliseerd. Er ontstaan koepelorganisaties, jeugdbewegingen worden
nationaal met elk hun pedagogisch traject en visies.
Pedagogisering zit dus niet enkel op het eerste milieu: gezin. Maar ook naar het tweede:
school en dus nu ook het derde: vrije tijd. Dit met het idee om kinderen en jongeren zo veel
mogelijk de kans te geven tot ontplooiing.
Het beleid richt zich vooral op het georganiseerde vrije tijdsaanbod = formeel vrije
tijdsaanbod.
Er zijn wat macrotendensen gekomen zodat vrije tijd flexibeler wordt.
Vroeger was het in de winter sneller donker, dus gingen de mensen gaan slapen. Nu kan
men licht aansteken en een hobby beoefenen.
Vroeger kon men in de winter geen aardbeien eten, nu kan men alles eten elk seizoen.
Mensen kunnen nu hun arbeidstraject wat zelf bepalen. Je kan deeltijds werken, je kan 4/5de
werken, … Er zijn dus heel wat mogelijkheden.
,In de vorige eeuw waren ze wat bang wat er na het jaar 2000 zou komen. Ze dachten dat we
ons zouden ‘vervelen’. Men dacht dat er niets meer te doen zou zijn. Maar dat is anders
uitgedraaid.
Individualisering, digitalisering, vergrijzing, … zijn allemaal processen die invloed hebben op
ons tijdsbestedingspatroon.
Vormen van aanbod
Sport: sportclubs, bewegingsinitiatieven, circusschool, …
Cultuur: muziekscholen, toneelverenigingen, museumbezoek, concerten, lezen, bioscoop, …
Jeugdwerk: jeugdbewegingen, jeugdkampen, speelpleinwerking, vakantiekampen, …
- Formeel vrije tijdsaanbod: georganiseerde vrijetijdsactivteiten
Naar de scouts gaan, skatekamp, tekenles, …
- Informeel vrije tijdsaanbod: alles vrije tijd buiten het georganiseerde aanbod
Gaan spelen bij een vriendje, gaan skaten in het skatepark, muziek luisteren, …
Belang
Het is een belangrijke factor in de normale ontwikkeling van elk kind/jongere.
- Oefenen op sociale vaardigheden
- Ontwikkeling zelfbeeld/identiteitsontwikkeling
Circle of courage
- Weerbaarheid, veerkracht en steunbronnen
- Leerschool om te experimenteren
- Evenwichtige groei tot volwassenheid
- Zorgt voor betere schoolprestaties en verminderd probleemgedrag
- Actieve deelname aan samenleving
,Mogelijke invloeden
Sociale klasse “Het onderwijsniveau van ouders en SES hebben invloed op
maatschappelijke participatie van kinderen.”
Hogere sociale klassen: kinderen nemen meer deel aan het
georganiseerd vrije tijdsaanbod.
Lagere sociale klassen: vrije tijd meer in het informeel aanbod
à ongelijke toegang tot georganiseerd vrijetijdsaanbod.
à vrijetijdsstress of tijdstekort: tendens in hogere sociale klasse in onze
maatschappij
Afkomst “Jongeren met migratieachtergrond zijn ondervertegenwoordigd in
het georganiseerd aanbod.”
Zwakkere maatschappelijke positie van allochtonen.
Allochtonen gaan wel veel sporten, maar niet in clubverband.
Allochtone families vak meer gericht op vrije tijd binnen eigen familie-
/vriendenkring
Geslacht Meisjes:
Meer lid van sociale en culturele verenigingen, besteden meer vrije tijd
thuis door en helpen vaker in huishouden. Spenderen meer tijd met
familieleden.
Jongens:
Meer lid van sportverenigingen, doen vaker buitenhuisactiviteiten
Leeftijd “Vrije tijdsbesteding verschilt doorheen de levensloop.”
Adolescenten richten zich meer op sociaal gebeuren en speelt
ongeorganiseerde activiteiten een grotere rol (vriendenkring). Doorheen
de kindertijd gaat het om het inhoudelijke, iets willen leren.
Drop-out in jeugd- en sportverenigingen neemt toe vanaf middelbaar.
Onderwijsvorm “Studierichting is in grote mate bepalend voor dagelijkse
vrijetijdsruimte.”
Leerlingen uit BSO, TSO beschikken over meer vrije tijd dan leerlingen
uit ASO. Maar hebben wel een lagere deelname aan georganiseerde
vrije tijd.
Maken meer gebruik van commercieel aanbod.
Café’s, bioscoop, …
Residentiële “Plaatsing is een boete op vrije tijd.”
setting Het heeft een praktische en financiële belemmering binnen de
leefgroep.
, Sociale media en het uitgaangsleven wordt ingeperkt.
Het is dubbel: want er is vrije tijd maar wel in onvrije context en een
gebrek aan continuïteit. Er is een aanbod, maar kan thuis niet worden
verdergezet.
Bijzondere Kinderen in residentiële settings
doelgroepen Kinderen met emotionele en/of gedragsproblemen
Kinderen met een ontwikkelingsstoornis
à extra factor die belemmerend werkt.
Vrije tijd binnen de jeugdhulp
Jongeren die in de jeugdhulp zitten hebben nood aan meer aandacht voor onderwijs en vrije
tijd.
We moeten opzoek gaan naar wat jongeren nodig hebben, wat brengt rust voor hen, wat
maakt hen gelukkig, …
- Gewoon kind/jongere kunnen zijn
- Continuïteit in sociale contacten
- Vertrouwensfiguur (netwerkgericht werken)
Enkele casussen uit de jeudghulp
Jonas is 9 jaar en verblijft doorheen de week in een MFC samen met zijn zusje Ilke van 7 jaar.
Ze gaan naar het buitengewoon onderwijs en zitten er beiden in een auti-klas.
Het jongste broertje van 4 jaar woont nog thuis. De beide kinderen zijn omwille van gedrags-
en emotionele moeilijkheden en een diagnose autisme opgenomen in de leefgroep. Hun
moeder is alleenstaand en heeft zelf ook begeleiding vanuit een mobiel team psychiatrie.
Moeder heeft het financieel erg zwaar. Ze heeft geen auto en doet alles met de fiets.
Jonas verveelt zich erg tijdens de weekends wanneer de structuur wegvalt. Hij is verknocht
aan zijn nintendo, maar moeder zou heel graag willen dat hij een hobby vindt. Zijn zusje Ilke
gaat wekelijks naar de tekenles en dat lukt wel goed. Ook in de week op het internaat kan zij
zich wel bezighouden met knutselen en tekenen en op woensdag gaat ze naar een klein crea-
atelier in de buurt. Jonas heeft in het verleden al hobby’s uitgeprobeerd, maar het loopt
steeds mis. Hij heeft last van de drukte van een grote groep en geraakt overprikkeld. Na één
keer gaan, wil hij niet meer terug. Hij heeft ook moeite om sociale contacten aan te gaan.
Andere kindjes ervaren hem als vreemd omdat hij vaak geluiden maakt en rondfladdert.
Motorisch is hij niet zo sterk, sporten doet hij niet graag. Zijn passies zijn lego bouwen,
nintendo spelen, rekenen, programmeerspelletjes, fietsen en gezelschapsspelletjes spelen.
Yassin is een 10-jarige Afghaanse jongen die in een opvangcentrum verblijft. Zijn ouders
wonen ook in het centrum, maar spreken (nog) geen Nederlands. Yassin verstaat al een
beetje de taal, maar het belemmert hem om deel te nemen aan vrijetijdsactiviteiten. Hij zou
nochtans heel graag voetballen. Hij doet niets anders dan voetballen in het centrum. Op
school zit hij in een OKAN-klas. De ouders van Yassin hebben weinig financiële middelen. De
leefgroepbegeleiders willen op zoek gaan naar een geschikte voetbalclub maar ervaren dat
er veel praktische problemen zijn: taal tijdens de training, opvolgen mails van trainers,
vervoer naar trainingen en matchen, lidgeld en kledij.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jokelienwuyts. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
Peut-on faire confiance à Stuvia ?
4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)
79202 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours
Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans