Samenvatting Onderzoeksmethodologie 2021-2022
1 Correlation and causation
Causaliteitsprobleem: als A correleert met B, dan is het niet alleen mogelijk dat A de oorzaak is van B,
maar is het ook mogelijk dat B de oorzaak is van A
foute causaliteit leidt vaak tot slechte managementaanbevelingen
vb. vluchtelingen vertonen meer crimineel gedrag, dus we moeten ze buiten houden
Zaken die kunnen leiden tot foute causaliteit:
1. Er is geen causaliteit, geen verklaring voor het oorzakelijk verband
het is slechts toeval, er is slechts correlatie
2. Er is een verband tussen A en B, maar het is andersom dan gedacht
achterhalen wat eerst komt m.b.v. longitudinaal onderzoek of experiment
vb. Fisher dacht dat longkanker de zin voor roken veroorzaakte terwijl het andersom is
3. Schijnsamenhang
er is geen echte samenhang; als er 1 variabele extra bijkomt, valt correlatie tussen
oorspronkelijke variabelen weg
vermijden door multivariate analyse i.p.v. bivariate analyse
4. Verkeerd model testen
vb. je hebt te maken met een mediator of moderator, maar test hier niet op
5. Belangrijke onmeetbare variabelen
er is dan sprake van multicausaliteit i.p.v. monocausaliteit, alle variantie wordt foutief
toegeschreven aan slechts 1 variabele
2 Research orientation and design & Turtle: head & legs
1-2
2.1 Research strategies
Belangrijk om op tijd te beginnen nadenken over je onderzoeksgebied
welke onderwerpen interesseren je en kunnen je voorzien van een onderzoekbaar gebied
lijkt soms onproductief, maar kan moeilijkheden in later stadium vermijden
“The fox knows many, things but the hedgehog knows one big thing”
grootste valkuil bij onderzoek is om te veel te willen doen, het te groots te zien
bepaal wat je wil onderzoeken en pin je daarop vast, beperk jezelf daartoe
Afhankelijk van theoretisch kader, zal je bepaalde onderzoeksmethodologie gebruiken
Onderzoek wordt beïnvloed door:
- Praktische overwegingen, vb. tijd, budget, ethiek, wetgeving
- Theorie
- Waarden
- Epistemologie
- Ontologie
,Samenvatting Onderzoeksmethodologie 2021-2022
Bij onderzoek is het belangrijk steeds bias (= foutenbronnen) te vermijden
onderzoek moet zo foutloos mogelijk zijn, MAAR je kan nooit een foutenvrij onderzoek doen
2.2 Research design
Wat, waarom en hoe bepalen:
- Wat: waar wil ik meer over weten, wat zijn de hoofdonderzoeksvragen?
- Waarom: waarom is dit interessant voor anderen, is het onderzoek een meerwaarde?
- Hoe, conceptueel: welke modellen, concepten en theorieën kan ik gebruiken om
onderzoeksvragen te beantwoorden?
- Hoe, praktisch: welke technieken gebruik ik om info te verzamelen en te analyseren?
2.3 Turtle template
Onderzoek is net als een schildpad:
- Ontwerpen ervan gaat traag vooruit
- Op een bepaald moment moet je je onderzoek afbakenen en je beperken tot wat je tot dan toe
verzameld hebt = je schild optrekken
- Bestaat uit verschillende onderdelen = inleiding (= hoofd), midden (=legs) en slot (=tail)
2.4 Turtle Head: Research orientation and strategy
Ontologie = visie op de sociale werkelijkheid, wat kunnen we weten
- Objectivisme = ziet werkelijkheid als objectief gegeven dat makkelijk gemeten kan worden
sociale fenomenen en hun betekenis bestaan onafhankelijk van sociale actoren
- Constructionisme = werkelijkheid wordt doorlopend gecreëerd door subjecten (= mensen)
sociale fenomenen en hun betekenis worden continu bereikt door sociale actoren, de
onderzoeker is altijd aanwezig in een specifieke versie van de sociale werkelijkheid
kennis is onbepaald
Epistemologie = hoe je de werkelijkheid te weten kan komen
- Positivisme = a.d.h.v. de natuurwetenschappen, statistiek, statistische analyse
wetenschappers houden zich bezig met wetenschappelijke uitspraken, niet met normatieve
uitspraken
o Fenomenalisme = alleen verschijnselen en dus kennis die door zintuigen wordt
bevestigd, kan echt als kennis worden gerechtvaardigd
o Deductie = vertrekken van theorie om hypothesen te genereren en deze dan te testen
= theorie hypothese dataverzameling bevindingen hypothese
behouden/verwerpen theorie herzien
o Objectivisme = wetenschap moet worden uitgevoerd op een manier die waardevrij is
- Interpretivisme = a.d.h.v. interactie met subjecten, vb. interviews
kijkt naar verschillen tussen mensen en de objecten van de natuurwetenschappen
, Samenvatting Onderzoeksmethodologie 2021-2022
sociale wetenschappers moeten de subjectieve betekenis van sociale actie begrijpen
Inductie = kennis, theorie wordt verkregen door het verzamelen van feiten
= info verzamelen vragen stellen categorieën vormen patronen zoeken
theorie ontwikkelen theorie vergelijken
Realisme = natuur- en sociale wetenschappen zouden dezelfde benadering moeten volgen
- Empirisch realisme = realiteit kan worden begrepen door geschikte methoden te gebruiken
- Kritisch realisme = structuren die gebeurtenissen en discours genereren identificeren,
structuren die niet spontaan zichtbaar zijn in waarnemingen kunnen alleen worden
geïdentificeerd d.m.v. praktisch en theoretisch werk
Abductie = zoeken naar meest logische verklaring
Vb.: Empirisme = als je het niet kan meten, bestaat het niet
Auto-etnografisch onderzoek
= onderzoeker kan nooit weten hoe doelgroep zich
echt voelt
Theorie:
1. Deductieve logica: conclusie is gegarandeerd waar
B alleen afleiden uit A als B een formeel logisch gevolg is van A
2. Inductieve logica: conclusie is waarschijnlijk waar
B afleiden uit A, waarbij B niet noodzakelijk uit A volgt, A zou goede reden kunnen geven om
B te accepteren, maar het garandeert B niet
3. Abductieve logica: conclusie is de beste gok
A afleiden als verklaring voor B, maar meerdere mogelijke verklaringen voor B
H. Simon: ‘mens is rationeel, maar wel maar beperkt’
K. Popper: theorie van falsificatie = steeds zoeken naar data die jouw theorie verwerpt
G. Hofstede: culturen van landen verschillen op een aantal dimensies; machtsafstand,
onzekerheidsvermijding, individualisme en mannelijkheid
Methodologie = hoe onderzoek voeren
- Kwantitatief = meten is weten, cijfers en tellen
- Kwalitatief = in-depth understanding
! onderzoeker kan nooit volledig abstractie maken van eigen waarden
kan in tegenspraak zijn met de waarden van managers
waarden kunnen overtuigingen of gevoelens van onderzoeker weerspiegelen
waarden kunnen bias creëren in het onderzoeksproces (vraagformulering, interpretatie…)
waarden kunnen ook affiniteit of sympathie uitlokken