Hoofdstuk 1 Wat is relationele ethiek?
Wat is een relationele ethiek?
o De vraag naar de grond/fundament? Hoe motiveer je uiteindelijk dat wat je als hulpverlener
doet?
o In een relationele ethiek gaan we aan de slag met het netwerk van relaties, de vele
factoren (of lagen) die het leven van een cliënt uitmaken, om het goede doen? Bij elk
psychologisch probleem spelen vele dynamieken, lagen of factoren.
Een fundamenteel filosofisch-ethisch debat
o In onze samenleving en in het sociaal-agogische praktijkveld onderscheiden we een debat
tussen verschillende wijzen waarop men zijn praktijk fundeert
o Een discussie tussen 4 ethische denkkaders:
1. Een mathematische, formele of objectieve ethiek
- Een 1ste ethiek die we onderscheiden is de toenemende mathematisering,
formalisering of rationalisering van de hulpverleningssector.
- Deze ethiek is uitdrukkelijk materialistisch of modern. Ze denkt in
mechanische termen over menselijke relaties. Dit betekent dat elke
ethische vraag louter (totaal) vertaald wordt in monetaire, juridische en
technische (telbare, meetbare) procedures of contracten. Ze meent via
metingen vaste procedures voor sociaal-agogische problemen te kunnen
ontwikkelen.
- Een opvallend kenmerk van een dergelijk ethisch denken is dat ze meent een
probleem (en in extremis het leven) totaal te kunnen beheersen én op te
lossen.
2. Een individuele of marktgerichte ethiek
- Een 2de spoor dat zich aandient is de individualisering en de vermarkting van
de ethiek.
- In dit geval wordt een sociaal-agogische praktijk louter (of totaal) een
economische zaak van het individu.
- Een voorbeeld. Wanneer een objectief onderzoek aantoont dat een bepaalde
therapie 10 sessies vraagt, dan wordt aan die therapie een recht op
terugbetaling van het ziekenfonds of een privé verzekeraar gekoppeld. Je krijgt
dan de volgende dynamiek. Wanneer een cliënt na de 10 sessies niet voldoende
revalideert, dan stelt zich de vraag naar de verantwoordelijkheid. Objectief moet
een cliënt na 10 sessies genezen zijn. Wat indien dit niet zo is? Dan stelt zich de
vraag ‘waarom?’ Iets of iemand moet in de behandeling hebben gefaald. Iemand
heeft zijn plicht of zijn verantwoordelijkheid niet opgenomen. Indien blijkt dat de
cliënt alsnog 4 sessies nodig heeft, dan stelt zich de vraag wie dit betaalt. Wie
heeft zijn plicht niet gedaan en dus: wie draait op voor de kosten? Heeft de
sociaal-agogisch werker zijn werk goed gedaan? Wat is de verantwoordelijkheid
van de cliënt? Indien de cliënt zijn therapie onvoldoende heeft opgevolgd, moet
hij die extra kosten dan niet betalen? Je krijgt dan stemmen die menen dat we
toch onmogelijk de samenleving voor het onverantwoord gedrag van de cliënt
kunnen laten opdraaien. In de ganse hulpverlenings- en gezondheidssector
kennen we vandaag dergelijke discussies. We kunnen hierbij denken aan de
, logopedische zorg, pleegzorg, psychiatrie,… Hiermee wordt hulpverlening meer
en meer een economische realiteit. Het wordt een zaak van contracten,
financiën, efficiëntie, rechten en plichten. We moeten ons met betrekking tot
deze problematiek fundamentele vragen stellen. Is gezondheid en zorg enkel
een individuele economische zaak? Is het ethisch verantwoord dat wanneer
iemand in zijn leven pech had en dus geen appeltje voor de dorst heeft kunnen
sparen dan ook geen recht heeft op zorg? Wanneer een opleiding op deze
manier kijkt naar de hulpverleningspraktijk, dan wordt een vak ethiek nogal snel
ingevuld met enkel rechtsvakken, economie en deontologie.
3. Een relationele ethiek
- Een 3de spoor dat zich aanbiedt is de relationele ethiek. Deze sluit aan bij de
relationele filosofie die we begrijpen als het fundament van het studiegebied
sociaal-agogische wetenschappen van de hogeschool VIVES.
- Een relationele ethiek meent dat we een ethisch probleem nooit totaal
kunnen oplossen. Het meent dat er nooit evidente kaders (noch religieuze,
noch wetenschappelijke) zijn voor het omgaan met ethisch problemen. De
relationele ethiek evalueert het wegvallen van totale ethische kaders niet als
negatief – integendeel. Ze meent dat dit een kans biedt om beter te doen. De
relationele ethiek sluit aan op een evolutionair of een sociaalecologisch
denken dat meent dat toeval een intrinsiek element uitmaakt van de
werkelijkheid. Hieruit volgt dat de werkelijkheid, het leven en dus ook
sociaal-agogische praktijk nooit totaal beheersbaar is. Vervolgens zijn
waarheden (zowel religieuze, wetenschappelijke, individuele, economische,
…) nooit evident. Ze zijn nooit zomaar toe te passen.
- Ik focus even op wetenschap. Zo is de psychologie als wetenschap niet
onbelangrijk. Psychologie leert ons iets over mens en wereld en de
relationele ethiek wil zich niet buiten de psychologie plaatsen. Objectieve
wetenschappelijke kennis is niet onzinnig. Toch vertrekt de relationele ethiek
vanuit het idee dat de wereld evolueert, waardoor nooit iets zomaar
hetzelfde blijft. Psychologie beschrijft als wetenschap het algemene, zo je wil
‘het objectieve’. Elke sociaal-agogische casus is echter ook steeds iets
bijzonders.
- De relationele ethische vraag is hoe we die brute algemene of objectieve
wetenschappelijke kennis relevant op een bijzondere casus toepassen! Hier
bevindt zich de kracht en de professionaliteit van een sociaal-agogisch
werker. Zij/hij is in staat om algemene en abstracte wetenschappelijke
inhouden (theorie) relevant te vertalen naar de praktijk.
4. Een radicale religieuze ethiek
- Een 4de stroming die we vandaag herkennen is een vernieuwd of herwonnen
bewustzijn bij een aantal religies. We merken vandaag hoe aantal totalitaire
interpretaties van bepaalde religies opnieuw de wind in de zeilen hebben.
We herkennen dit zowel in het christendom, de islam en het jodendom. Een
ethisch probleem is dan een kwestie van louter geloof. In dit geval is god
voldoende voor het oplossen van onze ethische moeilijkheden. Wanneer een
cliënt een probleem heeft, dan moet hij bidden.
- Als voorbeeld kunnen we verwijzen naar het sociaal beleid in Hongarije waar
de regering Orban zich beroept op het Christendom om het lgbtq+ cultuur
, moeilijk te maken. Een ander voorbeeld is Prof. dr. Paul Schotsmans die nog
altijd op basis van het Christendom euthanasie totaal afwijst.
Filosofie stelt de vraag naar de grond, ethiek stelt de vraag naar de grondwaarde
o Waarom doen we dat wat we doen? Waarop funderen we onze sociaal-agogische praktijk?
Hiermee bereiken we het domein van de filosofie. Filosofie stelt de vraag naar de grond,
waarmee we de vraag stellen naar het fundament, de basis waarop we steunen om te doen
wat we doen. Dit is de vraag naar het laatste en ultieme argument waarom we iets doen.
Wat is de uiteindelijke waarde of argument waarop we steunen om te doen wat we doen.
o Wat is een grondwaarde?
- Grondwaarde = de laatste of de eerste waarde, de waarde waar het vragen
ophoudt
- Het lijkt alsof deze waarde niet meer in iets anders gefundeerd is en haar waarde uit
zichzelf toont
- Een voorbeeld: wie wast af?
Welke grondwaarde fundeert ons handelen?
o Er zijn 2 soorten gronden:
1. Totalitaire grond
- Een totale (evidente) grondwaarde is deze grondwaarde die vertrekt vanuit
het idee dat we het goede totaal kunnen realiseren.
- (bv. economie, het zelf, God,…)
2. Relationele grond
- Een relationele grondwaarde is daarentegen (op het eerste zicht) minder
robuust. Een relationele grondwaarde geldt niet totaal/absoluut, maar
relationeel. Doordat ze niet totaal geldt, is haar toepassingsgebied beperkt. In
de praktijk komt dit erop neer dat een dergelijke grondwaarde niet overal met
dezelfde kracht geldt.
- Stel je voor dat een zorgorganisatie het begrip respect neemt als grondwaarde. Het
kenmerk van een relationele ethiek is dat die grondwaarde niet zomaar op
voorhand is in te vullen. Uiteraard hebben we wel een bepaald idee over wat
respect is. We kunnen daarover zelfs een theorie maken. Maar, pas in relatie met
de realiteit wordt duidelijk wat respect concreet betekent. Zo kan iemand uit
respect in de ene casus voor en in een andere casus tegen euthanasie zijn. Het punt
van de relationele ethiek is dat er steeds in de praktijk gezocht wordt hoe we
onze grondwaarde het best realiseren of betekenis geven en dit staat nooit totaal
op voorhand vast. Een zorgorganisatie, maar ook cliënten, kunnen respect soms
, verschillend invullen. In deze zijn er vele nuances. Een relationele ethiek stelt ons
voor de opdracht om onze grondwaarde in relatie te brengen met de context
waarin de zorgvraag zich stelt.
Zoeken naar een relationele grondwaarde
o Kunnen we die relationele grondwaarde concreet invullen? Wanneer we de relationele
ethiek trouw willen zijn, dan kunnen we niet zomaar zuiver of totaal theoretisch definiëren
wat de relationele grondwaarde is. Relationele ethiek wordt reëel in de wisselwerking
theorie en praktijk. De enige methode om die relationele grondwaarde te illustreren is
vanuit de realiteit.
o Misschien is niet zomaar 1 formule of een ethical theory of everything die onze grondwaarde
zomaar uitdrukt. Ons fundament bestaat uit een netwerk van een aantal waarden en het
fundament is de relatie of de wisselwerking tussen die waarden. Waarden die
fundamenteel met elkaar in relatie of wisselwerking staan.
o Een ethisch antwoord is een relevant verband (of relatie) tussen:
1. onze achtergrond, die bestaat uit onze geschiedenis, onze persoonlijke contacten,
onze tradities,
2. vertaalt in onze waarden en
3. de concrete context waarin een probleem zicht stelt
o En toch blijft de vraag, is er dan geen enkele mogelijkheid om de grondwaarde van de
relationele ethiek te benoemen? Misschien is in extremis het begrip relatie het enige wat in
aanmerking komt. De grondslag van relationele ethiek is dan ‘het relationele’ als dusdanig –
waaruit volgt dat elk handelen dat het relationele respecteert en versterkt ethisch goed is.
Het belang van de relationele ethiek
o Het denken, doen en laten van een cliënt, een hulpverlener, een zorgorganisatie of de
samenleving, steunt op een netwerk van waarden in relatie. Het is de taak van de
relationele ethiek om die netwerk van waarden in ons handelen te toetsen.
o Een filosofische of een relationele grondhouding is cruciaal om ethisch, verbindend,
herstellend met gekwetste mensen om te gaan.
o Het belang is relationeel, het speelt op 4 verschillende niveaus/lagen:
1. Persoonlijk vlak (microlaag)
- Voor een sociaal-agogisch werker betekent dit dat de relationele ethiek vraagt
om na te denken over je persoonlijke waarden en het is belangrijk om inzicht
te verwerven in de wijze waarop je deze fundeert: totalitair of relationeel?
2. De organisatie (mesolaag)
- Ook voor organisaties speelt het ethische een onvermijdbare rol. Een
organisatie is niet zomaar een gebouw of een reeks op elkaar gestapelde
stenen en andere dingen. Een organisatie is een relationeel mesosysteem die
resultante is van het samengaan van vele persoonlijke engagementen en een
complex netwerk van waarden. In dit samengaan spelen soms nogal wat
machtsargumenten of niet-relationeel te verantwoorden praktijken. De ethiek
van een organisatie vinden we idealiter terug in de visie – alhoewel ik liever
spreek van een filosofie.
3. De samenleving (macrolaag)