Maatschappij en werkveldverkenning
Thema 1: België als verzorgingsstaat.
1 inleiding
Een revolutie betekent een omwenteling, drastische verandering van de samenleving, deze heeft altijd een grote impact
op het (ortho)pedagogisch en sociaal welzijnswerk.
Passief: alles was oke, mensen kregen middelen
en stelden weinig tot geen vragen.
Crisis: wachtlijsten, mensen begonnen vragen te
stellen en protesteren.
Actieve jaren: mensen moeten laten werken.
Initiatieven van kerk en rijken: kale opvangen , bewaarhuizen. Kinderen werden helemaal geschrobd omdat ze “vies”
waren, maar dachten zo naar de hemel te kunnen.
2 de evolutie van welzijnszorg.
Welzijnszorg
= het antwoord van de omgeving op de noodsituatie van een individu.
Noodsituatie: ‘een situatie waarin zich een breuk manifesteert tussen iemands noden en zijn capaciteiten.
Wanneer iemand niet in staat is om zijn eigen noden te vervullen.
Verschilt van sociale klasse en is tijdsafhankelijk.
Welzijnszorg is ontstaan tijdens de industriële revolutie. Na de Franse Revolutie was het de plicht van de overheid en
droeg een verantwoordelijkheid voor het antwoord op noodsituaties.
Welvaartstaat: staat waarbij overheid de taak heeft om te zorgen dat iedereen in welvaart kan leven,
welzijn ervaren. Wil niet zeggen dat het lukt. Nastreven.
= recht op sociale zekerheid. Ieder mens in heel de wereld heeft recht op welzijn, zorg, … dat zegt UVRM
UVRM: universele verklaring van de rechten van de mens
De crisis van welvaartstaat: oliecrisis & vergrijzing
Golden sixties.
Fonds 81 is
1965 voorloper van
1976
Wet op 1967
bijzondere
OCMW’s & recht op VAPH (eerste
Fonds81
jeugdbijstand bestaans-minimum oprichting voor
hulp voor pers
met een
beperking
Actieve welvaartstaat
= actief arbeidsmarkt, “de beste sociale zekerheid voor de mensen is een goede arbeidsplaats”
(niet de mensen vis geven maar ze leren vissen)
- Welvaart = economie
- Verzorging = sociaal
-
, 3 uitbouw van de verzorgingsstaat
Verzorgingsstaat
= een sociaal systeem waarin de staat primaire verantwoordelijkheid draaft voor het welzijn van burgers.
3 pijlers :
- Sociale zekerheid
- Goede gezondheidszorg
- Goed onderwijs
1. Sociale zekerheid
= een soort verzekering dat bedoeld is om inkomen en/of verzorging te garanderen voor personen en gezinnen, die
tijdelijk of blijvend, niet (langer) in staat worden geacht om zelf in (voldoende) inkomen en/of verzorging te voorzien.
Uitdagingen :
- Vergrijzing blijft toenemen
- Delocalisatie zet zich verder.
- Uitgaven blijven toenemen en leiden tot een steeds groter tekort.
4 actueel maatschappelijke tendensen
Vermaatschappelijking van de zorg
= de verschuiving binnen de zorg waarbij ernaar gestreefd wordt om mensen met beperkingen, chronisch zieken,
kwetsbare ouderen, jongeren met gedrags- en emotionele problemen, mensen in armoede, … een eigen plek in de
samenleving te laten innemen, hen daarbij waar nodig te ondersteunen en de zorg zo veel mogelijk geïntegreerd in de
samenleving te laten verlopen.
Maatschappij staat centraal. Maatschappij is mee verantwoordelijk voor de zorg. Maatschappij is ieder van ons
Voorbeelden:
- Vrijwilligerswerk
- Mantelzorg
Kritische bedenkingen
- is het om de mens te helpen, vinden wij dat belangrijk of is het een oplossing door dat er te weinig zorgpersoneel is?
- willen de cliënten dit wel / willen alle mantelzorgers of mensen uit de omgeving wel? Soms is het ook beter voor de
zorgvrager.
- we moeten het balans houden, niet zorgen dat de mensen met het meeste geld het meeste zorg krijgen.
- normerend: je moet dit , je moet bv voor je ouders zorgen. We moeten zorgen dat het geen norm wordt.
- willen ze wel dichte zorg of willen ze juist professionele hulp.
Accenten van het beleid
- kwaliteit
- toegankelijkheid
- ‘health and wellbeing in all policies’
- Armoedebestrijding
5 welzijnszorg in beeld
Sociale kaart= overzicht zorgaanbieders, zowel voor burgers als voor professionele HV’ers
Integrale toegankelijkheid is essentieel voor 10% van de bevolking, -> rolstoel, rolator
nodig voor 40% van de bevolking en -> buggy, …
comfortabel voor iedereen, ongeacht fysieke en/of mentale conditie.
Voor iedereen een basisrecht!
, 7 B’s van toegankelijkheid
Bereikbaarheid gaan verder dan alleen bv IS ER EEN lift aanwezig in het gebouw
Bruikbaarheid: gaat ook over aanpassingen, gepast doorverwijzen
Universal design
Architectuur uitgevonden voor IEDEREEN.
Thema 2: personen met een handicap.
1 VAPH
= Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.
VAPH verleent zelf geen hulp maar voorziet het beleid, erkenning van diensten/organisaties, erkenning + toekennen
budget aan individuen, … bewaakt kwaliteitsvol kader vanuit participatie, integratie en gelijkheid van kansen van
Personen met een handicap bevorderen op alle domeinen van het leven.
2 het begrip handicap
Elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat te wijten is aan het samenspel tussen
functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van
activiteiten en persoonlijke en externe factoren.”
1. 4 grote begrippen in de definitie
Stoornis : afwijkingen in/verlies van functies of onderdelen van het lichaam (ten gevolge van een ziekte, ongeval …)
Beperkingen: moeilijkheden die iemand heeft met het uitvoeren van activiteiten als gevolg van een stoornis
Maatschappelijke participatieprobleem: problemen die iemand heeft met het deelnemen aan het maatschappelijk
leven
Handicap: combinatie van die 3 begrippen MOET COMBINATIE zijn.
1. Evolutie in de gebruikte termen.
Gebrekkigen – mindervaliden – andersvaliden – personen met een handicap – personen met een beperking – personen
met een bijzondere ondersteuningsnood – personen met een functiebeperking wordt niet zo vaak gebruikt...
mindervalide = minder waard
nog heel wat andere termen, zoals: mongool, debiel, kreupele, … dit zijn allemaal termen die we NIET gebruiken,
omdat ze een erg vernederende en minderwaardige bijklank hebben
Hand in cap
oorsprong van het woord handicap, een soort loterij waarbij mensen hun handen in een hoed moesten stoppen om een
briefje te trekken (hand in cap). Dat was om iedereen gelijke kansen te geven in de loterij. Essentieel heeft het woord
dus een achtergrond van het geven van gelijke kansen.
Beperking
Een beperking heeft namelijk iedereen. Wie zou van zichzelf het tegendeel durven beweren? Dus vanuit respectvolle
houding, niet persé anders dan anderen, maar vanuit VAPH dekt het de lading niet.
2. Beeldvorming
Verschillende visies op benadering…