Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Europees Recht I €11,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Europees Recht I

3 revues
 358 vues  19 achats

De samenvatting omvat de slides en hetgeen tijdens het college werd verteld en toegelicht.

Aperçu 10 sur 96  pages

  • 28 mai 2022
  • 96
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (11)

3  revues

review-writer-avatar

Par: lawvub • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: SamenvattingenRechtVUB • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: asmaebaziou • 1 année de cela

avatar-seller
bartroels
EUROPEES RECHT I



SAMENVATTING

,Inhoud:

Dit opleidingsonderdeel beoogt de basisbegrippen van het recht van de Europese Unie (EU) bij te brengen, met
de nadruk op de institutionele aspecten daarvan. Materieelrechtelijke aspecten van het EU-recht kunnen wor-
den besproken als illustratie, maar komen veeleer aan bod in het opleidingsonderdeel “Europees Recht II”.

Allereerst wordt stilgestaan bij de geschiedenis van het Europees integratieproces en de belangrijkste stappen
die sinds het ontstaan van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS) hebben geleid tot het Verdrag
van Lissabon.

Vervolgens worden de samenstelling, werking en bevoegdheden van alle EU-instellingen apart besproken: het
Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad van de EU, de Europese Commissie, het Hof van Justitie van
de EU, de Europese Centrale Bank en de Rekenkamer.

Daarna wordt ingegaan op de Europese regelgeving: wat zijn Europese verordeningen, richtlijnen en besluiten
en hoe komen zij tot stand? Wat is de status van het Handvest van de grondrechten van de EU en van de alge-
mene beginselen van EU-recht? In dat verband gaat ook veel aandacht uit naar de verhouding tussen EU-recht
en nationaal recht, waarbij de essentiële constitutionele beginselen van voorrang en directe werking van het
EU-recht in de interne rechtsorde van de lidstaten van de EU worden behandeld.

Tot slot wordt het thema van de rechtsbescherming in de EU besproken. Daarbij wordt met name ingegaan op
de inbreukprocedures tegen lidstaten wegens het niet-naleven van EU-recht, en de prejudiciële vragen die
door nationale rechters aan het Europees Hof van Justitie worden gesteld, alsook de directe beroepen tegen
rechtshandelingen van de EU-instellingen.

Rechtspraak die vermeld wordt in de samenvatting, en die vet en onderlijnd is (link), dient gekend te zijn!

Vb. Bv. arrest HvJ (1976) Defrenne/Sabena, 43/75



Examen:
Tijdens het (schriftelijk) examen mag worden gebruik gemaakt van “Europese basisteksten” (zie studiemateri-
aal) of een andere uitgave van de daarin opgenomen teksten. Ook zelf afgedrukte teksten zijn toegelaten.
Onbeschreven: geen eigen geschreven teksten, geen collegenota’s, geen kruisverwijzingen naar andere artike-
len, geen post-it’s!
Alleen onderlijningen en het gebruik van kleuren zijn toegestaan.
Alles wat is vervat in de slides en is gezegd tijdens de hoorcolleges behoort tot de leerstof (deze samenvatting).
Videomateriaal (informatieclips EU-instellingen) zijn louter informatief en behoren niet tot de leerstof. Leid-
raad zijn de accenten die zijn gelegd tijdens de hoorcolleges. De arresten die zijn besproken in de cursus beho-
ren tot de leerstof. In het bijzonder de arresten waarvan de link naar het zaaknummer actief is. De andere ar-
resten zijn ter illustratie weergegeven (maar dragen bij tot beter begrip van de materie).
Et examen is een mix van kennis-en inzichtsvragen, voornamelijk in de vorm van meerkeuzevragen, zonder gis-
correctie.
Verder wordt er een stelling gegeven die te beoordelen of te verbeteren is.



Succes!!




Europees recht I - Samenvatting

,I. De Europese Unie en Europees Recht I
I.1 Relevantie van het EU-recht
Europees recht maakt verplicht onderdeel uit van de opleiding tot jurist, omdat het Europees Unierecht terug te
vinden is op vele domeinen zoals mededingingsrecht, consumentenrecht, intellectuele eigendom,… Ongeveer
70% van de regels in deze domeinen is omgezet vanuit Europese richtlijnen. Een aantal nationaalrechtelijke
domeinen (vb. strafrecht) gaan meer en meer tot het Europees unierecht behoren.
Het Europees Unierecht is complex. De wetteksten zijn niet in eenvoudige bewoordingen opgesteld (en meestal
vanuit het Engels vertaald) en men kan zich vragen stellen omtrent de toegankelijkheid ervan. Het
Grondwettelijk Hof wees reeds op de toenemende complexiteit en de stijgende invloed van het Europees
Unierecht, waardoor het voor het Hof moeilijker wordt om snel recht te spreken. Wanneer men kijkt naar het
dictum (beschikkende gedeelte) van een arrest van het Hof van Justitie dan valt op dat dit zeer complex en
moeilijk te begrijpen is.
De rechtspraak van het Hof van Justitie is richtinggevend in alle domeinen van het EU-recht, met name dat van
de grondrechten en het constitutioneel recht. Het HvJ neem meer en meer de rol op zich van een grondwettelijk
Hof (zoals in de VS het “Supreme Court”).
Enkele voorbeelden van recente rechtspraak:
- Arrest in zaak C-263/18 Nederlands Uitgeversverbond en Groep Algemene Uitgevers/Tom Kabinet In-
ternet BV e.a.: de regelgeving betreffende auteursrechten was oorspronkelijk gemaakt m.b.t. de ver-
spreiding van tastbare boeken, maar hoe zit het met e-books. Bij tweedehandsverkoop van een boek,
is de kwaliteit van het boek slechter dan het oorspronkelijke boek. Maar wat bij digitale boeken? Het
Hof zei dat de kwaliteit niet achteruitgaat bij de verkoop ervan en de auteursrechtelijke bescherming
blijft gelden; de uitputtingsregel geldt niet zoals bij tastbare boeken.
- Arrest HvJ (2019) C-673/17 Bundesverband der Verbraucherzentralen: Voor het plaatsen van cookies
op een website is de actieve toestemming van de internetgebruikers vereist. Deze optie is echter vaak
reeds op voorhand aangevinkt! Het Hof zegt dat dit inderdaad niet op voorhand kan aangevinkt zijn en
dat er een actieve toestemming moet worden gegeven.
- Arrest in zaak C-390/18 Airbnb Ireland: Frankrijk vond dat de verhuurders van privékamers via Airbnb
aan tijdelijke toeristen een vergunning van vastgoedmakelaar dienden te hebben. Het Hof zei dat Frank-
rijk dat niet had aangegeven aan de Europese Commissie (vrij verkeer van goederen en diensten) dus
deze algemene kon niet zomaar opgelegd worden. In latere arresten C-724/18 en C-727/18 Cali Appar-
tements (2020) zei het Hof dat deze regulering (vergunning) voor kortstondige verhuur aan niet-inwo-
ners wel ingevoerd kan worden onder bepaalde omstandigheden (vb. toeristische gedeelte van een stad
of bij schaarste van beschikbare woonruimte).
- Arrest in zaak C-723/17 Lies Craeynest e.a./ Brussels Hoofdstedelijk Gewest: Voor het bepalen van de
luchtkwaliteit werden de meetpunten in Brussel niet op goede plaatsen gezet. De eiseres kon naar de
nationale rechter stappen met de vraag om de Europese normen te hanteren. De rechter stelde een
prejudiciële vraag aan het Hof en dit besliste dat de rechter kon controleren waar deze meetpunten
door de overheid werden gezet. Meer nog, hij kon elk afzonderlijk meetpunt bekijken en nagaan of het
voldoet aan de europese regelgeving.
- Heel veel recente arresten van het HvJ gaan over de benoemingsprocedures van rechters in de lidstaten
(rechtstaat of rule of law), zoals in Polen, Hongarije, Roemenië, Malta,… Is het nodig dat de EU zich
hiermee moeit en kunnen de lidstaten niet zelf bepalen hoe ze worden benoemd? Ja en neen… het is
uiteraard een nationale kwestie, maar als ze politiek benoemd worden en niet meer onafhankelijk zijn,
dan heb je geen EU-recht meer. Indien iemand naar de nationale rechter stapt en een probleem aan-
kaart dan moeten deze rechters op dezelfde manier reageren en, soms tegen de nationale overheid in,
het EU-recht toepassen.
- Arrest in zaak C-363/18 Organisation juive européenne, Vignoble Psagot (invoer uit Israel): Levensmid-
delen die afkomstig zijn uit gebieden die worden bezet door de Staat Israël (Palestina bv.), moeten de
vermelding van het gebied van oorsprong daarvan en, wanneer zij afkomstig zijn uit een Israëlische
nederzetting binnen dat gebied, de vermelding van deze herkomst bevatten. Dit was voorgeschreven
door EU-wetgeving. Een Joodse organisatie vocht deze verplichting aan maar kreeg ongelijk van het HvJ.
Het Hof versterkte de verplichting nog.



Europees recht I - Samenvatting

, - Art. 9 Handvest van de grondrechten: recht te huwen en het recht een gezin te stichten worden ge-
waarborgd “volgens de nationale wetten die de uitoefening van deze rechten beheersen”. Lidstaten heb-
ben dat voorbehouden voor hun eigen beslissingsmacht. Roemenië erkent het homohuwelijk niet. Zie
arrest Coman (2018) C-673/16: Een homokoppel waarvan Coman een Roemeen is, was gehuwd in België
en wilde naar Roemenië verhuizen. De Amerikaanse echtgenoot kreeg geen inreisvergunning omdat hij
geen Roemeens onderdaan was en hij werd niet aanzien als “echtgenoot”. Het HvJ zegt dat Roemenië
het homohuwelijk zelf niet verplicht dient in te voeren, maar wel moet erkennen dat het huwelijk
rechtsgeldig in de EU is gesloten en de gevolgen hiervan moet erkennen.


Een aantal thema’s zijn dermate groot (geworden) dat ze binnen de Europese samenwerking dienen te worden
opgelost. Vb. Klimaat, asiel, digitale maatschappij,… (link video https://youtu.be/ cA1TdOpWlaU).
Conferentie over de toekomst van de EU (gastcollege in april 2022) is aan de gang nu. Er wordt een
burgerparticipatie met debatten en discussies voor georganiseerd, waar mensen uit heel Europa hun ideeën
kunnen delen (de prof is hierover eerder kritisch). Wel is belangrijk te weten wat er te wachten staat betreffende
de toekomst van de EU.


I.2 Europees integratieproces
Inleiding
Enkele belangrijke stappen hebben sinds het ontstaan van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal 70
jaar geleden (EGKS, 1951), geleid tot de huidige EU. Dit was vlak na WOII en twee belangrijke industrieën met
betrekking tot het vervaardigen van wapens waren deze voor de kolen en staal. Men wilde die industrieën onder
gemeenschappelijk gezag en autoriteit brengen om te voorkomen dat er weer oorlog zou kunnen komen in
Europa. (cf. boek “To Hell And Back, Europe 1914-1949 – Ian Kershaw). Dit idee van vrede en stabiliteit is steeds
de rode draad in de Europese integratie. Men wilde een economische en sociale ontwikkeling door
interdependentie tussen lidstaten en integratie van nationale economieën; wie handel drijft met elkaar is minder
geneigd om oorlog te gaan voeren.
Na WOII evolueerde men van een co-existentie van soevereine staten naar een samenwerking tussen staten. Zo
zegt art. 21 VEU dat de EU multilaterale oplossingen voor gemeenschappelijke problemen bevordert, met name
in het kader van de Verenigde Naties en art. 21(2)c: doelstelling EU is handhaving van de vrede.
Er werden na WOII nog andere initiatieven opgericht, zoals de Organisatie voor Economische Samenwerking en
Ontwikkeling (OESO, 1948). Het doel was om het “Marshall plan” ten uitvoering te brengen, de wederopbouw
van Europa na WOII met hulp van de VS. De VS hadden schrik dat Europa communistisch zou worden vandaar
deze hulp. West-Europa heeft hier aan deelgenomen maar Oost-Europa niet.
In 1948 werd de West-Europese Unie opgericht, een militaire alliantie (nu geïntegreerd in de EU).
De Raad van Europa, opgericht in 1949, had onder meer tot doel de mensenrechten en de fundamentele
vrijheden in Europa te beschermen, op basis van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de
Mens en de Fundamentele Vrijheden. De organisatie heeft eigen organen zoals een parlementaire assemblee en
het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Straatsburg). Er is heel wat verwarring met de EU, bv. met het
Europees Hof van Justitie in Luxemburg. De EU zou als organisatie graag lid willen worden van de Raad van
Europa, die een veel grotere organisatie is met 47 leden waaronder ook Rusland, Oekraïne en Turkije.

De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)
Het initiatief is een Frans-Duitse verzoening waarbij op 9 mei 1950 de Franse minister van buitenlandse zaken
Robert Schuman een voorstel doet aan West-Duitsland (Schumanplan). Het voorstel was om de kolen- en
staalindustrie onder het gezag te stellen van een gezamenlijke supranationale autoriteit. Het oorspronkelijke
plan was om Duitsland industrieloos te maken en te reduceren tot een soort landbouwnatie, maar dat zag de VS
niet zitten omdat Duitsland dan te zwak zou worden en het communisme niet zou kunnen tegenhouden.
Duitsland nam het voorstel om samen te werken aan. Andere initiatieven zoals het oprichten van een Europese
defensiegemeen-schap en een Europese politieke gemeenschap mislukten. Men koos voor de langzame weg van
integratie te beginnen met de samenwerking in de kolen- en staalindustrie.



Europees recht I - Samenvatting

,Wat is de Europese Unie?
Het is geen staat en juristen gebruiken wel eens de term dat het een “sui-generis” staatkundige vorm is, tussen
een staat en een internationale organisatie. Je kan echter toch wel spreken van een federatie van staten. De
integratie is op juridisch vlak reeds ver doorgevoerd en heeft reeds federale aspecten. Elke nationale rechter is
ook een Unierechter want hij past het Europese recht toe. Een eerste minister van een lidstaat is tevens lid van
de Europese Raad, andere ministers van de Raad van de Europese Unie.

Geografische ontwikkeling
De laatste toetreding was deze van Kroatië in 2013, terwijl in 2020 De UK de EU verliet (BREXIT). Deze Britse
uittreding komt neer op een economische uittreding van een 14-tal kleinere lidstaten. Dit was een enorme klap
voor de EU. Er is ondertussen ook een akkoord over een nieuw partnerschap (EU-UK Trade and Cooperation
Agreement), in werking op 1/1/2021.


II.3 De EU-instellingen
Institutioneel vs. materieel recht
In deze cursus ligt de klemtoon op het institutionele EU-recht, dus de EU-instellingen en organen, de wetgeving,
de afdwinging van het EU-recht,…
Het materieel recht (het inhoudelijk recht) is een thema dat in Europees Recht II wordt behandeld.
Het institutionele EU-recht is terug te vinden in de volgende verdragen (niet door elkaar halen!):
- Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU)
- Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU)

De instellingen van de Europese Unie
De Europese Unie bestaat uit 7 instellingen en verschillende organen. De samenstelling, werking en bevoegdheid
van deze 7 instellingen zal verder besproken worden: Europees Parlement, Europese Raad, Raad van de EU,
Europese Commissie (de 4 “politieke” instellingen), Hof van Justitie van de EU, Europese Centrale Bank en
Rekenkamer.
Andere organen zijn bv. Agentschappen zoals Frontex (grensbeschermingsagentschap) of het EU-merkenbureau
(ter bescherming van een merk).
Elke instelling handelt binnen de grenzen van toebedeelde bevoegdheden, moet voorgeschreven procedures
volgen en werkt loyaal samen: institutioneel evenwicht.
Men kan volgend schema hanteren (klassiek constitutioneel schema):
- Wetgevende macht: Europees parlement, Raad en Commissie
- Uitvoerende macht: Europese Raad, Commissie
- Rechtsprekende macht: Hof van Justitie (Lux.)
- Financiële autoriteit: Europese Centrale Bank (Frankfurt)
- Buitenlandse bevoegdheid: Europese Raad + Hoge Vertegenwoordiger + Commissie
De instellingen kunnen een rol spelen in de verschillende machten.


II.4 EU-regelgeving
Het primaire of constitutionele EU-recht
Dit zijn de verschillende verdragen, wijziging- en toetredingsverdragen en protocollen. Hierbij hoort ook het
Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (heeft dezelfde waarde als de Verdragen, zie art. 6(1) VEU)
en het internationaal recht. de EU heeft rechtspersoonlijkheid (art. 47 VEU) en sluit ook in eigen naam
internationale verdragen en kan lid worden van internationale instellingen en organisaties (voor zover het
lidmaatschap juridisch mogelijk is).



Europees recht I - Samenvatting

,Het secundaire (of afgeleid) EU-recht
Dit is het recht dat de EU-instellingen en organen zelf vaststellen. Elke handeling van secundair EU-recht vindt
zijn grondslag in het primair recht. Het Hof van Justitie treedt op als grondwettelijk hof.

Verordeningen
Een verordening (regulation, règlement, Verordnung) heeft een algemene strekking , is verbindend in al haar
onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat (art. 288, tweede alinea VWEU).
Algemene strekking: het toepassingsbereik is abstract omschreven en is niet geïndividualiseerd voor concrete
particulieren of situaties (belang voor rechtsbescherming).
Ze is verbindend in al haar onderdelen: de verordening regelt een situatie op een allesomvattende en precieze
wijze (maar uitvoeringsmaatregelen zijn mogelijk).
Rechtstreeks toepasselijk: er is geen omzetting in nationaal recht nodig, dit is een groot verschil met de
richtlijnen.

Richtlijnen
Een richtlijn (directive, directive, Richtlinie) is verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat voor elke
lidstaat waarvoor zij bestemd is, doch aan de nationale instanties wordt de bevoegdheid gelaten vorm en
middelen te kiezen (art. 288, derde alinea VWEU).
Ze worden doorgaans tot alle lidstaten gericht en zijn vaak gebruikt in de interne markt (art. 115 en 116 VWEU)
voor harmoniserende maatregelen. De ruimte die aan de lidstaten wordt gelaten varieert sterk en de nationale
parlementen dienen de richtlijnen om te zetten naar nationaal recht.

De gewone wetgevingsprocedure
De wetgevingsprocedure is zeer complex (art. 294 VWEU). De rol tussen het Europees parlement, de Raad en de
Commissie zal verder worden besproken.

Voorrang en directe werking van het EU-recht
Hierover wordt in het verdrag niets gezegd, dit is jurisprudentie van het HvJ. Er is tegenwoordig wel een
verklaring bij de verdragen (nr. 17) die verwijst naar deze jurisprudentie.
Enerzijds heeft het EU-recht voorrang op het nationale recht, met inbegrip van de grondwet.
Anderzijds kan het EU-recht in bepaalde omstandigheden worden ingeroepen tegen een lidstaat en in gedingen
tussen particulieren: directe werking.

Naleving EU-recht door de lidstaten
Lidstaten kunnen aansprakelijk zijn als ze het EU-recht niet of onjuist uitvoeren/toepassen. (rechtspraak
Francovich HvJ). Een particulier kan dan bv. naar de nationale rechter gaan en schadevergoeding vragen aan de
Overheid wegens schending van het EU-recht.
De Europese Commissie kan ook een inbreukprocedure starten tegen lidstaten (die financiële sancties kunnen
oplopen) (art. 258-260 VWEU). Vb. HvJ (2019), Commissie/België C-543/17: België wordt veroordeeld tot
betaling van een dwangsom van 5.000 EUR per dag omdat het de richtlijn inzake elektronische
communicatienetwerken met hoge snelheid voor een deel niet heeft omgezet

Rechtsbescherming
Hoe kan je de rechten afdwingen? Particulieren kunnen beroep instellen tegen bepaalde rechtshandelingen die
hen rechtstreeks en individueel raken (deze mogelijkheid is beperkt) bij het Gerecht van de EU (een onderdeel
van de instelling Hof van Justitie van de EU) (art. 263 VWEU).
Voorbeelden:
- Junqueras/EP T-24/20 (tegen beslissing EP om hem niet te laten zetelen omdat hij in de gevangenis zat)



Europees recht I - Samenvatting

, - Arrest in zaak T-683/18 Santa Conte / EUIPO: Bij de huidige stand van het recht kan een teken niet als
Uniemerk worden ingeschreven wanneer het verwijst naar marihuana. Een dergelijk teken is in strijd
met de openbare orde.
Je kan aan de nationale rechter vragen om een zaak te verwijzen naar het HvJ. Er kan dan een prejudiciële vraag
gesteld worden aan het Hof, dat dan een bindende interpretatie geeft omtrent de vraag. Het is het
rechtsbeschermingsmechanisme voor burgers bij uitstek.
- Arrest HvJ (2019) Haqbin/FEDASIL, C-233/18: Verzoek arbeidshof Brussel om een prejudiciële beslissing:
richtlijn 2013/33/EU; ernstige inbreuken op de regels met betrekking tot de opvangcentra of ernstige
vormen van geweld; omvang van het recht van de lidstaten om de toepasselijke sancties vast te stellen
– niet-begeleide minderjarige; beperking of intrekking van materiële opvangvoorzieningen
HvJ: andere sancties (overplaatsing, strafrecht toepassen,..), maar niet zonder meer toegang
asielcentrum ontzeggen.




Europees recht I - Samenvatting

,II. De Europese Unie in historisch perspectief
II.1 De belangrijkste ontwikkelingssporen
II.1.1 Inleiding
De meeste handboeken besteden heel veel aandacht aan de historische evolutie. Het is een steeds groeiende
constructie en de EU zoals we vandaag kennen is stapsgewijs ontstaan. In dit college wordt de geschiedenis
louter functioneel behandeld (essentiële en relevante ontwikkeling).
Na WOII was er een paradigmashift. Voordien had je al die soevereine staten die naast elkaar vreedzaam
moesten samenleven (co-existentie). Later gaan we meer en meer naar een samenwerking, waar de soevereine
staten een stuk van hun soevereiniteit gaan overdragen naar internationale organisaties en de EU.
bv. art. 21(1) VEU: de EU bevordert multilaterale oplossingen voor gemeenschappelijke problemen, met name
in het kader van de Verenigde Naties en art. 21(2)c: doelstelling EU is handhaving van de vrede
Het idee van vrede en stabiliteit op het Europese continent is de rode draad in de Europese integratie. Om dit
doel te verwezenlijken ontstond een economische en sociale ontwikkeling door interdependentie en integratie
van nationale economieën
Zie ook inleiding II.2.2 betreffende de EGKS en filmpje https://youtu.be/Xo6ltcTPaXc (2017).


II.1.2 Geografisch
De EU is steeds territoriaal uitgebreid.
De EGKS omvatte in 1952 de zes stichtende lidstaten: FR, West-DU, IT, BE, NL en LUX. In 1957 werd bij verdrag
de naam gewijzigd naar de EEG (Europese Economische Gemeenschap) en worden de bevoegdheden uitgebreid.
In 1973 is er een eerste uitbreiding, het Europa van de negen: de UK, Ierland en Denemarken (inclusief Groenland
dat later is uitgetreden omwille van visserijrechten) treden toe. De UK wilde reeds eerder toetreden tot de
“common market”, echter de Fransen (de Gaulle) zagen niet zitten dat het enkel bij een economische
samenwerking zou blijven zoals de UK wenste. Toen de Gaulle aftrad is de UK uiteindelijk toch toegetreden.
In 1981 was er een tweede uitbreiding door Griekenland. Voorheen was er een militair kolonelsregime. Er
heerste onenigheid omwille van Cyprus en Turkije, en het duurde tot de democratie in Griekenland was hersteld
alvorens ze konden toetreden.
In 1986 was er de derde uitbreiding met Spanje en Portugal: Het Europa van 12. Ook hier betrof het dictaturen
(Franco in Spanje en Salazar in Portugal) die omgezet werden in een democratisch regime.
In 1990 had je een speciale situatie. De hereniging van West- en Oost-Duitsland vond plaats waardoor het
grondgebied van de EEG automatisch groter werd, echter er kwamen geen staten bij. In Duitsland voorzag de
grondwet erin dat de Oost-Duitse gebieden weer bij Duitsland gingen horen.
In 1992: Verdrag van Maastricht waarbij de EEG wordt omgedoopt tot de EU.
In 1995 treden Oostenrijk, Finland en Zweden toe. Er zijn dan 15 lidstaten in de EU.
In 2004 vindt de vijfde uitbreiding plaats met tien nieuwe lidstaten (‘big-bang’ van 15 naar 25 leden): Cyprus,
Malta, Polen, Estland, Letland, Litouwen, Slowakije, Tsjechië, Slovenië en Hongarije. Dit was een gevolg van de
implosie van de Sovjet-Unie en deze landen wilden zo snel mogelijk aansluiting vinden bij het Westen. Dit was
een logistieke uitdaging voor de EU (vb. vele nieuwe talen erbij, organisatie qua stemmen,…).
Cyprus is verdeeld (Griekenland en Turkije, dat N-Cyprus bezet). Juridisch is heel Cyprus toegetreden, maar de
Europese regels tellen niet voor het bezette grondgebied. Als er een oplossing komt voor de situatie dan zou
Cyprus integraal lid kunnen worden. Momenteel zijn de spanningen met Turkije nog toegenomen.
In 2007 komt de zesde uitbreiding met Bulgarije en Roemenië. Dit waren ook landen met aanpassingsproblemen,
ook qua instellingen.




Europees recht I - Samenvatting

,In 2013 was er een laatste uitbreiding met Kroatië. Het toetreden van steeds meer staten werd meer en meer
een probleem, er moest steeds heel veel aangepast worden qua interne werking, en men sprak wel eens van
toetredingsmoeheid.
In 2020 zag men de omgekeerde werking en trad de UK uit (BREXIT), er was een overgangsperiode van
31/01/2020 tot 31/12/2020.

Toetredingsvoorwaarden
Om toe te kunnen treden tot de EU dien je aan een aantal voorwaarden te voldoen. Deze zijn vervat in art. 49
VEU:
- Geografisch: Elke “Europese” staat, maar dit criterium staat niet duidelijk omschreven. In het verleden
is er bv. al sprake geweest van toetreding van Marokko. De EU zei toen dat de notie “Europese Staat”
niet te strikt moet gezien worden. Turkije ligt bv. Deels in Azië en toch zijn er onderhandelingen voor
toetreding.
- Rechtsstatelijk: de kandidaat-lidstaten, moeten de Europese waarden van art. 2 VEU eerbiedigen (vb.
democratie, mensenrechten, gelijkheid mannen en vrouwen,...) en verbinden zich ertoe deze uit te dra-
gen. Zo waren er in het verleden met staten zoals Spanje en Griekenland waar geen democratisch re-
gime heerste.
- Kopenhagen-criteria: Dit zijn criteria overeengekomen door de Europese Raad, tijdens een samenkomst
in juni 1993 in Kopenhagen. Dit was na de val van de muur van Berlijn en de implosie van de USSR. Al
de Oostelijke staten wilden toe toetreden dus moest de Raad enkele criteria gaan verzinnen om dit af
te remmen. Criteria zijn :
o tevens de waarden uit art. 2
o een sterke markteconomie hebben en hoofd kunnen bieden aan concurrentie
o de EU-wetgeving opnemen in de nationale wetgeving en uitvoeren (technische kwestie) en de
doelstellingen van een politieke, economische en monetaire unie onderschrijven (cf. art. 3 be-
treffende de invoering van de euro)
De commissie stelt voortgangsrapporten op over de situatie in een kandidaat-lidstaat.
Procedure tot toetreding:




Belangrijk is dat de Raad unaniem beslist, dus als één lidstaat weigert dan komt de toetreding er niet.
De bekrachtiging van de akkoorden gebeurt volgens de grondwettelijke bepalingen van de lidstaten. Dit wil
zeggen dat het mogelijk is dat er een referendum plaatsvindt waar het voorstel wordt voorgelegd aan de
bevolking. Is dit referendum negatief dan kan de lidstaat niet toetreden.




Europees recht I - Samenvatting

, II.1.3 Bevoegdheden
De EGKS (Verdrag van Parijs, 1951) betreft enkel de sector van kolen en staal.
In 1957 (Verdragen van Rome) wordt de Europese integratie uitgebreid naar een bredere economische
werkingssfeer, namelijk de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en de creatie van een
'gemeenschappelijke markt’ (thans ‘interne markt’ genoemd). Ook Euratom (EGA) wordt opgericht, de Europese
Gemeenschap voor Atoomenergie. Het is merkwaardig dat het Euratom-verdrag stelt dat er meer en meer
gebruikt dient gemaakt te worden van nucleaire energie, terwijl er meer en meer naar groene energie wordt
overgeschakeld (nu andere context dan in 1957).
De essentie was een douane-unie te creëren: een gemeenschappelijk tarief aan de buitengrens en afschaffing
interne heffingen op in- en uitvoer tussen de lidstaten. Bovendien was de doelstelling tevens een vrij verkeer van
goederen, werknemers, diensten en kapitaal.
Het EEG-Verdrag is een kaderverdrag dat doelstellingen geeft. Deze kunnen dus in de toekomst evolueren. Dit is
een grote stap t.o.v. het EGKS-verdrag.
Men beseft dat dit alles niet in één keer verwezenlijkt kan worden. Het EEG-Verdrag bevat lange
overgangsperiodes voor de verwezenlijking van de doelstellingen; bovendien zijn er vele praktische hinderpalen
die de verkoop aan andere lidstaten bemoeilijken (interne wetgevingen).
De interne markt wordt pas echt verwezenlijkt in 1992. De basis hiervoor was een verdragswijziging in 1986
(Europese Akte), waarna de “Commissie Delors” (Jacques Delors – Frans PS-politicus) de zogenaamde ‘agenda
1992’ uitvoerde. Dit was een lijst van zaken die nog obstakels vormden tussen de lidstaten en die ervoor zorgden
dat de markten nog niet op elkaar aansloten. Er was dan nog tijd tot 1992 om deze laatste obstakel uit de weg
te ruimen. Ondertussen speelt het Hof van Justitie nog steeds een grote rol bij de totstandkoming van de interne
markt (vb. erkenning van diploma uit een lidstaat in een andere lidstaat).

Buitenlands beleid
Het buitenlands beleid wilden de lidstaten aanvankelijk nationaal houden. Zeker de grote lidstaten vonden het
belangrijk dat ze de vrije hand hierin hadden. Zo had Frankrijk relaties met landen in Afrika en de UK met de
commonwealth-landen. Duitsland keek eerder naar het Oosten en Spanje naar Latijns-Amerika. Er waren dus
tegengestelde belangen en het was moeilijk om dit onder één Europese hoed te brengen. Toch zijn er sinds de
jaren 1960 veel initiatieven op economisch en monetair vlak geweest inzake politieke samenwerking/buitenlands
beleid.
Al vanaf het begin van de Europese integratie is er sprake van informele coördinatie van het buitenlands beleid,
volledig buiten de EG-structuur. Dit gebeurde met name tijdens ontmoetingen van de ministers van buitenlandse
zaken van de lidstaten. Er zijn ook samenkomsten van de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten;
sinds 1974 worden deze bijeenkomsten geïnstitutionaliseerd, onder de naam ‘Europese Raad’.

Justitie en binnenlandse zaken
De lidstaten beseften ook meer en meer dan men, naast op economisch gebied, men ook qua justitie en
binnenlandse zaken moest samenwerken. Sinds 1975 was er een begin van samenwerking op deze gebieden
tussen de lidstaten, bv. in de strijd tegen terrorisme en op vlak van veiligheid.
In 1985 wordt de Schengenovereenkomst ondertekend tussen 5 lidstaten (Benelux, West-Duitsland en Frankrijk):
een internationaal verdrag (oorspronkelijk buiten de EG-structuren). Schengen werd gekozen als symbolische
plek om het verdrag te tekenen, het lag op het drielandenpunt tussen Luxemburg, Frankrijk en Duitsland. Binnen
deze Schengenzone zijn er geen grenscontroles meer. Men spreekt gemeenschappelijke regels af betreffende
veiligheid en politie, rechterlijke samenwerking en visa.

Verdragsrecht
De uitbreiding van bevoegdheden en de toetreding van lidstaten, is gebaseerd op verdragen waarin de
soevereiniteitsoverdracht wordt vastgelegd.
Er is een onderscheid tussen oprichtende en amenderende verdragen.




Europees recht I - Samenvatting

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur bartroels. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€11,99  19x  vendu
  • (3)
  Ajouter