Doelgroepen 3
Hoofdstuk 1: Kinderen met gedrags- en emotionele problemen
1. Kinderen en jongeren met gedrags- en emotionele problemen
1.1. Omschrijving
1.1.1. Omschrijving van gedrags- en emotionele problemen
Wanneer spreken we nu van gedrags- en emotionele problemen?
Verschillende benamingen:
- Continuüm van gedrag (het gaat over heel veel verschillende gedragingen
licht en tijdelijke problemen en ernstige chronische problemen
o Internaliserend (kind en jongeren zelf gericht, zelfverwondingen en angsten
Meer op zichzelf gericht
o Externaliserend (andere personen gedragen het als storend, roepen, agressie)
meer op anderen gericht
- Zichtbaar ongewoon of abnormaal gedrag (overkoepelende term)
o Storend gedrag
o Emotionele problemen (angsten, depressieve gevoelens)
o Somatoforme stoornissen
Lichamelijke klachten die onvoldoende verklaard kunnen worden door
lichamelijke ziekte (bv: ik heb buikpijn voor school omdat ik gepest wordt.
CASUS Jeroen (voorbeeld)
Jeroen meldt zich aan met depressieve klachten, hij heeft nergens zin in, is altijd moe. Hij slaapt niet meer, eet
slecht. Hij uit suïcidegedachten zonder concrete plannen te maken; krassen doet hij wel. Jeroen 15,5 jaar oud
en enig kind: volgt beroepsonderwijs. De bezorgdheid rond Jeroens functioneren wordt aangegeven vanuit de
school, sinds een half jaar verergert dit, hij lijkt doodongelukkig. Een agressief incident met een medeleerling
leidt tot een crisis.
Ook thuis merken de ouders gedragsveranderingen: Jeroen verzorgt zich niet meer, liegt veel, vraagt extra
geld. Hij verwaarloost de school, is voortdurend bezig op de computer, bezoekt pornosites. Bij een
urinecontrole test hij positief op cannabisgebruik. De ouders proberen hem te pushen. Jeroen aan te zetten tot
studeren, sociale activiteiten, hobby’s. Wat vroeger vaak lukte, heeft nu geen enkel resultaat.
Tijdens het consult is Jeroen erg onrustig, hij voelt zich niet op zijn gemak. Hij loopt voortdurend rond, krijgt
zijn gedachten moeilijk verwoord. ‘Vroeger was het anders, ik doe nog wel dingen, maar niet meer zoals eerst.
Ik heb geen idee wat ik wil gaan doen. Later hoeft voor mij niet meer…’ Hij benoemt zijn angst en het gevoel
dat niemand hem helpen kan, ook zijn moeder niet. Vader mag zelfs niet mee naar het gesprek komen .
Topje van de ijsberg: het zichtbare stuk, probleemgedrag
Internaliserend: depressieve klachten, slaap- en eetproblemen, zelfmoordgedachten,
ongelukkig, angstig, krassen, …
Externaliserend: liegen, agressie, …
Onderkant van de ijsberg: onvervulde menselijke behoeften
Anamnese: houterige motoriek, discrepant, ontwikkelingsprofiel, zwakke motoriek, speciale
communicatie, eigenzinnig, speciaal en traag, weinig contact met anderen en passiviteit
Overbezorgd/zorgzaam: hij wordt gestuurd in alles (verzorging, huiswerk, …) fixaties bij
Jeroen (geld, maffia, …) en Jeroen is weinig zelfredzaam
Autismespectrumstoornis? Evolutie naar chronisch psychotisch proces? Opvoedingsrelatie?
1
,Wat is het verschil tussen gedrags- en emotionele problemen en gedragsstoornissen?
Gedragsstoornissen zijn minder situatie-gebonden dan gedragsproblemen
- Gedragsproblemen zijn niet per sé gedragsstoornissen
- Gedragsstoornissen zijn wel deel van gedragsproblemen
Gedragsstoornissen
1) DSM IV-Tr DSM 5 (diagnostic en statistic manual of mental diseases)
o Internationaal systeem op basis waarvan psychiaters diagnose kunnen stellen
2) Oppositioneel gedrag
o Kinderen verzetten zich tegen hun ouders
o Passief : negeren van wat er wordt gezegd
o Actief : weigeren en brutaal reageren
o Prikkelbaar/opvliegend gedrag: snel gefrustreerd en zoeken schuld bij anderen
3) Oppositioneel opstandige gedragsstoornis (ODD)
o Kinderen die zich bijna nooit aan regels houden, verzetten tegen opdrachten van
volwassenen
o Dwarsliggen, prikkelbaar en opvliegend gedrag, zoeken schuld bij anderen
o Gemengde stoornis van gedrag en emotie
o Vroege diagnostiek !!
Milde symptomen in 1 situatie
Matige symptomen in minstens 2 situaties
Ernstige symptomen in 3 of meer situaties
4) Normoverschrijdende gedragsstoornis: antisociale gedragsproblemen, onbeheerst
gedrag
o Normen en rechten worden overtreden
o Gedragspatroon herhaalt zich
o Ernstige schade aan anderen op materieel, lichamelijk en psychisch vlak
o Binnen de kinderpsychiatrie = moet voldoen aan criteria DSM 5
o Symptomen : vechten, spijbelen, liegen, stelen, agressie
Oudertraining
Cognitieve gedragstherapie
Systemische behandeling
Farmacotherapie
o Middelenmisbruik en risicovol seksueel gedrag zien we vaker terug komen,
verhoogd risico op het ontwikkelen van crimineel gedrag
Casus Lucas: Oppositioneel opstandige gedragsstoornis (ODD)
« Boze en prikkelbare stemming: Is vaak boos en ontevreden, lichtgeraakt en snel
geërgerd en driftig.
« Ruziezoekend/openlijk ongehoorzaam gedrag: Verzet zich vaak actief tegen
volwassenen of weigert te voldoen aan regels of verzoeken, ergert vaak met opzet
anderen, geeft anderen de schuld van zijn fouten en maakt vaak ruzie met
volwassenen.
« Wraakzuchtig gedrag: Is hatelijk en wraakzuchtig
Casus Andy: Norm overschrijdende gedragsstoornis
« Agressie tegen mensen en dieren: pest, bedreigt of intimideert vaak anderen,
begint vaak vechtpartijen, heeft een wapen gebruikt, mensen mishandeld, dieren
mishandeld, in direct contact met slachtoffer gestolen en heeft iemand tot seksueel
contact gedwongen.
« Vernieling van eigendom: Heeft opzettelijk brand gesticht en eigendommen vernield.
« Onbetrouwbaarheid of diefstal: heeft ingebroken in iemand huis, gebouw of auto,
liegt vaak en heeft zonder direct contact van een slachtoffer gestolen.
« Ernstige overtredingen van regels: Komt ’s avonds en ’s nachts vaak laat thuis,
beginnend voor het 13e jaar, is minstens tweemaal weggelopen van huis en spijbelt
vaak.
2
,Wanneer spreken we dan van jeugdigen met delinquent gedrag?
Delinquent gedrag = Continuüm van gedragingen waarbij een inbreuk gepleegd wordt op regels,
normen en wetten en/of schade betrokken wordt aan individuen of de maatschappij.
Jeugddelinquentierecht: minderjarigen die een delict plegen
- = Misdrijf Omschreven Feit (=MOF)
- Tussen 12 en 18 jaar naar jeugdrechtbank, max 23 jaar
- Vertrekt vanuit herstelgerichte visie
o MOF = wijzen op zijn verantwoordelijkheid
o Aandacht voor aangepaste begeleiding en ondersteuning
- Voorzieningen maken onderscheid tussen :
o PLS, MOF en VOS
Wat verstaan we allemaal onder strafbare feiten of delicten?
Verschillende typen delinquent gedrag:
Gewelds- en zedendelicten : agressie, moord, aanranding, …
Eigendoms- of vermogensdelicten: oplichting, fraude, diefstal, …
Vernieling en openbare orde delicten: vandalisme, discriminatie, …
Verkeersdelicten: rijden onder invloed, …
Drugsdelicten: gebruik van harddrugs,…
Statusdelicten: spijbelen, …
Ernstig delict = wanneer er schade wordt toegebracht aan personen of veel materiële schade
Zijn gedrags- en emotionele problemen ontwikkelingsstoornissen?
Gedragsproblemen zijn GEEN ontwikkelingsstoornissen
- Ontwikkelingsstoornis = neurologische of psychische aandoening die de normale
ontwikkeling belemmert.
Behoren gedrags- en emotionele problemen tot het terrein van de kinderpsychiatrie?
Gedrags- en emotionele problemen zijn GEEN synoniem voor kinderpsychiatrische stoornissen.
- = wanneer een kind psychische klachten ondervindt of de ontw belemmerd wordt
- Ze behoren wel tot dit domein
Kunnen gedrags- en emotionele problemen ook een uiting van opvoedingsproblemen
zijn?
Gedragsproblemen geven soms een onterechte indruk dat er wat mis is
- Vaak probleemgedrag uitgelokt
- Manier van opvoeden bepaalt mee hoe het kind op iets reageert
- Moeilijke ouder-kind relatie kan leiden tot gedragsproblemen
-
1.1.2. Bijkomende aandachtspunten bij het omschrijven van
gedrags- en emotionele problemen
DEFINITIE gedrags- en emotionele problemen
= Gedragingen van een kind die op een bepaald moment in een welbepaalde socio-economische
context en culturele contextdoor bepaalde personen uit de omgeving van het kind als storend,
ongewenst of ongewoon worden ervaren.
De ijsbergtheorie van McClelland
- Instrument om gedrag- en emotionele problemen beter te begrijpen
- Gedrag = het topje van de ijsberg, belangrijkste deel zit onder water en is onzichtbaar
- Onder het water: belemmeringen in de persoon VS omgeving (bv: verlies,
hechtingsproblemen & begeleiders, team, systeem, organisatie) onvervulde menselijke
behoeften probleemgedrag
3
, Hellickx en Grietens: criteria gedragskenmerken
Ontwikkelingsperspectief
o Kennis hebben van normale ontwikkeling om probleemgedrag te kunnen
beoordelen
o Peuterpuberteit
o Hou oud is het kind? Wat is gepast voor zijn leeftijd? kijken naar wat je mag
verwachten van het kind
De continuümgedachte
o Gedrag van kind met gedragsproblemen verschilt niet veel van geen problemen
Uitzondering : automutilatie, stereotyperen, opvallende tics
o Gedragsproblemen = vaker, langer, intenser en over meerdere situaties
De context
o Rekening houden met de situatie waarin gedrag zich voordoet
o Moeilijk gedrag is consequent = duidelijk signaal om te spreken van problematisch
moeilijk gedrag
o Context observeren: in de ene situatie wel en in de andere geen gedragsproblemen
= heeft invloed op het gedrag
De informant
o Bij het beoordelen is het belangrijk wie aangeeft dat het kind probleemgedrag heeft
o Ouders : opvoedingsproblemen
o Deskundigen
Examenvraag: geef de criteria om gedag zo objectief mogelijk te observeren
Van der Ploeg: om probleemgedrag te taxeren kijkt men naar:
- Frequentie (hoe vaak iets voorkomt)
- Duur (langere tijd)
- Omvang (in welke situaties)
- Gevolgen (hoe ernstig)
- Beïnvloedbaarheid
Van Der Wolf : andere criteria
- Leeftijdsadequaat - Type problemen
- Duur - Mate van voorkomen
- Omstandigheden - Intensiteit problemen
- Socioculturele setting
- Verandering van gedrag
- Hoeveelheid en frequentie
- Situatiegebondenheid
Casus Tim:
Ontwikkelingsperspectief: Tim is nu 7 jaar – heeft meermaals per week driftbuien en
reageert op alles met ‘neen’. Dit gedrag herkennen we bij kinderen van 2à3 jaar in de
koppigheidsfase. Tim zou ondertussen alternatieven ontwikkeld moeten hebben om
bijvoorbeeld met teleurstellingen om te gaan. Dit gedrag past dus niet bij de
ontwikkelingsleeftijd van Tim.
Continuümgedachte:
« Frequentie: De driftbuien komen meermaals per week voor
« Duur: Ze duren wel 10 minuten
« Ernst: Hier wordt niets over vermeld maar je mag er van uit gaan dat ze ernstig zijn
wanneer ze 10 minuten duren.
Context: Problemen doen zich voor op school en thuis
Informant: Zowel de mama als de juf rapporteren de problemen
4