1e bachelor orthopedagogie
Sociologie
Hogeschool Gent
Lies Poppe
Schooljaar 2021 - 2022
, INHOUDSTAFEL
Deel 1: ik en de samenleving
H1: DE EIGEN AARD VAN DE SAMENLEVING
1. DE SAMENLEVING ALS SPEELVELD
2. HET DAGELIJKSE LEVEN DOOR DE BRIL VAN EEN SOCIOLOOG
2.1. OVER ETEN EN DRINKEN
2.2. OVER SPORT
2.3. OVER LIFESTYLE EN LIJFSTIJL
2.4. OVER LIEFDE
3. NIEMAND IS EEN EILAND - ZEKER NIET IN TIJDEN VAN CORONA
3.1. CORONACRISIS EN ONZE SOCIOLOGISCHE WAARNEMING
3.2. TOENEMENDE ONGELIJKHEID & ARMOEDE
3.3. ZIJN ‘BUBBELS’ OOK NETWERKEN?
3.4. BELANG V SOCIALE CONTACTEN, INTERACTIE & COMMUNICATIE
3.5. OVER HET BELANG VAN DRAAGVLAK: TWIJFELAARS EN ANTIVAXERS
3.6. HET ‘VERZET’: OMWILLE VAN DE AANSLAG OP ‘DE’ VRIJHEID OF BIJ GEBREK AAN SOLIDARITEIT
4. EEN STAP VERDER: EEN SOCIOLOGISCHE BLIK DOET BETER BEGRIJPEN
4.1. ECHTSCHEIDING
4.2. SUÏCIDE
4.3. ZIEKTE EN DOOD
5. EEN EERSTE DEFINITIE VAN SOCIOLOGIE
H2: DE SAMENLEVING IS EEN VELD VAN TEGENGESTELDE KRACHTEN
1. INDIVIDU EN SAMENLEVING: EEN STRIJD VAN GOED EN KWAAD
2. DE SAMENLEVING: EEN VAT VOL MOGELIJKHEDEN EN BEPERKINGEN
3. SOLIDARITEIT VS STRIJD
3.1. SOLIDARITEIT EN COHESIE
3.2. STRIJD EN CONFLICT
4. ONGELIJKHEID VERSUS GELIJKHEID
H3: WELK NUT HEEFT DE SOCIOLOGIE VOOR WIE GEEN SOCIOLOOG WIL WORDEN?
1. DE SOCIOLOGIE, EEN WTS ALS GEEN ANDER
2. ER IS MEER WTS ONDER DE ZON DAN ENKEL NATUURWTS
3. EEN SOCIOLOOG ONDERZOEKT SOCIALE FEITEN
4. DE SOCIOLOGIE: EEN VAN DE HUIZEN OP HET PLEIN VAN DE SL, MET VERSCHILLENDE KAMERS EN BIJHORENDE
RAMEN
5. WAT BRENGT DE SOCIOLOGIE ONS BIJ?
H4: DE ENE BRIL IS DE ANDERE NIET
1. WE DRAGEN ALLEMEEL EEN BRIL! OVER SELECTIEVE WAARNEMING
2. OVER REFERENTIEKADERRS, PYGMALION EN STEREOTYPES
3. HET BREEKPUNT TSS COMMON SENSE EN WETENSCHAP
1
,H6: BLOKKEN UIT DE SOCIOLOGISCHE BLOKKENDOOS
1. SOCIAAL HANDELEN
2. INTERACTIE EN COMMUNICATIE
2.1. INTERACTIE
2.2. COMMUNICATIE: VERBAAL EN NIET-VERBAAL
2.3. DE IMPACT VAN SOCIALE MEDIA OP DE
3. SOCIALE RELATIES EN POSITIES, SOCIALE ROL EN STATUS
3.1. SOCIALE RELATIES
3.2. SOCIALE POSITIES
3.3. SOCIALE STATUS
3.4. STATUS IN COGRUENTIETHESE (LEZEN)
4. DE SOCIALE ROL
4.1. ROLLENSTELLEN EN ROLCONFLICTEN
4.2. DE STABILITEIT VAN ROLLENSTELLEN
5. ROLATTRIBUTEN EN STATUSSYMBOLEN
H7: EEN NETWERK IS EEN GROEP
1. SOCIALE NETWERKEN
1.1. NETWERKEN ZIJN KANALEN WAARLANGS GOEDEREN KUNNEN STROMEN
1.2. ENKELE KENMERKEN VAN NETWERKEN
2. GROEPEN
2.1. EEN TYPOLOGIE ALS UITGANGSPUNT
2.2. DE SOCIALE CATEGORIE
2.3. HET SAMENZIJN
2.4. PRIMAIRE GROEPEN
2.5. DE COLLECTIVITEIT
3. REFERENTIEGROEPEN
3.1. VERGELIJKENDE REFERENTIEGROEPEN
3.2. NORMATIEVE REFERENTIEGROEPEN
4. GROEPEN TUSSEN CONFLICT & SOLIDARITEIT
5. HET MAATSCHAPPELIJK MIDDENVELD
6. SOCIALE BEWEGINGEN
7. DE MASSA, MENIGTE EN MULTITUDE
H8: CULTURELE DIVERSITEIT
1. DOOR DE OGEN VAN ANDEREN
2. WAARVOOR STAAT CULTUUR?
3. CULTUUR IS EEN PATROON
3.1. WAARDEN
3.2. NORMEN
3.3. DOELSTELLINGEN
3.4. VERWACHTINGEN
4. DE ENE CULTUUR IS DE ANDERE NIET
4.1. HOGE VS LAGE CULTUUR? EN WAT MET BESCHAVING?
4.2. VERSCHILLEN TSS SAMENLEVINGEN
4.3. VERSCHILLEN IN TIJD
4.4. VERSCHILLEN BINNEN SAMENLEVINGEN: DOMINANTE CULTUREN, TEGENCULTUREN EN SUBCULTUREN
2
,5. INSTITUTIES EN INSTITUTIONALISERING
5.1. ARBEID: MEER DAN EEN BRON VOOR INKOMEN
5.2. HET GEZIN: EEN PRIMAIRE GROEP EN EEN INSTITUTIE
5.3. KERNGEZIN & UITGEBREID GEZIN
5.4. HET GEZIN GETRANSFORMEERD
5.5. NIEUWE SAMENLEVINGSVORMEN
H9: SOCIALISATIE & LEVENSLANG LEREN
1. CULTUUR WORDT AANGELEERD
2. WAARTOE DIENT SOCIALISATIE?
3. PRIMAIRE,S ECUNDAIRE EN TERTIARE SOCIALISATIE
4. DIFFERENTIËLE SOCIALISATIE
5. OVER BEÏNVLOEDING, GEZAG EN MACHT
5.1. GEZAG
5.2. MACHT
5.3. OVER MACHTSBRONNEN EN ELITES
5.4. MACHTSMIDDELEN
6. CONFORMISME: GEDRAG ZOALS HET HOORT?
7. SOCIALE CONTROLE EN SOCIALE SANCTIES
8. DE SPANNING TUSSEN CULTUREEL AANVAARDE DOELSTELLINGEN EN MIDDELEN: MERTONS TYPOLOGIE
9. MEER OVER DEVIANTIE
9.1. VERKLARINGEN VOOR DEVIANTIE
9.2. FUNCTIES VAN DEVIANTIE
H11: ONGELIJKHEID IS VAN ALLE TIJDEN: OVER DE GELAAGDHEID VAN DE SAMENLEVING
1. ONGELIJKHEID EN ANDERE SOORTEN VAN VERSCHILLEN: EEN RAAMWERK
2. VIER SOORTEN VAN SOCIALE VERSCHILLEN
2.1. SOCIALE DIFFERENTIATIE
2.2. SOCIALE FRAGMENTERING
2.3. SOCIALE ONGELIJKHEID
2.4. SOCIALE UITSLUITING
3. DE INKOMENSONGELIJKHEID: VAN PEN TOT PIKETTY
4. SLAVERIJ, STANDEN EN KASTEN
4.1. IS EEN ONGELAAGDE SAMENLEVING MOGELIJK?
4.2. DE SLAVERNIJ
4.3. DE STANDENSAMENLEVING
4.4. DE KASTENSAMENLEVING
5. DE KLASSENMAATSCHAPPIJ: 3 MODELLEN
6. SOCIALE MOBILITEIT
6.1. MOBILITEIT: SOORTEN EN DE METING VAN MOBILITEIT
3
, SOCIOLOGIE
DEEL 1: IK EN DE SAMENLEVING
H1: DE EIGEN AARD VAN DE SAMENLEVING
6. DE SAMENLEVING ALS SPEELVELD
Sociologie = ‘samenlevingskunde’, kijken naar hoe mensen w- beïnvloed door de omgeving ons
handelen veranderen naar het handelen van anderen
Sociale interactie & handelen binnen de samenleving
- Socius/ societas: metgezel, samenleving
- Logos: kennis, kunde, wetenschap
Sociologen hebben interesse in:
Hoe leven mensen samen in allerhande sociale verbanden?
Wat zijn de kenmerken van die samenlevingsverbanden?
Door welke wetmatigheden worden ze gestuurd?
Niemand is een eiland
- We beïnvloeden elkaar
- We zijn een deel van een groter geheel (deel v verschillende
samenlevingsverbanden
- In die verbanden kleven er verwachtingen & sociale statussen
3 niveaus:
1. Micro: contacten tss individuen
bv: face to face, binnen gezin, contact met cliënt
2. Meso: middenveld, kleine samenlevingsverbanden
bv: vakbond, OCMW, hoge scholen, jeugdbewegingen, …
3. Macro: grotere sociale eenheden, grote samenlevingsverbanden
bv: staat, federale overheid
Samenleving speelveld, er zijn ook regels die moeten gevolgd w-/ posities die ingedeeld w-
Ortho’s in de samenleving:
- Deel uitmaken vh sociaal leven
- In constante interactie met cliënten, collega’s
- Gevoeligheid voor wat leeft i/d sl
Metafoor voetbalveld:
Buiten de lijnen vallen = niet meer kunnen meedoen met sl, binnen lijnen = wel deelnemen aan sl
- Buiten de lijnen kan je niet deelnemen aan de sl (regels overtreden gevangenis)
- Armen, pers. met beperking w aan zijlijn geduwd & kijken naar hoe anderen deelneem aan sl
- Binnen het speelveld worden ook zones afgebakend waarbinnen bepaalde dingen wel en niet mogen.
In het leven is dit ook zo bv. sociale zone, particuliere zone, publieke ruimtes & persoonlijke ruimtes
… Thuis zijn er bv. andere regels dan op het werk bv. hele dag in pyjama lopen kan thuis, maar nier
op het werk.
- Spelregels: wetten/regels (je hebt ook gewoontes bepalen hoe je u gaat gedragen)
- Spelers: hebben verschillende rollen/posities in veld Aan een bepaalde positie in de sl, hangt een
bepaalde rol vast.
4
,- Supporters: nemen niet deel aan spel, maar hebben invloed
- Wie zit achter de schermen, wie heeft de touwtjes in handen?
- Sociologen zijn neutrale waarnemers → moeten afstand bewaren van het gegeven dat ze willen
bestuderen zitten eerder op de tribune
Uiteenlopende samenlevingsverbanden waarvan we deel uitmaken (bv: het gezin, de
vriendengroep, de school, …)
Sl = abstracte term
Spelers nemen verschillende posities & sociale rollen in spelregels zijn
de regels die moeten gerespecteerd w- (= veel ongeschreven gewoontes/
regels omdat het zo hoort & zo sociale straf toeschrijven)
Regels en vrijheid sluiten elkaar niet uit je hebt pas vrijheid wnr er
spelregels zijn, ze zorgen voor de nodige zekerheid en voorspelbaarheid.
Mensen sociale wezens die samen samenleving tot stand brengen
samenleving vormt de individuele mensen tot sociale wezens
Socioloog bevindt zich in het spanningsveld
Magische driehoek van Berger & Luckmann
7. HET DAGELIJKS LEVEN DOOR DE BRIL VAN DE SOCIOLOOG
1ste, dagelijkse waarnemingen geven niet altijd weer wat er werkelijk gebeurt
Nood aan een sociologische bril: structuur & betekenis geven aan wat we zien
Verder kijken dan observeerbare om te begrijpen waarom mensen bepaalde gedragingen stellen
Persoonlijke bril afzetten & dieper, wetenschappelijker kijken
We moeten verder kijken dan het observeerbare om te begrijpen waarom mensen bepaalde gedragingen
stellen. We moeten op zoek gaan naar structuren, netwerken.. om gedrag te gaan verklaren en
begrijpen.
Sociologische verbeelding = is het bewustzijn dat onze individuele ervarings- en belevingswereld verband
houdt met de bredere samenleving
5
,= het vermogen om afstand te nemen van onze dagelijkse levens en er anders naar te kijken, los van de
vertrouwde routines en met een frisse blik.
3 componenten van sociologische verbeelding:
1. Geschiedenis = hoe de samenleving vandaag de dag gestructureerd is en
gevormd heeft zoals die nu is.
Hoe komt een bepaald iets? Hoe was dit vroeger? Wat is het historisch
perspectief.
Men probeert de grotere patronen te zien.
2. Biografie = alles wat mensen meemaken in hun leven bv. krijgen van
kinderen, afstuderen, nieuwe job…
Hoe komt het bv. dat de ene groep mensen werk heeft en de andere niet? Hoe komt het dat steeds
meer mensen geen kinderen willen?...
Individuele keuzes,… moeten gezien worden in het groter geheel waarin mensen samenleven.
3. Sociale structuur = de contacten die mensen hebben, de verbanden die mensen hebben.. Het
geheel van sociale relaties die men heeft.
Wat is er in onze samenleving? Welke dominante instituties gaan onze samenleving bepalen (bv.
kerk, politieke partijen, gezin..)
Er wordt gekeken naar de relaties, in welke netwerken mensen zitten…
Deze 3 componenten beïnvloeden elkaar.
Een socioloog kijkt niet alleen naar het individuele verhaal, maar plaatst dit in een groter geheel. Hoe is
ene individu gekoppeld met zijn/haar omgeving.
7.1. OVER ETEN EN DRINKEN
= primaire behoeften bevrediging = weinig te maken met de sl gebeurt niet overal op dezelfde
manier bv. bestek, stokjes, handen…
Biografie: de manier waarop we eten is verschillend
bv: iemand slaat ontbijt over, brunchen, ’s avonds of ’s middags warm, vegetarisch
Sociale structuur: door de klimaatopwarming is men zich bewuster van wat men eet
bv: de impact van vlees, zuivel, …
Geschiedenis: er zijn veranderingen in eetpatronen
bv: kookboek van 1970 vs kookboek van nu (vegan, caloriearm, wereldkeuken, …)
Koken & komen eten = belangrijke vrijetijdsbesteding geworden
Statussymbool geworden
Voorbeeld koffie: koffie zorgt ervoor dat mensen gaan samenzitten, elkaar zien, met elkaar praten… bij
ons is dit een aanvaardbare drug, in andere culturen is dit niet het geval. Koffie heeft ook zijn functie in
een netwerk v sociale en economische verhoudingen, het w geïmporteerd, exporteerd…
Statussymbool = een teken dat niet- functioneel w gebruikt (zoals het uniform van een politie-agent),
maar als verwijzing naar rijkdom, macht & prestige
een teken dat men gaat gebruiken ter verwijzing naar prestige, macht, aanzien… dat je hebt.
7.2. OVER SPORT
6
,Sporten met hoge sociale status skiën, zeilen, roeien, surfen, snowboarden, …
Distance & finesse uitdrukken, vermijden lichaamscontact
Sporten met lage sociale status fitness, zaalvoetbal, handbal, motorcross, boksen, …
Lijf-aan-lijfgevechten
Sport = drager van symbolische codes van smaken & levensstijlen
Blood sports: bijvoorbeeld boksen
De keuze van je sport is een individuele keuze (biografie), maar de sociale status van een sport kan
soms ook je keuze van je hobby bepalen (sociale structuur).
Bv. kinderen uit hogere klassen zullen eerder voor sporten met een hoge sociale status kiezen zoal skiën,
zeilen.. Kinderen uit lagere klassen omgekeerd.
Geschiedenis: in lagere klassen hield men meer van lichamelijk contact dan in hogere klassen. Daar werd
lichamelijk contact net vermeden bv. golf, cricket…
7.3. OVER LIFESTYLE EN LIJFSTIJL
Verschillende kanalen informeren ons wat men moet doen om mee te zijn met bepaalde trends in de sl
Lifestylebladen, tiktok
Lifestylbladen informeren over wat nodig is voor het image van de moderne mens wat men lijkt is
belangrijk
Welk beeld van jezelf wil je aan de buitenwereld geven?
Ideale lichaam w bepaald & meegegeven door de ‘boekskes’ & de sociale media
bv: Victoria’s Angels, maar sluiten n- aan bij de werkelijke lichamen van de meeste vrouwen
Tegenbewegingen normalizebodies-beweging
Andere trend vrouwen uit middenklasse gaan niet meer pronken met hun rijkdom, ze gaan bv. meer
geld uit geven aan ervaringen, ideeën… om zich zo van elkaar te gaan onderscheidden. De nieuwe elite
onderscheid zich van hun voorgangers.
Men gaat minder pronken met luxe zoals gouden lepeltjes en gaat vaker voor nieuwe ervaringen en
ideeën.
Cultuur vd look start in de groep met bovenmodaal inkomen & via massamedia dringen nieuwe
idealen door tot de brede lagen vd bevolking elite blijft zich onderscheiden vd massa door nieuwe
trends = conspicious consumption
VSCO-girl = ze willen zich op een andere manier onderscheiden dan de oude elite, dit doen ze door
gezond te eten, milieubewust te zijn, de kinderen op een bepaalde manier op te voeden, aan
mindfullness te doen, te reizen…
7.4. OVER LIEFDE
Meeste huwen binnen zelfde sociale milieu
o Religieuze overtuiging
o Etnische herkomst
o Opleiding
Iemand uit zelfde groep = makkelijker praten
Basis voor gemeenschappelijkheden
7
, Minder risico op conflicten
Sociale druk vd omgeving kan de keuze beïnvloeden: gearrangeerde huwelijken -> subtiel via eventuele
afkeuring v mogelijke partners/ vrienden
heteronormativiteit meer
7.5. CONTINGENT MAAR NIET ARBITRAIR?
Contingent = Alles had anders kunnen zijn dan het nu is, het besef dat wat we vandaag belangrijk vinden, hoe
we naar zaken kijken, hoe we ons kleden… had anders kunnen zijn.
Wat we vandaag belangrijk vinden, hoe we naar zaken kijken, hoe we ons kleden had anders
kunnen zijn
Historische evolutie, proces NIET TOEVALLIG
Leven is NIET arbitrair, willekeurig of louter toevallig. Het is niet omdat een bepaald gebruik anders had kunnen
zijn dat er geen goede reden bestaat waarom het nu zo is
Sociologen kijken naar deze ‘format’ van samenleven hoe we ons vandaag gedragen kan niet losgekoppeld
w vh verleden
Gezond verstand = een samenhangend stel v feiten, waarnemingen, ervaringen, inzichten, received wisdom,
dat elke mens heeft verworven en opgestapeld zijn gedurende de levensweg. Het gaat om kennis adhv de zin
die we geven aan situaties waarmee we w geconfronteerd.
8. NIEMAND IS EEN EILAND - ZEKER NIET IN TIJDEN VAN CORONA
Corona heeft een hele grote invloed gehad op de samenleving en hoe we ons gedragen. De sociale
spelregels werden overhoop gehaald.
Boeiende periode voor sociologen.
Niemand is een eiland = mensen kunnen niet zonder elkaar, we hebben elkaar nodig. Dit is zeer duidelijk
geworden tijdens het beperken van contacten tijdens corona.
Mensen gingen op zoek naar andere manieren van sociaal contact bv. online apperitieven,
wandeldates…
8.1. CORONACRISIS EN ONZE SOCIOLOGISCHE WAARNEMING
Gewelddadige shocken zorgen voor een vermindering van minderheidsgroepen bv. oorlogen, pandemieën
met hoge sterftecijfers systemen vallen helemaal in elkaar.
4 soorten schokken:
1. Oorlogen met massale mobilisatie van mensen & middelen
2. Radicale revoluties
3. Pandemieën met massale sterfte
4. Ineenstorting van hele staten & systemen
Tijdens het begin van corona was er heel veel solidariteit en positieve visies, maar naarmate de
pandemie vorderde zag men welke gevolgen dit had op mensen en kwamen de pessimistische kanten
naar boven zoals economische crisissen, onderwijsachterstand, vereenzaming.. Men ging de
eigenbelangen meer verdedigen.
Breuken dier er al waren werden meer zichtbaar bv. sociale status, gezondheid v/e individu…
Corona heeft gezorgd voor een grotere kloof tussen rijken en armen.
8
, Sociologische insteek over het hoofd gezien, aan de zijlijn gehouden (pas later de psychologische gevolgen,
eerst virologische & economische)
8.2. (TOENEMENDE) ONGELIJKHEID & ARMOEDE
Corona heeft gezorgd voor een grotere kloof tussen rijken en armen.
Verschillende beroepsgroepen liepen door beroep meer kans om blootgesteld te w- aan het virus
Er is een verband tussen hogere sterfte bij mensen uit een lagere sociale economische status. Deze
mensen hebben nml vaker een job met minder zekerheid (flexibele contracten), lagere lonen, minder
goede woningen, minder toegang tot gezonde voeding, buurten waar men dichter bij elkaar woont… dit
heeft een impact op het risico om besmet te worden
Armoede slechtere omstandigheden vaker geïsoleerd, zwakkere netwerken, minder goed
geïnformeerd & hoe ermee om te gaan
Risico op complicaties stijgt door leven in armoede = doorgaans al slechtere gezondheid
Digitale ongelijkheid = vele mensen hebben geen computer of kunnen thuis geen lessen volgen door hun
omgeving, slechtere ondersteuning van de ouders
Online lessen hebben een impact op de sociale ongelijkheid
Rol van de verdeling vd vaccins ongelijkheid blijft: (oud -> jong; risicopatiënt/ zorgverlener)
8.3. ZIJN
‘BUBBELS’ OOK NETWERKEN?
Aantal personen in iemands netwerken (N) formule om aantal contacten te berekenen: N(N-1)/2
Aantal personen in de bubbel groter exponentiële stijging in het aantal contacten
Voeg je iemand toe in de bubbel dan gaat het van bv 3 mogelijke contacten 6
8.4. BELANG V SOCIALE CONTACTEN, INTERACTIE & COMMUNICATIE
9