Dit is een lijst van 33 multiple choice voorbeeldvragen voor het vak methodologiedie gegeven wordt in de sociale wetenschappen. Dit zijn de vragen (en antwoorden) uit online testen die de prof zelf heeft gegeven.
Online tests methodologie
1. Welke van de onderstaande stellingen is JUIST? Maak 1 keuze.
✓ Zowel Hume, Kant als Popper bekritiseren het idee dat kennis vanzelf voortvloeit uit de
objectieve waarneming.
✗ Karl Popper schaart zich achter het idee dat wetenschappelijke kennis louter via inductie
tot stand komt. Wetenschappelijke kennis is immers nooit definitief.
✗ Normatieve kennis voldoet aan het criterium ‘inwisselbaarheid van het kennende subject’.
Volgens het constructivisme is de menselijke geest een ‘tabula rasa’.
2. Welke stelling klopt?
STELLING 1: Een formele theorie is een abstracte theorie die betrekking heeft op
verschillende sociale fenomenen.
STELLING 2: De wereld van de ‘Dinge an sich’ (Kant) is een ontologisch standpunt met
epistemologische gevolgen die naar een naturalistische positie neigen.
STELLING 3: Volgens Popper is de theorie van Marx niet wetenschappelijk omdat we in de
geschiedenis kunnen zien dat het communisme als politiek systeem het niet haalt van het
kapitalisme.
✗ Enkel stelling 2 is juist.
✗Stelling 1 en 3 zijn juist.
✗Stelling 2 en 3 zijn juist.
✗Geen van de stellingen zijn juist.
✓ Enkel stelling 1 is juist.
3. Welke van de onderstaande stellingen is FOUT? Maak 1 keuze.
✗ Wanneer we een onderzoek doen naar schoolresultaten van jongens tussen 12 en 14 jaar in
Gent en we willen de bevindingen veralgemenen naar alle Vlaamse 12- tot 14-jarige jongens,
moeten we nagaan of het onderzoek empirisch veralgemeenbaar is.
✓ Om te kunnen spreken van goed wetenschappelijk onderzoek moet de empirische cyclus
van wetenschappelijk onderzoek volledig doorlopen worden. Wanneer dit niet het geval is, is
een onderzoek onbetrouwbaar.
✗ Bij grote cross-sectionele surveys zijn toevalsfouten minder problematisch dan bij een
onderzoek met diepte-interviews.
✗ Actieonderzoek is een type van praktijkgericht onderzoek dat politieke actie stimuleert.
4. Welke stelling klopt?
De Contacttheorie heeft betrekking op het verbeteren van relaties tussen groepen die conflict
ervaren. De theorie stelt dat onder optimale omstandigheden interpersoonlijk contact tussen
mensen uit verschillende groepen de vooroordelen over elkaar zal reduceren. Hieruit leiden
onderzoekers af dat mensen die in een etnisch gemengde buurt wonen minder vooroordelen
, zullen hebben tegenover etnisch-culturele minderheden. Om deze verwachtingen te toetsen,
worden enquêtes verzameld bij 2100 respondenten.
STELLING 1: De Contacttheorie is een voorbeeld van een grand theory.
STELLING 2: In de tekst worden enkel deductieve stappen beschreven.
STELLING 3: Dit onderzoek is eerder positivistisch van aard.
✓ Stelling 2 en 3 zijn juist.
✗ Enkel stelling 3 is juist.
✗ Stelling 1 en 2 zijn juist.
✗ Enkel stelling 2 is juist.
✗ Stelling 1 en 3 zijn juist.
5. Welke van de onderstaande stellingen is JUIST? Maak 1 keuze.
✗ Tijdsorde en covariatie zijn de twee voldoende voorwaarden om van een oorzakelijk
(causale) effectrelatie te spreken.
✓ “Alle zwanen zijn wit” wordt een problematische uitspraak vanaf je één zwarte zwaan
observeert. Dit is een voorbeeld van falsificatie.
✗ De empirische cyclus die start vanuit een praktisch probleem en eindigt met de evaluatie
van de efficiëntie van de oplossing bestaat uit zeven stappen.
✗ De case van de Piltdown-man geeft aan dat informed consent in wetenschappelijk
onderzoek noodzakelijk is.
6. Welke van de onderstaande stellingen is JUIST? Maak 1 keuze.
✗ De Milgram experimenten zijn schoolvoorbeelden van een verantwoord ethisch
onderzoek.
✗ Het frauduleus uitvinden van data is een type van plagiaat.
✗ Verantwoord ethisch onderzoek wordt gedefinieerd als onderzoek dat enkel fysieke schade
voorkomt.
✓ De uitspraak “Publish or perish” wijst op de druk tot publiceren in vaktijdschriften die
onderzoekers aan de universiteit ondervinden.
7. Welke stelling klopt?
STELLING 1: Naturalistische geldigheid verwijst naar de mate waarin je bevindingen,
gedaan in een artificiële context, kan doortrekken naar andere contexten.
STELLING 2: Toevallige fouten leiden tot ongeldige uitspraken.
STELLING 3: Een onbetrouwbare meting kan wel geldig zijn.
✗ Stelling 1, 2 en 3 zijn juist.
✗ Stelling 1 en 2 zijn juist.
✓Stelling 1 en 3 zijn juist.
✗ Enkel stelling 2 is juist.
✗ Geen enkele stelling is juist.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur NaliB. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.