Biologie (BIO)
Boek: Nectar
Niveau: vwo bovenbouw
Hoofdstuk: hoofdstuk 4, voortplanting
Dit is een handige samenvatting over hoofdstuk 4 van het boek Nectar (4de editie). Onderwerpen die in deze samenvatting worden genoemd zijn: embryonale ontwikkeling, vrouwelijke/mannelijke voortplantingsor...
Biologie §4.1
Tijdens de ovulatie (eisprong) komt een eicel uit een van beide ovaria (eierstokken) in een
eileider (Binas 86B). Daar kan de kern van de eicel versmelten met de kern van een zaadcel:
de bevruchting. Een eicel is omringd door follikelcellen die voedingsstoffen leveren aan de
eicel. De bevruchting:
Zaadcellen dringen door de laag follikelcellen heen en maken contact met een
doorzichtige eiwitlaag: de zona pellucida.
De eerste zaadcel die contact maakt met het celmembraan van de eicel versmelt, zijn
kern gaat naar binnen. Tegelijk zorgen blaasjes in het grondplasma van de eicel dat
de zona pellucida verandert naar een voor zaadcellen ondoordringbare laag, het
bevruchtingsmembraan. Het DNA komt bij elkaar in de celkern van de eicel. Er is
een zygote (bevruchte eicel) gevormd.
Cel gaat delen, de eerste delingen zijn klievingsdelingen, delingen waarbij geen
plasmagroei optreedt. Na ongeveer 3 dagen is de zygote uitgegroeid tot een embryo
van 16 cellen. Trilharen aan de binnenkant van de eileiders vervoeren de zygote
naar de baarmoeder (Binas 86E).
Innestelling en ontwikkeling:
1 of 2 dagen nadat het embryo uit ongeveer 100 cellen bestaat vindt de innesteling
plaats, het ingroeien van het embryo in het baarmoederslijmvlies.
Het embryo bestaat dan uit een blaasje, een blastula. De laag om de blastula heen
heet de trofoblast, heeft meer cellen. Binnenin bevat het een klompje cellen, de
embryoblast, waaruit de kiemschijf ontstaat (ontwikkelt uiteindelijk kind uit) en de
blastocyste, die het dooierblaasje levert.
De trofoblast produceert verschillende stoffen, zoals het hormoon HCG. De trofoblast
vormt uitstulpingen: vlokken die tussen de cellen van het baarmoederslijmvlies
ingroeien en het embryonale deel van de placenta vormen.
Cellen van kiemschijf → groeien uit tot kind
Cellen tussen trofoblast en kiemschijf → hechtsteel, begin van de navelstreng
Aan beide zijden van de kiemschijf ontstaat een holte.
o Een kleine, de holte van het dooierblaasje, die vormt de eerste bloedcellen
→ overgenomen door de lever, dooierblaasje verdwijnt. Uiteindelijk vormt het
rode beenmerg de bloedcellen.
o Een grote, de amnionholte, de holte groeit en vult ten slotte de gehele
blastulaholte. Hij is gevuld met vruchtwater.
Het embryo is nu omgeven door vruchtwater binnen twee vruchtvliezen, het amnion
(afkomstig van het amnionblaasje) en het chorion (afkomstig van de trofoblast).
Drie weken na de bevruchting is het bloedvatenstelsel van het embryo gevormd. Via de
navelstreng gaat bloed van het embryo naar de placenta.
De placenta bevat bloedvaten van zowel de moeder als het embryo. Het bloed van de
moeder omspoelt de met bloed gevulde vlokken van het embryo. De uitwisseling van stoffen
tussen beide bloedsomlopen vindt plaats via de celmembranen van de vlokken.
De navelstreng bevat één ader en twee slagaders. De navelstrengslagaders vervoeren
bloed, met afvalstoffen vanuit het embryo naar de placenta. De navelstrengader voert
voedingsstoffen en zuurstof vanuit de placenta naar het embryo toe. Na 8 weken zijn alle
organen aangelegd en heet het embryo een foetus. Soms verloopt de zwangerschap niet
verder en volgt een spontane abortus: een miskraam. Het lichaam van de moeder stoot de
foetus af.
Na 6 weken is het geslacht nog onduidelijk. Bij beide seksen ontstaan eerst de gangen van
Wolff en Müller en de genitale knop en groeve. Meisjes hebben in hun celkernen 2x een X-
chromosoom. Jongens hebben in hun celkernen een X- en een Y-chromosoom. Op het Y-
chromosoom ligt het SRY-gen, dit activeert en remt een hele reeks andere genen. Daardoor
ontwikkelen zich omstreeks de 6de week bij embryo’s met het SRY-gen de testes
(zaadballen). De gangen van Wolff groeien uit tot de zaadleiders. De genitale knop groeit uit
tot de eikel. De randen van de genitale groeve groeien aaneen en vormen zo de balzak. Bij
een meisje groeien de gangen van Müller uit tot de eileiders. Uitwendig groeit de genitale
, Biologie hoofdstuk 4
knop uit tot de clitoris. De randen van de genitale groeve groeien uit tot de buitenste
schaamlippen.
De leefstijl van een zwangere vrouw heeft grote invloed op haar ongeboren kind. In de
eerste 8 weken ontwikkelen de organen van de foetus, dus vooral in deze periode is het
kwetsbaar. Goede voeding is belangrijk, ook moeten de moeders geen stress hebben, geen
drugs gebruiken of roken.
Vrouwelijke geslachtsorganen:
In de puberteit groeien, onder invloed van hormonen, de geslachtsorganen uit tot hun
‘volwassen’ bouw. In de ovaria vindt de ontwikkeling van eicellen plaats. Een eileider vangt
de eicel op die vrijkomt bij de ovulatie. Een onbevruchte eicel sterft na 24 uur af. De
gespierde baarmoeder is aan de binnenkant bekleed met 5-10 mm baarmoederslijmvlies. Dit
wordt elke maand opnieuw gevormd voor een mogelijke zwangerschap en afgestoten bij een
menstruatie, als er geen zwangerschap optreedt. De vagina vormt de toegang tot de
baarmoeder. Ze is bekleed met slijmvlies waar een pH van 3,8-4,5 de vermenigvuldiging van
ongewenste bacteriën voorkomt. Aan de buitenzijde vormen de buitenste en binnenste
schaamlippen, een bedekking en bescherming van de vagina. De ingang van de vagina
heeft een soepel randje weefsel, het ‘maagdenvlies’. Vooraan tussen de binnenste
schaamlippen ligt de clitoris. Prikkeling van de clitoris kan tot een orgasme leiden, waarbij
spieren in de baarmoeder samentrekken.
Mannelijke geslachtsorganen:
Bij jongens verandert in de puberteit onder andere de grootte van de balzak, zaadballen en
penis. Beide zaadballen bestaan uit sterk gekronkelde zaadbuisjes, bijeengehouden door
bindweefsel. De zaadballen zijn voor de geboorte afgedaald in het scrotum, de balzak.
Vanaf de puberteit maken de zaadbuisjes zaadcellen. De zaadbuisjes van beide zaadballen
monden uit in een bijbal. Die slaat de zaadcellen op tot een zaadlozing optreedt. Het
lichaam breekt na ongeveer een maand de zaadcellen af als er geen zaadlozing heeft
plaatsgevonden. Een penis bevat zwellichamen. Bij seksuele opwinding wordt de penis stijf
doordat de zwellichamen zich vullen met bloed: een erectie. Het gevoeligste deel van de
penis, de eikel, ligt aan het uiteinde aan de voorhuid. Bij een zaadlozing duwen
kringspiertjes rond de bijballen en de zaadleiders zaadcellen naar de penis. Zaadblaasjes
voegen via de zaadleider, en de prostaatklier via de urinebuis, vocht toe aan de passerende
zaadcellen, wat het sperma vormt.
Primaire geslachtskenmerken: Vanaf 14 weken met echoscopie zichtbaar.
o Geslacht van foetus zichtbaar.
Secundaire geslachtskenmerken:
♂ In de puberteit neemt ook de spiermassa toe, groeien de stembanden en ontstaat
er beharing.
♀ Heupen verbreden zich en er komt meer onderhuids vet op bijvoorbeeld heupen en
bovenbenen → levert ‘ronde’ vormen op. Ook de geslachtsorganen ontwikkelen zich.
Tertiaire geslachtskenmerken: Je verandert ook geestelijk in de puberteit. Hierdoor
verschillen mensen in seksuele voorkeur. Mensen die op een ander geslacht vallen
zijn heteroseksueel. Als mensen op hetzelfde geslacht vallen, zijn zij
homoseksueel. Mensen die zich tot beide geslachten aangetrokken voelen zijn
biseksueel.
Biologie §4.2
Geslachtscellen (gameten) bij mensen hebben 23 chromosomen. Elk chromosoom bevat
informatie over andere erfelijke eigenschappen. Gameten zijn haploïd (n): een geslachtscel
bevat van elk type chromosoom slechts één exemplaar. Een zygote ontstaat door het
versmelten van twee gameten en bevat een diploïd (2n) aantal chromosomen. De
homologe chromosomen kun je als 23 paren bij elkaar plaatsen. Voor elk paar geldt:
Eén van beide chromosomen is van de moeder, ander van de vader
Ze bevatten beide informatie over dezelfde erfelijke eigenschappen, maar de
‘precieze’ eigenschappen kan verschillen.
Meiose:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur bentevandalen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.