Dit bevat een allesomvattende oplossing van de vier vragen zelfstudie van het vak economisch en financieel strafrecht (gedoceerd door F. Deruyck) aan de VUB (2e master).
Zelfstudie economisch en financieel
strafrecht
VRAAG 1: Wat was (en blijft voor feiten voor 30 juli 2018) de grondslag en wat waren (en blijven
voor feiten voor 30 juli 2018) de toepassingsvoorwaarden van de regeling van artikel 5, 2 de lid oud
Sw?
Context: vroeger kon enkel diegene die de zwaarste fout had begaan worden veroordeeld. Behalve
wanneer de geïdentificeerde NP de fout wetens en willens had gepleegd, want dan kon hij samen
met de verantwoordelijke RP worden veroordeeld.
Sinds 30 juli 2018 kunnen de NP en de RP in alle gevallen samen worden veroordeeld, MAAR de
strafuitsluitende verschoningsgrond van het oude art. 5, lid 2 Sw. blijft wel nog gelden voor feiten
gepleegd vóór de inwerkingtreding (30 juli 2018).
DE GRONDSLAG VAN ART. 5, LID 2 SW.
Het oude artikel 5, lid 2 Sw. werd ingevoerd door de wet van 4 mei 1999 tot invoering van de
strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen (inwerkingtreding 2 juli 1999). Het was het
basisartikel voor de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon. Het was geldig tot
vóór de wet van 11 juli 2018 (inwerkingtreding 30 juli 2018). Die nieuwe wet wijzigde onder andere
artikel 5 Sw., waarbij de leden 2 en 4 verdwenen. Dit omwille van de vele kritieken op deze leden.
Het luidde “wanneer de rechtspersoon verantwoordelijk gesteld wordt uitsluitend wegens het
optreden van een geïdentificeerde natuurlijke persoon, kan enkel degene die de zwaarste fout heeft
begaan worden veroordeeld. Indien de geïdentificeerde natuurlijke persoon de fout wetens en willens
heeft gepleegd kan hij samen met de verantwoordelijke rechtspersoon worden veroordeeld”.
De basisidee die ten grondslag ligt aan de invoering van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van
de RP in het Belgisch strafrecht = RP moeten zoveel mogelijk met NP worden gelijkgesteld.
De wetgever zegt: de rechtspersoon is een maatschappelijke realiteit die een eigen
strafrechtelijke fout kan begaan en daarvoor op strafrechtelijk vlak aansprakelijk kan worden
gesteld.
o Gevolg: afstand van het fictiemodel waarbij de rechtspersoon wordt beschouwd als
een collectiviteit van individuele natuurlijke personen.
o De strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen is geen afgeleide
aansprakelijkheid waarbij er enkel vervolging en veroordeling mogelijk zou zijn indien
het bewijs wordt geleverd van het plegen van een misdrijf door een
geïndividualiseerd natuurlijke persoon binnen de rechtspersoon wiens gedrag kan
worden toegerekend aan die rechtspersoon. In dat geval vormt het daderschap van
de NP de grondslag voor het daderschap van de RP.
o De rechtspersoon kan wel degelijk een misdrijf plegen en daarvoor, als gevolg van
zijn eigen handelen of nalaten, strafrechtelijk verantwoordelijk zijn.
De rechtspersoon is autonoom verantwoordelijk voor zijn daden, los van de
gedragingen van de natuurlijke personen door wie zij handelen.
1
, Het feit dat een misdrijf begaan door een RP zich manifesteert via een
handeling van een NP is irrelevant.
Voor de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon zal, net
zoals voor de natuurlijke persoon, het materiële en het morele bestanddeel
van het misdrijf aanwezig moeten zijn.
In artikel 5, lid 2 oud Sw. vinden we een dubbele regel terug.
Enerzijds: indien een misdrijf is gepleegd door een rechtspersoon en een natuurlijke persoon
kan enkel ofwel de rechtspersoon ofwel de natuurlijke persoon worden veroordeeld,
afhankelijk van wie de zwaarste fout heeft begaan (decumul: er kan maar één iemand
veroordeeld worden).
Anderzijds: indien de natuurlijke persoon het misdrijf wetens en willens pleegde, kan die
natuurlijke persoon dan samen met de rechtspersoon worden veroordeeld (cumul).
Maar wat is nu precies het doel van deze regelingen?
Het Hof van Cassatie beslist in haar arrest van 3 oktober 2000 dat de toepassing van de
decumulregel, ingeval van onopzettelijk handelen bij een samenloop, een strafuitsluitende
verschoningsgrond inhoudt. De meerderheid van de rechtsleer treedt het Hof van Cassatie bij in haar
oordeel dat de decumulregel een strafuitsluitende verschoningsgrond betreft.
Een strafuitsluitende verschoningsgrond zorgt ervoor dat de dader van een misdrijf niet
gestraft zal worden de strafwaardigheid wordt hier uitgesloten.
o MAAR! Verschoningsgronden raken niet aan de wederrechtelijkheid van het feit
(constitutieve bestanddelen in hoofde van de natuurlijke persoon en de
rechtspersoon zijn verenigd) of de schuld van de dader. Het feit blijft een misdrijf en
de dader blijft verwijtbaar. De gevolgen beperken zich enkel tot de straf.
Degene die niet de zwaarste fout begaat, kan niet worden veroordeeld. De strafuitsluitende
verschoningsgrond bestaat ten aanzien van de schuldige die de lichtste fout beging.
Gevolg: dat de fouten die door de rechtspersoon zijn begaan, moeten worden vergeleken
met de fouten die door de natuurlijke persoon zijn begaan, om te kunnen bepalen wie de
zwaarste fout heeft begaan en wie dus strafrechtelijk verantwoordelijk kan worden gesteld.
Dit heeft niet als gevolg dat de lichtste fouten worden uitgewist.
o De strafuitsluitende verschoningsgrond heeft geen gevolgen voor de grondslag van
de tegen hem ingestelde burgerlijke rechtsvordering. Dit betekent dat de burgerlijke
aansprakelijkheid van diegene die de lichtste fout beging, blijft bestaan en dat de
strafrechter bevoegd blijft om zich hierover uit te spreken
Echter, deze strafuitsluitende verschoningsgrond wordt niet toegekend aan de persoon die
wetens en willens handelde, want dan is er wel cumul mogelijk.
Bedoeling wetgever met decumulregeling = gevallen vermijden waarbij zowel de natuurlijke persoon
als de rechtspersoon konden worden bestraft.
MAAR: De cumulregel is er op gericht te vermijden dat de principiële decumulatie uitmondt
in een systeem van deresponsabilisering van de NP. Wanneer die NP wetens en willens een
fout begaat dan kan hij steeds worden veroordeeld.
2
, 1.2 DE TOEPASSINGSVOORWAARDEN VAN ART. 5, LID 2 OUD SW.
1.2.1 ALGEMEEN
Het oude artikel 5, lid 2 Sw. kon en kan (voor feiten die dateren vóór 30 juli 2018) enkel worden
toegepast indien er sprake is van samenloop misdrijf moet zowel aan een NP als aan een RP
worden toegerekend.
2 vereisten: beiden moeten geïdentificeerd zijn + de objectieve en subjectieve bestanddelen
van het misdrijf moeten vervuld zijn, in hoofde van zowel de natuurlijke persoon, als de
rechtspersoon. Indien zij niet beiden een misdrijf pleegden, kan de regeling van artikel 5, lid 2
oud Sw. niet worden toegepast.
Decumul zou de regel moeten zijn en cumul de uitzondering.
1.2.2 WANNEER KAN DE DECUMULREGEL WORDEN TOEGEPAST?
De eerste zin van artikel 5, 2de lid oud Sw. bevat de decumulregel, de tweede de cumulregel.
Er is sprake van decumul wanneer er sprake is van een onachtzaamheid. Het gevolg van de
decumulregel is dat enkel degene (RP of NP) die de zwaarste fout heeft begaan, kan worden
veroordeeld.
4 voorwaarden voor de toepassing van de decumulregel:
- Het optreden van een geïdentificeerd natuurlijke persoon;
- De samenloop van strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon en de
geïdentificeerde natuurlijke persoon;
- De onachtzaamheid;
- De zwaarste fout.
a. Er is een optreden van een geïdentificeerd natuurlijke persoon
De rechtspersoon dient verantwoordelijk gesteld te worden uitsluitend wegens het optreden van een
NP. Die NP moet geïdentificeerd zijn (en dat het misdrijf aan deze persoon kan worden toegerekend:
de NP moet als dader van het misdrijf worden geïdentificeerd). Indien dat niet het geval is, kan enkel
de rechtspersoon worden bestraft.
b. Er sprake van samenloop van strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon
en de geïdentificeerde natuurlijke persoon
Er dienen minstens twee daders te zijn aan wie het misdrijf kan toegerekend worden.
De decumulbepaling viseert die gevallen waarin de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de
rechtspersoon “uitsluitend” voortvloeit uit het optreden van een natuurlijke persoon.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lawstudentvub1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.