Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Encyclopedie der rechtswetenschap II week 1 t/m 7 €6,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Encyclopedie der rechtswetenschap II week 1 t/m 7

 17 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Samenvatting van alle stof week 1 t/m 7

Aperçu 4 sur 42  pages

  • 26 mai 2022
  • 42
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
Encyclopedie der rechtswetenschap II samenvatting


Week 1A: wat is recht?

Het rechtsbegrip
- Waarom is er recht?
o Wat is de bedoeling van normen?
- Wat is recht?
o Hoe identificeer je normen?
- Hoe vinden we recht?
o Hoe interpreteer je normen?
Waarom is er recht?
- Rechtszekerheid
o Bevorderen van bestendige relaties tussen burgers en overheid en burgers
- Rechtvaardigheid
o Bevorderen van vrijheid en gelijkheid in de samenleving (bijv. uitkeringsstelsel)
- Doelmatigheid
o Bevorderen van maatschappelijke welvaart (in ruime zin) door de overheid
Radbruchs Rechtsidee




- Drie waarden spelen altijd een rol in het recht
o Versterken elkaar, maar staan ook in conflict met elkaar
Basisfuncties kunnen botsen
- Voorbeelden:
o Maatregelen i.v.m. bestrijding corona-virus: is het wel gerechtvaardigd om je
grondrechten zo aan te tasten?  botsende functies:
 Rechtvaardigheid: grondwettelijke vrijheden zorgt ook voor de samenleving
die rechtvaardigheid bezit
 Rechtszekerheid: je wilt je rechten uitoefenen
 Doelmatigheid: verspreiding van het virus stoppen  doelmatigheid wint
wel van de rechtvaardigheid en rechtszekerheid (gezien de ernst)
o Toeslagenaffaire  botsende functies:
 Doelmatigheid: doel was om fraude te minimaliseren
 Rechtvaardigheid: mensen die dit is overkomen, werden disproportioneel
hard getroffen
Wat is recht?
- Antwoord 1: rechtspositivisme  accent op rechtszekerheid
o Recht is wat in de rechtsbronnen staat
 Rechtsbronnen: wet, jurisprudentie, gewoonte of internationaal verdrag

1

,Encyclopedie der rechtswetenschap II samenvatting


o Met behulp van (een beperkt aantal erkende) rechtsbronnen kunnen we
identificeren wat geldend recht is
o Lagere regels ontlenen hun gelding aan hogere regels
o Geldend recht kan onwenselijk of immoreel zijn (en dus ook onrechtvaardig)
 Je kunt wetten ongedaan maken door nieuwe wetten te maken waarin staat
dat die eerdere wetten niet meer gelden (nieuwe wet gaat vóór de oude
wet)
o Er is een conceptuele scheiding tussen recht (geldigheid) en moraal
(rechtvaardigheid)
o Rechtszekerheid: de rechter moet volgens de (letter van de) wet recht spreken, niet
zijn eigen subjectieve voorkeur volgen  grammaticale interpretatiemethode
- Antwoord 2.a: natuurrecht  accent op rechtvaardigheid
o Recht is wat correspondeert met wat onveranderlijk goed en rechtvaardig is
o Het positief recht vormt een uitwerking van het natuurrecht naar tijd en plaats
o Natuurrecht geldt rechtstreeks, ongeacht menselijke tussenkomst
 Bijv. rechtsbeginselen en -normen gelden gewoon, ook al hebben mensen
die nooit vastgesteld
o Een onrechtvaardige (menselijke) wet is geen geldend recht
- Antwoord 2.b: constructivisme  accent op rechtvaardigheid
o Er is meer recht dan in de rechtsbronnen staat: ook achterliggende waarden, idealen
en beginselen behoren tot het geldende recht
o Recht is een dynamisch fenomeen: de idealen van de samenleving ontvouwen zich in
het veranderende recht
o Rechters zijn actief betrokken bij de rechtsontwikkeling: interpreteren vanuit de
bedoeling van regels en vanuit achterliggende beginselen  theleologische
interpretatiemethode
 Rechters maken meer onderdeel uit van het rechtssysteem dan bij
rechtspositivisme en natuurrecht
o Rechters doen niet aan politieke rechtspraak, maar baseren zich op ongeschreven
beginselen en idealen die aan het rechtssysteem zelf ten grondslag liggen
- Antwoord 3: juridisch pragmatisme  accent op doelmatigheid
o Recht is wat je kunt voorspellen van wat rechters doen, op basis van wat zij in de
omstandigheden van het geval nuttig voor de samenleving vinden
o Rechtens juist is de beslissing die per saldo het meeste geluk oplevert en de minste
hoeveelheid pijn
o De rechter moet efficiënt beslissen, met het oog op de maatschappelijke behoeften
van de samenleving van vandaag
EHRM 25 april 1978 (5856/72) CASE OF TYRER v. THE UNITED KINGDOM
- Tieners warden destijds nog lichamelijk gestraft, zo ook Tyrer
- Tyrer ging procederen bij de EHRM: kijken of het wel of geen vernederende behandeling is in
de zin van art. 3 EVRM
EHRM in Tyrer:
- UK: in ons land is het normaal om zo te straffen, het is niet vernederend
- EHRM: “The Convention is a living instrument which must be interpreted in the light of
present-day conditions.”
o Interpretatie op basis van de morele opvatting in de huidige tijd
- Birching is a degrading punishment in the sense of article 3 ECHR (EVRM)
- DISSENT Sir Gerald Fitzmaurice, maar hij was niet overtuigend (hij zei dat het niet
vernederend was):
o Punishment is not “degrading” (article 3 ECHR)


2

,Encyclopedie der rechtswetenschap II samenvatting


o “I have to admit that my own view may be coloured by the fact that I was brought up
and educated under a system according to which the corporal punishment of
schoolboys (sometimes at the hands of the senior ones - prefects or monitors -
sometimes by masters) was regarded as the normal sanction for serious
misbehaviour, and even sometimes for what was much less serious.”




3

, Encyclopedie der rechtswetenschap II samenvatting




Week 1B: de aard van het recht: de grotverkenners

Lon Fullers Case of the Speluncean Explorers (1949)
- 5 grotverkenners gaan op onderzoek uit, 4 worden er levend aangetroffen...
- Kannibalisme als enige kans om te overleven?
- Dobbelen voor je leven
- Een rigide strafwet: dit is moord en dat verdient de doodstraf
- Moeten de verkenners hangen?
- Zaak in eerste aanleg: grotonderzoekers schuldig bevonden maar verzoek tot gratie bij Chief
Executive
- Wij luisteren mee in de Raadkamer van het Supreme Court van Newgarth...
Didactische relevantie van Lon Fullers casus van de grotverkenners
- Leuke, veel gebruikte inleiding in de rechtsfilosofie
- Mooi geschreven klassieker
- De belangrijkste posities en thema’s binnen de rechtsfilosofie zijn te herkennen
- Veel cursusonderwerpen komen aan bod (o.a. rechtsvinding, democratie, rechtsstaat,
verhouding recht en politiek, verhouding utilitarisme en liberalisme, beroepsethiek)
Filosofische en praktische relevantie van de casus
- 5 rechters, 5 opinies, 5 visies op de aard van het recht
- Rechtsopvatting en rechtsvinding zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, afhankelijk van
het rechtsbegrip dat men hanteert, komt men ook tot een andere juridische uitkomst
- De wezenlijke samenhang tussen rechtsfilosofie, rechtsvinding en rechtspraktijk: geen enkele
jurist (in welk beroep dan ook) ontkomt aan de ‘eeuwige vragen’ van Fuller (zie ook week 7)
Rechter 1: Truepenny (vraag 1)
- Als President van het Supreme Court heeft hij als eerste het woord en uit zijn mond horen wij
de casus
- De ‘perfecte’ oplossing: veroordelen voor moord en dan het gratieverzoek aan de C.E.
steunen
Rechter 2: Foster (vraag 2 & 3)
- Totaal onbegrip t.a.v. de positie van Truepenny: positieve rechtsorde wordt zelf veroordeeld
in het ‘tribunaal van het gezond verstand’ (hoger recht)
- Redenering 1 (vraag 2): het recht van Newgarth is niet van toepassing, in plaats daarvan geldt
het natuurrecht.
- Redenering 2 (vraag 3): het recht van Newgarth is wel van toepassing, maar wanneer de wet
teleologisch (redelijk) wordt geïnterpreteerd, wordt duidelijk dat de grotonderzoekers niet
wederrechtelijk hebben gehandeld
- Constructivisme: de waarde van rechtvaardigheid
- Conclusie: de grotverkenners gaan vrijuit
Rechter 3: Tatting
- Innerlijk verscheurd, emotie nauwelijks te onderscheiden van ratio
- Rechtsrealisme
- Kritische vragen t.a.v. Foster I:
o Wie bepaalt de invulling van het ‘natuurrecht’?
o Hoelang duurt de ‘natuurtoestand’?
o Kan je contracteren over de dood?
o Stemde iedereen in met het contract?
o Zijn wij wel bevoegd?



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur charlotterussel. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter