ZSO A.2: De Cel
Nucleus
Structuur:
bolachtige vorm omring door dubbel membraan met poriën, de nucleaire envelope is continu met
het ER
Functie:
-bevat en maakt chromosomen (DNA en proteïne) en chromatine (opgerolde chromosomen)
-poriën voor stoffen toelaat en afvoer
Extra:
-grootte: 5µm (meest opvallende organel)
-Nuclear envelope: dubbel membraan rond kern, elk membraan bepaalde lipiden en proteïne,
20-40µm verspreid, bevat poriën (100nm diameter) voor toelaat en afvoer stoffen
-Nuclear lamina: vlies aan de nucleaire kant van de envelope, bestaande uit netwerk proteïne
filamenten, behouden vorm van nucleus door mechanisch het envelope te steunen
-Nuclear matrix: aan de nucleaire binnenkant van envelope, een frame van proteïne vezels
-samen ordenen ze het genees materiaal zodat het efficiënt werkt
-Chromosomen bevat 1 lange DNA molecule en proteïne, sommige proteïne rollen het DNA op zodat
het in de kern past
-Chromatine: alle proteïne en DNA samen in nucleus
-niet-deelbare cel: chromatine is 1 grote massa, chromosomen niet te onderscheiden
-klaarmakende deelbare cel: chromosomen condenseren (dikker), wel onderscheiden
-elke EU heeft een karakteristieke aantal chromosomen in kern (46 bij mensen)
-Nucleolus: geen membraan, grote massa van vezels en korrels aan chromatine
- niet-deelbare cel: prominente structuur = nucleolus, proteïne van cytoplasma vormen met rRNA
grote en kleine subeenheden van chromosomen -> subeenheden gaan door poriën naar cytoplasma
en verzamelen bij ribosoom, soms meer nucleoli (afhangend van stage deling)
- buitenkant van envelope staat vol ribosomen
Ribosomen
Structuur:
complex gemaakt van ribosoomaal RNA en proteïne, twee subeenheden: grote en kleine, gebonden
aan ER of vrij in cytosol
Functie:
proteïne maken
Extra:
-niet beschouwd als organel (geen membraan)
-cellen met hoge snelheid proteïne aanmaak hebben veel ribosomen en nuclioli
-Ribosomen maken proteïne aan op 2 cytoplasmatisch plaatsen:
1) ribosomen vrij in cytosol: proteïne functioneren in het cytosol (bv: enzym eerste stap in
suikerafbraak)
2) ribosomen gebonden aan ER of nucleaire envelope: proteïne voor in membranen,
verpakking in bepaalde organellen of voor export uit cel
,-structureel hetzelfde
-ribosomen kunnen wisselen van rol
-30nm
Endomembraan systeem
Structuur:
Bevat nuclear envelope, endoplasmatisch reticulum, Golgi-apparaat, lysosomen, vesikels en vacuoles
en het plasma membraan
Functie:
Voert vele soorten taken uit: maken en transport van proteïnen in membranen en organellen en uit
de cel, metabolisme en beweging van lipiden en detoxificatie van vergif
Extra:
-Membranen van dit systeem zijn gelinkt door ofwel direct contact of door uitwisseling van
membraan segmenten (vehikels)
-Verschillende membranen zijn niet gelijk in structuur en functie (andere chemische reacties, dikte…)
Endoplasmatisch Reticulum
Structuur:
-Een netwerk van membranen bestaande uit een Smooth ER en een Rough ER
-netwerk van kleine buizen en zakken (cisternae)
-scheidt het binnenste van de ER (ER lumen) van het cytosol
-Membraan van ER is continu met die van nuclear envelope (ruimte tussen ER lumen en membraan
envelope)
-Smooth ER: gangen/buizen in ER, binnenkant heeft weinig of geen ribosomen op zicht ->
smooth/glad
-Rough ER: gangen/buizen in ER, buitenkant staat vol met ribosomen -> rough/ruw, buitenkant van
envelope staat ook vol ribosomen -> continu met rough ER
Functie Smooth ER:
-metabolisch processen afhangend van de soort cel (synthese van lipiden, metabolisme van
carbohydraten, detoxificatie van drugs en vergif (levercellen) en opslag van calcium ionen)
-enzymen belangrijk voor het maken van lipiden (oliën, steroïden en nieuwe membraanfosfolipiden)
Functie Rough ER:
-veel cellen scheiden proteïne uit geproduceerd door ribosomen van RER (bv pancreascellen
syntheseren de proteïne insuline in de ER en scheiden dit uit in de bloedstroom)
-helpen synteseren van secretory proteïnen (afscheidingsproteïne) en andere proteïnen van
gebonden ribosomen
-toevoegen van carbohydraten aan proteïnen om glycoproteïnen te maken
-membraan fabriek: het groeit door fosfolipiden en proteïnen aan zijn eigen membraan toe te voegen
-maken van membraanfosfolipiden, ER zet uit en delen gaan in vorm van transport vehikels naar
endomembraan systeem
Extra:
- meer dan half van de -totale hoeveelheid membraan in cel.
, -Smooth ER en Rough ER verschillen van structuur en functie
-hydroxyl groepen aan drugs toevoegen om gemakkelijker te verwijderen
Golgi-apparaat:
Structuur:
bestaat uit afgeplatte membraanzakken (cisternae), elke zak scheidt het innerlijke van het cytosol
Functie:
producten van ER (zoals proteïnen) opgeslagen, bewerkt, gesorteerd en naar andere bestemmingen
gestuurd o.l.v. vehikels
Extra:
-vehikels in de buurt zorgen voor transport van Golgi naar andere structuren
-tegenovergstelde kant van cisternae verschillen in dikte en compositie, 2 zijden van een zak:
-cis kant: ontvangen (aan de kant van ER)
-trans kant: verspreiden
-vehikels van ER smelten met membraan van cis -> inhoud bewerkt in Golgi -> trans geeft inhoud aan
vehikels en brengt naar andere structuren van cel
-bewerkt macromoleculen
-bewerkt en verbeterd producten in stages: elke zak van Golgi heeft ander team van enzymen
-sorteert eerst producten en duwt ze dan in de juiste richting met vehikels naar juiste delen van cel
-vehikels van trans hebben externe moleculen die aanlegpunten van bepaalde organellen of
plasmamembraan kunnen herkennen
Lysosoom
Structuur:
een membraanzak van hydrolytic ezymen
Functie:
verteren van (hydrolyze) macromoleculen
Extra:
-0,5µm
-lysosomale enzymen werken in een zuur milieu van de lysosoom
-1 lysosoom breekt open -> geen schade door neutraal pH van cytosol, veel lysosomen breken open
-> cel sterft door zelfvertering
-hydrolytic enzymen en lysosomaal membraan wordt gemaakt door RER en dan afgewerkt door Golgi
-proteïnen van membraan en verteringsenzymen worden beschermd van het zuur door het
3dimensionale vormen van de proteïnen
-intracellulaire vertering:EU cellen eten door kleine voedingsstoffen of organismen in te slikken =
fagocytose -> de voedselvacuole versmelt met lysosoom die dan de vacuole verteerd met enzymen
-> het verterde wordt in het cytozol gegooid en wordt voedsel voor cel
-witte bloedcellen beschermen licham tegen bacteriën door deze op te eten
-autophagy = recycleren van de cel zijn organisch materiaal door hydrolytic enzymen
-een kapot organel of kleine hoeveelheid cytozol wordt omringd door een dubbel membraan -> de
lysosoom versmelt met membraan en vernietigd binnenste membraan -> de inhoud wordt in cytozol