FORMEEL STRAFRECHT
DEEL 1 – ALGEMENE BEGINSELEN STRAFPROCESRECHT
INLEIDING: DEFINITIE
Formeel strafrecht = strafprocesrecht = strafrechtspleging = strafvordering sensu lato
ë Het geheel van de procedurele spelregels volgens dewelke het materieel strafrecht kan
worden toegepast
Materieel strafrecht = gaat over de misdrijven en de straffen
ë Het geheel der rechtsregels waardoor bepaalde gedragingen strafbaar worden gesteld en
gesanctioneerd
Verschillen? Het onderscheid heeft betrekking op de personen tot wie ze gericht zijn, de inhoud, en
op de sancties indien zij worden geschonden.
Þ Personen tot wie de regels gericht zijn: materieel strafrecht gaat over regels die gericht zijn
tot de hele maatschappij. Formeel strafrecht gaat over regels die gericht zijn op de actoren
die de regels moeten toepassen.
Þ Inhoud van de regels: de vanzelfsprekendheid van de regels is tevens een verschilpunt. De
spelregels (formeel strafrecht) zijn minder vanzelfsprekend.
Þ De sanctionering van schendingen: de sanctionering verschilt ook, bij materieel strafrecht –
sanctionering in strafwetboek, bij formeel strafrecht – sanctionering afhankelijk van de norm
in kwestie.
Het gaat om rechtsregels betreffende de opsporing, vervolging en berechting van personen verdacht
van een misdrijf.
• Beschrijft scenario’s & vormvoorschriften
• Bepaalt rechtspositie betrokken personen
• + organisatie & werking rechtscolleges
• + tenuitvoerlegging beslissingen rechtscolleges
Bronnen?
Þ Grondwet 1830
o Bepaalde fundamentele rechten
o Strafrechtelijke verantwoordelijkheden van parlementsleden en ministers
o Bepalingen inzake RM
Þ Wetboek van strafvordering
o Voorafgaande titel bij Sv.
Þ Potpourri-wetgeving
Þ Nieuw wetboek van strafvordering in het vooruitzicht? Niet zeer waarschijnlijk dat deze er
komt!
1
,Doelstellingen?
Þ Verschillende belangen die tegenover elkaar staan (slachtoffer – wil een schadevergoeding,
verdachte – wil een eerlijk proces, gemeenschap – wil een bestraffing van de criminaliteit)
o Dubbele finaliteit:
§ Waarheidsvinding
= optiek openbaar belang, op welke wijze worden bewijzen vergaard? Hoe
komen de rechtscolleges tot een veroordeling?
= conflict tussen dader en gemeenschap
§ Bescherming individuele grondrechten
= optiek individuele burger, ruimer dan de rechten van verdediging
à Onderlinge afweging finaliteiten
• Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben we zeer veel aandacht besteed aan de individuele
grondrechten.
• Pas sinds EVRM bescherming grondrechten zelfstandig doel
• De wet Franchimont heeft heel wat grondrechten bijkomend beschermd (wet van 1998).
Zorgde ervoor dat slachtoffer en in verdenking gestelde mee het onderzoek konden sturen.
• Belangen individu wegen meer door, waarheidsvinding moet af en toe wijken
o Vb. onrechtmatig bewijs
• Concrete afwegingen door RS en slingerbeweging
ACCUSATOIRE VS INQUISITOIRE RECHTSPLEGING
ACCUSATOIR INQUISITOIR
Horizontale processtructuur Verticale processtructuur
Aanklager en verdediger op gelijke voet, met Overheid weegt door op de procesvoering
gelijke wapens
Beklaagde niet object, wel volwaardige Verdachte “object” rechtspleging
procespartij
Partijen hebben proces in handen Overheid bepaalt procesverloop
Tegensprekelijk Geheim en niet-tegensprekelijk
Passieve rol rechter met taak om toe te zien op Actieve rol rechter met taak om waarheid te
correct verloop procedure ontdekken
Volledig openbaar Achter gesloten deuren
Common law Continentaal-Europees
2
,è Een zuiver accusatoir of inquisitoire rechtspleging komt vrijwel nergens nog voor
DE ACCUSATOIRE PROCEDURE STEMT OVEREEN MET DE FASE TER TERECHTZITTING (openbaar,
mondeling en tegensprekelijk) EN DE INQUISITOIRE PROCEDURE MET HET VOORONDERZOEK
(geheim, niet-tegensprekelijk en schriftelijk)
A. Common law landen
a. De rechter moet de waarheid niet zelf achterhalen maar gaat enkel na of de
tenlastelegging bewezen is. Het onderzoek wordt verricht door de politie. Het is dan
ook meestal de politie die als eiser optreedt , tegen de verdachte die de naam van
verweerder meekrijgt. Deze partijen staan dan ook tegenover mekaar en moeten zelf
het bewijs vergaren. De beroepsrechter heeft als taak dat de bewijsvoering
overeenkomstig de regels wordt verricht.
B. Continentale landen
a. Gebeurt onder leiding van een magistraat, het O.M.
VERLOOP STRAFPROCES
Het strafproces verloopt in 2 fasen:
(1) Vooronderzoek
(2) Onderzoek ten gronde
VOORONDERZOEK
àDoel
ë Verdachte identificeren – anders seponering
ë Nagaan of er voldoende bezwaren zijn – anders seponering
ë Er wordt geen uitspraak gedaan over de grond van de zaak
ë Onderzoeksverrichtingen zijn voorlopig en moeten in principe in het onderzoek ten gronde
worden overgedaan
à 2 vormen
ë 90% van de opsporingsonderzoeken wordt geleid door de PdK, in principe zonder
tussenkomst van de OR
o Uitzondering = mini-instructieà wanneer er dwangmaatregelen nodig zijn moet de
pdk hier bevel voor vragen om de dwangmaatregelen uit te voeren bij de OR, het
onderzoek kan volledig worden doorgegeven aan de OR (dan wordt het een
gerechtelijk onderzoek)
o Als de OR vindt dat hij het onderzoek toch zelf moet voeren dan kan hij de zaak
evoceren ~ naar zich toe trekken
o Geen tussenkomst onderzoeksgerechten vereist
o Afgesloten door beslissing tot niet-vervolging of vervolging of vordering GO
ë Gerechtelijk onderzoek
o Gevoerd door OR
o In geval van dwangmaatregelen
o Verdachte en SO mogelijkheid om mee te sturen
o Controle KI
3
, o Afgesloten door raadkamer in aparte procedure = regeling der rechtspleging
Kenmerken?
(1) Geheim
a. Ratio: vermijden dwarsboming onderzoek + onnodige publiciteit
b. T.a.v. verdachte en slachtoffer
i. Principe: niet betrokken bij onderzoeksverrichtingen + resultaat wordt niet
meegedeeld
ii. Milderingen door wet Franchimont
1. Recht op gratis kopie ondervraging
2. Recht op inzage of afschrift, ruimer wanneer van vrijheid beroofd
a. Automatisch bij regeling der rechtspleging
c. T.a.v. de openbare opinie
i. Alle onderzoeksverrichtingen en procedurehandelingen zonder publiek
ii. Milderingen: persmededelingen door pdk of advocaat
Sanctionering (NIET)
- Niet: niet de nietigheid tot gevolg
- Wel: nietigheid bepaalde opsporingshandelingen
o HvC: recht eerlijk proces komt niet in gedrang als verdachte negatief in beeld komt in
de media
o Problematisch in geval van reality-tv
o Magistraten en politiemensen die schenden:
§ Strafbaar feit = art. 458 Sw.
§ Grond tot schadevergoeding
o Indien partijen misbruik maken van het strafrecht zijn zij strafbaar
o Probleem: journalisten zo goed als onaantastbaar
(2) Niet-tegensprekelijk
a. Verdachte heeft niet het recht om bepaalde zaken te weerleggen, kan nog geen
verweermiddelen aanvoeren (pas in de fase ten gronde wanneer de zaak wordt
voorgelegd aan de vonnisrechter)
b. Ratio: nog geen uitspraak over de grond van de zaak
c. OO: principe geldt onverkort
i. Uitzondering: personen die verhoord worden kunnen verzoeken om
bepaalde opsporingshandelingen te verrichten, maar geen rechtsmiddel
indien niet wordt ingewilligd
d. GO: inverdenkinggestelde en BP kunnen mee sturen
i. Specifieke onderzoeksdaden vragen
(3) Schriftelijk
a. Van elke onderzoeksverrichtingen wordt geschrift opgemaakt = pv (wordt
toegevoegd aan het strafdossier)
b. Strafdossier vormt basis voor behandeling zaak ten gronde
c. Geen algemene wettelijke regeling voor het op schrift stellen van
onderzoeksverrichtingen, met uitz. van verhoren en telefoonbewaking
4
,ONDERZOEK TEN GRONDE
Wat?
à zijn de zaken bewezen en welke straf leggen we op?
Kenmerken?
(1) Openbaarheid terechtzitting en uitspraak
a. Voorgeschreven voor de grondwet
b. Zowel voor de terechtzitting als voor de uitspraak
c. Op straffe van nietigheid
d. Alle verrichtingen in aanwezigheid van de beklaagde en publiek
i. Interne openbaarheid = beklaagde automatische inzage in strafdossier,
mogelijkheid tot tegenspraak
ii. Externe openbaarheid = controlefunctie – toezicht op strafrechtspleging. De
MvJ is politiek verantwoordelijk en kan desgevallend door het parlement ter
verantwoording worden geroepen.
e. Uitz.: zitting met gesloten deuren
i. Indien gevaar voor openbare orde of goede zeden
ii. O.g.v. art. 6(1) EVRM o.m. in belang bescherming privéleven
f. Geen uitzondering op openbaarheid uitspraak (uitspraak is ALTIJD openbaar)
g. Enkel t.a.v. vonnisgerechten, niet voor de onderzoeksgerechten (omdat de
onderzoeksgerechten geen uitspraak doen over de grond van de zaak)
(2) Tegensprekelijk karakter procedure
a. Essentie recht van verdediging
b. Onderzoek verloopt in vorm van debat tussen vervolgende en verdedigende partij
c. Niet verplicht: beklaagde recht verstek te laten gaan (soms verzet indien bij verstek
veroordeeld)
d. OM en beklaagde staan op gelijke voet
e. Praktijk: bewijsvoering hoofdzakelijk gesteund op stukken (functie van rechter
vervalt, HvA is hierop een uitzondering)
(3) Mondeling karakter rechtspleging
a. Verrichtingen mondeling: vordering OM, onderzoeksverrichtingen, pleidooien
i. Belet geen schriftelijke conclusies
b. Wel: schriftelijk verslag van rechtspleging ter terechtzitting
= pv van de terechtzitting of zittingsblad
ACTOREN VAN DE STRAFRECHTSPLEGING
(1) Verdachte
= persoon die ervan verdacht wordt een strafbaar feit te hebben gepleegd
Þ Centraal in strafproces
Strafrechtelijk onderzoek strekt ertoe na te gaan of er voldoende bewijzen zijn tegen de
verdachte om hem voor de strafrechter te brengen met het oog op veroordeling
5
, Þ Verschillende statuten
“Verdachte” als verzamelnaam voor alle categorieën personen tegen wie strafzaak in brede
zin loopt MAAR… deze termen weerspiegelen de fase waarin het strafrechtelijk onderzoek
zich bevindt en houden hierdoor ook verband met het relatieve gewicht van de verdenkingen
tegen de betrokkene.
Tijdens het vooronderzoek
• Verdachte = persoon tegen wie strafzaak loopt, kan gaan om een opsporingsonderzoek of
een gerechtelijk onderzoek, vaak nog een onbekend persoon
• Inverdenkinggestelde = tegen wie een formele aanklacht werd geformuleerd (vb. op naam
van de verdachte wordt een onderzoek gevorderd). Niet alle verdachten worden
inverdenking gesteld, enkel wanneer er ernstige aanwijzingen van schuld bestaan is dit
verplicht. Enkel in het kader van een gerechtelijk onderzoek!!! >< inbeschuldigingstelling
wanneer men naar het HvA wordt verwezen door de KI. Het statuut is dan beschuldigde.
Tijdens het onderzoek ten gronde
• Beklaagde = correctionele RB of politierechtbank
• Beschuldigde = verwezen naar HvA of terechtstaan voor HvA
• Veroordeelde = schuldig bevonden en beslissing treedt in kracht van gewijsde
De rechten waarop men aanspraak kan maken verschilt naargelang het statuut:
Statuut Fase Rechten waarop men aanspraak kan
maken
Verdachte Vooronderzoek Rechten beperkt: minimumrechten
verhoor + inzage dossier vragen
Inverdenkinggestelde Vooronderzoek Inzage dossier vragen, bijkomende
onderzoeken vorderen en onderzoeken
>1j aanslepen, aanbrengen bij KI
Beklaagde Onderzoek tg Volwaardige procespartij: automatische
inzage & verdediging voeren op
terechtzitting
Beschuldigde Onderzoek tg Volwaardige procespartij: automatische
inzage & verdediging voeren op
terechtzitting
Veroordeelde Onderzoek tg Binnen raam strafuitvoeringsrecht, niet
langer vermoeden van onschuld
6
, - Rechtspersoon als verdachte
à lasthebber ad hoc
à bevoegdheid (van het aanwijzen van een lasthebber) ligt tijdens het vooronderzoek bij de
OR of de raadkamer tijdens een gerechtelijk onderzoek. Het is voor de hand liggend dat er
nog geen lasthebber ad hoc kan worden aangesteld tijdens het opsporingsonderzoek omdat
dan de strafvordering nog niet werd ingesteld.
- Advocaat
à verdachte en advocaat vormen samen de verdediging
à confidentialiteit wettelijk beschermd
à rechten van verdediging
(2) Slachtoffer
Þ Toename aandacht slachtoffer
België: hoogtepunt n.a.v. parlementaire onderzoekscommissies Dutroux-Nihoul en Tweede
Bendecommissie. Er geldt een verplichting tot correcte bejegening SO (art. 3bis VTSv.).
Þ Verschillende statuten slachtoffer
SO geen noodzakelijke partij strafproces
Wet 12/03/1998: verschillende statuten in leven geroepen (voordien enkel burgerlijke partij)
Statuut Rechten waarop men aanspraak kan maken
Slachtoffer in het algemeen Slachtoffervriendelijke bejegening: verplicht op te
roepen voor openbare terechtzitting;
Burgerlijke belangen ambtshalve aanhouden;
Specifieke regels verhoor minderjarige SO;
Slachtofferhulpfonds;
“partner” in fase van strafuitvoering;
Herstelbemiddeling tussen dader & SO (art. 3ter
VTSv.) = slachtoffer en dader gaan met mekaar in
gesprek, er is een neutrale bemiddelaar aanwezig
(kan in elke fase en speelt zich volledig buiten het
strafproces af)
Benadeelde persoon: diegene die verklaart de Recht bijstand of vertegenwoordiging advocaat;
schade te hebben geleden door MD (art. 5bis Vragen om strafdossier in te kijken of kopie te
VTSv.) nemen;
Recht om stukken toe te voegen en te worden
ingelicht over verdere verloop zaak;
GEEN partij in het strafproces ó burgerlijke partij
Burgerlijke partij: volwaardige procespartij Recht bijstand of vertegenwoordiging advocaat;
(rechtstreeks SO of rechtsopvolgers nemen tussenkomst heeft enkel vergoeding door MD
hiertoe initiatief) veroorzaakte schade tot voorwerp;
Dezelfde rechten als inverdenkinggestelde verdachte
Kan veroordeeld worden tot gerechtskosten
wanneer in ongelijk gesteld
7
, Þ Naar een actio popularis?
Principe: burgerlijke vordering enkel door rechtstreeks SO; onrechtstreekse SO’s geen zeg
(de uitzondering is dat er een vorderingsrecht wordt gegeven aan bepaalde verenigingen)
Wet Racisme en xenofobie zet principe op de helling; vorderingsrecht aan bepaalde
verenigingen
Uitbreiding of veralgemening vorderingsrecht voor verenigingen wenselijk?
(3) Burgerlijke aansprakelijke partij
Þ Aquiliaans aansprakelijkheidsrecht
Naast strafvordering ook burgerlijke vordering à in principe gericht tegen
beklaagde/beschuldigde MAAR kan ook tegen persoon die volgens aquiliaans
aansprakelijkheidsrecht burgerlijk aansprakelijk is voor veroorzaakte schade
Geen noodzakelijke procespartij
à uitz.: ouders minderjarige verdachte die “uit handen is gegeven ”of in zaken wegverkeer
(4) Tussenkomende partij
Þ Vrijwillig of gedwongen
Derden kunnen in beginsel niet in strafzaak tussenkomen
WEL wanneer wet aan strafrechter toelaat om ook een sanctie of maatregel lastens een
derde uit te spreken
WEL wanneer bepaalde wetten hier uitdrukkelijk in voorzien
(5) Politie
Þ Situering
Parlementaire onderzoekscommissies hebben geleid tot hervormingen politiediensten,
geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus: (1) lokaal en (2) federaal.
Þ Taken
o Bestuurlijke taken = preventief toezicht: handhaving van de openbare orde, toezicht
naleving politiewetten en verordeningen, voorkomen misdrijven en beschermen
personen en goederen
o Gerechtelijke taken = repressief toezicht: verplicht ter kennis brengen OM, onder
leiding en gezag pdk, officieren van gerechtelijke politie…
Het onderscheid tussen bestuurlijke en gerechtelijke politie is niet steeds makkelijk te maken!
vb. politieambtenaar toezicht op openbare weg
Þ Statuut
o Er is een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op 2 niveaus. De leden van de
politiediensten hebben een eenheidsstatuut qua rekrutering, bezoldiging…
o Korpsoversten worden aangeduid voor een hernieuwbare termijn van 5 jaar
o Politiediensten bestaan uit een operationeel en een administratief en logistiek kader
§ Verantwoordelijk voor de uitvoering van de opdrachten van bestuurlijke en
gerechtelijke politie
§ Het administratief en logistiek kader bestaat uit personeelsleden zonder
bevoegdheid inzake bestuurlijke of gerechtelijke politie
8
,De lokale politie is belast met de basispolitiezorg. Het rijk is opgedeeld in politiezones bestaande uit 1
of meerdere gemeenten. Een meergemeentezone wordt geleid door de politieraad en het
politiecollege.
Per politiezone wordt een zonale veiligheidsraad samengesteld. Elke politiezone beschikt over een
lokaal korps dat wordt geleid door een korpschef. Het gezag en de leiding over de lokale politiedienst
wordt uitgeoefend door de burgemeester of het politiecollege.
De federale politie is belast met de gespecialiseerde en bovenlokale politiezorg. De federale politie
bereidt het nationaal veiligheidsplan voor. Het gezag en de leiding over de federale politiedienst ligt
bij de ministers van binnenlandse zaken en van justitie.
Er is geen specifieke bevoegdheidsverdeling tussen lokale en federale politie. Het bestaan van de
federale politie heeft als bijdrage dat ze supralokale fenomenen kan beheersen en ter ondersteuning
van de lokale politie.
Þ Toezicht
o Intern toezicht = staan onder het toezicht van de bestuurlijke overheid wat betreft
de bestuurlijke opdrachten en onder het toezicht van de gerechtelijke overheid wat
betreft de gerechtelijke taken
o Extern toezicht = comité P, het treedt op uit eigen initiatief, op vraag van de Kamer,
de Senaat, bevoegde minister of op vraag van de bevoegde overheid. Comité P stelt
onderzoeken in naar de activiteiten, werkwijze van de politiediensten.
Þ Internationale politiediensten
o Interpol is een verbindingsnet tussen de verschillende nationale politiediensten die
erbij zijn aangesloten
§ Doel = inlichtingen doorgeven, zowel preventief als repressief, en de
verspreiding van internationale opsporingsberichten met o.a. het oog op
uitlevering
o Europol is een samenwerkingsverband binnen een intergouvernementeel kader en
heeft verbindingsmagistraten gestationeerd.
o OLAF is een in het kader van de EU ontwikkelde antifraudedienst. De inspecteurs van
deze dienst hebben in het raam van de strijd tegen fraude opsporingsbevoegdheden
gekregen.
Þ Staatsveiligheid
o Leden van de staatsveiligheid en van de militaire veiligheidsdiensten hebben
verregaande opsporingsbevoegdheden
(6) Openbaar ministerie
= parketmagistraat, staande magistratuur, pdk
Þ Situering
Parlementaire onderzoekscommissies aanbevelingen tot hervormingen, niet allen succesvol
doorgevoerd
9
, Þ Taken
o Leiding van het onderzoek in strafzaken
§ Niet bij GO, MAAR wel vorderingsrecht (vragen bepaalde
onderzoeksverrichtingen te mogen stellen en bij weigering beroep bij KI
mogelijk)
o Uitoefening van de strafvordering
= adiëring strafrechter m.o.o. toepassing strafwet (= zaak aanhangig
maken/voorleggen bij rechter)
§ OM monopolie strafvordering
§ Ook “pleiten” ter terechtzitting en ev. rechtsmiddelen aanwenden
o Buitengerechtelijk afhandeling
§ Mogelijkheid om zaken van geringe ernst buiten de rechter af te handelen:
ms en b&m. De procureur des konings is de spilfiguur wat betreft de
buitengerechtelijke procedures.
o Bewijsvoering voor strafgerechten
§ Het OM wordt geacht onpartijdig te zijn toch spreekt de praktijk dit echter
vaak tegen
§ Ratio: verdachte geacht onschuldig te zijn en hoeft hiervan geen bewijs te
leveren à bewijsrisico OM. Wanneer het parket er niet in slaagt om bewijs
te leveren, en bestaan er twijfels over het feit dat de tenlastegelegde feiten
bewezen zijn, dan wordt de verdachte vrijgesproken.
o Tenuitvoerlegging straffen
§ Initiatief tot tenuitvoerlegging
§ Wel grote rol bij niet-uitvoering van bepaalde straffen en bij bepaalde
uitvoeringsmodaliteiten
Þ Statuut
o Afzetbaar, verplaatsbaar en deel van hiërarchisch korps
o Bevelen en instructies MvJ
o Pen is slaaf, woord is vrij = “si la plume est serve, la parole est libre”
§ Hiërarchisch verantwoordingsplicht t.o.v. overste MAAR beperkt tot
schriftelijke bevelen overste – de parketmagistraat moet dus steeds de
schriftelijke bevelen van zijn overste opvolgen maar ter terechtzitting is hij
volledig vrij. Vooral in het vooronderzoek (dat dus schriftelijk verloopt geldt
deze stelling).
§ Vermoeden loyauteit OM
o Een en ondeelbaar – leden van het parket treden op in naam van hun ambt en niet in
eigen naam. Naar buiten uit treden ze op als 1 eenheid terwijl ze in een hiërarchisch
verband fungeren t.o.v. mekaar.
10