Samenvatting ondernemingsrecht-Vincent Van Sompel
Deel 1: Algemene inleiding tot het recht
Deel I: Het recht en zijn bronnen
1. Het begrip recht
Veel verschillende definities:
Deels tijds- en plaatsgebonden (300 geleden was het recht heel anders, in China is het recht
ook anders dan bij ons)
(gemeenschappelijke) elementen die vaak terugkomen
Een geheel van bindende regels
Die beogen het samenleven te ordenen
Het recht verreist gezag die door een (legitieme) gezagsfunctie worden
afgedwongen, desnoods met “sanctie en dwang”
A. HET RECHT IS HET GEHEEL VAN BINDENDE REGELS
Recht is een geheel van regels (jaarlijkse belastingaangifte, leeftijd auto rijden, … ) waaraan iedereen
zich moet houden. (die auto reed 70 km/u is een beschrijvende uitspraak, geen regel, auto’s mogen
niet sneller dan 50 km/u rijden is een regel).
B. Het recht moet de samenleving ordenen en in stand houden
Regels die de verhoudingen tussen de leden van een groep onderling en tussen de leden en
de groep bepalen.
Recht schept orde door bestaande toestanden en handelingen te bekrachtigen en tot
juridische vorm te verheffen (=maatschappij ordenen en in stand houden).
Recht wil ook bepaalde doelstellingen realiseren + bestaande én nieuwe toestanden
bekrachtigen (bv. Sociale of milieuwetgeving is een creatie van het recht als uiting van een
nieuw maatschappijbeleid dat een meer rechtvaardige en groenere samenleving beoogt).
Rechtsregels beogen om bepaalde morele regels te doen naleven, om personen en goederen
te beschermen, om rechtszekerheid te creëren, om een politiek en economisch systeem uit
te werken,…
Heeft Robinson recht nodig als hij alleen op dat eiland leeft? Het heeft geen zin om over
voorschriften te leven zolang er geen menselijke samenleving is. Op het ogenblik dat er een
tweede persoon verschijnt dan gaan regels van belang zijn, ontstaan menselijke samenleving.
C. Het recht vereist gezag
Het recht wordt door de overheid opgelegd en wordt door haar afgedwongen. De binding tussen
recht en gezag is dubbel en verwijst enerzijds naar het uitvaardigen van het recht en anderzijds naar
het doen naleven van de rechtsregel. Als het recht niet wordt nageleefd, kunnen er sancties
optreden die afwijkend gedrag bestraffen: boete, verlies van bepaalde rechten, werkstraffen etc. De
sanctionering gebeurt door de rechterlijke macht.
Uitvaardigen van het recht:
1
, Dit gebeurt door regelgevende organen, die democratisch verkozen zijn en dus de
meerderheid vertegenwoordigen van de bevolking
De wijze van totstandkoming van het recht is bepalend of een wet rechtsgeldig is; anders kan
die niet toegepast worden of wordt deze vernietigd. Er moet rekening gehouden worden
met:
Hiërarchie van de normen: lagere normen mogen hogere niet tegenspreken en niet
alle rechtsregels hebben dezelfde waarde.
Bevoegdheid verdelende regels: bepalen welke overheid regelgevend mag optreden
Procedureregels: bepalen op welke wijze en volgens welke pleegvormen de regel tot
stand kan komen
Er bestaan ook regels die tot doel hebben de samenleving te ordenen, maar waarvan de overtreding
niet door de overheid wordt afgedwongen bv beleefdheidsregels, religieuze regels, regels van sport.
Naleven van het recht:
Een rechtsregel mag (desnoods met geweld) worden afgedwongen, dit gebeurt door de
rechterlijke macht (momenteel ook administratieve sancties door bestuursoverheden i.p.v.
Rechter bv. Gas-boetes)
Sancties zijn er, omdat anders vele rechtsregels niet zouden worden nageleefd. Voorbeelden
van sancties zijn: vrijheidsberoving, geldboeten, verbeurdverklaringen, het verlies van
bepaalde rechten, werkstraffen; en zijn vooraf vastgesteld.
D. Besluit
Recht = het geheel van regels die worden uitgevaardigd en afgedwongen door de daartoe bevoegde
organen op gezag van de gemeenschap voor dewelke ze gelden, en die tot doel hebben de
samenleving te ordenen en in stand te houden
1.2 Enkele algemene begrippen
Objectief vs subjectief recht:
Het objectief recht moet je zien als het recht van buitenaf, het geheel van regels die op een
bepaald ogenblik in een bepaalde samenleving geldt. Als je al de regels die vandaag in België
gelden in een doos zou doen dan is dat het Belgisch objectief recht.
Het subjectief recht verwijst naar het recht bekeken vanuit het standpunt van het individu.
Het gaat om de individualisering van een regel van het objectief recht op het niveau van een
specifieke persoon, die op basis daarvan kan zeggen ‘ik heb recht op x’. Hier bekijk je het
recht van binnenuit om te zeggen dat iemand het recht heeft om iets te bekomen/te eisen.
M.A.W er een subjectief recht op heeft.
Het eigendomsrecht is een regel van objectief recht want die is van toepassing op de hele
samenleving, we bekijken het van buiten en zeggen niks over individuele leden van de samenleving.
Als je die regel gaat concretiseren naar een individueel geval bv de koffie tas dan kan je van andere
eisen dat subjectief recht dat je op die tas hebt gaan respecteren.
Positief recht VS ideëel recht (bv natuurrecht)
2
, Het positief recht verwijst ook naar de rechtsregels die op een bepaald ogenblik in de
samenleving van toepassing zijn. In dit opzicht een beetje synoniem voor objectief recht.
Maar het positief recht gaan we afzetten t.o.v. het ideëel recht.
Het ideëel recht, met name het recht zoals het volgens bepaalde mensen, groeperingen,…
zou moeten zijn.
Het ideëel recht is het recht zoals het voor sommige zou moeten zijn en het positief recht is het recht
zoals het is. In onze huidige samenleving is enkel het positieve recht, recht enkel deze regels zullen
door de overheid worden afgedwongen. Regels die niks te maken hebben met positief recht zal de
overheid niet afdwingen met sancties bv geen vlees eten op vrijdag.
Dwingende VS wilsaanvullende rechtsregels
Dwingende rechtsregels: wie aan recht denkt, denkt meestal aan dwingende rechtsregels:
voorschriften die dwingend van toepassing zijn. Bv stemplicht, je moet gaan stemmen
(gebod), of je mag niet sneller dan 50 per uur (verbod). Dwingende rechtsregels zijn van
toepassing ongewild de wil van de betrokkenen.
We hebben twee niveaus van dwingende regels: (de regels van openbare orde zijn
nog dwingender dan de regels van ‘gewoon’ dwingend recht)
1. Openbare orde: het misdrijf moord. Zelf indien twee partijen een overeenkomst
zouden sluiten waarbij zij akkoord gaan dat de ene de andere mag vermoorden,
dan is de overeenkomst nietig.
2. Dwingend recht: één van de huurregels zegt dat de verhuurder die
overeenkomst maar kan opzeggen mits een opzegtermijn van drie maanden. Dit
is dwingend recht want je kan er niet van afwijken. Indien de verhuurder één
maand op voorhand opzegt, dan kan de student zelf beslissen die opzegging toch
te aanvaarden en het kot te verlaten.
Het zijn alle twee dwingende rechtsregels, je mag er niet vanaf wijken. Bij openbare orde kun je er
ook niet vanaf wijken als je beschermd bent bij het andere wel.
Wilsaanvullende/suppletieve rechtsregels: regels die van toepassing zijn indien partijen geen
andere keuze hebben gemaakt. Zij onderscheiden zich van dwingende regels omdat je er wel
op voorhand van kunt afwijken. Partijen zijn vrij de overeenkomst te sluiten die zij willen,
maar als hun overeenkomst op bepaalde punten geen afspraken bevat dan is de
wilsaanvullende regel van toepassing.
Bv bij een huurcontract kan je op voorhand afspreken dat je mag onderverhuren. Als de partijen er
niets over hebben bepaald, dan is de wilsaanvullende rechtsregel van toepassing. Onderverhuring
verboden.
3
, 2 Indeling van het recht
A. Algemeen
Publiekrecht:
Regelt verhoudingen tussen de burger en de overheid, alsook de organisatie en werking van
de overheid
Ongelijke verhouding: beoogt de bescherming van het op particulier (algemeen) belang
“verticaliteit” (soort van verticale relatie tussen de burger/overheid)
Regels doorgaans van openbare orde = kan niet van worden afgeweken
Privaatrecht:
Regelt verhoudingen tussen de staatsburgers onderling, alsook de organisatie en werking van
organisaties van burgers zoals vennootschappen, verenigingen.
Gelijke verhouding: “horizonaliteit” (tussen burgers onderling)
Doel: private belangen van individuen of groepen individuen regelen
Heel wat suppletieve regels nu zien we toch meer dwingende regels en soms zelf van
openbare orde. Zoals bv bij het huurrecht.
Geen scherpe grens tussen de 2 door verwevenheid tussen publieke en private belangen en de ruime
tussenkomst van de overheid in alle aspecten van de samenleving. Publiekrechtelijke regels zijn
typisch van openbare orde terwijl je in het privaatrecht eerder uitzonderlijk regels van openbare
orde zult terugvinden.
Om de hanteerbaarheid van het recht te bevorderen, worden de regels ingedeeld in rechtstakken.
Een rechtstak is een geheel van regels die een welbepaald domein van het recht betreft. Opgelet
deze lijst is niet ex auditief, er zijn nog heel wat andere rechtstakken.
B. Publiekrecht onderverdeeld in 5 rechtstakken
Staatsrecht (=grondwettelijk recht): geheel van regels met betrekking tot de inrichting, de
bevoegdheid, de werking en de onderlinge verhouding van de organen van de staat, evenals de
fundamentele rechten en vrijheden van de burgers
Bestuursrecht (=administratief recht): regelt de organisatie en de werking van ‘het bestuur’ of ‘de
administratie’, met andere woorden de uitvoerende macht op de diverse overheidsniveaus.
Strafrecht: definieert wat strafbaar is en welke straffen daar dan op staan.
Strafprocesrecht: bepaalt hoe de strafprocedure verloopt, bv welke bevoegdheden een
onderzoeksrechter heeft, welke strafrechtbanken bevoegd zijn voor welke misdrijven enz.
Fiscaal recht: bepaalt welke belastingen verschuldigd zijn en hoe de procedure
van vaststelling en inning van belastingen verloopt.
C. Privaatrecht Onderverdeeld In 5 Rechtstakken
Burgerlijk recht: regelt de verhoudingen tussen de staatburgers onderling en bevat algemene en
essentiële begrippen van het recht. Het kan onderverdeeld worden in:
Personen- en familierecht
Zakenrecht
Verbintenissenrecht
Ondernemingsrecht: rechtsregels die ondernemingen moeten volgen
4