Samenvatting Hulpverlening en recht
DEEL 1
Ontstaansgeschiedenis
- De wereld en de samenleving zijn van nature geordend
- Omstreeks middeleeuwen: orde spruit voort vanuit God, dus religie is leidraad voor
samenleving
- Bv: verplicht te huwen, kind te dopen
- Moraal: God is geen dirigent en het onderscheid tussen goed en kwaad zit in de mens
ingebakken.
- Crimineel bij geboorte?
- Verlichting: is geen ingebakken iets, mens is een denkend wezen. Hij beslist zelf wat
goed en slecht is op basis van objectieve elementen (opkomst wetenschap)
- Keuze om criminele daden te stellen?
- Mensen slagen er niet in om verder dan eigen belang te kijken, noodzakelijk dat
overheid regels bepaalt.
Hoofdstuk 1: Wat is recht?
Subjectieve recht = ‘dat recht heb je niet’, gaat over mijn of jouw rechten op iets. Bv:
14jarige mag zijn mening geven bij de scheidingsprocedure over het verblijf.
Objectieve recht = ‘het recht verbiedt het je’, bestaat uit regels en normen.
-> Overheid legt deze op
-> Afdwingbaar
-> Doel = maatschappelijk leven organiseren, ordenen en leefbaar maken. Regels kunnen iets
opleggen, verbieden of toelaten.
Toepassing in hulpverlening bv:
- Beroepsgeheim (strafrecht)
- Verantwoordelijkheid voor eigen daad of nalatigheid (burgerlijk recht)
Hoofdstuk 2: Indeling van het recht
1. Internationaal en nationaal recht
Internationaal recht = Regelt:
- Verhouding tussen naties. (Bv: Verdrag van Kyoto: afspraken tussen lidstaten om
broeikasgassen te verminderen. )
- Regels die de grenzen van een staat overschrijden.
- Welke rechter er bevoegd is
- Welk (nationaal) recht er van toepassing is tussen burgers met een geschil met
verschillende nationaliteiten. => Internationaal privaatrecht (Bv: discussie over
huwelijksvermogen tussen Spaanse en Italiaanse die na huwelijk in België komen wonen,
,opgelost moet worden op basis van het recht dat het land waarin het getrouwde koppel zich
als 1ste vestigden -> Belgisch recht)
Nationaal recht = Rechtsregels die verhouding tussen burgers regelt en tussen burgers en de
staat regelt.
- Privaatrecht en Publiekrecht
2. Privaatrecht en publiekrecht
Privaatrecht = regelt verhouding tussen burgers en publiekrechtelijke rechtspersonen die
gelijktijdig handelen met burgers zoals het OVAM.
Publiekrecht = regelt algemeen belang binnen de staat, inrichting, werking en de organen
van de staat t.o.v. de burgers.
Bij dit recht horen:
- Grondwettelijk recht
- Administratief recht
- Strafrecht
- Fiscaal recht
Ook vinden we het burgerlijk recht onder het publiekrecht -> Burgerlijk Wetboek
-> Bestaat uit verschillende onderdelen zoals personen- en familierecht.
3. Regels van de openbare orde, dwingend recht en aanvullend recht
Openbare orde = iedereen leeft deze regels na. Gaat over fundamentele beginselen en
belangen van de overheid. Wordt altijd en automatisch toegepast.
Dwingend recht = Doel om bepaalde groepen in de samenleving te beschermen. (Huurders,
consumenten). Moet nageleefd worden maar in geval van geschil kan alleen beschermende
groep hier beroep op doen.
Aanvullend recht = Wanneer een rechtsregel niet onder de openbare orde of het dwingend
recht valt. Betekend dat je zelf kiest of je de regels van het aanvullend recht van toepassing
maakt op je situatie.
Hoofdstuk 3: Bronnen van het recht.
Staatkundige structuren van België
- Erfelijke, constitutionele monarchie
De koning haalt zijn bevoegdheid uit de grondwet en de opvolging is voorzien
o.b.v. nageslacht
- Federale democratie
Het volk kiest haar vertegenwoordigers, die de wetten maken op Europees,
federaal, regionaal, provinciaal en gemeentelijk niveau.
, Gemeenschappen (cultuur, onderwijs, persoonsgebonden materies, …),
gewesten (ruimtelijke ordening, milieu, huisvesting, energie, …), provincies en
gemeenten
- Scheiding der machten
Wetgevende macht (koning en parlement), uitvoerende macht (koning en
regering) en de rechterlijke macht (rechtbanken en hoven van beroep)
De drie machten
- Wetgevende macht: wetten maken, herziening van de grondwet initiëren, controle
op regering, goedkeuren begroting
- Uitvoerende macht : uitvaardigen van regelgeving (KB, MB), handhaven openbare
orde, benoemen ambtenaren, bestuur buitenlands beleid
- Rechterlijke macht : grondwettelijk hof, raad van state
Bronnen van recht
1) Wetgeving
- België is een gefederaliseerd land. Dit betekent dat er wetgeving op verschillende
staatsniveaus bestaat. Hieronder worden de verschillende bronnen van wetgeving
besproken.
- De grondwet :
Meest fundamentele nationale wet waarnaar andere wetten zich richten.
Het is het handvest van een natie dat onder andere de inrichting van de
verschillende machten vastlegt alsook de rechten en vrijheden van de burgers.
- Een wet:
Komt tot stand in het federale Parlement, bestaande uit de Kamer en de Senaat
en wordt bekrachtigd door de Koning.
Initiatief kan uitgaan van een volkstegenwoordiger, senator of van de Koning als
onderdeel van de wetgevende macht (een wetvoorstel) of van een minister of
van de Koning als onderdeel van de uitvoerende macht (een wetsontwerp).
, Wet voorstel of ontwerp dient door de beide kamers goedgekeurd te worden.
Zowel Kamer als senaat kunnen amendementen (wijziging, toevoeging of
weglating) op het wetvoorstel of ontwerp aanbrengen.
Binnen gespecialiseerde parlementaire commissies volgt een grondige studie van
het ingediende wetvoorstel of -ontwerp.
Soms wordt een parlementaire commissie ‘ad hoc’ samengesteld bij bijzondere
gebeurtenissen. Bv: Bij zaak Dutroux
Na bespreking en goedkeuring van de verschillende artikelen na amendering,
wordt er gestemd.
Een ontwerp of voorstel wordt aangenomen bij meerderheid van stemmen en
met de meerderheid van de kamerleden aanwezig.
Er volgt een bekrachtiging van de wet door de Koning, als hoofd van de
wetgevende macht , door gezamenlijke ondertekening van de wet de de Koning
en de eerste minister en een aantal ministers van de Ministerraad.
De afkondiging gebeurd ook door de Koning, als hoofd van de uitvoerende macht,
die de wet zo uitvoerbaar maakt.
De bekendmaking gebeurt in het Belgisch Staatblad in de beide landstalen.
De wet wordt binden binnen de 10 dagen, tenzij uitzonderingsregel in de wet zelf.
- Koninklijke en ministeriële besluiten
De wetten zijn vrij algemeen opgesteld, de verdere uitwerking van de
rechtsnormen gebeurt door koninklijke besluiten op initiatief van de Koning als
hoofd van de uitvoerende macht, die doorgaans tien dagen na hun
bekendmaking van kracht worden.
Het ministerieel besluit is afkomstig van één of meerdere ministers en bevat een
verdere uitwerking van koninklijke besluiten.
Beide worden gepubliceerd in het Belgisch staatsblad.
- Decreten of ordonnanties
Decreten zijn de wetten van deelparlementen in ons land: het Vlaams Parlement,
het Parlement van de Franse Gemeenschap, het Parlement van het Waalse
Gewest en het Parlement van de Duitse Gemeenschap.
Decreten hebben hetzelfde federaal niveau als de federale wetten, maar hebben
hun toepassingsgebied binnen bepaalde regio en ontlenen hun bevoegdheden
aan grondwettelijke bepalingen.
Ordonnanties komen van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en zijn van
kracht in het Brussels gewest.
- Besluiten van een regionale deelregering
Een regionaal decreet of ordonnantie wordt verder uitgewerkt in een besluit en
eveneens gepubliceerd in het Belgisch staatsblad.
- Provinciale en gemeentelijke reglementen
Provincieraad van elke provincie vaardigt provinciale besluiten uit die
gepubliceerd worden in de bestuursmemoriaal van de provincie.
Worden bindend acht dagen na de publicatie.