PSYCHOPATHOLOGIE EN PSYCHIATRIE:
KINDEREN EN JONGEREN
INLEIDING
1. KINDER- EN JEUGDPSYCHOPATHOLOGIE
Begint vanaf de geboorte
• De infantpsychiatrie is nog heel erg jong maar op dit moment gaan heel van de middelen van
gezondheidszorg naar deze onderverdeling
• Kunnen zo misschien enorm preventief werken
• Apart classificatiesysteem voor ontwikkeld: DC 0-5 (slaat op de jaren)
o Classificatiesysteem voor 6-18 jaar: DSM-5
o 18 tot +/- 25 jaar wordt een transitiefase genoemd
Kinderpsychiatrie = gezinspsychiatrie
• Je bent nog afhankelijk van de context → alles wat je doet individueel heeft een impact op de
context, maar de context heeft ook heel veel impact op het individu
• Jongeren in de transitiefase zijn ook nog sterk verbonden aan hun context → horen niet helemaal
meer binnen de kinderpsychiatrie, maar ook niet volledig bij de volwassenpsychiatrie
1.1. GEDEELDE DOMEINEN MET VOLWASSENENPSYCHIATRIE
Peripartale psychiatrie
• Is niet infantpsychiatrie, maar gaat over het ongeboren kind
• De jonge ouders die zwanger worden en waar er op dat moment al bezorgdheid is vanuit de
omgeving over de zorg voor het (ongeboren) kind
• Proberen de zorg al op gang te brengen → kan gericht zijn op de infantpsychiatrie (als men bezorgd is
om het kindje) of op de volwassenpsychiatrie (als men vooral bezorgd is om de mama
KOPP (kinderen van ouders met psychiatrische problemen)
• hoeft niet noodzakelijk zo te zijn dat kinderen zelf al problemen ontwikkelen
• We zien wel dat er al patronen ontstaan bij kinderen die wel ondersteuning kunnen gebruiken
o Bv: parentificatie
• Kindreflex: een stappenplan waarbij er wordt vertrokken bij stap 1 met een ouder die wordt
betrokken bij de volwassen psychiatrie
o Nu verplicht om te vragen “heeft u kinderen?”
▪ Accute reflex maken om te zien wie er voor het kind zorgt, waar het kind is en hoe
dit in de toekomst gaat zijn wanneer de ouder bv in opname is
o Belangrijk om het over de ouderrol te hebben → een uur de tijd nemen om het te hebben
over het ouderschap (wat verwachten zij ervan, wat doen zij, hoe zien zij het) → er dan ook
bij durven stilstaan van “en wat dan als het slecht gaat met u, hoe is het dan met de
kinderen”
o Is er good enough parenting? Super!
▪ Is dit er niet helemaal → ondersteuning verlenen
, ▪ Is het echt verontrustend, andere stappen ondernemen
Kennisdeling
• Kijken op dezelfde manier naar problematieken, kijken naar hetzelfde orgaan (brein), gebruiken
dezelfde farmacologie → wetenschap is hetzelfde, zij het zo groot dat die wel is opgedeeld
• Gebruiken gelijkaardige methodieken en therapieën
o Zijn in oorsprong hetzelfde, maar worden wel anders toegepast
1.2. ONTWIKKELING CENTRAAL
Hersenontwikkeling
• Daar waar het ergens fout gaat (gedachtenloop/letterlijke opbouw/…)
• Hersenen zijn continu in ontwikkeling
• Bv: depressie op 4 jaar is anders dan op 16 jaar
Nature – nurture transactionaliteit
• Hersenen staan continu in contact met leerervaringen
• Je kan biologisch al aanleg hebben, risicofactoren meehebben
• Er is dus ALTIJD samenspel tussen de nature en de omgeving waar je in terecht komt (nurture)
• Dit samenspel is de reden waarom vroeginterventie echt belangrijk is → om die transactionaliteit in
de loop van de tijd gaan tegenwerken
• Nog een aspect van deze interactie: use it or lose it principe
o Dingen die je niet oefent, ga je niet kunnen
o Dingen die je oefent op het juiste moment in de tijd, ga je beter leren
Ontwikkelingsdomeinen waar we naar kijken:
• Psychomotorisch
• Socio-emotioneel
• Cognitief
• Moreel
• Identiteit
,Waar, wanneer en hoe is kinderpsychiatrie dan anders dan volwassenpsychiatrie?
• Wij hebben altijd te maken met het gezin rond het kind, maar bijvoorbeeld ook met een internaat, de
school, …
• Instrumentarium waarmee we moeten werken, zijn anders voor kinderen en jongeren dan bij
volwassenen
• Ook methoden zijn anders: met volwassenen bijvoorbeeld niet zoveel speltherapie, met kinderen en
jongeren wel
• Therapeutische aangrijpingspunten: systeemtherapie wordt hier veel meer gebruikt
→ er zijn dus ook aparte tekstboeken, tijdschriften, netwerken en therapieën
2. HISTORIEK
2.1. VERANDERENDE POSITIE VAN HET KIND DOORHEEN DE GESCHIEDENIS
Belangrijk is hoe we naar kinderen kijken → hoe autonoom gaan wij kinderen als wezen beschouwen? VS
Hoezeer vinden wij dat wij als volwassen in de plaats van kinderen moeten beslissen en wat beslissen we dan?
Grieken:
• Kind heeft bescherming nodig
• Plato
o Verwenning (ouderrol) → prikkelbaarheid (kinderen komen in opstand)
o Tirannie (ouderrol) → somberheid (kinderen worden heel verdrietig)
Middeleeuwen
• Ambivalentie tov “kind”
o Kleine volwassene met economische waarde → moest zo snel mogelijk werken
o Maar kinderen in die periode speelden ook → dit zie je zeker terugkomen bij kinderen uit de
rijkere klasse
o Maar enorm veel bewijs in deze periode dat er behoorlijk strikt werd omgegaan met de
kinderen → Disciplinering & tuchting
Verlichting – Rousseau
• Vaststelling dat ge kinderen op bepaalde leeftijd dingen kunt leren → als we dat doen en we
investeren daarin dan gaan zij op latere leeftijd tot veel meer in staat zijn dan dat ze zouden doen als
ze direct gaan werken
• Opvoeding & onderwijs belangrijker dan economisch nut
• Leren gaat aangepast zijn op de ontwikkeling
, 2.2. EERSTE ‘KINDERPSYCHIATRISCHE BEHANDELING’
Wolfskinderen → kinderen die ergens in het bos gevonden worden en opgevoed werden door de wolven
• Kinderarts (Itard, 1801) heeft geprobeerd om die jongen alsnog op te voeden
• Heeft 5 jaar geprobeerd om die jongen te leren praten, maar dit is nooit gelukt
o Wordt vaak gebruikt als voorbeeld om aan te duiden dat taal een sensitieve periode heeft
o Als je niet zorgt dat een kind in aanraking komt met taal tussen een bepaalde periode, gaat
het kind dit niet kunnen
o MAAR: je kan dit niet met zekerheid zeggen, want dat kind uit het voorbeeld kan
bijvoorbeeld al een KmB zijn
• Discussie ontstaan Itard & Pinel → aanleg vs. opvoeding, nature vs. nurture
2.3. EERSTE KINDERPSYCHIATRISCHE BESCHRIJVINGEN
Boeke in 19e E geschreven: allemaal gedichten met grappige tekeningen van dingen die kinderen overkomen
→ geschreven als bedoeling een kinderboek te maken dat ouders konden voorlezen aan hun kinderen over
bepaalde misdragingen zodat kinderen dan weten wat er gebeurt als ze zich misdragen
• Voorbeelden in dit boek zijn duidelijke psychiatrische beelden die we nu nog altijd zien
Psycho-analyse van Hans, 5j
• Psycho-analyses die Freud deed waar hij zijn zelfde theorie over verdringingen ging toepassen
• In de verhalen die Freud schreef, werd al duidelijk dat hij niet alleen psycho-analyse met die jongen
op zich deed, maar ook al adviezen gaf aan de ouders (1e mediatietherapie)
2.4. EERSTE LEERBOEKEN KINDERPSYCHIATRIE
De eerste boeken zijn redelijk recent:
• 1925 Italië
• 1926 Duitsland
• 1985 Nederland
2.5. EERSTE HULPVERLENINGSCENTRA