CONTEXT 2: OVERHEIDS- EN DIVERSITEITSCOMMUNICATIE
Deel 1 – Communicatie van en met overheden en social profit:
inleiding, begrippen, functies, taken, domeinen en eigenheden
van deze sectoren
1. Overheid en social profit
4 socialprofitsectoren:
Gezondheidszorg
Ziekenhuizen
Praktijken van artsen en tandartsen
Overige menselijke gezondheidszorg
Verpleegkundige activiteiten
Maatschappelijke dienstverlening
Gezins- en ouderenzorg
Jeugdzorg
Instellingen voor mensen met een handicap
Beschutte en sociale werkplaatsen
Kinderopvang
Diverse maatschappelijke dienstverlening
Cultuur, recreatie en sport
Volwassenvorming
Diverse verenigingen (jeugd, volwassenen, gezondheid, milieu, mobiliteit,…)
Sport: accomodaties, clubs, bonden, federaties,…
Uitzenden van radio- en televisieprogramma’s
Exploitatie van schouwburgen, concertzalen, culturele centra, …
Uitvoerende en scheppende kunsten
Blibliotheken en archieven
Musea en monumenten
Botanische tuinen, dierentuinen, natuurreservaten, pret- en themaparken en
recreatiedomeinen
Productie, distributie en vertoning van films voor bioscoop, televisie,…
Jeugdherbergen en jeugdverblijfcentra
Overige sectoren
Onderwijs
Autorijscholen, vlieg- en vaaronderricht
Mutualiteiten
Belangenbehartiging
Bedrijfs- en werkgeversorganisaties, beroepsorganisaties, vakorganisaties, religieuze
organsaties, politieke organisaties
Huishoudens als werkgever
Overheden en social profit zetten in op maatschappelijk rendement en engagement
Voor een of meer specifieke doelen (social profit)
Algemeen belang (overheid)
→ hun hoofddoel is niet financiële winst
1
,2. Overheid in België
7 overheidsniveaus:
Internationaal De Verenigde Naties en aanverwante organisaties (bv. Unesco)
Europees De Europese overheden (Europees Parlement, Europese
Commissie, …)
nationaal De federale overheid (met parlement en regering), de FOD’s, het
leger, federale politie en overheidsbedrijven (bv. Bpost,
NMBS,Proximus, …)
Regionaal De Vlaamse overheid, de Brusselse en Waalse overheid, de Franse
en Duitstalige gemeenschap (met parlement en regering) en hun
agentschappen en overheidsbedrijven (bv. De Lijn)
Provinciaal Provinciebestuur (raad en deputatie) en provinciebedrijven van de
tien provincies
Intergemeenteliijk (regio’s) Waar een beperkte groep lokale besturen samen beleid en
voorzieningen uitwerken rond een bepaalde thematiek (bv.
politiezones, afvalintercommunales,…)
Lokaal In België gaat het om 581 steden en gemeenten (met een
gemeenteraad en college) en hun administratie, (autonome)
gemeentebedrijven, … Vlaanderen heeft in 2021 nog 300 steden
en gemeenten. In Vlaanderen telt ongeveer 1 op 3 gemeenten
minder dan 10.000 inwoners. Ruim 2 op 3 gemeenten tellen
minder dan 20.000 inwoners. Amper 3 steden tellen meer dan
100.000 inwoners. De kleinste Vlaamse gemeente is Herstappe, in
Limburg. Herstappe telt maar 79 inwoners (01/01/2020).
Antwerpen is de grootste stad van Vlaanderen (530.104 inwoners
op 01/01/2020).
2
,We komen in elke fase van ons leven in contact met de overheid (vaak op lokaal niveau):
Geboorteaangifte
Kleuterschool en lagere school: Vlaamse bevoegdheid
Fons regelt het groeipakket (vroeger kinderbijslag) (kijken wat dat inhoudt)
Identiteitskaart vanaf 12 jaar
Als je in contact komt met politie
Stemplicht
Trouwen
Vergunning
Groendienst
Pensioen
VRT
IVA (intern verzelfstandigd agentschap) EVA (extern verzelfstandigd agentschap)
= situeert zich binnen de rechtspersoonlijkheid = beschikt over een eigen rechtspersoonlijkheid
van de gemeente en beschikt over een die zorgt voor een grotere onafhankelijkheid,
operationele autonomie. Tot 31 december 2018 eigen bestuursorganen, de mogelijkheid om
waren de regels voor de interne eigen personeel tewerk te stellen en over een
verzelfstandiging decretaal vastgelegd. Met de eigen vermogen te beschikken, los van de
komst van het DLB op 1 januari 2019 werd de gemeente.
regelgeving voor de IVA's niet meer opgenomen Er zijn twee vormen van extern verzelfstandigde
in het decreet. Besturen kunnen nog steeds agentschappen:
kiezen voor interne verzelfstandiging, maar zijn Het autonoom gemeentebedrijf, dat
daarbij niet langer verplicht om een decretaal een publiekrechtelijk statuut heeft.
voorgeschreven formule te volgen. Zij kunnen Het extern verzelfstandigd agentschap
voortaan zelf een regeling op maat uitwerken. in privaatrechtelijke vorm, dat een
privaatrechtelijke vorm aanneemt
Bv. Kind&Gezin (vereniging, stichting of vennootschap).
Bv. De Lijn
Taken van de overheid:
De overheid ontwikkelt in het algemeen belang normen en regels en zorgt voor de naleving
ervan. De overheid bestraft wie zich niet aan de regels houdt. Wie te snel rijdt, kan zich aan
een boete verwachten. Communicatie moet er dan mee voor zorgen dat alle betrokken
burgers ook effectief hun rechten en plichten goed kennen en ervan gebruikmaken.
De overheid organiseert democratische besluitvorming op verschillende bestuurlijke
niveaus.
De overheid organiseert een rechtvaardige verdeling van de beschikbare middelen
(inkomen, huisvesting, energie, vervoer, informatie…) . Ze bestrijdt de ergste vormen van
maatschappelijke ongelijkheid en ontwikkelt daarom extra aandacht voor kansengroepen.
Dit is een groot verschil met de bedrijfswereld voor wie kansengroepen doorgaans een
minder aantrekkelijk marktsegment vormen.
De overheid neemt belangrijke maatschappelijke taken op zich, die men niet zomaar (alleen)
aan privébedrijven kan overlaten: wegenaanleg, het leger, het onderwijs, bepaalde
zorgvoorzieningen,…
De overheid voorkomt negatieve effecten voor mens en samenleving. Dat doet ze door
bepaalde vormen van gedrag en consumptie te bevorderen of net te ontmoedigen,
bijvoorbeeld via antirookcampagnes. Of hier de campagne die zegt wanneer je je vuilnisbak
moet buiten zetten.
3. Begrippen
3
, 1. Openbaarheid en openheid (examen!)
Juist omdat de burger inspraak moet kunnen krijgen, moet kunnen controleren of de personen die hij
heeft verkozen ook echt hun werk doen enzovoort, is de overheid verplicht om te communiceren.
De burger heeft het recht op informatie. Hij kan daar zelf om vragen, maar de overheden moeten
ook uit zichzelf de betrokkenen op de hoogte brengen. Dat is vastgelegd in wetten en decreten. De
openbaarheid die aan de overheid wordt opgelegd, is essentieel voor een democratische
samenleving.
Openbaarheid verwijst naar een toestand van rechtszekerheid waarbij het recht op informatie voor
de burger en de plicht tot informatieverstrekking van het bestuur wordt vastgelegd in juridische
regels. Bv. elke burger heeft het recht de parlementaire of gemeenteraadszittingen bij te wonen,
documenten op te vragen en in te kijken (er zijn er wel enkele regels aan verbonden om de privacy
van anderen te vrijwaren)
Openheid is een ingesteldheid die verwijst naar een mentaliteit bij mandatarissen (politici) en
ambtenaren om een open beleid te voeren. Het gaat om een houding die zich enerzijds uit in
spontane bereidheid om informatie te verstrekken en anderzijds in het openstaan voor reacties en
meningen van burgers.
De begrippen openheid en openbaarheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: zonder een open
bestuursstijl blijft zelfs de beste wetgeving of reglementering inzake openbaarheid van bestuur dode
letter. Omgekeerd is openbaarheid van bestuur een noodzakelijk middel om vorm te geven aan een
open en communicatief beleid.
2. Overheidscommunicatie ≠ politieke communicatie
Actoren in de overheid en in de politiek
Politiek Overheid
Verkozen politici: Ministers, Diensten en ambtenaren,
raadsleden, burgemeesters, overheidsmedewerkers (inclusief
parlementsleden, … schepenen, communicatieverantwoordelijken)
Niet-verkozen politici: gedeputeerden, politieke
leden partijbestuur, woordvoerders,
militanten, … kabinetsmedewerkers
→ politieke communicatie → zowel politieke als → overheidscommunicatie
overheidscommunicatie
Verschil tussen overheidscommunicatie en politieke communicatie
4