FAMILIALE VERMOGENSPLANNING
Voorbeeld dat je moet kunnen: ouders komen biju en hebben gehandicapt kind, wat kunnen ze doen
mbt vermogensplanning. Of wat moet je doen om vrouw te onterven, is ingewikkeld kan niet enkel
via testament.
CURSUSMATERIAAL
- Lesnota’s
- Studeer met je wetboek!
- Prof denkt dat je best randnummers in handboek leest
- Examen: schriftelijk – vragen invalshoek praktijk: je krijgt case – geen puur theoretische
vragen: mss eentje
- Op einde semester examen online plaatsen zonder antwoorden: laatste les gaan we dit
collectief oplossen
- Belangrijke hervorming met ingang van 1 sept 2018: die is tot stand gebracht door een
werkgroep waar Mvj deel van uitmaakte en andere experten een zegje deden
Het oude familiaal vermogensrecht blijft relevant voor alle ontbindingen en opengevallen
nalatenschappen voor 2018
Bovendien na 1 sept 2018 nog iets gebeurt: opdracht tot codificatie in NBW: BOEK II titel 3 en
BOEK IV
DUS:
1- Familiaal vermogensrecht 1 sept 2018: zie cursus
2- Oud familiaal vermogensrecht ook in cursus in kleine letters
3- Gecodificeerd familiaal vermogensrecht inw 1 juli 2022: wijkt beetje af van cursus, aantal
zaken veranderd
Wij gaan dit bekijken maar nog niet gepubliceerd in bijlagen tot BS: je kan dat
terugvinden indien ja naar de kamer gaat, klikken op alle doc en dan is het wetsvoorstel
1072
Tekst die gestemd is in kamer en ter bekrachtiging voorgelegd 1072/10
INHOUD
- Eerst deel over erfrecht nog eens herhalen, de wettelijke devolutie. Is zeer belangrijk voor
dit vak.
- Daarnaast zien we testamenten, schenkingen, contractuele erfstellingen (= contracten
waarbij iemand als erfgenaam w aangesteld, uitz), fiscale aspecten (erf- en schenkbelasting,
enkel in VL gewest bekijken).
- Daarna huwelijksvermogensrecht bekijken. -> zie slide
- Daarna aantal technische zaken zoals de inbreng van een schenking (gelijke berechting
kinderen principe), reservataire erfgenamen: erfgenaam met voorbehouden erfdeel vb.
iemand wilt zijn vrouw volledig onterven, verdeling van de nalatenschap en
erfovereenkomsten.
DE WETTELIJKE ERFGENAMEN
- In de codex wordt term erfgenaam gebruikt voor een persoon die een nalatenschap
aanvaard heeft, de prof gebruikt het ook voor degene die door de wet worden aangeduid o
te erven ongeacht of ze het nu al aanvaard hebben of niet.
- Er zijn 3 soorten erfgenamen: 1) bloedverwanten van de erflater, 2) LLE en 3) WSP (niet
noodz een partner, kan je maar 1 van hebben).
1
, - Opgelet we zitten met adoptie: bij volle adoptie gelijkschakeling bloedverwant – bij gewone
adoptie is er maar een gedeeltelijke gelijkschakeling.
Volle adoptanten en gewoon geadopteerden kunnen ook wel erven.
HET WETTELIJK ERFECHT VAN DE BLOEDVERWANTEN
- Er zijn vier orden van erfgenamen. 4 categoriën van erfgenamen
Basisregel is dat de eerste voor de tweede orde komt enz.
Er is wel uitzondering bij kloving.
Binnen elke orde erft de dichtste in graad, uitz. van de plaatsvervulling daardoor kan men in
graad komen van rechtsvoorganger. Bij meerdere erfgenamen die tot nalatenschap komen in
principe gelijk aandeel, maar uitz. bij plaatsvervulling en kloving. Regel is dat bloedverwanten
tot en met de vierde graad erven maar uitz. bij plaatsvervulling
Dus dat zijn basisprincipes die we dan een beetje moeten verduidelijken.
- Voorbeeld op slide. (andere dan in boek)
DC is de erflater. Indien er een gemeenschappelijke stamouder gaat men om aantal graden
te tellen over gemeenschappelijke stamouder gaan. De DC heeft een zoon die staat in eerste
graad en kleinzoon in 2de graad nl tellen over gemeenschappelijke stamouder. Grootvader
langs moederzijde: 2de graad, grootmoeder ook. Tante (zus moeder DC) in derde graad. Neef
in 4de graad.
Die graden duiden de generaties aan maar indien te maken bloedverwanten in de zijlijn moet
steeds gepasseerd worden langs de gemeenschappelijke ouder of grootouder bij tellen van
de graden.
- De eerste categorie van erfgenamen: de orde van de afstammelingen. Ook de ten volle
geadopteerde kinderen en hun afstammelingen vallen eronder.
Bij overlijden prof en 3 kinderen – 4 de geadopteerde. Indien het ten volle geadopteerd is
wordt dit gelijkgeschakeld met andere kinderen. Indien gewoon geadopteerd ook
gelijkschakeling met andere kinderen want verwantschapsband tussen mij en gewoon
geadopteerd kind. Ook zijn afstammelingen kunnen van mij erven, want streks zich uit tot
alle bloedverwanten, afstammelingen gewooon geadopteerde.
2
, Belangrijk:
Gewone adoptie laat enkel een familierelatie ontstaan met de adoptant = niet erven de
gewoon geadopteerde kinderen van de afstammelingen.
Ik heb 3 kinderen: thomas, helena, alexander
Thomas kind gewoon adopteert en sterft voor mij
Dan kan dat gewoon geadopteerd kind niet erven van mij want afstammingsband ten
ozpichte van Thomas, adoptant bij gewone adoptie maar geen band met familieleden,
bloedverwanten van Thomas.
- VB. als B ten volle geadopteer is zal die erven van DC maar indien gewoon geadopteerd zal
die ook erven van DC
- Indien geen erfgenamen eerste orde, geen afstammelingen of allemaal nalatenschap
verwerven gaat dit toekomen aan 2de orde
Tweede categorie: de orde van de bevoorrechte zijverwanten en ouders. Zodra er broer – zus
of halfbroer – halfzus of afstammelingen daarvan -> dan zitten we in de tweede orde.
Dan gaan goederen toekomen aan erfgenamen van de tweede orde.
De moeder en de vader krijgen elk 1/4 de en de broers en zussen krijgen derest. Als de DC vol
geadopteerd door ouders dan zullen de ouders ook erven, bij gewone adoptie zijn er speciale
regels.
De broers en zussen: daarin zitten ook:
o De kinderen die door de ouders van de DC ten volle geadopteerd werden
o Bij gewone adoptie bijz regels
o Ook de haldbroers en halzusters
o De afstammelingen van broers en zuster en v/d halfbroers en halfzusters
Wat gebeurt er dan: ouders krijgen vast ¼ en rest verdeling onder bevoorrechte zijverwanten
In codificatie spreekt men van nauwe zijverwanten
VB. V en M hebben 3 kinderen, waarvan er 1 overleden is. Allemele krijgen ze 1/4 de.
Stel dat de M vooroverleden is. Dan krijg V 1/4 de en B en Z krijgen samen ¾ dus elk 3/8.
3
, Ander voorbeeld: DC, vader en moeder vooroverleden, moeder is hertrouwd en daaruit is
halfzus geboren voor de DC. (stamt enkel af van = moeder maar niet van = vader). Daarnaast
is nog GV in leven, V en M zijn gestorven. We zijn niet in eerste orde want geen
afstammelingen. We zitten wel in de tweede orde -> er gaat een vast ¼ naar V en M maar zijn
vooroverleden dus halfzus Z gaat alles erven. Dit is opmerkelijk want niet naar familieleden
kant vader. Grootvader krijgt niks want behoort niet tot de tweede orde.
- Derde categorie: alle bloedverwanten in opgaande lijn, de orde der ascendenten.
Kan ook vader of moeder zijn indien niet in samenloop komen met broer, zus, halfboer,
halzus of afstammelingen daarvan -> dan zit ik in derde orde, dichtste in graad zal erven
Vb. DC laat een V en GV na, er zijn geen afstammelingen dus gene eerste orde. Ook geen
tweede orde want geen broers of zussen, ...
Dus we zitten in derde orde want er zijn ascendenten te zien. Dichtste in graad zal erven
dus alles voor V. de GV zal niks krijgen
4