Samenvatting economie 2 Esther Platini
Samenvatting economie 2
Hoofdstuk 1: Ondernemingen
Ondernemen: is een natuurlijk persoon of rechtspersoon die economische activiteiten
uitoefent.
Natuurlijke persoon: is iemand, een mens van vlees en bloed, die een onderneming
heeft. Deze persoon kan als handelaar, ambachtsman, vrij beroep beoefenen of bestuurder
van vennootschappen werken zowel in hoofd- als bijberoep. Deze persoon is onbeperkt
aansprakelijk. Privévermogen en dat van het bedrijf zijn niet gescheiden van elkaar waardoor
als het bedrijf failliet gaat het privévermogen wordt aangesproken.
Rechtspersonen: Het privévermogen en dat van het bedrijf zijn van elkaar gescheiden
waardoor als het bedrijf failliet gaat het privévermogen niet wordt aangesproken. Bv:
naamloze vennootschap (nv) of besloten vennootschap (bv)
Verenigingen of stichtingen: Zijn VZW’s (verenigingen zonder winstoogmerk). Is een groep
natuurlijke personen of rechtspersonen die belangeloos een doel nastreven zonder dat er
winst gemaakt moet worden. (Hebben geen aandeelhouders)
Maatschappen of vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid: Zijn natuurlijke
personen die onder een bepaalde vorm gaan samenwerken.
Hoofdstuk 2: Economische benadering van de onderneming
Producenten: Produceren economische goederen en diensten om winst te maken
Consumenten: Kopen geproduceerde goederen om hun behoefte te bevredigen
Handelaars: is een tussenpersoon tussen producenten en consumenten
Indeling volgens de aard van de ondernemingsactiviteit: Afhankelijk van de soort
bedrijfsactiviteit kan er een onderscheid gemaakt worden tussen
• Industriële ondernemingen: Deze ondernemingen gaan goederen produceren uit
grondstoffen met behulp van personeel, kapitaal en productiemiddelen.
• Handelsondernemingen: Is een bedrijf dat producten (in het groot) aankoopt om ze later
tegen een hogere prijs verder te verkopen. Er wordt niets veranderd aan het ingekochte
product, het product wordt in oorspronkelijke staat doorverkocht. In sommige gevallen kan
het product opnieuw verpakt worden. Vb: Delhaize, Colruyt
• Dienstverlenende ondernemingen: zijn bedrijven die diensten leveren en geen
goederen. Vb: leerkracht, docent, een treinbegeleider, de installateur van je digicorder, KBC,
…
Indeling volgens de aard van de verhandelde goederen:
• Grondstoffen (tarwe)
• Half-afgewerkte producten (halffabricaten) (bloem)
• Afgewerkte producten (fabricaten) (pasta)
1
,Samenvatting economie 2 Esther Platini
Indeling volgens de sector:
• Primaire sector: Deze sector omvat alle ondernemingen die zich bezighouden met de
ontginning van natuurlijke hulpbronnen. Vb: landbouw, bosbouw, visvangst, …
• Secundaire sector: Is verzameling van ondernemingen die natuurlijke hulpbronnen
omvormen
• Tertiaire sector: Deze sector omvat alle ondernemingen die het leveren van diensten als
voorwerp hebben. Vb: financiële diensten, horeca, gezondheidszorg, distributie, …
Indeling volgens de plaats
Binnenlandse handel Buitenlandse handel
Koper en verkoper wonen in Koper en verkoper wonen niet in hetzelfde land
hetzelfde land
Buitenlands handel wordt nog onderverdeeld in:
• Intracommunautaire verwerving: alle aankopen
gebeuren vanuit een land van de Europese Unie (EU-land).
Bv: schoenhandelaar in Oostende koopt schoenen bij een
Italiaanse fabrikant in Milaan
• Intracommunautaire levering: alle verkopen gebeuren
aan een EU-land. Vb: Lingeriewinkel in BE verkoopt lingerie
aan Marie-Jo ook in Frankrijk
• Uitvoer (export): alle verkopen aan niet EU-landen. Bv:
textielfabrikant Oostende levert handdoeken aan Hilton in
New York.
• Invoer (import): alle aankopen buiten de EU. Bv:
vishandel in Zeebrugge koopt scampi’s in Indonesië.
• Veredelingsverkeer: goederen komen vanuit het
buitenland, worden hier be- of verwerkt en gaan nadien
terug naar het buitenland. Bv: Audi in Brussel koopt
onderdelen in Duitsland voor de Audi-productie en verkoopt
de afgewerkte wagens in Groot-Brittannië.
• Doorvoer (transitoverkeer): goederen worden vanuit
een land, via België, zonder dat ze be- of verwerkt worden,
doorgevoerd naar een ander land. Bv: Canadees graan
wordt in Antwerpen op binnenschepen overgeladen en
verscheept naar Duitsland.
Indeling volgens de marktstructuur
• Er is sprake van volmaakte concurrentie als aan volgende
voorwaarden is voldaan:
• Veel vragers en aanbieders (hebben beide geen invloed op
de prijs maar kunnen enkel de aangeboden hoeveelheid
beïnvloeden)
Volmaakte
• Markt is transparant: vragers en aanbieders beschikken
concurrentie
over alle info (prijs, kwaliteit, service, …) van de goederen
• Markt is voor iedereen toegankelijk.
• Er worden homogene producten verhandeld: alle producten
zijn van dezelfde kwaliteit enkel de prijs is verschillend
• Vb: veiling van groenten en fruit
2
,Samenvatting economie 2 Esther Platini
• Er zijn veel vragers en maar 1 aanbieder
• Is een prijszetter: ze kunnen zelf de prijs bepalen zonder
rekening te houden met andere aanbieders
• Vb: NMBS: monopolie op vervoer van personen
Verschillende soorten
Overheidsmonopolie of De overheid is de producent (vb:
Monopolie wettelijke monopolie infrabel, centrale bank, …)
De ondernemer is erin geslaagd
Feitelijke monopolie alle concurrenten uit de markt te
dringen
Is een bedrijf dat als enige over
bepaalde grondstoffen beschikt.
Natuurlijke monopolie
(bv: diamantmijnen in Zuid-
Afrika)
Oligopolie • Heeft enkele aanbieders (kunnen prijs beïnvloeden) en veel
vragers
• Vb: autoproducenten, petroleummaatschappijen
Monopolistische • Veel vragers en veel aanbieders
concurrentie • De producten zijn heterogeen (productdifferentiatie) dit komt
omdat elke producent en eigen imago geeft aan zijn product en
daardoor een eigen markt creëert voor zijn product (verschillen
in levertijd, service, kwaliteit, …)
• Vb: detailhandel en horeca
Indeling volgens de mate van specialisatie:
• Monoproductie: De onderneming produceert maar 1 specifiek product. Het voordeel is
dat de onderneming zich volledig kan concentreren op dat ene product en er een grote
kennis is. Een nadeel is dat het bedrijf afhankelijk is van dit ene product.
• Diversificatie: Het bedrijf is actief op verschillende vlakken en maakt niet 1 specifiek
product. Bv: Phillips verkoopt verschillende elektronica
• Concentratie:
➢ Horizontale concentratie: Ondernemingen zijn op hetzelfde niveau actief
➢ Verticale concentratie: Ondernemingen die actief zijn in verschillende sectoren Vb:
Ijsboerke produceert roomijs (industriële onderneming) en levert roomijs aan huis
(handelsonderneming) of landbouwbedrijven kweken eigen producten en
bewerken/verwerken ze (industriële onderneming) om ze dan te verkopen in hun
eigen winkel (handelsonderneming).
• Conglomeraat: Er is 1 moedermaatschappij die controle heeft over een grote groep
ondernemingen die actief is in verschillende sectoren. Vb: The Walt Disney Company, KBC-
groep
• Global Company: is een onderneming die de hele wereld als één enkele markt
beschouwt en ook zal optreden op het vlak van haar marketingstrategie. Vb: Coca Cola
Company
3
, Samenvatting economie 2 Esther Platini
Indeling volgens hun grootte
• Boekhoudwetgeving: vereenvoudigde boekhouding
• Omzet, exclusief btw, mag niet meer bedragen dan 500.000
euro
• Zijn natuurlijke personen die koopman zijn of om
Zeer kleine vennootschappen onder firma of gewone commanditaire
onderneming vennootschappen
• Kredietinstellingen, verzekeringsondermingen en
verzekeringsondernemingen en
beursvennootschappen/wisselagenten kunnen nooit een zeer
kleine onderneming zijn
KO MO
• Omzet, exclusief btw, • Omzet, exclusief btw,
Kleine en middelgrote mag niet meer bedragen dan mag niet meer bedragen dan
onderneming (KMO) 10 miljoen 50 miljoen
• Mogen niet meer dan 50 • Mogen niet meer dan 250
werknemers hebben werknemers hebben
• Omzet, exclusief btw, is groter dan 50 miljoen
Grote ondernemingen
• Hebben meer dan 250 werknemers
Indeling volgens de aard van het cliënteel:
• Groothandel: De cliënten van deze onderneming zijn handelaars
• Detailhandel (kleinhandel): De cliënten van deze onderneming zijn consumenten
Indeling volgens hun juridische vorm
Voordelen Nadelen
• Bij het oprichten is er geen • Bij een faillissement zal ook de
tussenkomst van derden nodig eigenaar zijn privévermogen
(notaris, advocaat, aansprakelijk gesteld worden de
bedrijfsrevisor, ...) schulden
• Er zijn geen wettelijke • Door beperkt financieel
Eenmanszaak kapitaalvereisten en vermogen van de eigenaar wordt
administratieve verplichtingen er maar weinig kapitaal in de zaak
zijn beperkt gestoken
• In een eenmanszaak is alleen • De ondernemer krijgt soms het
de eigenaar, eigenaar van de nadelig sociaal statuut van de
zaak en kan dus alleen zelfstandige
beslissingen nemen en heeft als
enige recht op de winst
Is een organisatievorm met als hoofddoel het realiseren van winst voor
de eigenaar(s) van de vennootschap
Er zijn 4 vormen
Vennootschap
• Is een kapitaalsvennootschap met beperkte
Besloten
aansprakelijkheid
vennootschap
(bv) • Is een vennootschapsvorm voor kleine en
middelgrote ondernemingen
4