Overzicht van de Beeldende Kunsten: 1789 tot heden
Marjan Sterckx & Steven Jacobs
01.01 Neoclassicisme
Neoclassicisme = een post factum term die uiteindelijk pas gegeven is in de late 19 de eeuw om de kunst
aan te duiden die ongeveer een eeuw eerder gemaakt werd, de kunstenaars onder deze stijlstroming
waren dus geen bewuste neoclassistische kunstenaars
Situatie: lange ontwikkeling, lang terugkijken naar de traditie van de Klassieke Oudheid
Classicisme = ruimere term, om kunst aan te duiden die geïnspireerd is op de Klassieke Oudheid
01.01.01 Neoclassicisme - Nieuwe Moraal
Afb. 1:
François Boucher, Het toilet van Venus, 1751
- rococo
- lichtvoetige, erotische, gracieuze kunst
- sensueel, volumineus
- ‘la petite manière’ ‘la petite genre’
Afb. 2:
François Boucher, Madame de Pompadour, 1756
- zelfde vrouw als op afbeelding 1
- grote spiegel, boeken, brieven
- zeer gecultiveerde, belangrijke vrouw
Afb. 3:
Le Font de Saint-Yenne, Réflexions…, 1747
Afb. 4:
Jean-Honoré Fragonard, Portret van Denis Diderot bladerend in de Encyclopédie, ca. 1769
Afb. 5:
Encyclopédie (1750-1776)
=> zijn van mening dat al het menselijk handelen beheerst moet worden door de reden, de ratio, het
verstand en niet langer door de traditie of door autoriteiten. Zo ontstaat er stilaan een nieuwe moraal,
niet alleen in de samenleving maar ook in de kunst. Zorgt voor een belangrijk paradigma in de kunst.
Afb. 6:
Louis Lagrenée sr, Fabricius Luscinus weigert Pyrrhus giften, 1777
- voorbeeld van zo een opdracht (zie hierboven)
- voorbeeld van rococo-classicisme: inhoud wel vernieuwend, toch wel vrij veel naakt
- vormelijk: veel pastel, roostinten
Ca. 1750-1780, in context van Verlichtingsdenken:
- kritiek op rococo-hofkunst
- pleidooi voor
Nieuwe moraal in kunst: esthetisch + ethisch
Didactische kunst: vaderland, heldendaden
‘Ware stijl’: eenvoud, waarachtigheid > versobering -> leidt tot zoektocht/overgangsperiode
- groeiend historisch bewustzijn, opkomst moderne archeologie
- initiatieven tot herstel historieschilderkunst via Surintendants des bâtiments de roi (Lodewijk XVI) ->
nieuwe verlichte onderwerpen en een nieuwe stijl proberen te stimuleren door opdrachten te gaan
geven aan kunstenaars
, Afb. 7:
J.B. Greuze, De weldoenster, 1775
- historisering van genreschilderkunst
2de helft 18de eeuw:
Geleidelijke opkomst ernstigere (historie) schilderkunst
- inhoud: nieuwe onderwerpen
Moraliserend: exempla virtutis
Oudheid en eigentijdse geschiedenis
- vorm: niet meteen adequate vertaling
‘rococo classicisme’
Historisering van genreschilderkunst (Greuze)
Klein formaat + sober kleurenpalet
Monumentaliteit + theatraliteit (vaak sentimentele sterfbedscènes)
(burgerlijke) morele waarden, moraliserend
Invloed Chardin, Poussin
Afb. 8:
Jean-Baptiste Greuze, Septimus Severus en Caracalla, 1769
- theatrale sterfbedscène
- verwantschap met het 17de eeuwse classicisme van Poussin
- meer sobere, klassieke monumentaliteit (tegenovergestelde van rococo maar verwant aan barok
classicisme van Poussin)
- aardse tinten
- monumentale architectuur
- heldere compositie
- cruciale moment/gebaar wordt afgebeeld (doet denken aan theaterscène)
(Greuze woonde ook effectief theaterstukken bij en haalde er inspiratie uit)
- basis nieuwe stijl, op klein formaat en nog sentimenteel moraliserend
01.01.02 Neoclassicisme – Oudheid als voorbeeld
- Antwoord op oproep nieuwe (historie) schilderkunst: terugkeer oudheid (inhoud en vorm) >
‘archeologische classicisme’
- //° moderne archeologie
1738, 1748: Herculaneum, Pompeï, Griekse beschaving
‘antiquomanie’
Afb. 9:
Joseph-Marie Vien, Cupido-verkoopster, 1763
- erotisch geladen onderwerp (rococo)
- nieuwe klassieke kenmerken:
- inspiratie werk muurschildering
- stijl: ondiepe ruimte, parallel aan het beeldvlak, sobere achtergrond, archeologisch correcte
aankleding (sokkel, urne), weinig figuren, weinig expressie, profielweergave, statische figuren,
sombere kleuren vooral in achtergrond, aandacht lijn
Afb. 10:
Anton Raphael Mengs, Parnassus, 1761
- friesopstelling
- sculpturale figuren
- vrij statisch
- weinig expressief
- centrale figuur: Apollo (geleende houding = borrow attitude)
- vervlakt perspectief (indruk theaterdecor)
, Afb. 11:
Benjamin West, Agrippina landt op Brindisi met de assen van Germanicus, 1766
- brengt assen dode man terug naar Rome
A. Johan Joachim Winckelmann
- archeoloog en theoreticus
- traktaten
Gedanken über die Nachahmung…, 1755
Geschichte der Kunst des Altertums, 1764
- versmeting Verlichtingsideeën met kunst (Griekse) oudheid
- ‘Edle Einfalt und stille Grösse’ (= kunstenaars moeten nobele eenvoud en kalme grandeur van de
oud griekse kunst uitstralen)
- schoonheidsideaal = geïdealiseerde schoonheid in verleden (‘le beau ideal’)
> moderne, klassiek ogende werken
Afb. 12:
Angelika Kauffmann, JJ. Winckelmann, 1764
- Ca. 1780: doorbraak nieuwe, ernstige (historie)schilderkunst
(‘grand genre’) als reactie op lichtzinnigheid rococo
- onderwerp: voorkeur voor
Verhalen Griekse/Romeinse oudheid
(Romeinse) waarden/deugden > moraliserend
Antieke verleden als ‘le modèle idéal’
- herkenbare stijl:
Lineariteit
Somber kleurenpalet
Sobere compositie
Ondiepe achtergrond
Dramatiek, idealisering
- internationaal fenomeen, nationale varianten
Afb. 13:
Noël Hallé, Cornelia, moeder van de Gracchi, 1779
Afb. 14:
Angelika Kauffmann, Cornelia, moeder van de Gracchi, 1785
Afb. 15:
John Flaxman, Achilles beweent Patroclus (Thetis brengt Achilles de wapenuitrusting), uit The Iliad
of Homer, 1793
- inhoud: klassiek
- vorm: ook klassiek baseert op griekse vazenstijl
- in profiel weergegeven
- puur contour (op dat moment zeer ongewoon)
- heel eenvoudig daardoor vaak gekopieerd
- zeer direct bruikbaar voor andere kunstenaars (invloed Ingres)
Afb. 16:
Joseph Benoît Suvée, De uitvinding van de tekenkunst, 1791
- won Romeprijs (leugentje om bestwil: deed mee als valse fransman)
- concurrent
- alles begint bij de lijn, contour
- vorm: lege achtergrond, weinig diepte
, 01.02 Neoclassicisme – David en leerlingen
A. Jacques-Louis David (1748-1825)
- zuiverste vertegenwoordiger Franse neoclassicisme
- sprak moeilijk door wonde aan kaak
- niet meteen succesvol, na 4 jaar prix de Rome gewonnen
- overgang rococo (stijl a la Boucher
- <> vroege werk // Boucher (neef) en Vien (leraar)
- 1775-80: Rome (Prix de Rome) > ‘neo-Poussinist’
- opportunist: opdrachten <
Ancien régime: Lod. XVI
Revolutionairen (Jacobijnen) > eigentijdse geschiedenis
Napoleon Bonaparte: hofschilder
- politieke propaganda
Afb. 17:
J.L. David, het gecht tussen Mars en Minerva, 1771
(2de plaats Prix de Rome, Parijs)
Afb. 18:
Jaques-Louis David, Belisarius, 1781
- eerste echt neoklassiek werk
- heldere, narratieve structuur
- doet denken aan theaterdecor
- sobere klassieke architectuur
- theatrale gebaren
- gedempte kleuren
- moraliserend: deugd, opoffering vaderland centraal
- gekoppeld in die tijd met actuele gebeurtenis
- verlichtingsidealen verkondigen via omweg klassiek verhaal
Dia 19:
Jacques-Louis David, De eed van de Horatii, 1784
- hoogtepunt neoclassicisme
- compact geschilderd, lineair
- lijkt op theaterscène
- sobere, elementaire architectuur
- weinig figuren
- staatsopdracht
Afb. 20:
Jacques-Louis David, De dood van Socrates, 1787
- opgehangen vlakbij de schilderijen hieronder
Afb. 21:
Greuze, Septimus Severus en Caracalla, 1769
Afb. 22:
Marie-Louise-Elisabeth Vigée-Lebrun, Marie-Antionette en haar kinderen, 1787
- intimistische setting
- kloof overbruggen via kenbaar thema moederschap
- prive opdracht
Afb. 23:
Jacues-Louis David, Lictoren brengen Brutus de lijken van zijn zonen, 1789
- moeders extreem emotioneel afgebeeld
- zonen dood binnengebracht
- staatsopdracht