Uitgebreide samenvatting van boek, PPT en eigen nota's. Te gebruiken als basis om verder te structureren en in te studeren. adhv deze samenvatting heb je een compleet zicht van de leerstof.
Hoofdstuk 2: Twee fundamentele ontwikkelingstheorieën
De psychosociale Ontwikkelin De cognitieve
identiteitstheorie gs- ontwikkelingstheorie
(Erikson) theorieën (Piaget)
Inhoud
8
ontwikkelingsfas Adaptatieproc
en es Functie
Assimilatie + (adaptatie)
Accommodatie
Structuu
Equilibratieproce r
s
(Dis) Eqilibrium
Organisatie
Cognitieve structuren
3 vormen van
cognitief 4 ontwikkelings-
functioneren periodes
1
,1a. Welke 2 theorieën worden uitvoerig besproken?
1. De psychosociale identiteitstheorie – Erik H. erikson
2. De cognitieve ontwikkelingstheorie – Jean Piaget
Erikson
2a. De theorie van Erikson
Deze vertrekt vanuit de freudiaanse ontwikkelingsleer waarbij Erikson een heel eigen visie
heeft uitgewerkt die erg verhelderend is voor het geheel van de levensloop.
2b. Over Erik H. Erikson
- 1902-1983, Duitsland
- Neo-Freudiaan (In leer bij Freuds dochter > werd kinderpsychotherapeut)
- Persoonlijke voorgeschiedenis (stiefvader) > de identiteitsproblematiek prominente rol
in zijn ontwikkelingstheorie.
- Onderzocht in de VS de relatie tussen persoonlijkheid en cultuur bij de
indianenvolkeren >> gevoelig voor de impact die de sociale omgeving heeft op de
persoonlijkheidsontwikkeling = later de STEMPEL op zijn ontwikkelingstheorie.
2c. Wat bedoeld Erikson met de psychosociale identiteit?
(Zie p 45-47 voor eventuele achtergrondinformatie, gebaseerd op de basisbegrippen le moi-sujet, le
moi-objet en de ego)
Binnen zijn cultuurantropologisch onderzoek lag de klemtoon vooral op de wijze waarop
mensen zich geleidelijk een eigen identiteit proberen te verwerven die in harmonie is met hun
sociale omgeving.
> De psychosociale identiteit is het ervaren van een innerlijk eenheid (psychische identiteit)
en harmonie tussen de eigen persoon en de sociale omgeving (sociale identiteit).
Erikson ziet het leven als een opeenvolging van 8 levensfasen waarin telkens op een ander
manier wordt gewerkt aan de verdere uitbouw van de psychosociale identiteit.
2d. Benoem de 8 ontwikkelingsfasen volgens Erikson
(Het ego heeft de constructieve taak om continu voor harmonie te zorgen, zowel binnen de
persoon zelf als tussen het individu en zijn omgeving)
Ieder fase wordt gekenmerkt door een tweepolig kernconflict. Telkens speelt een ander deel
van de sociale omgeving een rol in de wijze waarop het ego met dat conflict zal moeten
afrekenen. Bij een gunstig verloop komt het ego er versterkt uit naar voren: er ontwikkelt zich
dan een specifieke egosterkte.
Anaal-musculair Autonomie Gezagsvolle en Wilskracht
stadium <-> oordeelkundige
Schaamte ouders
Locomotorisch- Initiatief Harmonieuze Doelgerichtheid
genitaal stadium <-> gezinssituatie met
Schuldgevoel ouders en brussen
Latentiestadium Vlijt Positief ingestelde Competentie
<-> volwassenen en
Minderwaardigheid leeftijdgenoten
Jeugdperiode Identiteit Loyale peergroep en Trouw
<-> positieve
Rolverwarring identificatiefiguren
Jongvolwassenheid Intimiteit Een partner en een Liefde
<-> job
Isolement
Middensvolwassenhe Generativiteit Een eigen gezin en Zorg
id <-> zinvol werk
Stagnatie
Laatvolwassenheid Ego-integriteit De breder Wijsheid
<-> samenleving
Wanhoop
2e. Wat bedoeld Erikson met de ontwikkeling is epigenetisch?
Met de ontwikkeling is epigenitisch bedoeld E. dat het leven zich ontvouwt volgens een vast,
erfelijk geprogrammeerd basisschema (te vgl met de ontwikkeling van een embryo). De fasen
volgen elkaar op in een vaste volgorde en met een vast ritme. Alleen de concrete invulling
wordt beïnvloed vanuit de sociale en culturele context waarin het individu opgroeit, en door
de sterkte van het ego.
Kenmerken:
- Ingeboren
- Universeel
3
, - Volgens een vaste volgorde en op een vast tijdstip.
2f. Wat is de psychosociale crisis?
Iedere fase wordt beheerst door een bijzondere problematiek, maar toch is er een algemeen
patroon herkenbaar in de wijze waarop de fasen worden ingeluid en hoe ze worden doorlopen.
Als gevolg van de voortschrijdende biologische rijping + door de toenemende verwachtingen
vanuit de sociale omgeving komt het individu op een bepaald moment in een psychosociale
crisis terecht. Dit markeert het begin van een nieuwe fase. >> Bestaande identiteit voldoet
niet meer aan nieuwe biologische en sociale realiteit. Dit verplicht je tot herdefiniëring van
jezelf zowel ten opzichte van jezelf als ten opzichte van de sociale omgeving.
2g. Evolutie van het Kernconflict
Iedere nieuwe fase begint met een crisis en schudt de bestaande identiteit doorheen. De
reactie is dubbel:
- Een angstig teruggrijpen naar de vroegere toestand
- Een verlangen om een stap vooruit te zetten en zich aan de nieuwe situatie aan te
passen.
Zo’n crisis manifesteert zich in de vorm van een conflict (spanningsveld) tussen 2
tegengestelde houdingen: Een negatieve en een positieve.
In elk levensfase is er een bepaald conflict waar het individu hoe dan ook mee
geconfronteerd zal worden = Het Kernconflict
Hoe zo’n conflict evolueert (pos of neg pool?) hangt af van de kansen uit de sociale omgeving
en van de eigen egosterkte (mate waarin het individu in staat is om met conflicten om te
gaan).
Positief pool Negatief pool
Bij een gunstige ontwikkeling: Bij een ongunstig verloop:
Wordt het ego minder krachtig en zal het
Krijgt het een versterkt gevoel van eenheid
sporen nalaten in de volgende fasen en het
en harmonie zowel binnen zichzelf als ten
nog moeilijker hebben om op een positieve
opzichte van de sociale omgeving.
manier met nieuwe conflicten af te rekenen
vanwege het vaste tempo waarmee de fasen
elkaar opvolgen.
Zie p 51 uitleg opeenvolging van de crisissen a.d.h.v. rampscenario met tijdsbommen.
2h. Doel van het kernconflict
Elke levensfase moet zijn eigen kernconflict oplossen:
Iedere fase kan beschouwd worden als een gevoelige periode voor het
aanpakken van het kernconflict, dat typisch is voor de betreffende fase.
Het is op dat moment relatief gemakkelijk om met dat soort conflict om
te gaan. Het individu zelf is er klaar voor en ook de omgevingsfactoren
zijn op dat moment gunstig om de nodige ondersteuning te verlenen.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Shera. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.