Samenvatting van de 15 hoofdstukken uit de syllabus en de gastlessen
(Cato Leus >Hoofstuk 11: GGZ en Hoofdstuk 12: Internering)
(Geslaagd in eerste zit met 16/20)
orthopedagogische doelgroepen
en werkvelden 2
AJ 2021-2022
Laura Van Vaerenbergh
1E BACHELOR ORTHOPEDAGOGIE - HOGENT
,ODW2_Samenvatting.S2 – Laura Van Vaerenbergh
HOOFDSTUK 1: CLASSIFICATIE EN DIAGNOSTIEK
1 INLEIDING
2 CLASSIFICATIE
− gedragsproblemen = brede waaier van problemen van kinderen die allen min of meer storend, ongewenst of
ongewoon zijn
− leerproblemen = allerhande problemen op vlak van leren die invloed hebben op het schools functioneren
Verscheidenheid aan problemen die aanzet geven tot indeling in classificatie → nood aan ordening en indeling
Classificatie = het systematisch ordenen en groeperen van problemen op basis van gelijke eigenschappen en onderlinge relaties
→ gemeenschappelijke taal ontwikkelen ter bevordering van de onderlinge communicatie tussen professionals
→ helpt bij wetenschappelijk onderzoek naar ontstaan van problemen
Psychiatrische stoornissen = onafhankelijke en duidelijk afgelijnde ziekte-entiteiten, met voor elke stoornis diagnostische en
differentiaal diagnostische criteria
− voldaan aan de nodige criteria = stoornis classificeren
− categoriaal = men heeft een stoornis of men heeft ze niet
Stoornissen worden geoperationaliseerd d.m.v. criteria
Bekendste classificatiesystemen:
− DSM-5: Diagnostical and Statistical Manual of Mental Disorders
· systeem om problematieken van individuen te beschrijven + te classificeren in stoorniscategorieën
· hoort bij Paradigma 3 (Medisch Model) → onderverdeling in ‘stoornis’-categorieën
· heeft geen Romeins cijfer meer
− ICD-10: International Classification of Diseases (WHO)
DSM-5 kent drie grote delen:
− deel 1: uitleg over indeling en uitgangspunten
− deel 2: omvat 22 hoofdcategorieën
− deel 3: classificaties die nog niet zijn opgenomen bv. internet gaming disorder, non suicidal self-injury
Sommige stoornissen kregen nieuwe namen
bv. oppositioneel opstandige stoornis i.p.v. oppositioneel opstandige gedragsstoornis
De DSM-5 is meer dimensioneel gerepresenteerd → dimensionele maten voor de ernst van de symptomen opgenomen
− criteria toegevoegd om ernst van de stoornis te beschrijven
− geen strikte drempel tussen ‘normaal’ en stoornis
Bv. vroeger sprak men over subtypes (= subgroepen o.b.v. verschillen in verschijningsvorm), nu spreekt men over fenotypes (=
geheel van uiterlijk zichtbare kenmerken) omdat het een meer dynamische term is
1
,ODW2_Samenvatting.S2 – Laura Van Vaerenbergh
2.2 EMPIRISCH-STATISCHE CLASSIFICATIESYSTEMEN
Uitgangspunt: psychometrische invalshoek
− steunen op uitkomsten van analyses
− gebruik maken van gedragsvragenlijsten: probleemgedrag inventariseren en beoordelen
Overgaan naar dimensioneel classificatiesysteem: elk syndroom is een continuüm waarop ieder individu een relatieve plaats
inneemt t.o.v. andere individuen bv. ASEBA
Achenbach System of Empirically Based Assasment of ASEBA = systeem dat berust op gedragsvragenlijsten (3)
1. CBCL: Child Behavioral Checklist → in te vullen door ouders
2. TRF: Teacher Report Form → in te vullen door leerkrachten
3. YSR: Youth Self Report → in te vullen door de jongere
Doel = zo veel mogelijk informatie verzamelen uit verscheidene bronnen over gedrag van individuen
CBCL heeft 8 verschillende syndroomschalen
− internaliserend: iets meer naar binnen pakken bv. angsten
− externaliserend: bv. expres spullen van iemand kapot maken
Resultaten van CBCL ingedeeld in drie categorieën:
Normaal Subklinisch Klinisch
Klinisch
Subklinisch
Normaal
Klinisch-psychiatrisch Empirisch-statisch
Categoriaal Dimensioneel
Duidelijke diagnostische criteria Gedragsvragenlijsten
Problemen beschrijven en classificeren in stoornissen Inventaris maken van probleemgedrag door beoordeling door
verschillende betrokkenen
Bv. DSM-5, ICD-10 Bv. ASEBA
→ toenadering tussen klinisch-psychiatrische en empirisch-statistische classificatiesystemen
2
, ODW2_Samenvatting.S2 – Laura Van Vaerenbergh
Wanneer val je in het hokje van een stoornis?
− er zijn significant meer problemen dan gemiddeld
− er zijn problemen op verschillende dimensies
− de problemen zijn hardnekkig en persistent, niet tijdelijk
− de problemen zijn pervasief (= er zijn symptomen in verschillende contexten)
− de problemen zijn niet leeftijdsadequaat
− de problemen leiden tot significante belemmeringen
Kritieken op DSM-5:
− labeling, hokjesdenken
− te sterk gericht op symptomen i.p.v. de persoon
− te sterk gericht op uitwendig gedrag
− geen wetenschappelijke basis voor afsprakenboek
− …
3 DIAGNOSTIEK
Diagnostiek = besluitvormingsproces met als algemeen doel via systematisch onderzoek het inzicht in de aard van een
problematiek te verhogen en van daaruit een gepast aanbod voor behandeling te formuleren
Behandeling = alle methoden die kunnen worden ingezet om een kind met een ontwikkelingsstoornis te ondersteunen
→ diagnostiek behandeling
3.1 DIAGNOSTIEK IN ENGERE EN RUIMERE ZIN
Engere zin Ruimere zin
Onderkennende of classificerende diagnostiek Handelingsgerichte diagnostiek
Formele diagnose − oorzaak
− diagnose + inschatting van therapeutische
mogelijkheden
Informatie over de ernst, het type en de prognose van een Diagnostisch proces: gegevensverzameling,
probleem hypothesevorming en -toetsing en indicatiestelling
3.2 VERSCHILLENDE SOORTEN DIAGNOSTIEK
VERKLARENDE DIAGNOSTIEK → oorzaak
− wat is de oorzaak van het probleem?
− aard van verklaringen: genetisch, neurobiologisch en neuropsychologisch
− moeilijk om éénduidige verklaring te geven
ONDERKENNENDE OF CATEGORIAAL CLASSIFICERENDE DIAGNOSTIEK → stoornis
− wat is er met dit kind aan de hand?
− screening en diagnostisch onderzoek
− beschrijvende diagnose: criteria hebben betrekking op uiterlijk waarneembaar gedrag
HANDELINGSGERICHTE DIAGNOSTIEK → begeleiding
− hoe kunnen we dit kind het best begeleiden?
− zicht op oorzaken van problemen
− op welke manier gaan we om met de problemen?
− belangrijk om te weten wat er veranderd moet worden
− zicht krijgen op zwakke en sterke kanten van het kind
− opzoek gaan naar gepaste ondersteuning
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lauravanvaerenbergh. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.