Complete transcriptie hoorcolleges en werkcolleges Staatsrecht B2!
63 vues 1 fois vendu
Cours
Staatsrecht (JUR2STAATSRECHT)
Établissement
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Alle colleges inclusief werkgroep volledig uitgewerkt. Alles is bijna getranscribeerd! Inclusief oefenvragen en uitwerking responsiecollege.
Met deze aantekeningen haal je gegarandeerd een voldoende. Letterlijk alles is benoemd; er ontbreekt dus geen informatie in tegenstelling tot andere document...
Het staatsrecht kent drie functies volgens Kortmann:
Constituerende: het instellen van ambten .
Attribuerende: het toekennen van bevoegdheden van bepaalde ambten
Regulerende: de inkadering van de bevoegdheden van een ambt
Art 42 Gw lid 1 >>> constituerende functie. De samenstelling van de regering wordt hier bepaald.
Art 1 GW>>> regulerende functie. Dit artikel zorgt ervoor dat er geen discriminatoire wetten mogen
komen.
Art 44 Gw ldi 1>>> attribuerend is dat de regering de bevoegdheid heeft om ministeries in te stellen.
Art 118 Gw>>> Je ziet dat de TK een bevoegdheid krijgt om de raadsheren te benoemen, dus
attribuerend. Maar je kan ook een stuk regulerend zien, want die TK perkt als het ware in waaruit
gekozen kan worden.
Art 9 lid 2 Gw >>> regulerend. Grondrechten proberen die overheid in toom te houden als het ware. Je
ziet dat de bevoegdheden zijn gekoppeld aan doelcriteria.
Als je het zelfstandig naamwoord ‘regels’, het werkwoordsvorm van ‘regelen’, dan wel ‘bij’ of
‘krachtens’ ziet staan, dan betekent het dat er gedelegeerd kan worden. De Wetgever kan dus de
bevoegdheid overdragen om dit grondrecht te beperken.
Rechtsstaat begrip houdt in dat de overheid is gebonden aan de wet, is van oudsher de definitie kan
uiteraard nu worden uitgebreid. Kortmann omschrijft de volgende aspecten van de rechtsstaat:
legaliteitsbeginsel, trias politica, onafhankelijke rechtsspraak, grondrechten en democratie.
Hoe is het legaliteitsbeginsel vastgelegd in het Nederlandse staatsrecht en waar vinden we het?
In artikel 16 Gw vind je strafrechtelijke legaliteitsbeginsel. Maar je hebt geen legaliteitsbeginsel in
algemene zin. Het is toegespitst op een domein. Artikel 1 Gw zou ook kunnen worden benoemd omdat
het alle gevallen gelijk worden behandeld. Een andere bepaling is art 88 Gw die heeft te maken met de
wetsprocedure. Het sluitstuk van dat artikel is de bekendmaking. Dat heeft met legaliteit te maken
omdat de regel dan kenbaar wordt. Deze bepaling houden verband met het legaliteitsbeginsel. Het
legaliteitsbeginsel is niet in een grondwetsbepaling verankerd.
Het Meerenberg-arrest
Dit gaat over een strafzaak. Meerenberg was een psychiatrische ziekenhuis, het was in Bloemendaal
gesitueerd. De mensen in Meerenberg wilden niet geregistreerd worden. De registratieplicht was
gebaseerd op een zelfstandige algemene maatregel van bestuur. De kliniek moest de deftige mensen
registeren maar dat wilden zij niet in Bloemendaal. Dat maakt het zo dat de officier van justitie zei dat
het een koninklijk besluit was dus ze waren in overtreding, waarop dus straf stond. De officier van
justitie vervolgt de bestuurders van Meerenberg omdat ze de registratieplicht niet in acht namen,
uiteindelijk kwam de zaak uit bij de Hoge Raad.
De OvJ brengt in het cassatie middel in dat de Grondwet nergens zegt dat de koning ontzegt wordt om
dit te doen. De vraag is of dat koninklijk besluit wel zo’n strafbepalende regels konden worden
gesteld. De vraag is dus tot hoe ver die bevoegdheid van die koning reikt. De Hoge Raad zei dat de
grondwet uit 1884 onvoldoende aanknopingspunten gaf en dus dat de koning niet zomaar dingen
strafbaar kon stellen. Dit kon volgens de rechter niet duidelijk uit de grondwet worden gehaald, dus als
je dit soort regels wilt stellen, dan moet dat berusten op attributie: uitdrukkelijke toekenning uit de
grondwet. De Hoge Raad zei dat de grondwet uit 1848 onvoldoende aanknopingspunten hiervoor had.
In het licht van het legaliteitsbeginsel gaat het er niet om of iets niet ontzegd is, maar het gaat erom dat
een bevoegdheid is toegekend.
,Fluoriderings-arrest
De gemeente Amsterdam had samen met een waterbedrijf bedacht om fluoride in het drinkwater te
stoppen. Een groep burgers vond dit niks. Zo kwamen ze dus tegenover elkaar. In de eerste aanleg
(rechtbank) wees de rechter de vordering af, en ook in tweede aanleg (het hof), uiteindelijk ging de
zaak naar de Hoge Raad. De vraag hierbij was wat het wettelijke kader hiervoor was om fluoride aan
het water toe te voegen. Hoe de gemeente Amsterdam heeft gehandeld was niet conform waterleiding
besluit etc., de juridische grondslag voor het fluorideren verviel, zeker gezien het feit dat fluoride
toevoegen aan het drinkwater als een ingrijpende maatregel werd gezien volgens de rechter.
Vraag: wat is het verschil tussen een preambule en een algemene bepaling.
De preambule is vaak een symbolische, verklarende tekst, die juridisch nauwelijks geen betekenis
heeft. Vaak verwijst het naar historische gebeurtenis of een bepaald uitgangspunt. Terwijl de algemene
bepaling meer een juridische regeling is die voorafgaat aan de grondwet, maar die wel onderdeel
uitmaakt van de wettekst zelf, en dat is het verschil.
Er ligt nu momenteel in het parlement een artikel 0 voor, dat is die algemene bepaling. We gaan kort
bespreken wat de gevolgen van die algemene bepaling zijn. Wat brengt nu eigenlijk die bepaling, wat
zijn de consequenties?
De algemene bepaling biedt een soort interpretatiekader, heeft de contouren aan waar binnen onze
grondwet en andere wetgevingen begrepen moeten worden. Of het praktisch iets levert is een tweede.
Moment ligt het voorstel in de tweede lezing.
Hoorcollege 1
Constitutionele uitganspunten van het politieke staatsrecht
• Rechtsbronnen
• Constitutionele uitgangspunten
• Machtenscheiding: inhoud en kenmerken
• Rechter en politiek
Rechtsbronnen
Politiek staatsrecht is een a-typisch rechtsgebied. Er is nauwelijks jurisprudentie. Dit is een
rechtsgebied waar de rechter liever buiten blijft. De verhouding tussen regering en parlement, de
verhoudingen in het parlement, is liever iets waar de rechter zijn vingers aan brandt. De rechter wilt
zich niet mengen in politieke geschillen. De tweede reden dat dit een bijzonder rechtsgebied is is het
feit dat er nauwelijks wetgeving is, dit rechtsgebied hangt vast aan gebruiken, gewoontes (conventies).
Er is wel een wet zoals de Kieswet, ministeriele verantwoordelijkheid en parlementaire enquête. Heel
veel meer gewone wetgeving is er niet. Een derde punt is dat het internationale en Europese recht
nauwelijks doorwerkt in dit rechtsgebied.
Wat we wel hebben is de grondwet waar de hoofdlijnen van het parlementaire stelsel zijn
opgeschreven, we hebben ook organieke wetten, de regelementen van orde en voor de rest heel veel
ongeschreven recht (vooral gebruiken). Er zijn twee vaste staatsrechtelijke regels: de vertrouwensregel
(een minister of kabinet moet het ontslag aanbieden als het vertrouwen in hem is opgezegd).
Constitutionele uitgangspunten
De belangrijkste zijn democratie en rechtstaat. De rechtstaat omvat de kenmerken (machtenscheiding,
legaliteit, onafhankelijke rechter en grondrechten).
Legaliteit= de overheid is gebonden aan het recht
Machtenscheiding
Er is geen definitie van machtenscheiding. Je kunt de machtenscheiding organisatorisch benaderen en
functioneel. Organisatorisch behelst dat er een scheiding is tussen wetgevende, uitvoerende en
rechtsprekende macht (er is dus een scheiding tussen de ambten). Functioneel: in de functies die
,worden uitgeoefend: de wetgever stelt wetten vast, de bestuurder bestuurt en de rechter spreekt het
recht uit in concrete gevallen.
Het doel: is de waarborging van de vrijheid van de burger. De premisse is dat als je overheidsmacht
verdeelt over meerdere staatsorganen (ambten), dan ga je machtsconcentratie tegen. Je wilt namelijk
voorkomen dat overheidsambten willekeurig handelen.
Waar kan je machtenscheiding vinden in de grondwet? Dit kan je bijvoorbeeld zien in de
hoofdstukindeling van de Grondwet, de grondwet kent dus een duidelijke organisatorische
machtenscheiding.
Absolute machtenscheiding ontbreekt en dat is ook soms goed anders krijg je losgezongen eilanden
die een eigen werkelijkheid hebben. Er zijn allerlei controlemechanismen zodat de staatsmachten
elkaar kunnen controleren dat noemen we checks and balances. Die checks and balances als een
correctie op die machtenscheiding zijn een aantal punten goed terug te vinden. Je ziet dat bij gedeelde
bevoegdheden (bevoegdheden die door staatsmachten gedeeld worden), en bij de controle tussen
staatsmachten.
Gedeelde bevoegdheden
Bij de wetgevende taak zie je dat wetten in formele zin door de regering en de Staten-Generaal samen
worden gemaakt. Als je uitgaat van pure machtenscheiding dan zouden wetten alleen worden gemaakt
door de Staten-Generaal. Artikel 81 GW wordt dus samengesteld door de regering en Staten-Generaal.
Het is een correctie op de machtenscheiding, wetgeving is een gedeelde bevoegdheid van de regering
en Staten-Generaal. Art 89 bepaalt dat er ook een zelfstandige regelgevende bevoegdheid ligt bij de
regering: de regering kan AmvB’s vaststellen. In een model van zuivere machtenscheiding zou de
regering tot het bestuur behoren, hier is dat niet het geval. De regering mag ook regels stellen bij
amvb. Meestal zullen dat onzelfstandige amvb’s zijn: amvb’s die gebaseerd zijn op delegatie,
gebaseerd op de wet. Maar volgens art 89 GW mogen dat ook zelfstandige amvb’s zijn. De regering
mag dus zelfstandig regels stellen.
Je ziet ook dat de Staten-Generaal bestuurlijke taken heeft. Zie Art 105 van de begroting (begroting is
geen wetgevende aangelegenheid maar een bestuurlijke toch is de Staten-Generaal betrokken bij de
begroting om die begroting vorm te geven van de wet. Je ziet dat ook bij verdragen sluiten. De
regeringen van landen sluiten verdragen, maar de verdragen moeten worden goedgekeurd door de
Staten-Generaal bij wet. En dat is ook eigenlijk een bestuurlijke aangelegenheid, art 91GW.
Bij benoemingen is de Staten-Generaal ook betrokken, zoals het benoemen van de Nationale
Ombudsman.
De regering en wetgever die de rechtelijke macht beïnvloeden. De rationale hierachter is dat de
rechtelijke macht niet losgezongen moet raken van de werkelijkheid. De benoeming door het bestuur
zorgt ervoor dat er geen nepotisme is en dat het divers blijft. Zo kan het bestuur bijsturen.
Controle tussen staatsmachten
Staatsmachten moeten elkaar kunnen controleren, het meeste duidelijke voorbeeld is de ministeriele
verantwoordelijkheid. De ministers leggen verantwoording af bij de Staten-Generaal. En de
vertrouwensregel uiteraard.
De regering kan de kamers ontbinden. Dat betekent nieuwe verkiezingen. Art 64 GW
Enerzijds oefent de Staten-Generaal controle uit op de regering, anderzijds kan de regering de Staten-
Generaal naar huis toe sturen.
Bij de rechtsspraak zie je die checks and balances weinig terug, want de functie rechtsspraak is
exclusief voorbehouden aan de rechter zelf, alleen de rechter kan rechtspreken. Tegenwoordig noemen
we dat de constitutionele dialoog, dat is een dialoog tussen rechter en wetgever waarbij de wetgever
kan reageren op rechtelijke uitspraken. Waarbij de wetgever de wet aanpast als dat nodig is als gevolg
van rechtspraak. De dialogen zijn via kamerdebatten naar aanleiding van rechtelijke uitspraken.
Rechter en politiek
Verkiezingsafspraak Elsloo.
Er was een afspraak (onderlinge afspraak) gemaakt dat diegene die de meeste stemmen heeft gekregen
dat die in de gemeenteraad zou komen. Iemand die toen hoog op de lijst stond maar minder stemmen
, had, wilde toch op de lijst komen. Diegene die onderaan de lijst stond en toch meer stemmen had
gekregen beriep zich op de onderlinge afspraak en zij bij de burger dat er sprake was van een
onrechtmatige daad. De rechter heeft toen gezegd dat in deze zaak geen enkel burgerlijk recht in het
geding was en dat daarom de rechter zich niet bevoegd achtte om te oordelen. In deze casus wilde de
rechter niet optreden in het politieke geschil dat men afweek van de kieswet. Als je van de kieswet wil
afwijken, prima, maar de rechter gaat zich niet daarmee bemoeien.
Golfcrisiszaak.
Irak is Koeweit binnengevallen in 1991. Koeweit had veel vriendjes in de Verenigde Staten en zij
wilde wel het klusjes opknappen en de Irakezen verdrijven uit Koeweit. Nederland mengde zich in dit
conflict en zond fregatten naar de Perzische Golf. Een vereniging van juristen voor de Vrede zeggen
‘dat gaat zomaar niet, je moet eerst artikel 96 van de Grondwet toepassen, de oorlogsverklaring’. Dat
houdt in dat de Staten-Generaal in verenigde vergadering bijeen moet komen, eerst de oorlog moet
verklaren en dan de fregatten naar de Perzische Golf kan sturen. De rechter gaat in dit geval heel
inhoudelijk op die zaak in en zegt dat de situatie van art 96 GW, ‘oorlog doet zich in dit geval niet
voor’, maar wat voor ons interessant is dat de rechter zich bevoegd acht om te oordelen en dat die
inhoudelijk ingaat op het conflict. En dat is bijzonder want in andere zaken doet de rechter dat niet.
Overigens is het de vraag of het handig is om uitspraak hier te doen want je gaat dan in de politieke
interpretatie treden van de toepassing van art 96 Gw, namelijk ‘wanneer is er sprake van oorlog’.
Afghanistan-arrest.
Na aanleiding van de aanslagen van de Twin Towers in New York valt de VS
Afghanistan binnen. Nederland verleent hierbij steun. De vereniging van juristen voor de Vrede en
andere belangenorganisaties vorderen bij de rechter om dit de Staat der Nederlanden te verbieden. De
Hoge Raad zegt in dit geval dat die wel bevoegd is om te oordelen, maar dit gaat daar niets over
zeggen omdat het een politiek geschil is.
Waterpakt-arrest.
Het ging om de wetgever die niet een bepaalde wet tot stand wilde brengen, ondanks het feit dat dit
van Europees recht wel moest, er moest een Europese richtlijn tot uitvoering worden gebracht en de
Nederlandse wetgever zat stil en deed niks. Het ging hier om de waterkwaliteit. Een
belangenorganisatie (genaamd Waterpak) vordert bij de rechter dat die wetgever die richtlijn omzet in
een wet in formele zin. De Hoge Raad wilde hier niet in treden aangezien aan de politieke
besluitvorming is. Dus weer terughoudend.
ESM-zaak.
De Tweede Kamer behandelt een wetsvoorstel tot de goedkeuring van een aantal Europese verdragen
en dat waren verdragen om een noodfonds voor de Euro op te richten. De heer Wilders wilde dit niet,
gezien het feit dat die geen steun aan de Grieken en hun begroting niet op orde hadden. Wilders ziet
dat er een meerderheid van de Tweede Kamer voor de goedkeuringswet is en het onderspit delft. Hij
vindt dat de Tweede Kamer het wetsvoorstel niet mag behandelen, omdat het demissionair kabinet niet
zo vergaande voorstellen doen. Dan vordert hij bij de rechter dat die wetsvoorstellen worden
aangehouden door de Kamer en pas na de verkiezingen aan de Kamers mogen worden voorgelegd, en
zeker niet mogen worden ondertekend door de regering. Wilders zegt dus dat de Staat onrechtmatig
handelt, de rechter is bevoegd. De rechter oordeelt en knip en plakt hetzelfde wat ze in Waterpak zei,
en zegt dat het een politieke aangelegenheid is. En zegt dat weliswaar het kabinet demissionair is maar
de Tweede Kamer niet.
Forum voor Democratie- Oekraïne-referendum.
De meerderheid van de stemmers had ‘nee’ gestemd tegen het Oekraïne-referendum. Nederland moest
op basis van art 11 in dat raadgevende referendum wet snel een beslissing nemen. Baudet zegt dat er
een onrechtmatige daad door de regering omdat zij geen uitvoering geeft aan artikel 11 van die wet.
De rechtbank zegt hier hetzelfde als bij Waterpakt: de formel wetgever is exclusief bevoegd. De
rechter is heel terughoudend.
Urgenda-zaak.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur omarfaiq. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.