Psychoanalytische therapie
COLLEGE 1
Leerstof: boek: lessen volgen perfect hoofdstukken vh boek (11
lessen). Niet wat in de les gezegd wordt, maar komt zeer goed
overeen. Dit vak heeft 5 studiepunten.
Geen makkelijk vak; we lezen Lacan; le graphe du désire. Logica
ervan in de vingers krijgen. Mensen subjectieve ervaringen
theoretisch begrijpen en klinische gesprekken analyseren helpt dit
vak hier immens bij.
Alle punten voor dit vak staat op theorie (2 of 3 open vragen over
het boek, één ervan iets meer praktijkgericht).
Practica is op vrijwillige basis : theoretische teksten lezen, deze
teksten w praktisch besproken. We keren hiermee terug naar practica
organiseren van 15 jaar geleden.
College 2: H 1 boek: is epistemologisch van aard: manier waarop mens
tot kennis kan komen, manier waarop we in de wetenschappen
geprobeerd hebben tot kennis te komen. We gaan het mechanistische
mens en wereldbeeld kritisch bevragen: veronderstelt dat hele
universum en menselijke wezen in universum, te begrijpen valt, in
termen vd mechanica. Je kan alles, zelfs incluis het bewustzijn en
psychische processen kan herleiden tot mechanische interacties tssn
neuronen, atomen,.. dit is momenteel dominante mens- en wereldbeeld.
In onze maatschappij w aangenomen dat mens biochemisch proces is dat
zich situeert in ruimer biochemisch proces. Binnen zo’n mens en
wereldbeeld krijg je typisch overtuiging dat alles wat we voelen en
denken (:= bewustzijn), alles het gevolg is van biochemisch proces,
die zich strikt in biologische termen laat beschrijven en als
interactie tssn elementaire materiële deeltjes. Puur mechanistisch
proces. Vb. onder microscoop kijken naar wat misgaat in biochemie
van persoon. Denken dat we defect in ‘machine’ zullen herstellen.
Dit is dominante logica momenteel! Men gelooft dat ooit in biochemie
hersenen alle oorzaken psychische problemen knn opgespoord w:
psycholoog w gezien als tijdelijke oplapper van psychologische
problemen, tot we echte oorzaak in hersenen gevonden hebben en met
medische ingreep die oorzaak knn wegnemen. Is echt dominante visie
in onze cultuur. Vb. financiële middelen biomedische benadering vs
een psychologische benadering: men verwacht niet al te veel van
psychologie: het is een fractie, mss een duizendste ervan.
Moet voortdurend aandachtspunt moeten zijn: grondige intellectuele
analyse van dit type mensbeeld ondernemen om er vervolgens aan
voorbij te denken; dit klopt NIET, slechts heel klein deel v mens is
begrijpbaar vanuit mechanistische termen. Alle wetenschappers v
verlichting gaven dit ook aan. Pas als je echt beperkingen van dit
mechanistisch denken begint te voelen, dan pas kan je je job als
psycholoog serieus nemen. Veel psychologen zijn hier nochtans nog
steeds v overtuigd dat oorzaak problemen in biochemie hersenen te
situeren valt en nog iets verder, in de genetica.
Psychologische analyse lessen erna van subjectieve ervaring.
1
,College 3: H 2 boek: stilstaan bij belang van taal voor ons
psychisch functioneren. Binnen lacaniaanse theorie staat de taal
centraal. Het is de (structuur) vd taal die … psychische menselijke
eigenschappen. De mens onderscheidt zich ve dier niet omdat hij
primair weet dan een dier, hij onderscheidt zich doordat zijn
bestaan voortdurend cirkelt rond iets dat hij niet kan weten en niet
te pakken krijgt met taal, cirkelt rond vragen als: wie ben ik, ziet
de ander mij graag, beteken ik iets voor de ander? Die vragen vinden
nooit een antwoord. De weg die je gegaan bent in je leven, was in
eerste plaats afhankelijk van gebrekkige antwoord van die vragen.
Feit dat menselijke bestaan op psychisch vlak voortdurend rond iets
ongrijpbaar cirkelt, kan men rationeel niet begrijpen, heeft alles
te maken met aard & structuur v onze taal. Dieren hanteren in
mentale hantering een tekensysteem: tekens in één één relatie tot
een object, waarnaar het verwijst. Er is bij dieren zelden tot nooit
twijfel. Nooit geen tormenterende, kwelling waar mensen wel ten
prooi aan vallen → dier: elk teken verwijst naar iets vaststaand:
‘die schreeuw verwijst naar honger’.
Bij taal verwijst symbool of betekenaar niet naar één object maar
kan hij afh v context, van andere, tekens symbolen betekenaars
waarmee hij in combo verschijnt, naar een quasi oneindig aantal
objecten verwijzen. Naar wat het taalteken precies verwijst, ligt
nooit vast. Zoektocht is eindeloos. Mens w gekweld door iets in
centrum mentale systeem dat hij niet kan vatten: obv verhouding die
mens opbouwt tav ongrijpbaarheid vd dingen, hele structuur op basis
hiervan. Specifieke verhouding die je aanneemt tov object, bepaalt
je structuur psyche, je persoonlijkheid.
Belangrijkste determinant psychologische structuur vd mens = taal.
Later behandelen we schema dat centraal gaat staan: de graphe du
désir.
Vanaf 5e ,6e seminarie gebruikt: is het moeilijkste maar ook het
belangrijkste! Van begin tot einde heeft hij dit gebruikt, als enige
schema! Prof heeft dit aangevuld met lijnen. Gesloten ellipsen
aangebracht.
Je kan hem op minstens 3 vss manieren hanteren.
1e manier is belangrijkste: stelt schema voor van de subjectwording.
Het schema van de psychologische ontwikkeling van een subject.
Bestaat uit 3 delen. Graphe 1 (cellulaire elementaire), 2 en 3:
subjectieve beleving van het psychische systeem, in 3 vss stadia van
subjectwording.
1e stadium: 0 tot 9 maand: toestand v kind VOOR spiegelstadium, na
spiegelstadium is mentaal systeem plots complexer geworden, paden
bijgekomen, w gedifferentieerder en complexer.
2e st: 9 m en 3,5 jaar (moment oedipuscomplex 3,5 j), daarna
herstructureert het nog eens en dan finaal graphe 3.
➔ 2 grote kantelmomenten: spiegelstadium, oedipuscomplex.
College 4: kind 0-9 m ongeveer (niet elk kind gaat gelijk door
spiegelst)
Moeilijk inleefbaar vr volwassen mens: vb inleven in dat je niet zou
weten waar je eigen lichaam stopt en begint. Kind 6m heeft geen
besef dat zijn lichaam een eenheid vormt. Of vb als ander kind v 6m
weent, gaat kind beginnen meewenen omdat hij pijn binnen eigen
2
,lichaam situeert: soort grenzeloosheid en gebrek besef eenheid eigen
lichaam (zie ook vb soms bij schizofrene episodes, Vb. lichaam lag
verspreid over de kamer: regresssie naar die fase subejctwording)
Kind zit in die periode ook al gegrepen in de taal, taal is nog geen
referentieel systeem, verwijst dus nog niet naar objecten, louter
gebruikt om symbiose te creeeren tssn moeder en kind: grote invloed
op lichaam kind!
College 5 en 6: graphe 2: tssn spiegelstadium en oedipus: psychisme
is al iets complexer, gedifferentieerd. College 5 bespreken we rode
circuits en het groene. Veriwjzend naar symbolische en imaginaire.
Symbolische: typsiche manier taal leren in die periode, imaginair
(groen): (ideaal)beeld, spiegelbeeld van geïdialiseerde ander
invloed op psychisch functioneren. Rode vectoren altijd symbolisch
en blauwe reële, driftmatigheid vd mens
College 6: reële aspect
Een kind zit niet alleen gegrepen in taal en imaginaire visuele
voorstellingen, heeft ook lijf met driften en behoeften die
opwellen, die w mee genomen, koppelen zich aan I & S processen, dit
toont schema: cyclus: R wordt bewerkt in S en I. Vb. menselijke
driftbeleving w afgeremd dr symbolische talige regels en
ideaalbeelden omgeving.
Vb. soms heb je zin om te eten, maar wil je blijven beantwoorden aan
ideaalbeeld dus stop je met eten (blauwe lus raakt verweven I en S)
→ verknoping gebeurt afh v ontw stadium, op vss manier
College 7: graphe 3: structuur na oedipuscomplex: we zien daar soort
structuur die oprijst, in die complexe structuur herkennen we graphe
2, die zich situeert onderste helft graphe 3. Toont wat freud naar
voor schoof: in psychische ontw, in subjectwording ontstaan telkens
nieuwe structuren, maar de nieuwere psychische lagen, vegen de oude
lagen nooit uit, maar overdekken ze gewoon. Dit zie je in schema.
Graphe 1 zit in 2. Maar w overschreven dr complexer schema. Oude
kinderlijke reacties gaan soms nog opleven maar gaan overdekt w door
meer complexe lagen en stellen limiet aan eerdere lagen maar op elk
moment v ons zijn, doorlopen we het historische traject dat we als
mens hebben afgelegd.
College 8: het imaginaire op graphe 3 bespreken: verwijst nr
fantasme (bovenste) en ego (onderaan). Fantasme bestaat ook uit
beelden maar is vloeiender, stroom v beelden die opwindend zijn, vb
dagdromen. ego meer aan 1 ideaalbeeld vasthoudend
Les 9: reële vanaf oedipuscomplex: kind begint besef te hebben dat
ander een tekort heeft, dat moeder en vader niet alles weten,
daardoor herstructureert hele driftbeleving: drift krijgt typisch
erotisch karakter
College 10 zit niet in het boek: transcript bespreken
College 11: graphe op andere manier gebruiken: hiervoor als schema
dat psychische ontwikkeling of subjectwording weergeeft. Vanaf nu
graphe gebruiken als schema dat structuur van de analytische relatie
weergeeft.
Subjectieve structuur w altijd weergegeven als iets dat in
verhouding tot een ander. Representeert subjectwording als fenomeen
3
, waarbij altijd ander aanwezig is. Er is altijd ander aan wie je je
richt als je vb blij, verdrietig,.. bent: interne of externe ander.
In therapie: situatie waarin subject dat lijdt onder eigen
verdeeldheid, zich tot concrete ander wendt en ander op de graphe
plaatst. Laat toe interacties tssn subject en ander structureel te
begrijpen.
!!!! typsiche posities die je als therapeut kan innemen, college 12
specifieke technieken die je kan gebruiken vanop een bepaalde plaats
Binnen therapeutische context: belangrijkste hoe je je als mens
verhoudt tov mens die met je komt spreken.
Verlangen tav mens die bij jou komt spreken is binnen analytische
setting altijd het belangrijkste. Belangrijker dan technische
niveau. Technisch niveau ook belangrijk, is heel elementair, maar
meer coherent gebruikt; vb de stilte; je kan stilte op talloze
manieren gebruiken.
Herschrijving tocht die subject heeft afgelegd in zijn leven, dit is
wat gebeurt in proces therapie. In nabijheid analytische ander
- Subjectwording
- Structuur v elke momentane ervaring (op elk moment v ons
bestaan doorlopen we volledige structuur opnieuw)
- Graphe laat zich perfect gebruiken interactie subject en
significante ander; vb analyticus
Resultaat analytische kuur is dat je iets van jezelf kan zeggen aan
een ander (Lacan).
COLLEGE 2
In dit college gaan we voorbereidende stap doen op Graphe du désir.
Lacan zijn poging om adhv grafentheorie, ‘graaf’: de wiskundige
theorie die structurele relaties tussen entiteiten formeel
voorstelt. We gaan zien hoe een dergelijk project zoals het proberen
voorstellen van een subjectieve ervaring adhv graaf, in de
wetenschap gesitueerd kan worden. Voor veel mensen aan de unief is
de hele Lacaniaanse theorie, of hele psychoanalyse eigenlijk geen
wetenschap. Men beschouwt enkel de zogenaamde empirische psychologie
als wetenschap; psychologie die psychische fenomenen probeert te
kwantificeren, op te meten en vervolgens via statistische verbanden
tot een soort verondersteld evidence based uitspraken kan komen
omtrent psychisch functioneren. Prof is hier niet mee akkoord.
Empirische benadering heeft zijn waarde, maar ook een meer
mathematische benadering (vb die van Lacan), of conceptuele
benadering (Freud) valt zeker in veel opzichten als wetenschappelijk
te kwalificeren en is volgens prof als wetenschappelijke methode ook
beter toegepast, toegesneden op het fenomeen, op het object dat
onderzocht wordt, nl. de subjectieve ervaring.
College gaat over bepaald spanningsveld tussen hele psychologische
benadering van de mens en ook de hele psychotherapeutische
benadering van menselijke problemen, het zij fysiek, het zij
psychisch. Psychotherapeut behandelt niet alleen psychologische
problemen, ook lichamelijke problemen maar dan adhv psychologische
4