GEZINSPEDAGOGIEK
LES 1: LOKAAL GEZINSBELEID
Gastcollege met schepen Elke Decruynaere – Perspectief vanuit lokaal bestuur
1. Demografie
Stad Gent heeft een jonge populatie: veel kinderen en veel studenten die blijven hangen na studies.
Constante instroom van studenten zorgt voor de constante vernieuwing. Onder oppervlakte van
demografische cijfers zien we ook een groot aandeel die de stad verlaat = stadsvlucht van gezinnen
met jonge kinderen:
- Leefkwaliteit: plaats om te spelen, gezonde lucht, veiligheid ingezet op kinderen in stad
vanuit idee dat als stad goed is voor kinderen, dan is het een goede plek voor heel veel
mensen. Gent heeft als eerste label van kindvriendelijke stad gekregen. Vanuit dit verhaal
sterk inzetten op leefbaarheid van een stad. Hierbij keert het slecht imago van een stad, niet
enkel door reclame te maken en ook zorgen dat steden ook effectief goede plekken zijn voor
kinderen. O.a. één van de redenen dat Gent een LEZ heeft betere luchtkwaliteit.
Kindvriendelijke stad is een heel breed verhaal: je moet op veel terreinen beleid voeren om
dit te bekomen en stem van het kind is ook belangrijk.
- Wonen in steden is duur: gezinnen die wel in stad willen blijven wonen en die buiten stad
gaan omdat huizen te duur zijn in Gent. Stadsbestuur zet in op betaalbaar wonen,
voornamelijk richting huurders (o.a. via sociale huisvestingen, maar die worden in hoofdzaak
op Vlaams niveau gefinancierd). Één van de meest structurele manieren om gezinnen uit de
armoede te halen is inzetten op wonen. Ook in beleid rond wonen zijn gezinnen een heel
belangrijke focus.
Stem van kinderen is belangrijk doorheen verhaal van kindvriendelijke stad. Thema’s die bij hen
leven:
- Minder auto’s: circulatieplan leefbaarheid voorop stellen en tegemoetkomen aan
stadsvlucht
- Meer groen
- Meer plaats om te spelen
2. Stad in transitie
“In de stad tref je de toekomst aan/ tref je de hele wereld aan”: diversiteit is normaal in steden.
Opgroeien in de stad is een goede voorbereiding op de toekomst en op de nieuwe realiteit.
Kinderen tot 9 jaar: 52% van deze kinderen heeft een migratieachtergrond. Dit zijn deels
nieuwkomers en deels 2e-3e-4e generatie superdiversiteit in klassen. Kan wel nog voor uitdagingen
zorgen want onderwijssysteem nog niet goed genoeg op voorbereid en georganiseerd; Vb.: taal.
Uitdagingen in Gent:
- Vroegtijdig schoolverlaten: 15% jongeren die schoolbanken verlaat zonder diploma. Dit zit
boven Vlaamse gemiddelde. Wie zijn dit?: voornamelijk leerlingen in kansarm milieu, ouders
zelf geen diploma, Nederlands niet thuistaal. Toont vooral deficit in ons onderwijssysteem…
, - Armoede: hoger in steden dan in landelijke gebieden. Kansarmoede-index in 2011 was dit
18.2%. In 2018 is dit gestegen tot 1 op 5…
- Dakloosheid
- Racisme en onverdraagzaamheid: Gent scoort hierop minder slecht dan breed Vlaanderen.
Actief op proberen inzetten omstaanderstraining: 86% van mensen die het ziet gebeuren
komt niet tussen.
Lokaal bestuur kan veel betekenen in onderwijs
- Sterke stad heeft sterke scholen nodig: als je werk wilt maken van minder schoolverlaters,
dan moeten die scholen bewegen.
- Sterke scholen hebben een sterke stad nodig: nood aan extra steun zoals bij armoede en
diversiteit. Scholen voelen zich daar te weinig in onderlegd.
Educatie is belangrijk om verandering teweeg te brengen, maar dit legt een zware last op de
schouders van leerkrachten inzetten op netwerk van de stad, mensen mobiliseren.
Wat doet beleid structureel?: flankerend onderwijsbeleid als aanvulling op wat Vlaanderen doet,
doet stad Gent bepaalde maatregelen die ze zelf financieren:
- Brugfiguren: persoon die deel uitmaakt van schoolteam en die brug slaat tussen gezinnen en
schoolteam want hier zit vaak een grote kloof. Inzetten op communicatie. Focus is vooral
kinderen in armoede. Maakt veel verschil voor betrokkenen in praktijk. Vb.: brugfiguren
bezoeken ouders van kleuters die door corona niet meer naar school kwamen.
- Brede school: vrije tijd. Veel kinderen die in kansarme gezinnen opgroeien, hebben geen
activiteiten in vrije tijd. Wijkwerkers maken connectie tussen scholen en vrije tijdsaanbod om
dit tegen te gaan. Kinderen toeleiden naar plaatsen waar ze anders niet mee in aanraking
kwamen.
- Kinderen eerst: leerkrachten gaven aan schrijnende situaties op te merken (lege brooddoos,
niet weten waar te slapen, …) naar OCMW van stad Gent getrokken: merken dat ze niet
alle gezinnen bereiken (Mattheus-effect: kwetsbare gezinnen vallen heel vaak uit de boot).
OCMW werd naar school gebracht via 1 zitdag: spreekt de ouders aan en motiveert hen om
te passeren om dossier in orde te brengen (medische tegemoetkomingen, financiële hulp,
ICT-paketten voor digitaal onderwijs, …).
- Inzetten op veilig en positief klasklimaat: naar school durven komen en zich daar goed voelen
belangrijk om vroegtijdig schoolverlaten te verminderen.
- Inzetten op kennis over meertaligheid: leerkrachten tools aanbieden over meertaligheid en
onderwijs.
3. Stad als kansenfabriek
Kinderopvang: voorschoolse (0-3 jaar) lokaal beleid heeft verschillende taken in kinderopvang:
- Organisator: werkgever van kinderdagverblijven en onderwijs inrichten. Lokaal bestuur legt
hier financieel ook in bij uitbreiding van kinderopvang en extra kwaliteit.
- Regisseur: overleg organiseren tussen iedereen die betrokken is bij kinderopvang in Gent. En
betrokken bij beslissingen waar uitbreiding van kinderopvang noodzakelijk is minder
kinderopvang in wijken met sociale armoede.
,Jeugdbeleid: jeugdwelzijnswerk is belangrijke pijler niet alle jeugdbewegingen bereiken alle
kinderen. In Gent vzw Jong: kinder- tiener- en jongerenwerking met jeugdwelzijnswerkers vrije
tijdsaanbod met jongeren die hiervoor opgeleid zijn om met kwetsbare kinderen te werken. Onder
andere brug met slechte thuissituatie en signaalfunctie naar beleid.
Gezinsbeleid: kijken naar volledige context.
- Huis van het Kind: netwerk(organisatie) met meerdere huizen. Laagdrempelig. O.a.
inloopcentra (zie infra).
- Wijkgezondheidscentra: multidisciplinaire groepspraktijken van artsen in kwetsbare wijken.
- Inloopcentra: kwetsbare gezinnen met kinderen aan de slag gaan.
- Opvoedingswinkel: gratis opvoedingsadvies voor ouders. Bereiken divers publiek!
Inzetten op ontmoetingsplaatsen voor ouders geloof in de kracht van ouders zelf en wat andere
ouders voor elkaar kunnen betekenen.
Veel druk op gezinnen, weinig oplossingen: systeemfouten durven benoemen, signaleren en
aanpakken.
4. Een stad is geen dorp
Nadeel = anonimiteit en gebrek aan vanzelfsprekende netwerken uitdaging: hoe kunnen we
ervoor zorgen, zonder voordeel van stad te verliezen, dat we van die stedelijke context een troef
kunnen maken voor gezinnen en de nadelen ervan (huisvesting, armoede, anonimiteit, ..) kunnen
opvangen met lokaal beleid. aan de hand van sociaal beleid en zorgen dat mensen hun plek
vinden waar ze info/ hulp kunnen krijgen. Gent zet in op geïntegreerd onthaal: ervoor zorgen dat elk
gezin ergens kan aankloppen en dat de professional weet waarnaar hij/ zij de personen moet
doorsturen.
Corona: perfecte moment om bloot te leggen waar het scheef loopt in het systeem/ maatschappij.
Kan omslag zijn om meer te investeren in zorg, onderwijs en kinderopvang. Lokaal bestuur heeft
geprobeerd heel veel gaten dicht te rijden tijdens lockdown en corona vb.: straathoekwerkers zijn
altijd actief gebleven om kwetsbaren te helpen, …
5. Een stad kan niet alles (alleen)
Werkt als olievlek: positieve projecten deinen uit naar andere steden, scholen, …
Stedelijk onderwijs heeft ook sociale opdracht: vb.: warme maaltijden aanbieden op scholen voor
kinderen.
Waarschuwen: stad en lokaal bestuur kan veel, maar niet alles. Verschil tussen basisdienstverlening
en sectoren die op centraal niveau georganiseerd moeten worden. Het mag niet uitmaken waar je
woont om zeker te zijn dat het kwaliteit is. Als je basisdienstverlening volledig lokaal maakt, dan is er
een groot verschil tussen steden. Vanaf dat je diensten zo decentraliseert, dan loop je grote risico’s.
,