Recht herexamen
DEEL 1: EEN INLEIDING IN HET RECHT
1. Wat is recht
1.1. Het ontstaan en de ontwikkeling van recht
Overal, sinds eeuwen zijn er geschreven en ongeschreven regels.
Omstreeks 3500 v.Chr. in het Nabije Oosten werd het schrift uitgevonden. Hierdoor konden
heersers over staten hun regels schriftelijk laten vastleggen. Op deze manier konden regels
vlugger en over een grotere afstand bekend gemaakt worden. (Kleitabletten, steen
gegrafeerde wetten, wetboek).
Het wetboek regelde thema’s zoals slavernij, misdaad, huwelijk en zelf de koop en verkoop
van bier. In het wetboek staat een bekend citaat “Oog om oog, tand om tand.”.
Recht was van goddelijke oorsprong. Gods wil was wet. Maar in feite waren de farao’s,
koningen, keizers, tsaren, sultans en dergelijken die hun onderdanen voorhielden dat zij
hun macht rechtstreeks van de goden ontvingen en schreven zij hoe de onderdanen met
elkaars moesten omgaan.
De meeste regels zijn ontstaan door traditie. Het gewoonterecht was de belangrijkste bron
van recht en bestond uit ongeschreven regels die van generatie op generatie werd
overgedragen.
Doorheen de geschiedenis zochten mensen bepaalde vormgeving om met elkaar te
kunnen samenleven. Men ging opzoek naar regels die het samenleven goed laten verlopen.
Hierdoor maakten mensen onderling afspraken die voor iedereen binnen dezelfde groep
gelden.
Een tijdje erna ontstonden politieke, administratieve en gerechtelijke instellingen die de
taak kregen om het samenleven geordend te laten verlopen en rechtsregels gingen
formuleren, deze toepasten en handhaafden.
Na WOII begrepen dat oorlogen leiden tot catastrofes voor zowel op humanitair,
economisch en politiek vlak. Sindsdien proberen ze problemen meer en meer op te lossen
d.m.v. internationale reglementering op te lossen. Hierdoor wint de internationale
regelgeving vandaag de dag meer en meer aan belang.
Zowel de toekomst als de geschiedenis en verschillende soorten wetenschappen (economie,
ethiek, geloofsovertuigingen, maatschappij visie, opvattingen en gebeurtenissen). Hierdoor
is recht een weerspiegeling van wat leeft in de maatschappij en zal dan ook steeds
onderhevig zijn aan verandering.
Recht is uiterst complex! Men spreekt over ‘de juridisering van de samenleving’ waarin het
belang van recht en regels alsmaar toeneemt.
1
, Ook in de zorgsector is er sprake van juridisering: er bestaat een toenemende regulering
van maatschappelijke verhoudingen enerzijds en een toenemend beroep op het recht en op
(buiten)gerechtelijke procedures.
Nadeel van juridisering: er wordt abstractie gemaakt van concrete omstandigheden.
Voordeel van juridisering: de rechtsbescherming en mogelijkheid tot emancipatie voor de
cliënt in de zorg.
1.2. Definitie recht
Recht is een geheel van regels, opgesteld door de samenleving, waardoor de belangen van
de enkelingen die in de gemeenschap leven, geordend worden, door middel van sociale
dwang.
De definitie van recht is NIET universeel en verschilt van land tot land.
1.3. Kenmerken van recht
1.3.1. Een geheel van regels
Recht is een pakket van regels dat bestaat uit geschreven en ongeschreven regels,
nationale en internationale regels. Rechtsregels formuleren een verbod, een gebod of
een handeling, hierdoor bepalen ze hoe het moet en niet hoe het is.
Verschil met religie en morele regels is dat rechtsregels afgedwongen kunnen worden
door een georganiseerde instantie die maatregelen en sancties kunnen opleggen terwijl
bij morele regels zo’n georganiseerde structuur vaak ontbreekt om ze af te dwingen.
Bijkomend zullen rechtsregels nooit een moreel verwerpelijke gedachte kunnen
sanctioneren.
1.3.2. Opgesteld door de samenleving
In onze samenleving zijn we met velen. Door de verkiezingen kiezen we de
vertegenwoordigers van onze samenleving.
Burgers nemen in België deel aan het staatsbestuur via het kiesrecht. Dit recht laat toe
burgers te stemmen.
Er is opkomstplicht vanaf 18 jarige leeftijd en moet je verplicht gaan stemmen.
Het kiesrecht was vroeger enkel voor de rijke klassen, de arbeiders hadden geen
stemrecht. Het algemeen stemrecht is geleidelijk ingevoerd voor de mannelijke
bevolking via de herziening van de grondwet tussen 1893 en 1921.
Het algemeen stemrecht voor vrouwen is aangenomen in 1947.
Onze staatsvorm is een democratie is, in het parlement zetelen de vertegenwoordigers
die wij verkozen hebben, nl. het wetgevend orgaan. Het wetgevend orgaan krijgt de
opdracht om rechtsregels te formuleren of die aan de gewijzigde omstandigheden aan
te passen. Het uitvoerend orgaan zal deze wetten erna gaan uitvoeren. Onze
rechtsregels ontlenen dus hun gelding aan de wil van de maatschappij.
2
, Democratie is afkomstig uit het Grieks. Demos betekent volk en kratein betekent
heersen. Letterlijk vertaald zou je kunnen zeggen dat het volk heerst of minstens
deelneemt aan het staatsbestuur. Deze deelname is belangrijk omdat de overheid ook
de rechten en belangen van burgers beschermt. Burgers moeten dus betrokken worden
bij de keuze van en de controle op de overheid.
Een dictatuur of een totalitair regime:
De rechtsregels worden opgesteld en uitgevaardigd door een dictator of een
dictatoriaal bestuur. Ze organiseren geregeld wel verkiezingen, maar zorgen er
tegelijkertijd voor dat het niet om vrije verkiezingen gaat. Ze laten slechts één enkele
partij toe, ze maken het de kiezer onmogelijk zijn stem in het geheim uit te brengen of
ze knoeien met de uitslag.
Dictaturen beschikken vaak over een schijnparlement. In dat parlement zetelen
uitsluitend of hoofdzakelijk marionetten van de dictator of van zijn clan.
Een totalitair regime onderwerpt bijkomend het openbare leven of zelfs de hele
maatschappij inclusief de privéverhoudingen tussen gezinsleden, aan een dwingende
levensbeschouwing of ideologie.
1.3.3. De belangen van de enkeling die in de maatschappij leeft worden geordend
Recht en rechtsregels zijn ontstaan omdat er nood is aan organisatie in een complexe
samenleving. Mensen hebben nood aan een evenwicht!
Wanneer verschillende belangen in conflict komen te staan dient er een evenwicht te
worden verzekerd. Indien er geen regels zouden bestaan, bestaat de kans op het
ontstaan van chaos, rebellie, anarchie of eigen willekeur en is er sprake van wanorde.
Er zijn filosofen (Hobbes, Locke & Rousseau) die stellen dat als alle
overheidsinstellingen, handhavers, politieke structuren zouden wegvallen, en de
hoeveelheid aan mensen zonder toezicht, zonder organisatie, zonder staat zouden
komen te zitten, dat ze zouden terecht komen in hun ‘natuurtoestand’. Deze
natuurtoestand wordt door deze denkers als zeer gevaarlijk beschouwd tenzij we ervan
uitgaan dat mensen van nature welwillend zijn en zonder instituties kunnen
samenleven. Er zijn weinig denkers die dit geloven maar van mening zijn dat zo een
toestand zal leiden tot het nastreven van eigenbelang ten koste van elkaar en dat dit
zal leiden tot een oorlog van allen tegen allen.
Filosofen van ‘maatschappelijk verdrag’ ‘Een samenleving kan enkel tot stand
gebracht worden door onderlinge afspraken, waarvan de collectieve beslissing om zich
aan de regels te onderwerpen de meest fundamentele is. Dit levert de legitimatie van
de overheid op.
Mensen hebben nood aan regels die duidelijk zijn en rechtszekerheid bieden. Burgers
willen weten welk gedrag er precies van hen verwacht wordt, willen dat deze regels
worden vastgelegd, dat ze helder zijn, elkaar niet tegenspreken, algemeen zijn van
karakter en niet om de haverklap veranderen. Moeilijkheid door Corona!!
3
, 1.3.4. Afdwingbaarheid van recht
Vroeger werden conflicten “oog om oog, tang om tand opgelost”.
Vanaf de middeleeuwen kwamen de feodale oversten tussen als reactie op het geweld
t.a.v. privéwraakneming. In de middeleeuwen gebeurde het afdwingen van recht en
het sanctioneren met geweld, foltering en andere barbaarse handelingen.
Nu, in een ‘geciviliseerde’ maatschappij gebeurd de afdwinging van recht door
enerzijds het invoeren van bestraffende maatregelen en anderzijds door het oprichten
van een rechterlijke macht die deze maatregelen kan opleggen.
Essentieel element van recht: de naleving van regels moet, om effectief te zijn,
kunnen afgedwongen worden. De leden van de samenleving spreken af hoe (bv. via de
rechtbanken, parket, politie). Het afdwingen kan bestaan uit een bevel om iets wel of
niet uit te voeren, of om schadevergoeding te betalen, of uit straffen bij misdrijven.
1.4. Enkele belangrijke rechtsbegrippen
1.4.1. Objectief en subjectief recht
Objectief recht: Subjectief recht:
Bestaat uit rechtsregels die iets Dit is een recht of een plicht die specifiek
opleggen, iets verbieden of een voor een individu of een groep geldt.
handeling toelaten. Het recht geeft je dan eigen
Het objectief recht wordt opgelegd door bevoegdheden om te handelen.
de overheid, zijn afdwingbaar & gelden
voor iedereen in de samenleving.
Deze algemene regels zijn uitgedrukt in
algemene en abstracte bewoordingen en
zijn terug te vinden in wetboeken.
1.4.2. Rechtssubject en rechtsobject
Een Rechtssubject: Een Rechtsobject:
= diegene voor wie de rechtsnorm Dit is het voorwerp waarover de
rechten en plichten meebrengt. Dit kan personen hun subjectieve rechten
een natuurlijk persoon zijn of een kunnen uitoefenen. Dit kan een ding zijn
rechtspersoon. waarop rechtsregels betrekking hebben
(bv. smartphone/dier), maar het kan ook
een geheel van goederen zijn (bv. een
winkel) of een recht (bv. vruchtgebruik
op een huis)
1.4.3. Rechts- en genotsbekwaam en handelingsbekwaam
Rechts- of Genotsbekwaam: Handelingsbekwaam:
Een rechtssubject, een persoon is De meeste rechtssubjecten, personen,
bekwaam om van zijn rechten te zijn ook handelingsbekwaam. Ze zijn
genieten. geschikt om via het stellen van
4