PSYCHOLOGISCH
PERSPECTIEF 2
Docent: Jutta Verstraeten
, 1. Begripsomschrijving
Ontwikkelingspsychologie:
- Bestudeert de manier, waarop mensen opgroeien en veranderen, van wieg tot…
- De wetenschap die het gedrag van de mens bestudeert in verschillende fasen van zijn
ontwikkeling.
- Stopte wanneer men dacht dat je ontwikkeling was afgelopen = op volwassen leeftijd
Een oudere manier van kijken naar de ontwikkeling van mensen. Het begon bij de baby en
stopte op de leeftijd van de jongvolwassene. De mens ontwikkelt zich tot die volwassene en
daarna gebeurt er niet veel meer.
Levenslooppsychologie:
- Omvat ook ontwikkelingspsychologie van de volwassenen en ouderen.
- Wordt vaak als overkoepelende term gebruikt
Men ziet dat na de volwassenheid ook nog vanalles gebeurt. Men kijkt niet enkel naar de
ontwikkeling van de mens, maar kijkt ook naar wat er achteruit gaat. Hoe we onze
vaardigheden verliezen.
Begint in de buik en stopt pas als de mens dood is.
Een discriptieve en verklarende wetenschap
Discriptief = ze gaan beschrijven. De verschillende fases van het mensenleven worden
beschreven.
Verklarende = ze gaan op zoek naar verklaringen. Hoe komt het dat er verschillende dingen
gebeuren in verschillende fases.
1.1 Historiek
Filosofen: gingen nadenken. Ze gingen praten over wat ze vonden van de ontwikkeling van
mensen. Op een gegeven moment kunnen we spreken over babybibliografieën: gaat over
sommige mensen die begonnen met info te verzamelen. Ze gingen hun eigen kind
observeren, kijken wat opvalt bij de ontwikkeling. Men ging de gegevens bijhouden en
noteren. voorloper wetenschappelijke kennis.
Grote mankement is het feit dat ze vaak het eigen kind gingen observeren “eigen kind,
schoon kind”. De minder goede kant werd niet beschreven of “niet gezien”.
De volgende stap was de wetenschappelijke theorievorming: we zien dat meer en meer
wetenschapers niet meer puur hun eigen kind gingen observeren maar tot systematische
observatie gingen komen van verschillende kinderen in verschillende levensfases.
Men ging grotere gegevens verzamelen. Zo ontstonden nieuwe onderzoekstechnieken zoals
vb mensen naar een ruimte laten komen ipv deze thuis te observeren.
1
,De combinatie van de onderzoekstechnieken met systematisch observeren en gekoppeld
met het bijhouden van gegevens op een statistische manier; goed ordenen, bundelen, … gaf
de aanleiding tot het ontstaan van de ontwikkelingspsychologie.
Recapitulatietheorie: de opvatting zou de ontwikkeling van ieder apart individu, een
versnelde herhaling zijn van de fylogenese, de evolutie van primitieve naar meer
gecompliceerde levensvormen.
1.1.1 Grote discussie: Nature vs nurture
Nature: de eigenschappen die je zelf hebt. Datgene dat je geërfd hebt; erfelijke
aandoeningen, DNA, ons uiterlijk, karaktereigenschappen, … Dit krijg je en wordt je mee
geboren.
Nurture: Hoe je wordt opgevoed, wat je meekrijgt uit je omgeving. Hoe je wordt
gestimuleerd. Vb; graag lezen. De normen en waarden zijn bij de meeste mensen een proces
van nurture.
1.1.2 Nativisten vs empiristen
Nativisten: groep wetenschappers die de nature theorie ondersteunen.
Empiristen: groep wetenschappers die de nurture theorie ondersteunen.
1.1.3 Vandaag hebben we een interactionele visie
Interactionele visie = weten dat als we kijken naar mensen, de ontwikkeling voor een stuk
bepaald wordt door hoe je geboren wordt, voor een ander stuk bepaald wordt door hoe je
opgevoed wordt.
De zelfbepaling van de persoon in ontwikkeling komt daar nog bovenop. Je hebt zelf ook
nog inspraak. Het is niet omdat je geboren wordt met iets, je daar zelf niets aan kan
veranderen. Vb geboren in gezin met verslavingsproblematiek. Het wilt niet zeggen dat
wanneer je aanleg hebt voor iets, dit ook zo gaat zijn.
Het hoeven niet altijd bewuste keuzes te zijn. Hoe volwassener je wordt, hoe makkelijker het
is om aan zelfbepaling te doen.
Nieuwe impulsen leidden ertoe dat de term ‘genetische psychologie’ gestuurde ontwikkeling
achterhaald was. Steeds meer werd daarom als alternatief gekozen voor
ontwikkelingspsychologie.
1.2 Ontwikkelingsfasen
Periodes in het leven van de mens met zijn eigen kenmerkende gedragingen:
Wanneer moeten we bezorgd zijn over iemand? Dit vraagt veel
denkwerk; kijken naar de omgeving, in welke mate wordt het kind
gestimuleerd, … Vaak aanvoelen of het in orde komt of niet.
Vroeger waren er maar 2 leeftijdsfases; fase kind en fase volwassene
vanaf dat je kon werken was je volwassen.
2
, Achter elke fase worden leeftijden geplaatst. Deze leeftijden geven gemiddelden aan. Het
gevaar ligt hierin dat men de neiging heeft deze grenzen te strak te nemen. Leeftijden bij
ontwikkelingsfasen hebben een ruime ondergrens en bovengrens.
De fases vloeien ook door elkaar. Je kan een baby zijn terwijl je al vaardigheden hebt van een
peuter. Vanaf dat er een TE grote afwijking op zit, moet je bezorgd zijn. Pas als je weet hoe
de normale ontwikkeling verloopt, kan je weten wanneer er iets mis is.
1.2.1 Discussie: continuteit vs discontituiteit
Continu: De ontwikkelingsgroei is duidelijk meetbaar en continu in hetzelfde tempo. De
mens is voortdurent in verandering, ook al gaat die verandering op bepaalde momenten
soms wat vlugger, nergens is sprake van een plotselinge ommezwaai.
Je wordt doorheen je leven slimmer, handiger, … Rustig aan ontwikkel je als mens. Er zijn
geen grote stappen, geen afgescheiden periodes.
Discontinu: De ontwikkelingsgroei, zoals bij een peuter die “opeens” symbolen begrijpt.
Periodes met een vrij stabiele verschijningswijze worden afgewisseld door relatief korte
overgangsfasen die soms lijken op een crisis waar men doorheen moet.
Vb; de koppigheidsfase, puberteit, midlifecrisis, …
Volgens hen verloopt de groei van mensen in stappen. We zien grote fases waar het kalm is
en dan maken mensen opeens een grote sprong. Opeens kan een kind lopen, opeens maakt
een kind geen denkfouten meer.
Vb: het boek “oei, ik groei” hier wordt gesproken over de ontwikkelingssprongen
Welke insteek een wetenschapper gebruikt kan je vaak afleiden van het boek dat ze
gebruiken.
1.2.2 Het trapmodel van Bühler
Dit gaat erover dat we het leven kunnen zien als een trap. We gaan omhoog, worden
slimmer, sterker, … We bereiken onze piek en vanaf dan gaan we afdalen, richting de dood.
Zegt dat elke levensfase deel uitmaakt van het groter geheel. Alles wat er hier gebeurt is een
gevolg van wat je ervoor hebt doorgemaakt en hoe je ontwikkelt bent. Elke fase heb je nodig
en je moet elke fase goed doorlopen om in een volgende fase goed te kunnen staan.
3