= Stevige VOORBEREIDING op wat allemaal komt aan verwachtingen wanneer kind NAAR SCHOOL
zal moeten gaan.
1. Lichamelijke en motorische ontwikkeling
1.1. Lichamelijke veranderingen
Individuele verschillen nemen toe met leeftijd
Verdere sterke groei
Verhoudingen veranderen (hoofd groeit minder snel dan de rest van het lichaam)
Sterke uitbouw van de hersenen
Handvoorkeur (o.i.v. hersenontwikkelingen +/-2 tot 6 jaar) = Links of rechts handig
1.2. Motorische ontwikkeling
Forse vooruitgang! Meer VERFIJNDE MOTORISCHE COÖRDINATIE en betere beheersing van
EVENWICHT. Door veranderende verhouding tussen hoofd en romp ligt het ZWAARTEPUNT
ook meer NAAR ONDEREN
GROVE motoriek
• Leert lopen als VOLWASSENE: minder wijdbeens en platvoets, geen aparte passen
meer maar soepeler, armen en bovenlichaam bewegen mee en hielen eerst
• Kan BEWEGINGEN beter INSCHATTEN: rennen zonder uit de bocht te gaan
• Betere EVENWICHTSBEHEERSING: bijv bij weggooien en opvangen van een bal
FIJNE motoriek
Toenemende zelfredzaamheid:
• Leren met VORK eten (3 à 4j), mes en vork jaar later
• Ook in WISSELEN VAN KLEDIJ: zeker indien velcro en ritsen,
Favoriete spelactiviteiten : oefenmomenten
• CONSTRUCTIESPEL (blokjes op elkaar stapelen of in elkaar haken, bouwsels), schaar
hanteren, plakken, inkleuren, tekenen, … (voorbeelden tonen speelgoed)
• Fijne motorische vaardigheden bieden gelegenheid tot oefenen van OOG-
HANDCOÖRDINATIE (nodig voor leren schrijven).
2. Ontwikkelingen in de waarneming en het mentaal functioneren
(Preoperationeel denken: 2-7 jaar)
Preconcepten vervangen door meer afgelijnde begrippen
= EINDE PRECONCEPTUELE DENKEN
o Nauwkeurigere waarneming en actieve commentaren van volwassenen zorgen voor
BETER OPMERKEN van GELIJKENISSEN en VERSCHILLEN. Preconcepten of globs
, worden daardoor scherper omschreven. Meer afgelijnde categorieën. (toch in het
begin oppervlakkige indelingen, voorbijgaand aan essentiële kenmerken waarin
objecten van elkaar verschillen, bvb verschil tussen paard en koe is dat paard bruin is
en koe gevlekt)
o TAALONTWIKKELING zorgt voor aparte woorden en stimuleert deze ontwikkeling
(bvb het feit dat er apart woord wordt gebruikt voor op elkaar lijkende objecten zoals
haan en kip, maakt dat je let op precieze verschillen en zo aflijnt)
o Vooral de CONCREET AANWIJSBARE ZAKEN uit de leefwereld worden gemakkelijkst
aangeleerd (bvb lichaamsdelen, dieren, gebruiksvoorwerpen, …)
Overgang preconceptueel naar intuïtief denken
In de tuin staan zes tulpen en twee rozen. Mama vraagt aan Lieve (4 jaar) of er meer tulpen
of meer bloemen zijn. Lieve antwoordt ‘meer tulpen’.
o Preconcepten worden echte begrippen/concepten (Lieve snapt dus wel wat tulpen,
rozen en bloemen zijn) MAAR logisch denken is niet ok
o Deze begrippen/concepten nog niet kunnen onderbrengen in hiërachische
structuren
o Zaken ordenen in parallelle categorieën, maar zonder klasseninclusie (moeilijk om
band te zien tussen horizontaal gerangschikte categorieën (honden, katten, vogels,…)
en de overkoepelende categorie waar ze samen deel van uitmaken (dieren))
2.2. Intuïtief stadium (4 – 6/7 jaar)
1 van de typische oordeelsfouten van de volgende deelfase ‘het intuïtief denken’ OORDELEN
VAAK METEEN op het zicht: intuïtief dus, waardoor ze tot soms grappige DENKFOUTEN
/antwoorden komen omdat ze niet logisch kunnen denken
Driebergentest + Conservatieproef
Egocentrisme
, Gecentreerd denken, statisch denken en onomkeerbaarheid van het denken
Aantal typische oordeelsfouten voor het intuïtieve denken
Egocentrisme =
o Argumenteren niet maar gaan ervan uit dat anderen net hetzelfde zien als
zijzelf (cf driebergentest), de situatie net zo beoordelen als zijzelf –
onvermogen om andermans standpunt in te nemen
o Bv. aan telefoon op verjaardag ‘hoe oud ben je vandaag?’ – toont 4 vingers
o Bv. Alexander, heb jij een broertje? Ja - Hoe heet dat broertje? Matteo - Heeft
Matteo ook een broertje? Nee
o Vanaf 7 jaar komt hier pas verandering in: geven spontaan wel nog een
verkeerd antwoord maar passen dan aan met ARGUMENTEN
Gecentreerd denken =
o Houden slechts rekening met 1 EIGENSCHAP tegelijk, en dan nog het meest
OPVALLENDE (zo ook te merken in morele oordeelsvermogen en in
waarneming)
o Bv. waterpeil in het glas van de conservatieproef: waterpeil staat hoger in
het ene glas dus daar zit meer water in
Statisch denken =
o Hebben vooral oog voor TOESTANDEN en NIET VOOR VERANDERING –
kleuter ziet enkel begin en eindtoestand, zonder het tussenliggende proces
goed te kunnen voorstellen
o Bv. moeite met lezen strip (er gebeurt te veel in de prentjes + overgang van
ene prentje naar andere is te moeilijk)
o Bv. gevaarlijk in verkeer: auto die dichterbij komt ze beseffen niet dat de
auto hen om ver kan rijden
Onomkeerbaarheid van het denken =
o Kunnen een gebeurtenis niet terugdenken in de tijd, niet in staat om in
gedachten de omgekeerde beweging te maken die terugleidt tot de
begintoestand
o Dit is de sleutel tot operationeel denken omdat je dan kunt checken of je
conclusie juist is.
o Bv. nauwelijks kunnen geloven dat opa en oma ooit kind zijn geweest
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur janneke_p. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.