Dierenvoeding 1
1: chemische samenstelling en analyse van
voedermiddel
1.1 Inleiding
De weende analyse = proximate feed analysis)
Verzamelnaam van analyses die in de dierenvoeding gebruikt worden voor het
analyseren van vocht, ruw vet, ruw eiwit, ruwe as en ruwe celstof
Als sinds de 19de eeuw gebruikt
De basis om voeders te waarderen, te vergelijken en om voedingsbehoeften in kaart
te brengen
1.2 Droge stof versus verse stof
Groot verschil in watercontent in dierenvoeders
Hooi bevat 10% water maar vers gras bevat 80% water
Natvoer bevat 75% water maar korrel bevat 7% water
Water verdunt alle andere voedingsstoffen
Hoe meer water er aanwezig is, hoe minder de andere voedingsstoffen (vet, energie,
…) aanwezig kunnen zijn
o Meer water = daling voedingsstoffen
o Voorbeeld korrel en blik voeding
Korrel: 100 g voeder vers => 7% water en 24% vet
Nat voer: 100 g voeder vers => 7% water en 6% vet
Dieren moeten voldoende energie en voedingsstoffen kunnen binnenkrijgen
Aanbevelingen voedingsstoffen voor dieren compenseren voor verdunningsfactor
water => aanbevelingen vaak op droge stof basis
Droge stof basis => voeder waar alle water is uitgehaald
Vb aanbeveling zebra
o Opname ruw voer
= 2,5% van zijn lichaamsgewicht op droge stof basis
ZEBRA 260 kg → per dag 6,5 kg ruwvoeder nodig op droge stof
Hooi bevat 10% water en 90% droge stof => 7,2 kg hooi voeren
(regel van 3 -> 6,5/90% (0,9) = 7,2)
Kuilvoer bevat 40% water en 60% droge stof => 11kg
voordroeg voeren (regel van 3 -> 6,5/60% (0,6) = 11)
o Opgelet! Aanbevelingen zijn bijna nooit droge stof => in voeding blijft altijd
wel iets van water aanwezig => verse stof
Dus de 7,2 kg hooi en 11kg kuilvoer zijn verse stof
Verse stof => dat gene wat je effectief voedert
,1.3 De weende analyse (180 – Duitsland – Henneberg)
Ruwe analyse, elk voeder opgedeeld in 6 fracties (benamingen + tabel kennen)
1. Vocht
2. Ruw eiwit (RE) => droge stof
3. Ruw vet (RV) => droge stof
4. Ruwe celstof (RC) => droge stof
5. Ruwe as (RA) => droge stof
6. Overige koolhydraten (OK, OKH) => droge stof
1 tot 5 zijn steeds beschikbaar op het voederetiket, 6 (overige koolhydraten (OK,
OKH) moet je zelf berekenen (ookal staat het op de verpakking)
o OKH% = 100 – (Vocht% + RE% + RV% + RC% + RA%) => 100 – alle andere
fracties
De som van alle deze fracties is altijd 100
Vocht gehalte berekenen
o 100 – droge stof
Droge stof berekenen
o 100 – vocht
Ruwe as (RA) => mineralen
o Heel ruw geschat -> geeft niet weer welke mineralen er aanwezig zijn maar
wel de hoeveelheid van ze allemaal te samen
Vocht
o Moet wettelijk gezien niet altijd vermeld worden
o Afspraken
Niet vermeld bij katten voeding => 7% vocht gebruiken voor te
berekenen
Niet vermeld bij honden voeding => 9% vocht gebruiken voor te
berekenen
Niet vermeld bij andere dierenvoedig => 10% vocht gebruiken voor te
berekenen
Ruwe celstof (RC) en overige koolhydraten (OK, OKH) behoren beide tot de koolhydraten
Ruwe celstof (RC)
o Harde plantendelen
, o Onoplosbare vezels
o Cellulose, hemicellulose, lignine, cutine
o Vaak moeilijk verteerbaar maar wel noodzakelijk bij planteneters
Overige koolhydraten (OK, OKH)
o Suikers, zetmeel
o Een deel oplosbare vezels -> pectines, gommen
Uitdrukking op droge stof vs verse stof?
Staat “droge stof” niet vermeld => dan is het steeds verste stof!
Droge stof vermeld => droge stof
1.3.2 het verloop van de Weende-analyse
“Stappenplan” Weende- analyse
Elk voedermiddel wordt eerst gedroogd en gemalen
o Alle verdere stappen gebeuren dus op een staal waar al het water is
uitgehaald => droge stof (DS of DM)
Watergehalte van een voedermiddel bepalen
o Een monster laten drogen tot er een constant gewicht bekomen wordt, dit
doet men bij een temp van 100°c of onder vacuüm bij een temp van 80°c
o Formules zie 1.3
Ruwe as (RA) gehalte bepalen van een voedermiddel
o Het gedroogde monster wordt verbrand aan hoge temp, wat hieruit overblijft:
Macro-elementen of mineralen => Ca, P, MG, Na, Cl
Micro- elementen of sporenelementen => Fe, Se, Cu, Mo, Zn
Zand/aarde
Ruw vetgehalte (RV) van een voerdermiddel bepalen
o Het monster word behandeld met ether, er word een etherextractie
uitgevoerd. De bestanddelen die oplossen in de ether vormen het ruw
vetgehalte => synoniem ether extract (EE)
Ruw eiwitgehalte (RE) van een voedermiddel bepalen
o Kjeldahl methode => stikstof (N) bepalen in het voeder
RE = N – gehalte X 6,25
Men gaat hieruit dat een eiwit gemiddeld 16% stikstof bevat
maar dit is niet altijd zo => kan een nadeel zijn en kan leiden
tot een onnauwkeurige bepalen van de eiwitbehoefte. Ook is
niet elke stikstofverbinding automatisch een eiwit
Bepaling van ruwe celstof (RC) in een voedermiddel
o Het monster drogen
o Een behandeling met ether om het ruwe vet te verwijderen
o Een behandeling met zwavelzuur en natriumhydroxide om de aanwezige
eiwitten, suikers en zetmeel te verwijderen
o Vervolgens de restfractie drogen, verassen en wegen
Organische stof (OS) in een voedermiddel
o Droge stofgehalte - % ruwe as
Organische stof (OS)% = DS% - RA% = VS% - Vocht% - RA%