Centrum-periferierelatie tussen kolonie en moederland (goedkoop arbeid en grondstoffen
naar G-B)
→ Door Industrialisatie: leverancier (grondstoffen), afzetgebied (industriële producten) en
spoorwegen en havensteden.
Na WW2: India onafhankelijk in Britse gemenebest (1947)
Gevolgen van koloniaal tijdperk:
❖ Engelse taal in India.
❖ Indiase gewoontes in G-B.
❖ Indiase migranten naar G-B om economische redenen → multiculturele samenleving.
De verstedelijking en sociale en economische verschillen in beide landen
G-B
Industriële Rev. → snelle verstedelijking
→ steenkoolmijnen in de Midlands en fabriekssteden groeien.
Na WW2: de-industrialisatie (zware industrie vervalt → lagelonenlanden) en een
diensteneconomie in G-B.
Steden in aantrekkelijk voor:
❖ Dienstverlenende bedrijven.
❖ Multinationals (MNO’s)
❖ Research en marketing.
❖ Zakelijke en financiële ondernemingen.
→ Uit oude industriegebieden hoge werkloosheid en dalend inkomsten. Laagopgeleide weinig
kans.
,→ De regionale ongelijkheid in G-B: de welvarende hoogopgeleide v.s. de laagopgeleide
met dalende inkomens. (de grond- en huizenprijzen hoog)
India
Veel later verstedelijking: het urbanisatietempo is niet erg hoog, maar wel steden met meer
dan miljoen mensen.
→ Economische en sociale tweedeling in India: rijke mensen in Gated community’s en
armen mensen in slums.
3.2: Welvaart en ontwikkeling
Het BNP, BBP en BRP
De welvaartspeil bepaalt hoe ontwikkeld een land is, het bruto nationaal product (bnp)/
per inwoner is de meest gebruikte indicator.
Andere voorbeelden: beschikbaarheid van basisbehoeften, geboortecijfers, levensverwachting,
energiegebruik, verstedelijking en bevolkingsgroei.
→ BNP/per inwoner= totale inkomsten van een land (buiten en binnen de grenzen)/aantal
inwoners = gemiddelde inkomens. Om landen met elkaar te vergelijken.
→ Nadelen gebruik van BNP in verband met armen landen=
❖ Het is een gemiddelde: kloof arm en rijk.
❖ Bruto regionaal product (BRP) is zeer verschillen: steden vaak welvarender dan
platteland.
❖ Cijfers voor BNP vaak onbetrouwbaar: informeel werk, ruilhandel en zelfvoorziening.
❖ De wisselkoers in dollars: afwijken van werkelijke waarde.
❖ Verschillen in koopkracht.
Bruto binnenland product (BBP) productie binnen de grenzen van een land. BBP en BNP
vaak gelijk.
, Human development index (hdi)
Vanwege nadelen van BNP= human development index (hdi) ontwikkeld:
❖ BNP/per inwoners (economisch kenmerk).
❖ De levensverwachting (demografisch kenmerk).
❖ Het analfabetisme (sociaal-cultureel kenmerk).
De hdi is een puntensysteem, hoe dichter het cijfer bij de 1, hoe beter ontwikkeld het land is.
India neemt op de hdi-index de middenmoot:
→ maar, hdi blijft een gemiddelde en geeft geen sociale of ruimtelijke verschillen weer.
→Met de regionale hdi-index van India wordt duidelijk dat er een groeiende kloof is tussen
arm en rijk is: er is veel sociale ongelijkheid en armoede. (deels door kastensysteem)
De economische ontwikkeling in India
Het BNP van India groeit snel, maar niet iedereen in India profiteert hiervan: ontzettend grote
tegenstelling tussen rijk en arm.
→ de economische ontwikkelingen gaan veel straatarme Indiërs voorbij.
→ er ontstaat in India een hooggeschoolde middenklasse in de steden die werkzaam zijn in de
dienstensector (veel multinationals).
→ India investeert veel in de dienstensector en de industrie.
→ kleine boeren geen kans tegenop grote, gemechaniseerde bedrijven: in de stad werken in de
informele sector.
, De samenstelling van de beroepsbevolking
De samenstelling van de beroepsbevolking = indicator voor ontwikkeling.
→ In ontwikkelingslanden vooral mensen in de landbouw.
❖ Primaire sector (landbouw): boeren in arme landen zelfvoorzienend en in rijke landen
wordt er geproduceerd voor de markt.
❖ Secundaire sector (industrie): fabriekswerk is in de afgelopen decennia verplaats naar
lagelonenlanden (China en Mexico) en fabriekswerk in rijke landen is geautomachiseerd.
❖ Tertiaire sector (diensten): in rijke landen vaak de grootste sector: ook in arme landen,
maar dan vooral in de
informele sector.
Productiviteit: aantal
werkende per sector en
inkomsten per sector.
Bijdrage aan het BNP per
sector in India:
Een veranderd wereldsysteem
Tijdens koloniaal tijdperk ontstonden er in het wereldsysteem centrumlanden en
periferielanden. Een centrum-periferie verhouding: een afhankelijkheidsrelatie die is
toegenomen door de globalisering.
❖ Het centrum van de wereld (centrumlanden), ‘het Noorden’: 80% van de wereldhandel,
hoofdkantoren van multinationals, hoge productie en veel koopkracht.
❖ De periferie van de wereld (periferielanden), ‘het Zuiden’: afhankelijk, gebrekkige
technologie en lage productie. Handelsrelatie met centrumlanden vaak door ongelijke
ruilvoet ongunstig.
❖ De semiperiferie: aantal landen die de afgelopen jaren sterk economisch zijn gegroeid
doordat de centrumlanden hun industrie naar die landen hebben verplaatst en zo de
economie hebben bevorderd. (BRIC-landen).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur elizabethlesman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.