Deze samenvatting behandelt hoofdstuk 9 Motivatie en Emotie uit het boek 'Psychologie: een inleiding'. Dit was het hoofdstuk wat geleerd moest worden voor de decentrale selectie van 2022. Deze samenvatting heeft mij een 52e plek opgeleverd.
Motivatie en emotie
9.1 Wat motiveert ons?
Motieven zijn innerlijke drijfveren om op een bepaalde manier te handelen, al kunnen ze
door allerlei factoren worden beïnvloed, zowel interne als externe
9.1.1 Prestatiemotivatie
Er zijn verschillende vormen van motivatie. Zo hebben we:
- Extrinsieke motivatie. Deze komt van buiten de persoon en heeft betrekking op externe prikkels
die een organisme tot actie aanzetten. Aansluitend is de beloningstheorie, deze stelt dat
mensen werken voor extrinsieke beloningen. Deze theorie is echter niet helemaal sluitend. De
verwachtingstheorie is meer uitgewerkt. Deze stelt dat mensen harder werken als ze
verwachten succesvol te zijn en de resultaten van hun werk waarderen.
- Intrinsieke motieven komen vanuit jezelf. Deze vorm van motivatie heeft betrekking op de
activiteit zelf, en niet op de externe straffen of beloningen. Het uitvoeren van deze activiteit
wordt al gezien als beloning.
Prestatiedrang (need for achievement, n Ach) is het verlangen om een moeilijk maar verlangd doel te
bereiken. Mensen met een grote prestatiedrang werken harder, zijn succesvoller, tonen meer
doorzettingsvermogen bij moeilijke opdrachten, hebben vaak hogere IQ-scores, maken sneller carrière,
kiezen vaak een beroep met veel competitie en vaker leiders dan mensen met lage prestatiedrang.
De prestatiemotivatietest (laatste versie 2004) is door Hubert Hermans ontworpen. De 3 aspecten die
gemeten worden zijn:
- Prestatiemotief: een relatief stabiele persoonlijkheidseigenschap die in specifieke situaties leidt
tot presteren
- Positieve en negatieve faalangst. Beide bepalend voor de productiviteit en houding t.o.v. werk
De manier waarop naar prestaties gekeken wordt is ook een gevolg van cultuur. De westerse wereld is
gericht op individualisme, prestaties zijn gevolg van persoonlijk talent en werk. In Zuid-Amerika, Azië,
Afrika en Midden-Oosten ligt de nadruk op het collectivisme. Loyaliteit is belangrijk en het individu is
ondergeschikt aan de groep.
9.1.2 De onverwachte effecten van beloningen op motivatie
Overrechtvaardiging/overjustification is het proces waarbij een extrinsieke beloning een intrinsieke
motivatie verdringt. Men heeft zonder deze extrinsieke beloning minder motivatie om deze activiteit uit
te voeren. Bij volwassenen is dit onderzoek ook uitgevoerd en beschreven onder motivation crowding
theory.
Beloningen botsen niet altijd met intrinsieke motivatie. Dit gebeurt alleen als er geen rekening wordt
gehouden met de kwaliteit van de prestatie. De beloning moet dus in verhouding staan tot de
presentatie om succesvol te zijn. De gevolgen die beloningen kunnen hebben voor motivatie zijn:
- Effectieve manier om mensen te motiveren voor activiteiten die ze anders niet doen
- Motivatie vergroten, mits het wordt gegeven voor een goede prestatie
- Motivatie negatief beïnvloeden als het wordt gegeven zonder rekening te houden met de
kwaliteit van het werk
Beloningen kunnen dus zeker een positieve invloed hebben op mensen en motivatie.
, 9.2 Hoe worden onze motivatieprioriteiten gesteld?
Een nieuwe theorie die Maslows hiërarchie combineert met evolutionaire psychologie stelt
dat functionele, proximale en ontwikkelingsfactoren bepalen welke motieven prioriteit
krijgen
9.2.1 De instincttheorie
Elk organisme wordt geboren met een reeks biologisch en evolutionair bepaalde gedragspatronen die
essentieel zijn om te overleven. Deze instincten zijn een goede verklaring voor regelmatige cycli in
dierengedrag. Instincten bestaan uit een heleboel nature en een beetje nurture. Ervaring stuurt namelijk
het gedrag een beetje bij en dit wordt van generatie op generatie doorgegeven. Instinct is een beetje
een achterhaald begrip.
Ethologen (bestuderen dieren in hun natuurlijke habitat) spreken liever van gefixeerde actiepatronen;
niet-aangeleerde gedragingen die bij de gehele soort voorkomen en het gevolg zijn van duidelijk
identificeerbare stimuli.
Instincten zijn nog geen goede verklaring voor het gedrag van mensen op de werkvloer en in het verdere
leven.
9.2.2 De drijfveertheorie
‘Drijfveer’ werd een alternatief voor ‘instinct’ om gedrag met een sterke biologische basis (eten,
drinken, seks) beter te verklaren. Een biologische drijfveer is een toestand van energie of spanning die
ervoor zorgt dat een organisme een biologische behoefte moet vervullen. (behoefte = biologische
onevenwichtigheid die overleving in gevaar brengt als het niet hersteld wordt).
Volgens de drijfveertheorie zorgt een biologische behoefte voor een drijfveer, die vervolgens het gedrag
aanstuurt zodat in de behoefte wordt voorzien. Het organisme wil de spanning (ontstaan door de
drijfveer) dus verminderen: drive reduction.
Bij voorkeur is er een toestand van evenwicht, homeostase, in het organisme. De onevenwichtigheid zet
het organisme aan om het homeostatische evenwicht te herstellen.
De drijfveertheorie is wel onvolledig. Er werken namelijk ook nog cognitieve, sociale en culturele
krachten en ook organismen waar niks aan ontbreekt ondernemen actie om sommige stimulatie te
vergroten. Het is dus een nuttige, maar onvolledige theorie over motivatie.
9.2.3 Freuds psychodynamische theorie
Sigmund Freud stelde dat motivatie afkomstig was van de onbewuste geest, het id. in het id bevinden
zich Eros (erotische of constructieve verlangen) en Thanatos (agressieve of destructieve impuls. Bijna
alles wat we doen is volgens Freud gebaseerd op deze driften, of op de pogingen om deze binnen de
perken te houden. Psychische problemen worden voorkomen door een acceptabele uitlaatklep te
vinden voor onze seksuele en agressieve behoeften. Eros en Thanatos worden vaak beschouwd als
instincten, maar Freud wilde geen alledaagse biologische gedragingen verklaren, maar juist de
symptomen van geestelijke stoornissen. Freud dacht ook dat motieven veranderingen ondergaan in de
ontwikkeling van kind naar volwassene.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Hennie1003. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.