Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
College aantekeningen Inkomsten- En Vennootschapsbelasting (JUR-3INKVENBEL) Fiscale geschriften 1 - De Wet Inkomstenbelasting 2001, Editie 2021, ISBN: 9789012407274 €7,49   Ajouter au panier

Notes de cours

College aantekeningen Inkomsten- En Vennootschapsbelasting (JUR-3INKVENBEL) Fiscale geschriften 1 - De Wet Inkomstenbelasting 2001, Editie 2021, ISBN: 9789012407274

 10 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Alle HC's, dia's + aantekeningen erbij, jaar 2022. Notarieel recht bachelor jaar 3. Succes met leren!

Aperçu 4 sur 69  pages

  • 28 avril 2022
  • 69
  • 2021/2022
  • Notes de cours
  • Mr. dr. c.g. dijkstra
  • Toutes les classes
avatar-seller
HC inkomsten- en vennootschapsbelasting.
HC 1: inleiding inkomstenbelasting, binnen- en buitenlandse belastingplicht, fiscaal partner.
I. Opbouw van de Wet IB.

Belastingheffing
- Belasting
- ‘Verplichte afdracht in geld aan de staat in ruil voor niet-rechtstreekse
tegenprestatie’.
- Staat -> ‘optimaliseren welzijn bevolking’
- Collectieve voorzieningen.
- Functies belastingheffing
- Budgettaire functie.
- Instrumentele functie.

Beginselen
1. Fiscale soevereiniteit staten
a. Heffingsbevoegdheid over economische activiteiten en personen.
b. Band personen of inkomen en staat.
2. Profijtbeginsel (‘benefit principle’) = een ieder die profijt heeft van de collectieve
goederen en diensten draagt naar evenredigheid bij aan de financiering.
3. Draagkrachtbeginsel (‘ability to pay principle’) = bijdrage baseren op draagkracht.
a. Maatstaf: inkomen/winst/vermogen.

Nederlandse belastingwetten
- Wettelijke bescherming:
- Belasting wordt geheven uit kracht van een wet, art. 104 GW
(legaliteitsbeginsel).
- Materieel belastingrecht (IB, Vpb, BTW)
- Wie moet belasting betalen (subject).
- Waarover moet belasting worden betaald (object).
- Wanneer moet belasting worden betaald (tijdstip).
- Hoeveel belasting moet worden betaald (tarief).
- Formeel belastingrecht (AWR, Awb, Inv.)
- Hoe wordt de belasting betaald (aanslag-/aangifte).
- Wat zijn de rechten en plichten.

Wet IB 2001
- Heffingsgrondslag = inkomen (maatstaf voor draagkracht).
- Natuurlijke personen (art. 2.1).
- In Nederland wonen (binnenlandse belastingplichtigen).
- In het buitenland wonen en Nederlands inkomen genieten (buitenlandse
belastingplichtigen).
- Boxenstelsel (art. 2.3)
- Box 1 belastbare inkomen uit werk en woning.
- Box 2 belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang.
- Box 3 belastbare inkomen uit sparen en beleggen.

Boxenstelsel

, - Elke box aparte regels voor:
- Heffingsgrondslag.
- Tarief.
- Heffingsmoment.
- Verliesverrekening.
- Rangorderegel (art. 2.14)
- Lid 1: de eerst in aanmerking komende bepaling.
- Lid 2: niet in box 3 als vermogensbestanddeel al in box 1 of 2 valt (NB ook als
deze is vrijgesteld!).
- Lid 3: uitzonderingen (o.m. boxhopping).
- Sfeerovergang
- Tussen inkomenscategorieën binnen box.
- Tussen boxen.

II. Wanneer is er sprake van een bron van inkomen?

Basis: bronnentheorie = voordeel kan alleen tot ‘inkomen’ behoren indien het voortkomt uit
‘bron van inkomen’.
- NB Belastingwetgeving is neutraal.
- Niet relevant legaal/illegaal.
- Bron, kwalificatie, voordeel.
- Drie algemene cumulatieve eisen.
- Deelname economisch verkeer.
- Voordeel beogen (subjectief).
- Voordeel redelijkerwijs te verwachten (objectief).
Doel = onderscheid maken tussen hobbysfeer en beroepssfeer.

Deelname economisch verkeer = inkomensverwervende activiteiten in maatschappelijk
ruilverkeer.
Privé-sfeer
- Uitgavenbesparende activiteiten binnen de familiesfeer.
- Schoenmaker die schoenen kinderen repareert.

Voordeel beogen
- Positief financieel voordeel beogen.
- Oogmerk van de belastingplichtige (subjectief).
- Activiteit gericht op geldelijke beloning.
- Vriendendienstarrest BNB 1960/200.
- Geen bron van inkomen indien oogmerk ontbreekt.

Voordeel verwachten
- Objectieve maatstaven een redelijke verwachting op positief voordeel.
- Eventueel in toekomst.
- Consul-generaalarrest HR 29 nov. 1930, B. 4857.
- Geen bron van inkomen als van te voren vaststaat dat de kosten de baten
blijvend zullen overtreffen.
- Piramidespelarrest BNB 2002/127-129;191.
- Geen bron van inkomen indien puur speculatief.

,Belastingplichtigen wet IB 2001
- Subjectieve belastingplicht (‘wie’)
- Belastingplichtige ≠ belastingschuldige.
- Objectieve belastingplicht (‘waarover’)
- Subject: natuurlijke personen
- Voor lichamen geldt de Wet Vpb 1969.
- Personenvennootschappen fiscaal transparant.
- Geen nadere eisen (vb. leeftijd, geslacht, nationaliteit).
- Object: inkomen.

Besloten CV niet belast, open CV wel.
- Open als je geen toestemming nodig hebt van ander commandieten voor toe of
uittreding.
- Gesloten -> toestemming van iedereen.

Belastingplichtigen wet IB 2001
- Binnenlandse belastingplichtigen.
- Natuurlijke personen die in Nederland wonen.
- Heffing op basis van woonplaatsbeginsel.
- Wereld inkomen (art. 2.3/2.4 en hfst.3,4,5: géén territoriale begrenzing).
- Aftrek pga en verrekening heffingskortingen.
- Buitenlandse belastingplichtigen.
- Natuurlijke personen die in het buitenland wonen en Nederlands inkomen
genieten.
- Heffing op basis van bron- of situsbeginsel.
- Situsbeginsel (situs = woonplaats in andere taal) = sprake van een
situsgoed dan ook in het situsland belast, ofwel het land waar het
goed ligt. Dit beginsel pas je voor het woonplaatsbeginsel toe.
Bepaalde activa zijn zo sterk gehecht aan een land dat ook dit land
mag heffen. Hoeven dan niet zijn persoonlijke omstandigheden mee te
nemen, dat moet het woonland doen.
- Woonplaatsbeginsel = belastingheffing over wereldinkomen
door land waar je woont. Dan strijd met situsbeginsel want
deze heft ook nog over het goed waar o.g.v. het
woonplaatsbeginsel ook wordt belast. Situsbeginsel gaat voor,
deze is sterker, woonland moet korting geven volgens het
belastingverdrag.
- Uitzondering (europees gemaakt) -> 90% van inkomen verdiend in
situsland, dan moet deze wel rekening houden met de persoonlijke
omstandigheden.
- Nederlands inkomen (art. 2.3/2.4 en hfst 7: inkomen in Nederland).
- Géén aftrek pga en géén verrekening heffingskortingen.

Internationaal dubbele belasting
- Ook andere landen hanteren woonplaats- en situsbeginsel.
- Mogelijk dubbele belastingheffing over hetzelfde inkomen.
- Belastingverdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing.

, - Toewijzingsregels heffingsbevoegdheid.
- Bij afwezigheid Belastingverdrag: Besluit voorkoming dubbele belasting 2001.

Woonplaats
- Waar iemand woont, wordt naar de omstandigheden beoordeeld (art. 4 AWR).
Jurisprudentie:
- “centrum van levensbelangen”.
- “middelpunt sociale leven”.
- “duurzame band van persoonlijke aard”.
- Materiële werkelijkheid doorslaggevend.
- Beoordelen vanuit Nederlands perspectief.
- Woonplaatsficties
- Art. 2.2 Wet IB 2001.
- Art. 4 AWR.

‘Nederland’
- Koninkrijk der Nederlanden (art. 1 Statuut)
- Het land Aruba.
- Het land Curaçao.
- Het land Sint Maarten.
- Het land Nederland.
- Nederland (in Europa gelegen deel van het Koninkrijk).
- BES eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba).
- Invulling belastingwetgeving, zie art. 2a AWR
- Nederland omvat tevens de exclusieve economische zone van het Koninkrijk
voor zover deze grenst aan de territoriale zee in Nederland.
- Tot 200 zeemijl uit de kust (dus: deel Noordzee).

Regeling vanaf 2015
- Art. 7.8 Wet IB 2001 vervangt art. 2.5 IB.
- Geen keuze meer, maar verplicht.
- Kwalificerende buitenlands belastingplichtige:
- 90% inkomen of meer uit Nederland (delegatiemogelijkheid als NL inkomen <
90%) -> art. 7.8 Wet IB 2001.
- Art. 21bis Uitv.Besl. IB.
- Inwoner EU, EER, Zwitserland, BES. Inkomstenverklaring uit woonland.
- Gevolg:
- Belastingplichtig voor NL inkomen (geen wereldinkomen!), negatief inkomen
eigen woning, uitgaven inkomensvoorzieningen.
- Aftrek pga en heffingskortingen.
- Voor zover niet in buitenland genoten.
- Nu wel in overeenstemming met EU-recht?

Individu
- Wet IB 2001 belast individu (o.a. art. 2.3)
- ‘inkomen genoten door belastingplichtige’.
- Uitzondering:
- Minderjarig kind (art. 2.15 Wet IB 2001).

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur s-kers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80796 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,49  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter